Oosthaven 31, Gouda
Inleiding
Voormalig WOONHUIS van het type herenhuis in Eclectische stijl, dat in de periode 1856-1860 is gebouwd in opdracht van de zeepzieder Theodorus Pieter Viruly. De architect is onbekend, maar het vertoont stilistisch overeenkomsten met het voormalige kantongerecht en tekenschool 'Art et Legi' (Markt 27), dat een ontwerp is van W.C. van Goor uit 1853-1855.
In 1892 is het woonhuis verkocht aan Vereniging Centraal Israelistisch Oude-Mannen en Vrouwenhuis. Tot 1943 heeft het gefungeerd als 'Joodsch Rusthuis', waarvoor in 1914 een nieuwe vleugel is toegevoegd. Sinds 1953 is het als Hervormde Centrum 'De Haven' in gebruik als centrum voor diverse kerkelijke activiteiten.
Vanwege bouwvalligheid is de hoge rijk versierde attiek met rondboogfries omstreeks 1960 gesloopt en vervangen door een eenvoudiger. Ook de stoeppalen met hardstenen stoep zijn niet meer aanwezig. Een ingrijpende renovatie vond plaats in de periode 1989-1991, waarbij de plattegrondindeling sterk is verstoord en het dakenplan vooral aan de achterzijde is aangetast, mede door het aanbrengen van een staalskelet. Restanten van een 17de-eeuws beschilderd balkenplafond zijn opgehangen in het gebouw.
N.B. De bescherming heeft alleen betrekking op de voorgevel met de aangrenzende poort en de nog herkenbare hoofdindeling van het hoofgebouw met in het interieur de gang met tochtportaal en het trappenhuis met traplicht.
N.B. De uitbouw uit 1914 valt buiten de bescherming van rijkswege.
Omschrijving
Vijf traveeën breed, witgepleisterd pand op een enigszins L-vormige plattegrond, waarvan de hoofdmassa bestaat uit drie, in hoogte afnemende bouwlagen onder een samengestelde kap. Links (noord-west) bevindt zich een poort naar het achtererf met een éénlaagse overkluizing onder een lessenaarsdak. Direct achter de voorgevel bevindt zich een steil, dwarsgeplaatst zadeldak met dakschilden van ongelijke lengte, waarop twee haaks geplaatste, gewijzigde zadeldaken met wolfseind aansluiten, gekoppeld door een brede zakgoot. De daken zijn deels gedekt met gesmoorde en rode Hollandse pannen en deels vernieuwde.
De gevels zijn opgetrokken uit ijsselsteen (kruisverband), waarbij de voorgevel is voorzien is van wit geschilderd pleisterwerk. De geprofileerde omlijstingen van de licht getoogde vensteropeningen sluiten aan op de waterlijsten, die onder de vensters tevens dienst doen als lekdorpel. Op de begane grond en verdiepingen bestaan de samengestelde raampartijen uit naar binnen openslaande tweeruits ramen met boven de tussenkalf tweeruits tuimelramen. De raampartijen van de tweede verdieping hebben een driedeling met tussen de twee kalven enkele en dubbele openslaande raam en tweeruits tuimelramen als bovenlicht.
Voor de vijf-assige voorgevel met hardstenen geprofileerde plint en een gestucte lijst die aansluit op een doorlopende waterlijst, bevindt zich een hardstenen stoep, welke ter plaatste van de hoofdentree uit twee stoeptreden bestaat. De entree bevindt zich in de iets bredere en iets rijker uitgevoerde middentravee en bestaat uit een dubbele paneeldeur met snijwerk van ondermeer twee leeuwenkoppen. De deur wordt afgesloten door een geprofileerd kalf met daarboven een achtruits segmentbogig bovenlicht, voorzien van een geprofileerde gietijzeren roedenverdeling, waarbij de roedenkruisingen cirkelvormig zijn. Aan weerszijden van de deur pilasters met verdiepte schachten, die de segmentboogvormige overkluizing van het bovenlicht ondersteunen en tevens een Frans balkon op de verdieping.
