Kaiserbau, Sittard

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Inleiding

KLOOSTERVLEUGEL voor studentenhuisvesting genaamd 'Kaiserbau', 1913, in traditionele stijl met elementen van Neo-Gotiek. Onderdeel en als zodanig de vierde uitbreiding van het klooster van de Missionarissen van het H.Hart in Leijenbroek. Deze kloostervleugel werd in westelijke richting, in het verlengde van de westgevel van de Duitse school opgetrokken, een rechte hoek vormend met de westgevel van de kloostervleugel uit 1896.

Omschrijving

De Kaiserbau bestaat uit een aanzienlijk middenvolume met een hoge en verdiept gelegen souterrainverdieping, drie BOUWLAGEN en een zolderverdieping, gedekt door een ZADELDAK met muldenpannen. Dit middenvolume wordt aan weerszijden geflankeerd door een traptoren met souterrainverdieping en vijf bouwlagen onder PLAT. Het plat van beide torens is rondom voorzien van een opengewerkte baksteenbalustrade.

Deze kloostervleugel kenmerkt zich door een souterrainverdieping met lichtstraat overlopend in de geprofileerde plint met lichtrode profiellijst. Bakstenen optrek in kruisverband, gepleisterde dorpels. Venstervulstukken in schoon metselwerk, getoogde strekken.

De oostelijke traptoren aan de ZUIDGEVELzijde is onregelmatig ingedeeld. De vensterkozijnen van de verschillende lagen zijn geplaatst tussen hoeklisenen, uitlopend in de baksteenbalustrade rond het platte dak. Ter hoogte van het souterrain drie rechthoekige houten zesruitsvensters. In de eerste en tweede laag in formaat verschillende rechthoekige dubbele houten kruiskozijnen met kleine roedeverdeling. In de derde laag twee rechthoekige houten vensters, verticaal ingedeeld, met decoratieve geleding van de glaspanelen, geplaatst in een segmentboogvormige lijst. De vierde bouwlaag heeft drie smalle rechthoekige houten vensters, horizontaal ingedeeld en voorzien van een vierruits bovenlicht. In de vijfde laag twee rechthoekige houten vensters met verticaal ingedeeld bovenlicht, waartussen een verhoogd geplaatst rechthoekig houten venster. Het middenvolume telt aan de zuidgevelzijde twaalf vensterassen. Elf assen zijn op gelijke afstand van elkaar geplaatst, de tussenruimte met twaalfde vensteras aan de oostzijde is groter. In elke as bevinden zich drie rechthoekige houten T-vensters met achtruits bovenlicht en horizontaal ingedeeld glaspaneel. Deze vensters zijn geplaatst in segmentbooglijsten met schoon metselwerk in de vulstukken en een getoogde strek. Deze gevelindeling wordt niet voortgezet in de souterrainverdieping, welke vanwege de helling van het perceel naar de westzijde toe steeds minder aan het oog wordt onttrokken. Hierin zes rechthoekige, dubbele houten kruiskozijnen met dubbele horizontale indeling van het glaspaneel en zesruits roedeverdeling in de bovenlichten. Het venster aan de westzijde is dichtgemetseld, aan de oostzijde van de vensterreeks bevindt zich een rechthoekig stalen venster.

De westelijke traptoren aan de zuidgevelzijde, in vergelijking met de oostelijke traptoren voorzien van een smallere gevelbreedte, telt in elke laag twee vensterassen. In de souterrainverdieping en de eerste bouwlaag rechthoekige smalle houten vensters met horizontale indeling van het glaspaneel en zesruits bovenlichten. In de tweede tot en met de vierde laag bevinden zich soortgelijke vensters, maar met vierruits bovenlicht. In de vijfde laag twee smalle, rechthoekige houten vensters met T-vormig bovenlicht.

