De Kadeschool, Gouda

Inleiding

De openbare lagere SCHOOL in Amsterdamse School-stijl;, bij de bouw De Kadeschool genoemd, is in 1930 ontworpen door architect H. de Meer in opdracht van de gemeente. De school vertoont grote overeenkomsten met de school te Nieuwendam uit 1926 van Publieke Werken Amsterdam. Het gebrandschilderd glas in de hal is van de hand van kunstenaar W. van de Walle en geproduceerd door de Fa. Schrier & de Ru uit Haarlem.

In 1996 heeft een grootscheepse renovatie plaatsgevonden, waarbij vernieuwingen volledig volgens de oorspronkelijke detaillering zijn uitgevoerd.

Omschrijving

Het samengestelde bouwvolume van de school bestaat uit twee bouwlagen met een hoog opgaande kap en korte zijvleugels. Het hoofdvolume heeft een met zwartgeglazuurde Romaanse pannen gedekt zadeldak met op de nok vier schoorstenen; aan de zuidzijde met fors overstek; aan de westzijde wordt de kap doorsneden door de dwarsgeplaatste rechter zijvleugel (noordoost) met zadeldak. De linker zijvleugel (noordwest) wordt gevormd door een ronde uitbouw, deels verzonken in het hoofdvolume, waarin de entree en het trappenhuis zich bevindt. Deze uitbouw wordt afgesloten met een loden dak met een bliksemafleider op de nok.

Het bouwwerk is geheel opgetrokken uit gele waalsteen in Noors verband met gele, platvolle voeg. Het trasraam is uitgevoerd in gesinterde baksteen in kruisverband met rood voegwerk en varieert in hoogte. De kopgevels zijn uitgevoerd met vlechtingen. De houten ramen bestaan uit reeksen gekoppelde ramen met enkele of dubbele zes-ruits bovenlichten.

De voorgevel bestaat in grote lijnen uit drie delen: de ronde risaliet met entreepartij op de noordoosthoek, een min of meer vlakke wand met horizontale vensterstrips en de zijvleugel met kopgevel op de noordwest hoek. Links van de ronde uitbouw bevindt zich een smalle, met lood bekleedde strook waar het dakvlak van het hoofdvolume schuin doorgetrokken is tot op de hoogte van het trasraam. Het trasraam in verticaal verband is rond de uitbouw uitgemetseld tot brede bank en loopt door tot in het portiek. Bovenaan de uitbouw bevindt zich een aaneengesloten vensterstrip met vaste, vierdelige ramen. De ramen zijn gevat in houten kozijnen, waarvan de meerdelige stijlen (met triglief-achtige profilering) naar het midden toe uitkragen. Zo is een bollende raampartij ontstaan. De uitbouw is in een schuine hoek doorgetrokken naar de gevel. In het schuine deel bevindt zich het portiek met de entree afgesloten met een ijzeren hekwerk. De dubbele, houten deur is voorzien van stootplaten, sikkelvormige gehengen, twee keer zes ruiten en twee, gekoppelde, zevendelige zijlichten ter linkerzijde. De rechterhoek van het portiek wordt beaccentueerd door een ronde uitbouw, die deels opgenomen is in het trasraam en bovenaan in gele steen en in reliëf is uitgevoerd. Het reliëf verbeeldt een steenbok met het Goudse wapen en een boogschutter.

Het middelste deel van de voorgevel wordt sterk horizontaal geleed door reeksen gekoppelde vensters. De ramen zijn gevat in houten kozijnen en stijlen, waarbij de horizontale lijsten doorlopen en de stijlen daartussen geplaatst zijn. Boven het hoge trasraam bevindt zich een dubbele reeks aaneengesloten, liggende ramen. Ter afsluiting van de hoogopgetrokken gevelwand is een driedubbele reeks gerealiseerd, die op de linkerhoek rond afgesloten wordt. Op de rechterhoek wordt deze raampartij afgesloten met een verticaal langs de gevel aangebrachte vlaggenmast. Deze reeks is voorzien van een loden dak. Geheel rechts in dit geveldeel bevindt zich een enkele deur. De kopgevel van de zijvleugel heeft een dubbele deur met aan weerszijden ramen met een enkel bovenlicht en in de top een niet oorspronkelijke branddeur. De ramen waren oorspronkelijk uitgerust met een middenstijl. Langs de zijgevels (oost- en westzijde) van de zijvleugel bevinden zich uitkragende, houten, ronde goten, die op de kop rond afgesloten worden. In de westgevel bevinden zich twee gekoppelde ramen met een enkel bovenlicht en middenstijl. Het trasraam van de oostgevel is in het midden tot op goothoogte in trapezium vorm opgetrokken. De vensters onder de goot zijn in dit trasraam opgenomen en bestaan uit een reeks van drie gekoppelde, driedelige, ramen met vier horizontale roeden. Het dakvlak wordt doorbroken door een reeks terugliggende vensters met drie roeden en voorts zoals onder de goot.

