Pension Mariëngaarde, Tilburg

Inleiding

In juni 1935 werd onder de naam Pension Mariëngaarde een BEJAARDENTEHUIS voor 'Dames en Heren uit de meer gegoede stand' in gebruik genomen. Het bejaardenhuis, ontworpen door architect A.J. Kropholler, was gebouwd in opdracht van de Sint-Rita-Vereeniging te Tilburg. Het gebouw heeft elementen van de Delftse School.

Hoewel het gebouw steeds werd aangepast aan de eisen van de tijd bleven de oorspronkelijke structuur en inrichting nagenoeg intact. De kapel, die aan de noordzijde van het complex werd gebouwd, werd in februari 1945 getroffen door een V-1 waarbij 22 bewoners omkwamen. Na de oorlog werd de kapel geheel volgens de oorspronkelijke plannen hersteld.

Omschrijving

Twee-, deels drielaags uit baksteen opgetrokken gebouw op nagenoeg L-vormige plattegrond met op de samenkomst der vleugels een afgeschuinde hoek. Het gebouw omvat een centraal gelegen drielaags entreegebouw met aan weerszijden daarvan, gericht naar het noorden en het westen, de vleugels waarin de wooneenheden zijn ondergebracht. In de noordvleugel een gang met aan weerszijden woonvertrekken, in de westvleugel zijn slechts aan de straatzijde van de gang wooneenheden ondergebracht. Aan het uiteinde van de noordvleugel is de kapel opgetrokken. Haaks op deze noordvleugel een oorspronkelijk twee- later drielaagse uitbouw met onder andere de eetzaal, keukens, kantoren en de verblijven van de zusters. Aan deze uitbouw werd later, in dezelfde stijl een noord-zuid gerichte drielaagse uitbreiding geplaatst.

Zowel bij het entreegebouw als de aangrenzende vleugels zijn driezijdige respectievelijk twee- en eenlaagse erkers gebouwd, aan de westvleugel alternerend, aan de noordvleugel grenzend aan elke kamer. Op het dak van de vleugels, aan voor- en achterzijde enkele dakkapellen onder zadeldak. Aan de tuinzijde werden aan beide vleugels serres onder plat dak aangebouwd. Alle vensters zijn vervaardigd uit ijzer en hebben een roedenverdeling. De meeste vensters zijn ingezet onder strek, al dan niet voorzien van natuurstenen aanzetten, en hebben keramische afzaten. Daar waar de vensters zijn gekoppeld zijn zij gescheiden door bakstenen stijlen. In het gehele gebouw is zowel in het in- als exterieur gebruik gemaakt van natuurstenen elementen, met name bij boogaanzetten, bekroningen, lijsten en strekken.

Het drielaagse entreegebouw is toegankelijk middels een rondboogvormige portiek met afgeschuinde dagkanten met forse natuurstenen basementen en aanzetten. In het portiek een eikenhouten, opgeklampte deels beglaasde deur met aan weerszijden een gekoppeld smal venster met hardstenen afzaat, alles voorzien van smeedijzeren traliewerk. Boven de deur, in de natuurstenen latei het opschrift 'MARIENGAARDE' waarboven een keramisch reliëf voorstellende Maria Immaculata. Op beide uiteinden van deze vleugel een tweelaagse erker, bekroond door een balkon met balustrade uit pijpen en smeedijzeren spijlen en voorzien van samengestelde gedeelde deuren en T-vensters. De balkons zijn bereikbaar via een gedeelde deur met aan weerszijden T-vensters. Tussen entree en erkers op de begane grond T- en samengestelde vensters, op de beide verdiepingen drieruits en eveneens T- en samengestelde vensters. Het gebouw wordt bekroond door een steil zadeldak tussen topgevels gedekt met verbeterde oud-Hollandse pannen en voorzien van een bakgoot op geprofileerde klossen. De topgevels zijn voorzien van natuurstenen deklijsten. Het terrein voor het gebouw is, evenals dat bij de woonvleugels, van de straat afgescheiden middels een bakstenen muur met eenvoudig hekwerk bestaande uit pijpen en smeedijzeren stijlen en voorzien van een gedeelde smeedijzeren poort. In de zijgevels van de haaks hierop gebouwde en ten opzichte van het entreegebouw risaliserende noord- en westvleugel zijn op de begane grond en de verdieping T-vensters aangebracht.