De korte WESTGEVEL, voorzien van hoeklisenen, telt drie vensterassen, maar is onregelmatig ingedeeld. In het souterrain, uitlopend in een geprofileerde plintlaag met rode profiellijst, bevinden zich twee reeksen vensters: zeven later aangebrachte rechthoekige houten souterrainvensters, oorspronkelijk voorzien van een kruisvormige indeling; hierboven twee rechthoekige houten T-vensters met kleine roedeverdeling in de glaspanelen. De vensteras aan de zuidzijde heeft over de gehele gevelhoogte uitsluitend geblindeerde vensterlijsten. In de middenas zijn in de eerste tot en met de derde laag rechthoekige houten kruiskozijnen met een dubbele horizontale indeling van de glaspanelen geplaatst. In de vierde en vijfde laag van de middenas en de eerste en tweede laag van de noordelijke vensteras rechthoekige houten T-vensters met een kleine roedeverdeling van de glaspanelen. In de derde laag van de noordelijke as vijf gekoppelde rechthoekige houten vensters met bovenlicht en horizontale indeling van het glaspaneel. In de vierde en vijfde laag zijn de vensterlijsten blind. Alle vensterlijsten hebben kunststenen dorpels en een strek.

De NOORDGEVEL van de Kaiserbau is in grote lijnen op dezelfde wijze ingedeeld als de zuidgevel, maar is rijker in ornamentering, bijvoorbeeld door de kroonlijst met cassettemotieven in de traptorens, de kroonlijst met muizetanddecoraties, lichtrode bakstenen plintprofielen, etc. De westelijke hoektoren heeft in het souterrain een rechthoekige houten deur met bovenlicht; in de eerste en tweede laag twee rechthoekige houten vensters met zesruits bovenlicht en de horizontale indeling van het glaspaneel; in de derde tot en met de vijfde laag zijn deze vensters voorzien van een vierruits bovenlicht.

Het middenvolume beschikt ook aan de noordzijde over twaalf vensterassen over drie bouwlagen, op identieke wijze over de gevel verdeeld als aan de zuidzijde. In elke vensteras zijn drie rechthoekige houten T-vensters met horizontaal ingedeeld glaspaneel en twaalfruits bovenlicht bovenlicht geplaatst. Deze vensters liggen enigszins verdiept in spitsboogvormige lijsten met vlechtingen in de vulstukken. In het souterrain bevinden zich zes rechthoekige dubbele houten kruiskozijnen met zesruits bovenlichten en dubbele horizontale indeling van de glaspanelen. Een van deze vensters is vervangen door een dubbele houten deur.

De oostelijke traptoren is in de souterrainverdieping voorzien van een recente rechthoekige houten deur met glas-in-lood zijlichten, in de eerste laag van drie smalle rechthoekige houten vensters met bovenlicht en glas-in-lood. In de tweede tot en met de vijfde laag zijn deze vensters voorzien een vierruits bovenlicht en een horizontale indeling van het glaspaneel.

In het INTERIEUR wordt de indeling van de bouwlagen gekenmerkt door centrale gangen, waaraan zich aan weerszijden klasruimten bevinden. Deze indeling is niet authentiek. Beschermenswaardig zijn met name de gestucte cassetteplafonds met kooflijsten en rozetten in het souterrain, steunend op geornamenteerde gietijzeren kolommen met achtzijdige hardstenen basementen en de trappenhuizen in de traptorens.

Waardering

De Kaiserbau vertegenwoordigt algemeen belang en is van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een culturele, geestelijke en typologische ontwikkeling. De architectuurhistorische waarden worden bepaald door de bouwstijl, de esthetische kwaliteiten en de ornamentiek. De Kaiserbau is een essentieel onderdeel van het H.Hartklooster, dat vanwege de situering verbonden is met de ontwikkeling van het oude gehucht Leijenbroek en het buitengebied van Sittard. Het gebouw is van betekenis voor het aanzien van de gemeente Sittard. Het gebouw beschikt voor wat betreft het exterieur en delen van het interieur over een redelijk tot hoge mate van gaafheid en is daarnaast van belang voor de visuele gaafheid van de bebouwde omgeving. Bovendien beschikt deze kloostervleugel in regionaal perspectief over een redelijk tot hoge architectuur- en cultuurhistorische zeldzaamheidswaarde.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
521608
Complexnaam
Kloostercomplex Leijenbroek
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Voormalig KLOOSTERCOMPLEX van de Missionarissen van het H.Hart, omvattend zes aaneengesloten bouwdelen uit de periode 1889-1928. Dit kloostercomplex is een van oorsprong Frans Kulturkampf-klooster van de in 1878 door Joannes Dehon opgerichte congregatie van het H.Hart. Sedert 1883 was de congregatie gevestigd in kasteel Watersleyde, vanaf 1889 in een eigen, nieuw kloostergebouw aan de Leijenbroekerweg. In 1897 werd het noviciaat/juvenaat omgevormd tot een Duitstalige school voor Duitse leerlingen. De kloosterkerk kwam in 1950 in gebruik als parochiekerk.

