Inleiding

WOONHUIS met aangebouwde GARAGE, genaamd Rotsburgh, gebouwd in 1927 in opdracht van graanhandelaar J. Haan naar een ontwerp van W. de Wit uit Scheemda in een aan de Amsterdamse School-verwante stijl. De garage is omstreeks 1930 aangebouwd. Aan de achterzijde van de garage is in 1980 een werkplaats aangebouwd. De van oorsprong vrijstaande schuur, gelegen achter de woning, wordt nu door de werkplaats verbonden met de garage. Zowel de werkplaats als de schuur komen wegens te geringe architectonische kwaliteit niet voor bescherming van rijkswege in aanmerking. In de loop der tijd is de schoorsteen op het zuidelijk dakvlak ingekort.

De woning is enigszins verhoogd gelegen op een langgerekt rechthoekig perceel, dat aan de voorzijde wordt gemarkeerd door twee uit omstreeks 1927 stammende, gemetselde rechthoekige HEKPIJLERS. Het verhoogde terrein wordt van de tuin afgescheiden door een gemetseld muurtje. In de tuin zijn nog restanten aanwezig van een rotstuin. Aan de rechterzijde van het huis staat een Japanse kers.

Omschrijving

WOONHUIS met aangebouwde GARAGE.

Het één verdieping hoge, deels onderkelderde WOONHUIS op nagenoeg rechthoekige plattegrond, is opgetrokken in een zware gesinterde baksteen en wordt gedekt door een naar buiten gebogen zadeldak waarop bruine geglazuurde verbeterde Hollandse pannen; twee gemetselde schoorstenen; overkragende houten goot (aan de noordzijde verspringend); op het zuidelijk dakvlak twee dakkapellen onder lessenaarsdak, in de linker een liggend venster waarin gekleurd glas-in-lood, in de rechter een driedelig venster waarin gekleurd glas-in-lood; op het noordelijk dakvlak een niet-originele dakkapel. De gevels worden geleed door liggende en staande vensters onder rollaag waarin deels glas-in-lood.

In de topgevel aan de voorzijde (westzijde) links een liggend venster en rechts een erker met afgeschuinde hoeken waarin drie vensters. Boven de goot een gemetseld vertikaal accent beëindigd met twee uitkragende rechthoekige betonelementen met aan de linkerzijde een staand tweedelig en aan de rechterzijde een staand driedelig venster met glas-in-lood; onder beide vensters een houten bloembak. In de top en gemetseld vertikaal accent beëindigd met twee uitkragende rechthoekige betonelementen met aan weerszijden een liggend venster waarin gekleurd-glas-lood met aan de zijkanten een uitstekend decoratief betonelement.

Het centrale risalerende geveldeel aan de noordzijde is boven de gootlijst doorgetrokken en wordt gedekt door een plat dak. Aan de voorzijde van dit geveldeel een staand tiendelig venster met dorpels en regels van beton waarin gekleurd glas-in-lood; aan de bovenzijde twee uitstekende decoratieve betonelementen. Onder dit venster een tweedelig keldervenster met diefijzer in een gemetselde koekoek. De entree bevindt zich aan de rechterzijde van dit geveldeel en bestaat uit een houten deur waarin gekleurd glas-in-lood waarvoor een gemetselde stoep met ijzeren rooster met aan de linkerzijde een gemetseld muurtje; links een gevelsteen waarop geschreven `Joh. H. 19 C.G.S. 27'. Boven de entree een staand venster waarboven twee staande vensters met aan weerszijden een uitstekend decoratief betonelement. In het rechter geveldeel van de noordgevel een liggend tweedelig venster waarin gekleurd glas-in-lood. Aan de linkerzijde een aankapping met aan de rechterzijde een klein liggend venster waarin gekleurd glas-in-lood. De garage wordt middels de aankapping met de woning verbonden.

In de topgevel aan de achterzijde (oostgevel) links een rechthoekige erker waarin twee staande vensters. Boven de erker een balkon met houten balustrade waarachter een houten balkondeur met glas en zijlichten waarin gekleurd glas-in-lood. Rechts van de topgevel een staand tweedelig venster, twee kleine staande vensters en een niet-originele deur waarvoor een niet-originele stoep.

Links in de zuidgevel een rechthoekige erker met aan de voorzijde een liggend venster, aan de linkerzijde een staand venster met gekleurd glas-in-lood en aan de rechterzijde een hoge schoorsteen die is doorgetrokken in de gevelwand; aan de bovenzijde van de schoorsteen in ijzeren letters de naam `Rotsburgh' en twee uitkragende rechthoekige betonelementen. Aan de rechterzijde van de schoorsteen een liggend driedelig venster waarin gekleurd glas-in-lood; voor dit geveldeel een gemetselde bloembak.

In het INTERIEUR zijn ondermeer van belang: de houten deuren met decoratieve houten omlijsting waarin gekleurd-glas-in-lood, in de hal de granito vloer, de houten trap met opengewerkte houten leuning, in het toilet de granito vloer, in zowel woonkamer als salon de brede houten vensterbanken en de houten suitedeuren waarin glas-in-lood met aan weerszijden houten kasten, in de woonkamer de schouw van bruine baksteen en hout, in de kelder de tegelvloer met diamantkopmotieven en de houten horkast, op de eerste verdieping op de overloop de opengewerkte houten balustrade met bloembak, in de logeerkamer het ingebouwde houten bed, op zolder de beschoten kap en de houten spantconstructie.

De aangebouwde GARAGE is opgetrokken in een zware gesinterde baksteen en wordt gedekt door een plat dak; geprofileerde houten gootlijst.

In de voorgevel (westzijde) twee halfronde houten deuren met ijzeren gehengen onder rollaag. In de noordgevel twee liggende vensters onder een betonlatei. De niet beschermde werkplaats is aan de achterzijde (oostgevel) aangebouwd.

Waardering

Woonhuis met aangebouwde garage en hekpijlers van algemeen belang vanwege architectuur- en cultuurhistorische waarde:

- als voorbeeld van een woonhuis met aangebouwde garage uit de jaren twintig van de twintigste eeuw in de provincie Groningen in Amsterdamse School-stijl

- vanwege de kenmerkende vormgeving en opvallende detaillering

- vanwege de hoge mate van gaafheid van zowel exterieur als delen van het interieur

- vanwege de beeldbepalende ligging aan de Stationsstraat

- als opvallend voorbeeld binnen het oeuvre van architect W. de Wit uit Scheemda