De begane grond en verdieping worden van elkaar gescheiden door een brede borstwering, die tussen doorlopende geprofileerde waterlijsten - ter plaaste van de vensters - bestaat uit een gesloten balustrade met rozetmotief. Ter plaatse van het Franse balkon in de middentravee is deze opengewerkt en voorzien van een vierpasmotief. De licht getoogde dubbele tweeruits balkondeur heeft een gietijzeren snijraam als bovenlicht, bestaande uit een halve cirkel met florale motieven in de zwikken. De geprofileerde omlijsting met verdiepte schachten is vergelijkbaar met die van de entreepartij eronder. De eerste en tweede verdieping worden van elkaar gescheiden door een doorlopende geprofileerde cordonlijst. De middelste travee bestaat uit een twee smalle, gekoppelde vensters met elk één openslaand raam. De andere traveeën hebben vensters met dubbel openslaande ramen, die zich onderscheiden van de overige door de iets eenvoudigere vensteromlijsting.
De gevel wordt afgesloten door een relatief hoge, vereenvoudigde attiek, die is uitgevoerd als hoofdgestel met guttae en het dak aan het zicht onttrekt.
Links van de voorgevel bevindt zich een één smalle, uit grauwe baksteen (fijngevoegd, kruisverband) opgetrokken 19de-eeuwse tweelaags lijstgevel met poort, die geplaatst is voor een 18de-eeuws bouwlichaam. Op de begane grond bevindt zich een licht getoogde opgeklampte deur onder een aan de onderzijde getoogde strek. De borstwering tussen begane grond en verdieping is ingesloten door twee wit gepleisterde geprofileerde sierlijsten. Hierop sluiten twee kleine getoogde ramen aan, uitgevoerd met twee kruislingsgewijs geplaatste roeden. Beide vensters worden gesloten door een gepleisterde sierlijst, die het beloop van de bogen volgt. Op de verdieping erboven bevindt zich één zesruitschuifraam, met wit houten belegstukken als omlijsting. Dit geveldeel word afgesloten door een geprofileerde gevellijst.
INTERIEUR De symmetrische opzet van de voorgevel is in het interieur nog herkenbaar door de met marmer belegde gang in de middentravee. Halverwege wordt deze onderbroken door een onder een hoofdgestel staand tochtportaal, bestaande uit een dubbele deur met zijlichten, voorzien van gezandstraald glas met florale motieven. Vaag zijn tevens de contouren van davidsterren herkenbaar in het glas. Rechts van het tochtportaal bevindt zich het trappenhuis met houten balustrade. Halverwege, ter hoogte van het bordes bevindt zich een groot rechthoekig traplicht met glas-in-lood.
Waardering
Oosthaven 31 is van algemeen belang wegens architectuur- en cultuurhistorische waarde als goed voorbeeld van een monumentaal herenhuis uit het derde kwart van de 19de eeuw met een voor de bouwtijd kenmerkende Eclectische stijl.
Het complex is algemeen belang wegens cultuurhistorische waarde door zijn oorspronkelijke functie als herenhuis voor een zeepzieder, dat nadien als 'Joodsch Rusthuis' heeft gefungeerd.
De bouwkundige onderdelen van de voorgevel van het voormalige woonhuis zijn redelijk gaaf in hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering.
Stedebouwkundig is het pand van algemeen belang vanwege de ensemblewaarde als één van de meer monumentale 19de-eeuwse herenhuizen langs één van de voornaamste grachten in de binnenstad.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
Voormalig WOONHUIS van het type herenhuis in Eclectische stijl, dat in de periode 1856-1860 is gebouwd in opdracht van de zeepzieder Theodorus Pieter Viruly. Reeds in de 16de eeuw was op het terrein aan de Oosthaven een zeepziederij gevestigd, welke in de 19de eeuw 'De Hamer' werd genoemd. Onder deze naam is het complex in 1841 gekocht door Michiel Viruly, Heer van Vuren en Dalem. Uit een drietal percelen langs de gracht is, zoals ondermeer blijkt uit het samengestelde dakenplan, het huidige monumentale, brede, herenhuis gebouwd. De architect is onbekend, maar het vertoont stilistisch overeenkomsten met het voormalige kantongerecht en tekenschool 'Art et Legi' (Markt 27), dat een ontwerp is van W.C. van Goor uit 1853-1855. In 1901 is de zeepziederij opgeheven; al eerder in 1892 was het woonhuis verkocht aan Vereniging Centraal Israelistisch Oude-Mannen en Vrouwenhuis.