De complexbescherming omvat het neo-gotische, carrévormige kloostergebouw met Andreaskapel uit 1889, gesitueerd aan de Leijenbroekerweg; de aangebouwde kloostervleugel uit 1896, enigszins terugliggend ten opzichte van en parallel aan de Leijenbroekerweg; de vleugel voor de Duitstalige school, 1900, dwars op de kloostervleugel van 1896; de vleugel parallel aan de Leijenbroekerweg, ca. 1910, tegen de noordgevel van het bouwdeel uit 1889 en parallel aan de vleugel uit 1896; de vleugel voor studentenhuisvesting, genaamd de 'Kaiserbau' uit 1913, in het verlengde achter de Duitse school van 1900; de expressionistische kloosterkerk met sacristie en een kleine kloostervleugel van architect Jos. Wielders te Sittard, 1928. Laatstgenoemd bouwdeel is gesitueerd parallel aan de Leijenbroekerweg, sluit aan op de Duitse school uit 1900 en de kloostervleugel uit ca. 1910. Door de bouw van deze kerk ontstond er een tweede binnenhof tussen de kloostervleugels uit 1896 en ca. 1910, de Duitse school uit 1900 en de kloosterkerk uit 1928.

Het kloostercomplex van de Missionarissen van het H.Hart bevindt zich op een groot deel van een in hoofdvorm rechthoekig terrein, dat wordt omsloten door de Leijenbroekerweg, de Bernhardlaan, de Vijverweg en de Broekstraat. UITGESLOTEN van bescherming zijn het restant van de oude schuur (XIXB), het transformatorhuisje en het restant van de oude kloostermuur aan de zuidzijde van het klooster; de dwarsvleugel uit 1927 met de later toegevoegde entreepartij, gebouwd tegen de west- en zuidwestgevel van het oudste kloosterdeel uit 1889; de aanbouwen aan de west- en zuidgevel van de kloostervleugel uit 1896; de bakstenen scheidingsmuur tegen de westzijde van de kloosterkerk; de school op de hoek van Leijenbroekerweg en Bernhardlaan (1960); de pastorie met verbinding naar de sacristie (1963); de woongebouwen met bejaardenwoningen aan de Vijverweg (1971); het gebouw van de Districtsvereniging Het Groene Kruis Westelijke Mijnstreek (1972); het Dienstencentrum voor bejaarden (1975).

Waardering

Het kloostercomplex Leijenbroek is van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een geestelijke ontwikkeling en is als Kulturkampf-klooster een bijzondere uitdrukking van een historisch-politieke en typologische ontwikkeling en vertegenwoordigt algemeen belang. De architectuurhistorische waarden worden bepaald door de variÙteit in toegepaste bouwstijlen, de betrokkenheid van architect Wielders uit Sittard en de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van de diverse bouwdelen. Het kloostercomplex is vanwege de situering verbonden met de ontwikkeling en uitbreiding van de stad en is van bijzondere betekenis voor het aanzien van de stad. Het kloostercomplex beschikt over een hoge mate van architectonische gaafheid, is van belang vanwege de hoogwaardige architectonische kwaliteit van de samenstellende onderdelen en is van belang in relatie tot de visuele gaafheid van de bebouwde omgeving. Bovendien beschikt het kloostercomplex over een redelijk tot grote architectuurhistorische en typologische zeldzaamheid. Het kloostercomplex Leijenbroek vertegenwoordigt algemeen belang vanwege het geheel van voornoemde waarden.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Klooster Religieuze gebouwen Klooster, kloosteronderdl oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Leyenbroekerweg 105 A 6132 CD Sittard – – Ja
Leyenbroekerweg 113 – 6132 CD Sittard – – –
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
– G 2703 – Sittard
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1913 1913 – vervaardiging
Naar boven