Inleiding

Complex bestaande uit een RENTENIERSVILLA met aangebouwd KOETSHUIS en TUIN. De villa is ontworpen door W. Snater uit Bellingwolde in 1908, in opdracht van de heer D.D. Dijkstra. Bij de villa behoort een asymmetrisch aangelegde landschapstuin met kronkelvijver.

De villa heeft in de loop der jaren enkele wijzigingen ondergaan. Met name de serre aan de achtergevel is verdwenen en vervangen door een veranda, de zinken dakkapellen zijn verwijderd, en het stalgedeelte in het koetshuis is verbouwd tot kantoorruimte. Tevens hebben er enkele verbouwingen in het interieur plaatsgevonden. De aanblik als geheel van het pand is daardoor echter nauwelijks aangetast.

De bij de villa horende slingerTUIN, aangelegd in een Landschapsstijl, is omgracht en bestaat uit een daarmee in verbinding staande kronkelvijver met schiereiland waarop bomen, een pad rond het huis en gazons. Dit type landschapstuin - in het Gronings aangeduid als "slingertûne" was in de tweede helft van de negentiende eeuw en het eerste kwart van de twintigste eeuw zeer populair in het Oldambt. Er zijn ontwerpen bekend van onder meer de tuinarchitecten G. en J. Vroom uit Glimmen en kwekerij Ten Have uit Midwolda.

Het in Overgangsstijl opgetrokken pand is beeldbepalend gelegen aan de doorgaande weg van Nieuwolda naar Woldendorp. Een oprijlaan met kastanjebomen verleent toegang tot de de villa en het koetshuis.

Omschrijving

RENTENIERSVILLA opgetrokken in een doorgebakken bruine baksteen op een trasraam met gepleisterde blokken onder een cordonlijst van kunstgraniet. Het samengestelde, grotendeels afgeknotte schilddak, gedekt met namaakleien (oorspronkelijk Belgische leien in maasdekking), heeft een gepleisterde kroonlijst met consoles en tegelpanelen (met uitzondering van de achtergevel) en twee gemetselde schoorstenen. De gevels worden geleed door H-vensters met bovenlichten met roedenverdeling en onderdorpels van kunstgraniet. De gevelhoeken worden geaccentueerd door gepleisterde diamantknoppen.

De hoofdentree bevindt zich in de voorgevel (noordwest) en bestaat uit een paneeldeur met twee deurlichten en smeedwerk; boven- en zijlichten van gekleurd glas-in-lood; een gepleisterde segmentboog met trommel van kunstgraniet met geschilderde sjablonen; een stoep (vier treden) met zijwanden van kunstgraniet waarop twee panelen met de initialen van de opdrachtgever "D.D.D." en het bouwjaar "1908". Boven de entree een luifel steunend op een ijzeren, gegroefde pilaar op veelhoekige voet. Rechts van de entree twee H-vensters met bovenlicht met roedenverdeling. De dorpels van vensters en deur worden geaccentueerd door gepleisterde diamantknoppen.

Rechts van de entree een twee bouwlagen hoog zijrisaliet onder een steekkap (schilddak) met gepleisterde kroonlijst, consoles en tegelpanelen. Op de begane grond van het risaliet een erkerachtige uitbouw waarin smalle gepleisterde panelen en twee H-vensters met bovenlichten met roedenverdeling onder een gepleisterde segmentboog met boogtrommel van kunstgraniet met geschilderde sjablonen; onder de vensters panelen van kunstgraniet met gepleisterde lijst tussen gepleisterde accenten. Op de uitbouw een balkon met gepleisterde balustrade met balusters, hoekpijlers en handlijst, waarop openslaande balkondeuren met boven- en zijlichten, samengevat onder een gepleisterde gebogen kroonlijst met gepleisterde boogtrommel, uitkomen. Aan weerszijden van de balkondeuren een H-venster met gepleisterde kroonlijst.

In de noordoostgevel op de begane grond vier H-vensters met bovenlicht met roedenverdeling onder een gepleisterde segmentboog en boogtrommel van kunstgraniet met geschilderde sjablonen; drie keldervensters en een koekoek met dubbel keldervenster. Op de verdieping drie H-vensters met bovenlicht met roedenverdeling onder een gepleisterde kroonlijst.

In de verspringende zuidwestgevel twee H-vensters en een driestrooksvenster, alle met bovenlichten met roedenverdeling onder een gepleisterde segmentboog en boogtrommel van kunstgraniet met geschilderde sjablonen.

In de achtergevel een w.c. venster en een veranda (niet origineel) waarop een schuifdeur en een deur met bovenlicht uitkomen. In het dakvlak een (niet originele) dakkapel.

Het koetshuis is via een smalle platte HALS met het woonhuis verbonden. In de noordoostzijde van de hals een paneeldeur met twee deurlichten en smeedwerk, onder een bovenlicht met rollaag van kalkzandsteen en bruine baksteen. Voor de deur een gietijzeren stoep (drie treden).

Het KOETSHUIS is aan de drie zijden opgetrokken in een rode baksteen; de voorgevel (noordwest) is van doorgebakken bruine baksteen. Het samengestelde schild- en zadeldak, gedekt met een zwart geglazuurde tuile du Nord en zwarte muldenpan, heeft twee houten pirons, een zinken bakgoot met klossen van kalkzandsteen boven een fries van kalkzandsteen en rode baksteen.

In de voorgevel (vernieuwde) dubbele schuurdeuren onder een rollaag van kalkzandsteen en bruine baksteen, en een H-venster van blank glas-in-lood met rollaag (niet origineel); in de topgevel een deur met deurlicht, halfrond bovenlicht en rondboog van kalkzandsteen en bruine baksteen. In de noordoostgevel drie ijzeren rondboogvensters met roedenverdeling en rondboog van kalkzandsteen en rode baksteen. In de achtergevel (zuidoost) dubbele schuifdeuren en een deur (alle niet origineel), twee licht getoogde ijzeren zesruits schuurvensters met rollaag van rode baksteen en kalkzandsteen, en in de topgevel een deur met halfrond bovenlicht met rondboog van rode baksteen en kalkzandsteen. In de zuidwestgevel twee (vernieuwde) vensters en openslaande deuren (oorspronkelijk een openslaand venster).

In het INTERIEUR zijn onder meer van belang: in de vestibule het plafond van houten latwerk en papier met sjabloonschilderingen. In de gang de paneeldeuren met deurlicht met geel glas en roedenverdeling, en decoratieve houten architraven; de decoratief gepleisterde rondboog. In de voorkamers de houten vensterbanken met panelen en de zwart marmeren schouw met goudkleurige accenten. In de tussenkamer het plafond met in de hoeken sjabloonschilderingen. In de kelder de decoratieve tegelvloer; de bogen; de houten provisiekasten.

Waardering

Renteniersvilla met aangebouwd koetshuis en tuin van algemeen belang vanwege cultuur-, architectuur- en tuinhistorische waarde

- als voorbeeld van een renteniersvilla met tuin uit 1908

- vanwege het opvallende materiaalgebruik en de detaillering

- vanwege de asymmetrisch aangelegde tuin met kronkelvijver

- vanwege de beeldbepalende ligging aan de doorgaande weg van Nieuwolda naar Woldendorp