Tot 1943 heeft het gefungeerd als 'Joodsch Rusthuis', waarvoor ondermeer in 1899 een LIJKENHUISJE is gebouwd in 1914 een nieuwe vleugel is toegevoegd. In 1943 heeft de Duitse bezetter het pand geconfisceerd. Na 1945 heeft het gebouw diverse bestemmingen gehad, onder andere als tijdelijke huisvesting van het gemeentehuis. Sinds 1953 is het als Hervormde Centrum 'De Haven' in gebruik als centrum voor diverse kerkelijke activiteiten.
Vanwege bouwvalligheid is de hoge rijk versierde attiek met rondboogfries omstreeks 1960 gesloopt en vervangen door een eenvoudiger. Ook de stoeppalen met hardstenen stoep zijn niet meer aanwezig. Een ingrijpende renovatie vond plaats in de periode 1989-1991, waarbij de plattegrondindeling sterk is verstoord en het dakenplan vooral aan de achterzijde is aangetast, mede door het aanbrengen van een staalskelet. Restanten van een 17de-eeuws beschilderd balkenplafond zijn opgehangen in het gebouw. Het voormalige lijkenhuis is in 1994 gerestaureerd en heeft de functie van gedenkteken gekregen.
N.B. De bescherming heeft wat betreft het woonhuis alleen betrekking op de voorgevel met de aangrenzende poort en de nog herkenbare hoofdindeling van het hoofgebouw met in het interieur de gang met tochtportaal en het trappenhuis met traplicht. De uitbouw uit 1914 valt buiten de bescherming van rijkswege.
Omschrijving
Oosthaven 31 ligt binnen het beschermde stadsgezicht van Gouda aan de oostzijde van de rivier de Gouwe. Langs één van de meer monumentale grachtenwanden in de binnenstad valt het gebouw binnen de vrijwel aaneengesloten grachtenwand sterk op het vanwege zijn omvang.
Het lijkenhuisje staat op het achtererf in de oosthoek van de tuin. Het is tegen twee muren geplaatst met de nokrichting haaks op dat van het hoofdgebouw.
Waardering
Oosthaven 31 is van algemeen belang vanwege architectuur- en cultuurhistorische waarde als goed voorbeeld van een monumentaal herenhuis uit het derde kwart van de 19de eeuw, gebouwd in een voor de bouwtijd kenmerkende Eclectische stijl.
Het bijbehorende lijkenhuis is van algemeen belang wegen architectuur- en cultuurhistorische waarde als goed voorbeeld van een lijkenhuisje uit het eind van de 19de eeuw in een rijk gedetailleerde Traditioneel-Ambachtelijke bouwtrant.
Het complex is van algemeen belang wegens cultuurhistorische waarde door zijn oorspronkelijke functie als herenhuis voor een zeepzieder, dat nadien als 'Joodsch Rusthuis' heeft gefungeerd. Aan laatstgenoemde functie herinnert tevens het lijkenhuisje.
De bouwkundige onderdelen van de voorgevel van het voormalige woonhuis zijn redelijk gaaf in hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering. Het lijkenhuisje is vrij gaaf in hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering.
Stedebouwkundig is het pand van algemeen belang vanwege de ensemblewaarde als één van de monumentale 19de-eeuwse herenhuizen langs één van de voornaamste grachten in de binnenstad.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Woonhuis | Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Oosthaven | 31 | – | 2801 PD | Gouda | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | – | Herenhuis |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | C | 3783 | – | Gouda |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1856 | 1860 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Goor, W.C. van ; Zuid-Holland | architect / bouwkundige / constructeur | – |