Duin- en Kruidbergerweg 6, Driehuis NH
Inleiding
GRAFMONUMENT van de dichter C.S. Adama van Scheltema (1877-1924). Het grafmonument dat de treurende muze voorstelt werd in 1926 vervaardigd door zijn vriend, de Bergense beeldhouwer Tjipke Visser. Oorspronkelijk stond voor dit beeld een bloembak gedragen door vier vrouwenfiguurtjes die de vier kunsten voorstelden (architectuur, beeldende kunst, literatuur en muziek). In 1927 werd deze bloembak door de weduwe naar elders verplaatst.
Omschrijving
Grafmonument met een rechthoekig grondvlak van 1,50 bij 2,65 m waarbinnen een ruwbehakte buitenrand van lichtgrijs graniet en een circa 1,30 m hoge en halfrond beëindigde achterwand van hetzelfde materiaal met zowel op de voor- als achterzijde een rond gepolijst vlak. Vóór deze achterwand zit op een ruwbehakte rechthoekige vloerplaat van hetzelfde materiaal een geknielde treurende vrouw met in haar rechter hand een bosje bloemen en de linker hand voor haar gezicht. Deze in beige kalksteen gehouwen vrouw stelt de muze voor treurend op het graf. Vóór het beeld ligt een kleine rechthoekige naamsteen van het genoemde graniet met op het klimmende bovenvlak in karakteristieke letters het opschrift "C.S. ADAMA/ v. SCHELTEMA/ 26.2.1877 * 6.5.1924/ EN VROUW". Onderin het ronde vlak aan de achterzijde van de achterwand is een rechthoekig bronzen naamplaatje ingelegd met de tekst "TJIPKE VISSER/ BEELDHOUWER/ BERGEN.N.H".
Waardering
Het grafmonument is van algemeen belang wegens cultuur- en funerair historische waarde als karakteristiek en grotendeels gaaf bewaard grafmonument uit de jaren '20 van de twintigste eeuw op de begraafplaats Westerveld en als grafmonument van de bekende dichter C.S. Adama van Scheltema; wegens de beeldende vormgeving.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
Tegen de binnenduinrand ten westen van Driehuis gesitueerde particuliere BEGRAAFPLAATS genaamd Westerveld. Het oudste gedeelte van deze voor alle gezindten bestemde begraafplaats is in 1888-1890 aangelegd naar ontwerp van de Haarlemse tuinarchitect L.P. Zocher (1820-1915). Opdrachtgever was de in 1888 opgerichte N.V. Begraafplaats Westerveld waarin een zevental, voornamelijk uit Amsterdam afkomstige notabelen en commissionairs in effecten deel nam, evenals de Rotterdamse architect J.C. van Wijk. Door de voortdurende bevolkingsgroei in Amsterdam was er in de tweede helft van de 19de eeuw een sterke behoefte aan nieuwe begraafplaatsen. Na de Oosterbegraafplaats (1864) en Zorgvlied (1870) volgde het initiatief om buiten Amsterdam op het landgoed Westerveld in Driehuis een begraafplaats op te richten. Door de hoge zandgrond en beplanting was dit landgoed hiervoor veel beter geschikt dan de moerassige veengronden rond Amsterdam die alleen tegen hoge kosten konden worden opgehoogd. De ligging van het landgoed aan de spoorlijn Haarlem-Uitgeest (1867) maakte het mogelijk de afstand vanuit Amsterdam per rouwtrein te overbruggen. Daartoe werd zowel aan De Ruyterkade in Amsterdam als bij Westerveld in 1890 een rouwstation gebouwd naar ontwerp van de genoemde architect Van Wijk. Het rouwstation in Westerveld was gelegen aan een aparte aftakking van de spoorlijn en deed tevens dienst als aula. In 1962 werd het gesloopt voor de bouw van de huidige aula (het station aan De Ruyterkade deed dienst tot 1910). Het in 1890 geopende oudste deel van de begraafplaats is aangelegd in Engelse landschapsstijl waarbij Zocher gebruik maakte van de natuurlijke geaccidenteerdheid van het duingebied. Vanaf het einde van 19de tot ver in de 20ste eeuw is de begraafplaats in dezelfde stijl geleidelijk aan uitgebreid.
