Inleiding DUBBEL WOONHUIS gebouwd in 1904 door de Brummense aannemer HENNINK. Het pand is gelegen aan de Arnhemsestraat, in de kern van het dorp Brummen. Deze hoofdstraat is voornamelijk bebouwd met beeldbepalende woonhuizen en winkelpanden uit de eerste helft van de negentiende eeuw en van rond de eeuwwisseling. Het huis vertegenwoordigt een traditioneel type woonhuis, dat veel in Brummen en andere Gelderse dorpen is toegepast en dat zich kenmerkt door een hoog opgetrokken middenrisaliet met puntgevel. De detaillering van de gevels en het interieur is karakteristiek voor de bouwtijd en vertoont invloeden uit de Neo-Renaissance en Overgangsarchitectuur. Het gezin Hennink bewoonde zelf de woning nummer 26, waarin ook het kantoor van de aannemersfirma werd gevestigd. Op het belendend perceel bevindt zich het voormalige bedrijfsgebouw van de firma. Het pand bevindt zich voor een belangrijk deel in oorspronkelijke staat en is omgeven door een tuin die aan de voorzijde wordt begrensd door een niet-oorspronkelijk tuinhek.

Omschrijving

Vrijstaand, onderkelderd DUBBEL WOONHUIS op rechthoekig grondplan, met een aantal rechthoekige uitbouwen aan de achtergevel. Het huis bestaat uit een grote woning rechts (nummer 26), die twee-derde van het pand beslaat, en een kleinere woning links (nummer 28). Het pand heeft een hoog opgetrokken middenpartij met puntgevel onder een zadeldak. De twee lagere zijvleugels worden gedekt door mansardekappen, met de nokas parallel aan de straat. De schilden zijn belegd met gesmoorde kruispannen. De afwatering vindt plaats via bakgoten op klossen. Langs de dakrand lopen windveren en boeiborden, voorzien van een ingesneden rand. In de kap bevinden zich enkele dakkapellen onder lessenaarsdaken, die aansluiten op de knik van de mansardekap. Deze kapellen hebben stolpvensters met tweeruits bovenlichten gevuld met kathedraalglas. De twee assen tellende middenrisaliet is twee bouwlagen en een zolderverdieping hoog, terwijl de zijvleugels één bouwlaag en een zolderverdieping tellen. De gevels zijn opgetrokken in rode baksteen, gemetseld in kruisverband en hebben een gepleisterde plint. Binnen de gevels zijn hardstenen speklagen toegepast en eenvoudig siermetselwerk. In de gevels bevinden zich enkele smeedijzeren sierankers. Overwegend zijn schuifvensters toegepast, zowel T-schuifvensters als enkelruits schuifvensters. De meeste vensters zijn voorzien van persiennes. Alle vensters zijn voorzien van bovenlichten met een voor de bouwtijd typische roedeverdeling in acht ongelijke ruiten. De bovenlichten zijn gevuld met gekleurd kathedraalglas. De vensters bezitten hardstenen lekdorpels en hardstenen bovendorpels. De bovendorpels hebben een geprofileerde onderzijde. Boven deze dorpels zijn in rode en gele verblendsteen segmentbogen gemetseld, voorzien van hardstenen sluit- en geboortestenen. De sluitstenen zijn voorzien van diamantkoppen. De boogtrommels zijn versierd met tegels in blauw en wit en in groen en wit. (In de linker zijgevel is dit tegelwerk rood- wit). Ook de kelderlichten bezitten betegelde boogtrommels. Aan weerszijden van het pand bevinden zich platgedekte serres. De serres bestaan boven een gepleisterde plint uit een houtconstructie met eenvoudig gesneden stijlen, die is dichtgezet met glas. Rechts bevinden zich schuifdeuren, links niet meer. De serre links is voorzien van dubbel glas. De bovenlichten die de serre onder de bakgoot afsluiten, zijn gevuld met gekleurd kathedraalglas (serre links) en glas-in-lood met Jugendstilmotieven (serre rechts).