In beide voorgevels van de vleugels zijn in de erkers onder plat dak samengestelde gedeelde deuren aangebracht en in de zijgevels T-vensters. Het plat dak vormt een balkon dat toegankelijk is via samengestelde gedeelde deuren, vergezeld van T-vensters. Tussen de erkers in de westvleugel T-vensters, op de verdieping T- en drieruits vensters. Beide vleugels, aan de zijden voorzien van topgevels, hebben een zadeldak, aan de voorzijde gedekt met verbeterde oud-Hollandse pannen, aan de achterzijde met muldenpannen en voorzien van een bakgoot op geprofileerde klossen. De geheel uit hout vervaardigde dakkapellen aan voor- en achterzijde zijn eveneens voorzien van oud-Hollandse pannen en windveren en hebben aan de voorzijde een openslaand gedeeld venster. De top van de dakkapellen is beschoten.

Aan de achterzijde van het entreegebouw, hier met afgeschuinde hoeken, een uitgebouwde eenlaagse serre onder plat dak welke de heren- en damessalon herbergt. Het dak van de serre vormt een balkon met bakstenen, deels open balustrade met natuurstenen elementen, toegankelijk via een samengestelde gedeelde deur. In deze serre, evenals in de overige serres aan de achterzijde, samengestelde gedeelde deuren en vensters en T-vensters. In de achtergevel van het entreegebouw vierruits en T-vensters, boven de serre vijf smalle vensters trapsgewijs verjongend van vier- naar éénruits. Enkele serres zijn voorzien van een forse zinken overstort op de regenpijp, gedragen door gesmede korbelen.

De vensters in de achtergevel van de westvleugel zijn veelal eenruits. Tegen deze vleugel centraal een serre en aan het uiteinde een uitgebouwde dienkeuken. Tegen de zijgevel van deze vleugel een eenlaagse erker zoals aan de voorzijde. De noordvleugel herbergt aan de tuinzijde slaapkamers en heeft centraal een serre. In deze gevel T- en samengestelde vensters.

Aan het uiteinde van de noordvleugel de kapel met drie traveeën onder steil, aan de voet geknikt zadeldak tussen topgevels met natuurstenen elementen, op de zuidelijke topgevel een klokkenstoel, op de noordelijke gevel een natuurstenen kruis. In deze noordgevel drie gekoppelde lancetvensters met bakstenen afzaat. Onder de vensters twee tweemaal versneden steunberen. Dergelijke steunberen bevinden zich ook tegen de zijgevels van de kapel, aan de oostzijde twee, aan de westzijde één. In de oostgevel in de eerste twee traveeën drie gekoppelde, in de derde travee vier hoog ingezette gekoppelde spitsboogvensters. In de westgevel een gekoppeld en enkel spitsboogvenster. Het linkerdeel van de westgevel wordt ingenomen door een eenlaagse uitbouw onder plat dak met sacristie en een zijkapel, het oratorium, met eveneens gekoppelde spitsboogvensters. In de noordmuur van het oratorium, grenzend aan de achtergevel van de kapel, eveneens twee paar gekoppelde spitsboogvensters. De uitbouw is in dezelfde stijl opgetrokken als de serres. De toegang tot de kapel wordt aan de straatzijde van de noordvleugel gemarkeerd door een portiek onder driepas en rijkelijk voorzien van forse natuurstenen elementen met aan de rechterzijde een afgeschuinde dagkant. In het portiek een opgeklampte spitsboogvormige deur. Rechts van het portiek één, links op beide verdiepingen twee spitsboogvensters. Boven het portiek twee T-vensters.

In de haaks op de noordvleugel gebouwde drielaagse uitbouw onder zadeldak met topgevel samengestelde T-vensters. De uitbouw is bereikbaar via een deels vernieuwde doorloop. Aan de tuinzijde van de uitbouw een serre met voorheen de eetzaal, aan de achterzijde een deels afgeronde uitbouw met de keuken. Aansluitend op deze uitbouw een haaks hierop geplaatste, ter hoogte van het midden enigszins geknikte uitbouw onder zadeldak. In de gevel hiervan vier- en zesruits vensters, rechts een serre met dergelijke vensters en een gedeelde achtruits openslaande deur. Grenzend aan deze uitbouw een eenlaagse uitbouw onder zadeldak met voormalige berging/bakkerij.