Zowel in materiaalgebruik als vormgeving is er een grote verscheidenheid aan grafmonumenten. De volgende twaalf grafmonumenten maken, naast de aanleg met bijbehorende padenstelsels en beplanting (voorzover oorspronkelijk), met name deel uit van de bescherming: de grafmonumenten van C.S. Adama van Scheltema (plaatsnr. I 68), A.G. van Hamel (E 13-14), L. Hardenberg (E 5) en W. Sonneveld (S 125 A), de graftombe van H. van Wermeskerken (F 17 C), de urnenmonumenten van A. Fokker (H 31 A), J.B. van Heemskerkck van Beest (E 75), de families Von Saher (I 46) en Westerman (S 129), F.M. Wibaut (H 44 C) en H.G. van Wijngaarden (G 2/130), en de bovengrondse grafkelder van de familie Van Tienhoven (K 4). De bij de ingang aan de Duin en Kruidbergerweg gelegen villa Westerveld uit 1866 is reeds als rijksmonument beschermd. Van de oorspronkelijke buitenplaats Westerveld, een 17de-eeuwse hofstede die in de 18de eeuw werd vernieuwd en vergroot, resteert de lindenlaan tussen het kantoor en het parkeerterrein bij de ingang. Deze laan zet zich in zuidwestelijke voort tegen een hoge duintop die bekroond werd door een 18de-eeuws torentje (van dit in 1941 gesloopte torentje van Blaauw rest de fundering). In het noordelijke gedeelte van de begraafplaats bevindt zich het afzonderlijk als rijksmonument beschermde crematorium Westerveld.
Omschrijving
De circa 20 hectare grote begraafplaats wordt begrensd door de noord-zuid gerichte spoorlijn Haarlem-Uitgeest en de Duin en Kruidbergerweg in het oosten, de Slingerduinlaan in het noordwesten en een voormalige tankgracht in het zuiden. Het in een bebost duingebied gelegen terrein heeft een heuvelachtig karakter. Het oudste gedeelte van de begraafplaats is gelegen direct ten westen van de spoorlijn, tussen de aula en het crematorium in het noorden (de vakken A, B, D, F en de vakken E, G, I, H gedeeltelijk). Dit gedeelte is aangelegd in Engelse landschapsstijl met slingerende paden en een schilderachtige beplanting. In het oudste gedeelte bevinden zich de grafmonumenten van Van Hamel, Hardenberg, Van Heemskerck van Beest, Van Wermeskerken en Van Wijngaarden. Geleidelijk aan heeft de begraafplaats zich uitgebreid in westelijke en zuidelijke richting, waarbij de landschappelijke aanleg werd voortgezet. De overige zeven genoemde grafmonumenten bevinden zich in het gedeelte ten westen van de eerste aanleg. De meeste grafmonumenten, naast de zogenaamde zandgraven komen ook grafkelders voor waarvan veertien bovengronds, zijn op weinig regelmatige wijze geplaatst en gericht op de paden. Langs de paden van de begraafplaats staat op enkele plaatsen (onder meer in vak G) een opvallend vormgegeven en vermoedelijk uit het begin van de 20ste eeuw daterende natuurstenen rustbank waarvan de met een gestileerd reliëf verfraaide gesloten rugleuning aan weerskanten eindigt in een treurende en geknielde vrouwenfiguur.
Waardering
De begraafplaats met bijbehorende onderdelen is van algemeen belang wegens cultuurhistorische waarde als één van de oudste nog in gebruik zijnde particuliere begraafplaatsen in Nederland en als merendeels gaaf bewaard gebleven begraafplaats uit het laatste kwart van de 19de-eeuw, aangelegd in Engelse landschapsstijl naar ontwerp van L.P. Zocher; wegens de ontwerpkwaliteit en de relatieve gaafheid van de aanleg; wegens de aanwezigheid van graven van prominente families en personen die van belang zijn geweest voor de geschiedenis.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Grafmonument | Uitvaartcentra en begraafplaatsen | Begraafplaats en -onderdelen | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Duin- en Kruidbergerweg | 6 | – | 1985 HG | Driehuis NH | – | BY | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | G | 1006 | – | Velsen |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1927 | 1927 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Visser, T. ; Noord-Holland | beeldhouwer / steenhouwer / schrijnwerker | – |