In de symmetrisch ingedeelde VOORGEVEL bevinden zich in de eerste bouwlaag vier enkelruits schuifvensters zoals beschreven. De verdieping van de middenpartij heeft twee T-schuifvensters met eenzelfde detaillering en in de top van de gevel bevindt zich een gietijzeren roosvenster, omlijst door gele en rode verblendsteen en vier hardstenen hoekblokken. Beide zijpartijen hebben in het dakschild een dakkapel zoals beschreven. In de RECHTER ZIJGEVEL bevindt zich rechts van de serre de entree. De paneeldeur heeft een kijkraam achter traliewerk en een enkelruits bovenlicht. Rechts van de voordeur bevindt zich een T-schuifvenster zoals beschreven. In de tweede bouwlaag geven links openslaande deuren onder bovenlicht zoals beschreven bij de vensters, toegang tot het platte dak van de serre. Rechts in de gevel bevindt zich een T-schuifvenster zoals beschreven. In de top van de gevel bevindt zich een roosraam zoals in de voorgevel. De LINKER ZIJGEVEL is vrijwel identiek aan de rechter zijgevel, maar heeft in het midden van de tweede bouwlaag een extra, smal schuifvenster onder bovenlicht. Geheel links is nog een deel van de ACHTERGEVEL zichtbaar, met een T-schuifvenster zoals beschreven. In de dakschilden geheel links en rechts bevinden zich dakkapellen zoals reeds beschreven. De verdieping van het middenrisaliet is uitgevoerd zoals in de voorgevel, maar nu met stolpvensters. Rechts is over de gehele breedte van de achtergevel van nr. 28 een gedeeltelijk latere, aanbouw geplaatst. Links bevindt zich een aanbouw ten behoeve van de keuken van nummer 26. Hierin bevinden zich enkele openslaande vensters onder tweeruits bovenlichten en een eenvoudige houten deur. Tussen de twee aanbouwen is een serre gevoegd, uitgevoerd in hout en glas. De indeling van het INTERIEUR van nummer 26 is nog volledig in tact en bestaat uit enkele woonvertrekken, voormalige kantoorruimten en een keuken (thans bijkeuken) op de begane grond. Eén van de voormalige kantoorruimten is als keuken ingericht en bevat een oorspronkelijke schouw met tegels in blauw en wit. Op de verdieping bevinden zich slaapkamers. De interne structuur van het achterste deel van de woning nr. 28, is enigszins gewijzigd. Het interieur van nr. 26 bezit vele waardevolle elementen zoals in de kamers-en-suite gedecoreerde houten plafonds en zwarte marmeren schoorsteenmantels. Vrijwel alle binnendeuren (paneeldeuren met gesneden stijl- en regelwerk) zijn nog aanwezig. Een van de voormalige kantoorruimten bezit een houten schouw met consoles en een balkenplafond met geornamenteerde sleutelstukken. In de gang ligt een granito vloer en bevinden zich twee tochtdeuren met bewerkt glas, en een houten trappartij met gesneden trappaal en spijlen. De verdieping is vrijwel volledig betimmerd met kraalschoten en op de gang bevindt zich in een hoek, een betimmerde wc-pot met deksel. In het pand nr. 28 bevinden zich ook oorspronkelijke gedecoreerde houten plafonds. De voorkamer bezit een zwart marmeren schoorsteenmantel.In de gang geeft een houten trappartij met gesneden trappaal en stijlen toegang tot de verdieping.

Waardering

DUBBEL WOONHUIS gebouwd in 1904 door de plaatselijke aannemer HENNINK.

- Van architectuurhistorische waarde als gaaf en goed voorbeeld van een dubbel woonhuis uit het begin van de twintigste eeuw dat invloeden vertoont uit de Neo-Renaissance en overgangsarchitectuur. Het gebouw is een laat voorbeeld van een woonhuistype dat in de omgeving veel is toegepast en dat zich kenmerkt door een opgetrokken middenpartij. Het huis valt op door de verzorgde detaillering van de gevels, met onder andere siermetselwerk. Zeer opvallend is het gaaf bewaard gebleven interieur, van met name woning nr. 26. In beide woningen bevinden zich bewerkte plafonds en schoorsteenmantels.

- Van stedenbouwkundige waarde als onderdeel van de historisch gegroeide bebouwing aan de Arnhemsestraat, waar het als kenmerkend type een belangrijke rol speelt in het instandhouden van het karakter van de straat.