Hoofdstraat 201, Beerta
Inleiding
RENTENIERSWONING met later aangebouwd ACHTERHUIS, dat oorspronkelijk als personeelsverblijf diende. De rentenierswoning is waarschijnlijk omstreeks 1886 gebouwd in opdracht van M.A. Buiskool in een Eclectische stijl. In 1916 werd er een achterhuis voor het personeel aan toegevoegd. In de woning bevindt zich nog een groot aantal authentieke interieuronderdelen. De stores met afbeelding van een korenschoof, die oorspronkelijk voor de vensters zaten, staan voorlopig binnen opgeslagen. De woning is markant gelegen aan de doorgaande weg door Beerta en heeft een diepe achtertuin met onder andere vijf monumentale groene beuken. De ondiepe voortuin met monumentale rode beuk, wordt van de openbare weg gescheiden door een ijzeren HEK met één beweegbaar deel (twee beweegbare delen opgeslagen), bestaande uit decoratief stijl- en regelwerk met vergulde punten.
Omschrijving
RENTENIERSWONING opgetrokken in een rood-bruine baksteen op een trasraam van natuursteen. Het driezijdige afgeknotte schilddak, gedekt met leien (schubvormig), heeft een kroonlijst met consoles en diamantkoppen, en een gemetselde schoorsteen met gepleisterde gevelband. De gevels worden gesierd door gepleisterde gevelbanden met diamantkoppen, en geleed door licht getoogde staande vensters met bovenlichten met geschilderd glas-in-lood onder een segmentboog met gepleisterde sluit- en aanzetstenen en onderdorpels die overgaan in een gepleisterde cordonlijst. Onder de vensters rechthoekige gepleisterde vlakken.
De hoofdentree bevindt zich in de voorgevel (zuidoost) in een portiek met segmentboog met gepleisterde sluit- en aanzetstenen. De entree bestaat uit een paneeldeur met deurlichten met decoratief smeedwerk onder een licht getoogd bovenlicht, en een natuurstenen stoep met zijwanden. Aan weerszijden van de portiek een gepleisterde, gegroefde pilaster met kapiteel. In het dakvlak erboven een decoratief gepleisterde dakkapel met pilasters en kroonlijst onder een steekkap met gebroken fronton met als bekroning een siervaas met ijzeren windwijzer; aan weerszijden van de dakkapel gepleisterde klauwstukken met siervaas; in de dakkapel een deur met deurlicht en store waarop een korenschoof is geschilderd onder een gepleisterde segmentboog met sluitsteen. De deur komt uit op een balkon met (vernieuwd) houten hek, steunend op twee dubbele gepleisterde consoles. Links en rechts van de hoofdentree twee H-vensters met segmentboog met gepleisterde sluit- en aanzetstenen.
In de noordoostgevel twee H-vensters en twee T-vensters, alle met segmentboog met gepleisterde sluit- en aanzetstenen, en twee keldervensters met diefijzers. In het dakvlak een kleine dakkapel met gepleisterde klauwstukken en een rondboogvenster onder een gebogen steekkapje.
In de zuidwestgevel twee H-vensters en openslaande deuren met getoogd bovenlicht, alle met segmentboog met gepleisterde sluit- en aanzetstenen. Aan de zuidwestgevel, voor de openslaande deuren, een houten serre met panelen en plat dak op een natuurstenen trasraam; in de serre zes aangesloten ramen en een paneeldeur met deurlicht, gescheiden door houten pilasters. In het dakvlak een gemetselde dakkapel met gepleisterde klauwstukken, pilasters en een openslaand venster met getoogd bovenlicht, onder een gebogen steekkapje met gepleisterde siervaas.
In de rechte achtergevel (noordwest) twee openslaande vensters en op de verdieping twee dubbele openslaande vensters, alle onder een getoogde bovenlichten met segmentboog met gepleisterde sluit- en aanzetstenen.
