Inleiding

VILLA, gebouwd in 1926 naar het ontwerp van W.M. Dudok, ondertekend door J.A. Verschuyl, in zakelijk expressionistische bouwtrant. De villa is vrijstaand gesitueerd aan de oostzijde van de Utrechtseweg en ten noorden van het landhuis dat W.M. Dudok voor eigen bewoning heeft ontworpen in 1926.

Omschrijving

Villa, opgetrokken op een nagenoeg L-vormige plattegrond ter hoogte van twee bouwlagen en een kapverdieping, met garage aan de noordzijde, en terrassen aan de noord-, oost-, en (zuid)westzijde, welke laatste aan de westzijde is ommuurd en belegd met zwart/witte plavuizen. De gevels zijn opgetrokken in gele baksteen op een plint van zwarte baksteen. De samengestelde ver overstekende schilddaken zijn bedekt met gesmoorde Romaanse pannen, terwijl hoog opgaande schoorstenen op de noordoosthoek en aan de zuidzijde zijn gesitueerd. De vensters en deuren zijn van hout, de lateien van beton. Het merendeel van de gevelopeningen is uitgevoerd als een reeks vensters met penanten onder doorgaande latei.

De voorgevel (W) bevat links de risalerende elementen, bestaande uit een volume van twee bouwlagen onder een steekkap met de noklijn haaks op de weg met daarvoor een volume ter hoogte van een bouwlaag onder hoog opgaand zadeldak waaraan de garage aansluit op de noordwesthoek onder steek-schildkap. Het portiek, belegd met zwart/witte plavuizen, naar de brede toegangsdeur met rechthoekig venster en lantaarn, bevindt zich aan de rechterzijde onder het zadeldak en wordt aan de zuidzijde ommuurd. Een reeks van vier vensters in de westgevel op de begane grond, in de top een trapeziumvormig stalen venster. De garagedeuren, de rechter penant is rond gemetseld, bevatten een vertikale raamstrook met opgezette roeden. Tussen de dakrand en het muurtje een stenen bol. Op de verdieping wordt het volume onder steekkap gekenmerkt door een, met hout omgeven, uitstekende vensterreeks van vijf vensters waarvan er een overhoeks aan de westzijde is geplaatst. Onder de reeks aan de zuidzijde twee brede vensters ter verlichting van de vestibule en de hal. De westgevel van het hoofdvolume bevat op de begane grond een reeks van vijf vensters, terwijl op de verdieping vier vensters zijn geplaatst. De linker zijgevel (N) bevat rechts het over de garage doorgezette dakschild met dakkapel. In de noordgevel van de garage een vensterstrook. In de terugliggende gevel van het hoofdvolume op de begane grond links een deur met rechts daarvan vier vensters, op de verdieping een reeks van zes vensters.

De rechter zijgevel (Z) bevat in de gevel van het hoofdvolume links van de schoorsteen een deur naar het terras, aan de oostzijde geflankeerd door een muurtje waarop een bol onder de luifel, en op de verdieping op de zuidwesthoek, een inpandig balkon. Rechts op de verdieping drie vensters, terwijl op de begane grond de halfronde serre die zich aan de oostzijde bevindt, wordt doorgezet met een venster.

De iets hoger opgetrokken achtergevel (O) is ter hoogte van de begane grond opgebouwd uit twee delen. Aan de linkerzijde een terras, bereikbaar via openslaande deuren onder latei die doorloopt tot en met de halfronde serre, aan de rechterzijde twee reeksen van drie vensters. Op de verdieping in het midden een vensterreeks van elf vensters.

Waardering

De villa is van algemeen belang wegens architectuur- en cultuurhistorische waarde als gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een villa in zakelijk expressionistische bouwtrant naar het ontwerp van W.M. Dudok uit de eerste helft van de twintigste eeuw, met ensemblewaarde vanwege de situering ten ten noorden van de villa die W.M. Dudok voor eigen bewoning heeft ontworpen.