In het interieur is de indeling nagenoeg ongewijzigd: entree met in de erachter gelegen serre de voormalige dames- en herensalon (nu ontmoetingsruimte); in beide vleugels, op beide verdiepingen de woon- en slaapkamers; in de uitbouw aan de noordvleugel de eetzaal, keukens, het kantoor en de vertrekken van de zusters. In het gehele gebouw zijn nog aanwezig de oorspronkelijke paneeldeuren, voorzien van een bovenlicht dan wel deels beglaasd, de lambrizering, het portaal bij de entree met gedeelde eiken deur en de postvakken in de hal. In de trappenhuizen segment- en rondboogvormige openingen met natuurstenen aanzetten. In het kantoor is nog aanwezig een muurkluis vervaardigd door N. van Blerk te Tilburg. In de doorloop naar de sacristie een lichtrups en muurkasten met paneeldeuren. In de sacristie twee spitsboogvensters met eenvoudige glas-in-lood vulling, kazuifelkasten, eiken opgeklampte deuren en een dergelijke spitsboogvormige deur. Op de zolders zijn nog aanwezig enkele cellen, gebouwd met kraaldelen, deels nog met paneeldeuren voor de opslag van eigendommen van de bewoners.

Met name de entreehal, het trappenhuis en de kapel zijn nog geheel oorspronkelijk. In de hal ongeverfde eikenhouten lambrizeringen, het oorspronkelijke trappenhuis en de bogen in schoon metselwerk. In de hal een gedenksteen met opschrift 'PaX hUIC DoMUI aC saLUs InCoLIs eIUs' (chronicum: 1935). De kapel is toegankelijk via een getoogd portiek met gedeelde opgeklampte eiken deur met geheng. Het portiek, met afgeschuinde dagkanten, is voorzien van natuurstenen basementen en aanzetten. Boven deur het opschrift 'SACRUM S. CLEMENTIS M. HOFBAUER / SERVI DEI ET MARIAE'.

Het interieur van de kapel, geheel in schoon metselwerk, bestaat uit een schip met ziende sporenkap en een verhoogd, door middel van een spitsboogvormige triomfboog van het schip gescheiden koor. Links van het koor een door een segmentboog afgescheiden klein oratorium met vlakke zoldering. In de vensters daarvan eenvoudig glas-in-lood. In de vensters boven de segmentboogvormige toegang tot het oratorium drie spitsboogvensters met figuratieve glas-in-lood vulling, voorstellende Maria Alacoque, Christus en Theresia van Lisieux met opschrift 'UIT DANKBAARHEID H.W'. Op het koor een marmeren altaar met twee medaillons met bustes van heiligen. In de westelijke muur van het schip, evenals in de zuidmuur met de entree, twee doorgangen onder segmentboog met hardstenen aanzetten, in de westmuur dichtgezet met siersmeedwerk. De doorgangen in de zuidmuur vormen een biechtstoel. Rechts van deze biechtstoel een console waarop een beeld voorstellende Clemens Maria Hofbauer. De zuidmuur wordt gedomineerd door een grote spitsboogvormige zangtribune met houten balustrade op geprofileerde sleutelstukken, gedragen door hardstenen consoles. Rechts van de zangtribune een klein spitsboogvormig venster met eenvoudig glas-in-lood vulling behorende bij de voormalige ziekenkamer van de zusters.

Waardering

Het bejaardentehuis is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorische waarden als bijzondere uitdrukking van een sociale ontwikkeling in de vorm van een bejaardenhuis voor dames en heren uit de 'gegoede stand', opgetrokken in de toenmalige villawijk van Tilburg. Het object is tevens van belang vanwege de typologische ontwikkeling van bejaardenhuizen in deze periode. Het object is ook van belang wegens de architectuurhistorische waarden als bejaardenhuis van de hand van de architect Kropholler en vanwege de esthetische kwaliteiten die het ontwerp bezit. Het object is van belang vanwege de ensemblewaarden daar het deel uitmaakt van een stedenbouwkundig groter geheel zijnde het toenmalige villapark te Tilburg en daardoor verbonden met de ontwikkeling van de wijk. Het object is verder van belang vanwege de architectonische gaafheid van zowel in- als exterieur.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
521157
Provincie
Gemeente
Plaats

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Bejaardentehuis Cultuur, gezondheid en wetenschap Sociale zorg, liefdadigheid oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Burgemeester Damsstraat 15 01 5037 NP Tilburg Ja
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
P 6771 Tilburg
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1935 1935 vervaardiging
Ambachten
Name Beroep Notitie
Kropholler, A.J. ; Conversie MRS architect / bouwkundige / constructeur
Naar boven