Aan de achtergevel een aangebouwde HALS met plat dak, verspringend in hoogte, die het woonhuis met het personeelsverblijf verbindt. De in een rood-bruine baksteen opgetrokken hals heeft aan de zuidwestzijde een paneeldeur met dubbele deurlichten met gietijzeren panelen onder een getoogd tweeruits bovenlicht met segmentboog met gepleisterde sluit- en aanzetstenen, en een aangesmeerde stoep (twee treden) met zwart-wit betegeld bordes. Aan de noordoostzijde van de hals een dubbel T-venster onder een rollaag.
Het aangebouwde ACHTERHUIS is opgetrokken in een rood-bruine baksteen onder een verspringend afgeknot schilddak, gedekt met een zwart geglazuurde Friese golfpan. Het dak heeft een geprofileerde goot op klossen en een hoge gemetselde schoorsteen. In de noordoostgevel een dubbel keldervenster met rollaag; dubbele openslaande vensters onder een getoogd dubbel bovenlicht, twee openslaande vensters onder een getoogd bovenlicht, alle met segmentboog met gepleisterde sluit- en aanzetstenen.
In de achtergevel (noordwest) een deur onder een tweeruits bovenlicht met segmentboog met gepleisterde sluit- en aanzetstenen, twee getoogde ijzeren schuurvensters met decoratieve roedenverdeling, en een klein w.c.venster met diefijzers en rollaag. In het dakvlak een gemetselde platte dakkapel met gemetselde pilasters, en openslaande deuren met deurlichten onder een segmentboog met gepleisterde sluit- en aanzetstenen.
In de verspringende zuidwestgevel drie T-vensters, waarvan één met houten persiennes, alle onder een segmentboog met gepleisterde sluit- en aanzetstenen. In het dakvlak een gemetselde platte dakkapel met gemetselde pilasters, en openslaande deuren met deurlichten onder een segmentboog met gepleisterde sluit- en aanzetstenen.
In het INTERIEUR zijn onder meer van belang: in de gang het linnen plafond met decoratief stucrozet en lijstwerk; de paneeldeuren met houten fronton; de tegelvloer in crème, grijs en zwart; de dubbele tochtdeuren met boven- en deurlichten van geëtst glas; de houten bordestrap met buitenleuning van decoratieve ijzeren stijlen met houten handlijst, en een decoratieve houten trappaal. In de voorkamer de houten vensterbanken met panelen en blinden; het linnen plafond met stucrozet; de suitedeuren met deurlichten met glas-in-lood binnen een decoratieve architraaf. In de achterkamer de zwart marmeren schouw met grijs-wit geaderde accenten en schacht met vergulde pilasters; de dubbele glasdeuren naar de serre. In de serre de tegelvloer in zwart en crème. In de werkkamer het linnen plafond met stucdecoraties; de houten vensterbanken met blinden; de marmeren schouw met groen-grijs geaderde accenten. In de achtergang de vloer met decoratieve tegels; de tegellambrizering in blauw en wit. In de kelder de vloer met plavuizen. Op de verdieping de paneeldeuren binnen decoratieve architraven; in de slaapkamers de linnen plafonds met geschilderde sjablonen.
Waardering
Rentenierswoning met aangebouwd achterhuis en hek van algemeen belang vanwege cultuur- en architectuurhistorische waarde
- als voorbeeld van een rentenierswoning uit omstreeks 1886 met achterhuis uit 1916
- vanwege de opvallende eclectische detaillering en de ornamentiek
- vanwege de authentieke interieuronderdelen
- vanwege de redelijke mate van gaafheid van het exterieur en delen van het interieur
- vanwege de markante ligging aan de hoofdweg door Beerta
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Woonhuis | Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Hoofdstraat | 201 | – | 9686 PB | Beerta | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | – | Rentenierswoning |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | K | 594 | – | Beerta |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1886 | 1886 | – | vervaardiging |
1916 | 1916 | aanbouw achterhuis voor personeel | verbouwing |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Buiskool, M.A. ; Groningen II | opdrachtgever | – |