De zuidgevel bestaat uit een lichtrisalerende kopgevel aan de westzijde met in de eerste laag een dubbele deur met vensters (zoals in de kopgevel aan de noordzijde) en in de top een tweedelig, trapeziumvormig venster met drie horizontale roeden. Voorts bevinden zich in de nagenoeg vlakke gevel van het hoofdvolume in beide bouwlagen reeksen van gekoppelde, driedelige ramen met dubbele bovenlichten. Op de verdieping bestaat de reeks uit vier vensters en op de eerste bouwlaag uit drie vensters. Op de zuidoosthoek bevindt zich een risalerend, over één laag opgetrokken trasraam; in dit trasraam bevinden zich een deur en drie ramen met enkele bovenlichten. Dit trasraam verzelfstandigt zich op de hoek tot een schoorsteen, die tot halverwege het dak reikt.

Het hoge trasraam van de zuidgevel wordt in de oostgevel doorgezet, waar het trapsgewijs tot normale hoogte gereduceerd wordt. Boven de 'traptreden' bevinden zich vensterpartijen worden gekoppeld door een verticale, met lood bekleedde stijl. Op de eerste laag bestaat het venster uit een vast raam met diepe neggen met daarboven een risalerend, iets in breedte overstekend en ruim twee keer zo hoog glas-in-lood venster. Het trasraam loopt door in de noordgevel. Op de tweede laag is een tweedelig raam met vijf horizontale roeden geplaatst.

INTERIEUR Het interieur in Amsterdamse School-stijl bestaat uit een ruime hal (oostzijde) met aangrenzend de spreekkamer, een kamer voor geneeskundig onderzoek en het trappenhuis. Vanuit de hal loopt een lange gang met aan de zuidzijde de leslokalen en aan de noordzijde de toiletgroepen. Aan de westzijde is de oorspronkelijke indeling gewijzigd voor de bouw van onder meer een recreatieruimte en keuken. Op de begane grond bevond zich een gymnastieklokaal, dat nu verbouwd is tot twee praktijklokalen. Overigens is de oorspronkelijke indeling intact.

De overwegend gestucte hal wordt bepaald door het gewelfde plafond, de lambrizering van blauwe tegels, het vele glas-in-lood in deuren en ramen en convexe afrondingen van trappenhuis en vaste bank. Het tochtportaal (met originele paraplubak) heeft een dubbele klapdeur met gekleurd glas-in-lood met een zeven-delig zijlicht, dat eveneens in gekleurd glas-in-lood is uitgevoerd. De klapdeur heeft originele handgrepen en stootplaten. Langs de betegelde westwand bevindt zich een vaste bank, die wordt afgesloten door een rondlopend scheimuurtje. De zuidwand bestaat uit een dubbele klapdeur (met gekleurd glas-in-lood) met aan weerszijden deuren met lichten, die zijn uitgevoerd met gekleurd glas-in-lood. In het glas zijn respectievelijk de teksten "geneeskundig onderzoek" en "spreekkamer hoofd" (met de afbeelding van een boek en een inktpot) verwerkt. In de oostwand bevindt zich een vaste plantenbak met daarboven een vast raam en een gebrandschilderd glas-in-lood raam. In de glazen zijn onder meer een globe, boeken, dieren en het wapen van gouda verwerkt.

Het ronde trappenhuis (noordzijde) bestaat uit een granieten bordestrap met betegelde lambrizering en balustrade. De balustrade wordt afgesloten met getrokken ijzerwerk. De doorgang naar de gang is getoogd. De gangen op de begane grond en de eerste verdieping zijn nagenoeg identiek. De gestucte gangen zijn voorzien van een tongewelf. De vloeren en de lambrizeringen bestaan uit tegels.

Bij de entree van de lokalen is de gang verbreed, waardoor aan weerszijden van de gang nissen ontstaan, die aan de noordzijde (tussen de toiletgroepen) ingericht zijn als garderobes. Ter hoogte van ieder lokaal is een uitkragende 'console' aangebracht, die voorzien is van houtsnijwerk. Dit snijwerk stelt dierenfiguren (onder meer olifanten, pelikanen, eekhoorns) voor. De deuren van de toiletgroepen hebben drie-delige lichten. In de wanden langs de lokalen bevinden zich vierdelige ramen. De lokalen hebben naast de entree een nis, die betegeld is, een ijzeren hekwerk bevat (dat oorspronkelijk ter afscherming van de kachel dienst deed) en waarin een granieten gootsteen geplaatst is.

Waardering

De school met bijbehorend interieur op de E. Wolffstraat 1 is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde.

De school heeft cultuurhistorische waarde als uitdrukking van een functie en vanwege de plaats die de school inneemt in de geschiedenis van onderwijsgebouwen.

De school met bijbehorend interieur heeft architectuurhistorische waarde als representatief voorbeeld van een bouwstijl, namelijk de Amsterdamse School, en vanwege de karakteristieke detaillering en het materiaalgebruik.

De school heeft stedenbouwkundige waarde vanwege de beeldbepalende ligging.

De school is nagenoeg gaaf.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
517631
Provincie
Gemeente
Plaats

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Schoolgebouw Cultuur, gezondheid en wetenschap Onderwijs en wetenschap oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Elizabeth Wolffstraat 1 2806 PJ Gouda Ja
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
A 8740 Gouda
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1930 1930 vervaardiging
1996 1996 restauratie
Ambachten
Name Beroep Notitie
Meer, H. de ; Zuid-Holland architect / bouwkundige / constructeur
Walle, W. van de ; Zuid-Holland glazenier
Naar boven