Inleiding

RENTENIERSWONING met aangebouwde GARAGE, gebouwd in 1932-1933 in opdracht van L. Veeman door architect N. Boiten Rzn uit Veendam in een Interbellum-architectuur. In het interieur zijn voor de vloeren en de lambrizering bijzondere tegels gebruikt afkomstig uit Italie, gelegd in fraaie patronen. In de serre zijn nieuwe vensters geplaatst.

De woning is gelegen aan de doorgaande weg in Meeden en wordt aan de voor- en rechterzijde afgescheiden van de openbare weg door een HEK. Het hek is opgebouwd uit een laag gemetseld muurtje met bakstenen pijlers waartussen een hekwerk van ijzeren buizen. De oprit is gelegen aan de rechterzijde.

Omschrijving

RENTENIERSWONING met aangebouwde GARAGE.

De twee verdiepingen hoge, deels onderkelderde RENTENIERSWONING op nagenoeg rechthoekige plattegrond is opgetrokken in rode baksteen op een donkerbakstenen trasraam afgezet met zwart geglazuurde baksteen en wordt gedekt door een samengestelde kap waarop zwarte gotische pannen; hoge gemetselde schoorsteen op het oostelijk dakvlak; overkragende houten goot; twee dakkapellen onder plat overkragend dak in het oostelijk dakvlak, één gemetselde met driedelig venster waarin gekleurd glas-in-lood en tweeruits venster en één waarin een liggend tweedelig venster. De gevels worden geleed door samengestelde vensters onder rollaag met onderdorpels van zwart geglazuurde steen, deels met glas-in-lood en/of roedenverdeling.

De entree in portiek bevindt zich rechts in de voorgevel (zuidzijde). Het dak wordt aan de rechterzijde gedragen door een rechthoekige gemetselde pijler die uitmondt in een gemetseld muurtje afgezet met zwart geglazuurde baksteen; onderkant dak van blauw geglazuurde baksteen. De entree bestaat uit een gelakte houten deur waarin een ovaal en een driedelig venster waarvoor een drie treden hoge gemetselde stoep met hardstenen afdekplaten; rood/grijs/zwarte tegelvloer; in de linker gevel van de portiek een staand venster waarvoor een gemetselde bloembak afgezet met zwart geglazuurde baksteen. In de hoge topgevel links van de entree een driedelig liggend venster met in de vierruits zijlichten gekleurd glas-in-lood en een driezijdige erker waarin drie vensters. Boven het raam en de erker een balkon met gemetselde borstwering afgezet met zwart geglazuurde baksteen; zinken vloer; twee dubbele houten balkondeuren waarin glas (oorspronkelijk glas-in-lood) en twee staande drieruits vensters waarin gekleurd glas-in-lood, alle onder één betonnen luifel. In de top vier liggende vensters onder één betonnen latei.

In het linker deel van de westgevel een inpandig terras met rood/grijs/geel/zwarte tegelvloer waarvoor een gemetseld muurtje afgezet met zwarte geglazuurde baksteen; houten paneeldeur waarin gekleurd glas-in-lood met aan de linkerzijde een liggend tweedelig venster met in het vierruits zijlicht gekleurd glas-in-lood en aan de rechterzijde een staand venster waarin gekleurd glas-in-lood; in de linker gevelwand een niet-originele deur waarvoor een twee treden hoge gemetselde stoep met hardstenen afdekplaten; in de rechter gevelwand een niet-originele deur met zijlichten. Boven het terras een balkon onder de uitkragende houten kap met gemetselde borstwering afgezet met zwarte geglazuurde baksteen; houten deur waarin roedenverdeling en gekleurd glas in-lood en een staand venster waarin gekleurd glas-in-lood; in de rechter gevelwand een klein venster. In het rechtergevel is de kap doorgetrokken tot aan de eerste verdieping. Hieronder bevindt zich een serre waarin niet-originele vensters (oorspronkelijk glas-in-lood).

In de achtergevel (noordgevel) een tweedelig tweeruits keldervenster in een gemetselde koekoek, een betonnen waterput, een liggend tweedelig tweeruits venster en een staand tweeruits venster.

Links in de oostgevel een hardstenen brievenbus, een staand venster waarin vijf glasstenen en een driedelig venster waarin gekleurd glas-in-lood waaronder een driedelig keldervenster in een gemetselde koekoek. Rechts in de oostgevel een tweedelig venster (oorspronkelijk met roedenverdeling) waaronder een tweedelig keldervenster in een gemetselde koekoek en een houten paneeldeur met drieruits venster en hordeur; twee treden hoge gemetselde stoep met hardstenen afdekplaten. In de westgevel van de aangebouwde GARAGE met bijkeuken een houten deur waarin roedenverdeling met vierruits zijlichten waarvoor een twee treden hoge gemetselde stoep met hardstenen afdekplaten. Links van de deur een liggend tweedelig tweeruits venster.

In de achtergevel (noordzijde) een liggend tweedelig tweeruits venster.

In de oostgevel niet-originele garagedeuren met driedelig bovenlicht, waarnaast een staand tweedelig vierruits venster.

In het INTERIEUR zijn ondermeer van belang: de gladde houten deuren waarin glas, de vensterbanken van diverse kleuren geglazuurde tegels, de kartonnen plafonds, in de vestibule de tegelvloer, de tegellambrizering, het ingebouwde bankje en de paraplubak, de dubbele houten tochtdeuren waarin geslepen glas, in de hal de tegelvloer, de tegellambrizering, de trap met tegellambrizering en lamp waarin matglas, in de hal van het toilet en in het toilet de tegelvloer en tegellambrizering, tussen eetkamer, huiskamer en serre de houten schuifdeuren waarin geslepen glas, in de huiskamer de marmeren vensterbanken en de hoge houten lambrizering, in de gang de tegelvloer en in de bijkeuken de tegellambrizering en tegelvloer, op de eerste verdieping de houten bordestrap met leuning.

Waardering

Rentenierswoning met aangebouwde garage en hek van algemeen belang vanwege architectuur- en cultuurhistorische waarde:

- als voorbeeld van een rentenierswoning uit 1932-33 in de provincie Groningen in Interbellum-architectuur

- vanwege de opvallend hoge kapvorm en de fraaie detaillering

- vanwege de vrij hoge mate van gaafheid van zowel exterieur als delen van het interieur

- vanwege de zeer waardevolle interieuronderdelen

- als goed voorbeeld van het oeuvre van architect Boiten

- vanwege de beeldbepalende ligging aan de doorgaande weg