Inleiding

T-BOERDERIJ uit 1889 met een dwarsgeplaatste stal aan het bedrijfsgedeelte. De boerderij is onder aan een dijk gelegen en gebouwd in Ambachtelijk-traditionele bouwtrant met enkele neoclassicistische elementen in de voorgevel. Op het erf bevinden zich aan de voorzijde van de boerderij twee kastanjebomen, langs het pad over de dijk loopt een haag.

De boerderij heeft een zeldzaam inpandig melkhok waar melkbussen koel stonden alvorens de kaaskelder in te gaan. De boerderij was in bezit van de Maaslandse locale bestuurdersfamilie Van der Lelie, evenals de nabijgelegen boerderij Commandeurskade 46, die als voorbeeld voor deze boerderij heeft gediend en een vergelijkbaar melkhok bezit.

NB: De boerderij is in 1997-1998 gerestaureerd waarbij interieuronderdelen gereconstrueerd zijn. Op het erf bevinden zich enkele moderne, en enkele ingrijpend gewijzigde bijgebouwen.

Omschrijving

Boerderij op T-vormige plattegrond met aan de achterzijde van het langgerekte bedrijfsgedeelte een dwarsgeplaatste schuur. De volumes zijn afgedekt met zadeldaken met zwart geglazuurde verbeterde Hollandse pannen. De zuidzijde van het bedrijfsgedeelte is gedekt met Friese pannen. De gevels van het bedrijfsgedeelte zijn opgetrokken in gele IJsselsteen in combinatie met rode baksteen boven gevelopeningen. Het woongedeelte is in rode baksteen in kruisverband uitgevoerd, in combinatie met gele baksteen boven gevelopeningen. Rondom loopt een gepleisterde plint.

Het gedeeltelijk onderkelderde woonhuis heeft een noordelijke voorgevel afgesloten door een kroonlijst. De gevel is voorzien van een uitgemetselde portiek met geprofileerde hoeken, waarin een nieuwe voordeur, een hardsteen stoepplaat en decoratieve tegels. Boven het portiek bevindt zich een hardstenen stichtingssteen in neo-Lodewijk XIV stijl. In de middenas is een dakkapel geplaatst afgesloten door een fronton en voorzien van een vierruits venster met dubbel glas. Aan weerszijden van het portiek twee paar T-vensters met persiennes onder anderhalfsteens strekken met afwisselend rode en gele steen. Links twee kelderramen met luiken onder anderhalfsteens strekken, zonder gele accenten.

De oostelijke zijgevel, onder een overstekende kap met windveren, heeft drie T-vensters met glas-in-lood bovenlichten, de rechter twee voorzien van persiennes. In de topgevel twee identieke kozijnen. De drie kelderramen met luiken en een dubbel paar duimen, zijn afgesloten met anderhalfsteens strekken. Tegen de gevel gekrulde smeedijzeren muurankers. Links in de gevel het inpandige melkhok in een gepleisterde blokverband omlijsting, afgesloten door een hekwerk in decoratief lattenverband met in het cirkelsegment een radiale onderverdeling. In de achtergevel van het woonhuis een houten traliehek. De asymmetrische westgevel van het woongedeelte heeft beneden drie en in de topgevel twee T-vensters zoals in de oostgevel en vergelijkbare windveren en muurankers.

In de oostgevel van het bedrijfsgedeelte een decoratief gezaagde gootlijst boven twee vernieuwde twaalfruits vensters aan weerszijden van een gedeelde deur met drieruits bovenlicht. Deur en vensters bevinden zich onder rode strekken. Boven de deur een dakkapel met decoratief gezaagde windveren en een vierruits stolpstel met in het negenruits bovenlicht een diagonale roedeverdeling. In het stalgedeelte dat voorzien is van een gootlijst op klossen, drie zesruits draairamen en een staldeur onder een drieruits bovenlicht. In de kap een dakkapel zoals voornoemd, maar nu met hooideuren.

De symmetrische achtergevel van de stal heeft een eenvoudige houten deur tussen drie zesruits ramen onder rollagen. In de top een elfruits rondboograam met radiale roedeverdeling.

De westgevel van de stal heeft vijf zesruits stalramen onder rollagen en twee deuren met respectievelijk twee- en drieruits bovenlichten en rollagen. De oorspronkelijke toegang tot de keuken is verdwenen. Hier bevindt zich een smal liggend venster onder een in rode steen gemetselde strek. In het woongedeelte twee zesruits schuiframen met glas-in-lood bovenlichten en persiennes onder rode strekken. In de kap een eenvoudige dakkapel.

De dwarsgeplaatste schuur heeft op het zuiden twee dubbele staldeuren onder respectievelijk twee- en drieruits bovenlichten en rollagen. Daarnaast een vierruits venster onder een getoogde rollaag. In de oostgevel hooiluiken onder een keperboogvormig uitkragende rollaag met drieruits bovenlicht. In de noordgevel twee van luiken voorziene ramen onder geprofileerde rollagen. In het stalgedeelte en de dwarsgeplaatste schuur bevinden zich in het metselwerk eenvoudige staafankers.

Waardering

De boerderij is van algemeen belang vanwege cultuurhistorische en architectuurhistorische waarde als goed voorbeeld van een boerderij uit de tweede helft van de negentiende eeuw met een voor de streek kenmerkende T-vormige hoofvorm, waarbij het niet vaak toegepaste inpandige melkhok en de rijke detaillering opvallend zijn.

De boerderij is van stedenbouwkundig belang vanwege de beeldbepalende ligging in het boerderijlint aan de dijk van de Commandeurskade, waarbij sprake is van een bijzondere samenhang met de nabijgelegen boerderij Commandeurskade 46.

De boerderij is grotendeels gaaf in hoofdvorm, detaillering en in onderdelen.