Schelpenhuis, Nijmegen

4. HET SCHELPENHUIS

Inleiding

Het SCHELPENHUIS bestaat uit twee tegen elkaar gebouwde onderdelen: rechts een kapel met neogotische stijlinvloeden (spitsboogvensters in de noord- en westgevel), vermoedelijk ca. 1865 gebouwd in opdracht van J.R.P. Tulleken, die ook de villa Brakkesteyn liet bouwen en links een koetshuis, dat vermoedelijk eveneens in de tweede helft van de 19de eeuw is gebouwd. Hoewel Victor Jurgens in 1916 een nieuw stalgebouw had laten bouwen, werd de oude stal met koetshuis pas in 1928 door het ingenieurs- en architectenbureau Schaap uit Arnhem verbouwd tot kinderspeelhuis. Hierbij werden de twee onderdelen inwendig met elkaar verbonden door een gang, die dwars door de voormalige kapel heen loopt. De gang heeft een lambrizering van vermoedelijk eigentijdse tegels met o.a. voorstellingen van kinderspelen en gekleurde vogels. De buitenmuren van het linker gedeelte, het voormalige koetshuis, werden bezet met schelpen. Na de oorlog maakte het schelpenhuis evenals de villa deel uit van de polikliniek voor neurologie. Vanaf 1967 is het schelpenhuis als woonhuis in gebruik.

Omschrijving

Het SCHELPENHUIS bestaat uit twee bouwvolumes met een rechthoekig grondplan, die met hun lange zijden tegen elkaar zijn geplaatst, waarbij de voorgevels verspringen, maar de achtergevels in één lijn liggen. Beide bouwvolumes hebben één bouwlaag en een zolderverdieping. Het zuidelijke met schelpen bezette gedeelte heeft een rietgedekt wolfdak met rietvorsten en een opgelichte dakkapel met 8-ruits stolpraam in het linker dakschild. Het noordelijke gedeelte, dat is opgetrokken uit in kruisverband gemetselde baksteen op een gecementeerde plint, heeft een zadeldak met rode Hollandse pannen, windveren en mastgoten. In de oostzijde van dit gedeelte bevindt zich een trafo. In de nok van beide bouwvolumes bevindt zich een schoorsteen.

De symmetrisch ingedeelde VOORGEVEL van het zuidelijke deel bevindt zich aan de oostzijde en heeft in het midden een gedeelde rondboogdeur met zijlichten. Onder de zijlichten bevinden zich velden met verticaal gemetselde bakstenen. De deurpartij wordt afgesloten met een geprofileerde lijst. Aan weerszijden van de der bevindt zich een venster met raam, 4-ruits bovenlicht en luiken. In de zolderverdieping, boven de deur is later een venster aangebracht.

De symmetrisch ingedeelde LINKER ZIJGEVEL heeft drie vensters met houten kruiskozijnen, draairamen, veelruits bovenlichten en luiken.

De symmetrisch ingedeelde ACHTERGEVEL heeft in de eerste bouwlaag vier getoogde 4-ruits stalraampjes met luiken en in de zolderverdieping twee vensters van dit type. Boven deze twee bevond zich nog een dergelijk venster, dat later is vergroot.

De asymmetrisch ingedeelde VOORGEVEL van het noordelijke bouwvolume bevindt zich aan de noordzijde en is zes vensterassen breed. De paneeldeur met spitsboogvormig 6-ruits bovenlicht is in de derde as van rechts geplaatst. Links en rechts van de deur bevinden zich resp. drie en twee spitsboogvensters met 15-ruits ramen en hardstenen lekdorpels.

De oostelijke LINKER ZIJGEVEL heeft een ijzeren trafohuisdeur en in de topgevel een dubbel hooiluik.

De RECHTER ZIJGEVEL vormt één geheel met de achtergevel van het zuidelijke bouwvolume, omdat hij op dezelfde lijn ligt en ook met schelpen is bezet. Hierin bevindt zich nog een spitsboogvenster van hetzelfde type als in de voorgevel. Dit venster heeft echter spitsboogvormige luiken. In de geveltop bevindt zich een hooiluikje.

De ACHTERGEVEL steekt enkele meters buiten het aangrenzende zuidelijke bouwvolume uit. De achtergevel is met schelpen bezet en blind uitgevoerd. Het INTERIEUR bevat enkel waardevolle onderdelen zoals de gang en de voormalige keuken rechts van de gang. De gang heeft een vloer van witte en zwarte tegels en lambrizeringen van vermoedelijk eigentijdse tegels met voorstellingen van kinderspelen, gekleurde vogels en landschappen. De voormalige keuken heeft een schouw, waarvan de achterwand is bezet met tegels van gekleurde vogels en scheepvaarttaferelen. De schouw met bewerkte houten schoorsteenmantel is opgenomen in een kastenwand uit dezelfde periode (ca. 1916).

Waardering

SCHELPENHUIS/ KOETSHUIS/ KAPEL uit de tweede helft van de 19de eeuw en ingrijpend verbouwd in 1928 door ingenieurs- en architectenbureau Schaap uit Arnhem.

- Van architectuurhistorische waarde als goed voorbeeld van twee tot één kinderspeelhuis verbouwd oudere gebouwtjes met bijzonder materiaalgebruik in het exterieur en bijzondere ornamentatie (tegels) in het interieur.

- Van ensemblewaarde als functioneel onderdeel van het landgoed Brakkenstein.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
522930
Complexnaam
Brakkenstein
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

BRAKKENSTEIN

Inleiding

Het LANDGOED BRAKKENSTEIN bestaat uit de volgende beschermde complexonderdelen:

1. De VILLA

2. Het STALGEBOUW

3. De TUINMANSWONING

4. Het SCHELPENHUIS

5. De WATERPUT

6. De TOEGANGSHEKKEN

7. De PARKAANLEG

Het LANDGOED BRAKKENSTEIN wordt voor het eerst genoemd in stukken uit het midden van de 17de eeuw als Brakkenstein op het Hoogveld'. In 1712 wordt het goed gekocht door de brouwer W. Knippinck. Het landgoed is achtereenvolgens eigendom van de families Van Rappard (1752) en Quack (1804). Op oude kaarten (Van Suchtelen 1757 en Tranchot 1806) vertoont het landgoed een sterrenbosstructuur. Het landgoed was vermoedelijk in gebruik als jachtgebied. De naam Brakkenstein is afgeleid van het woord brak', dat jachthond betekent.

Rond het midden van de 19de eeuw komt Brakkenstein in bezit van J.R.P. Tulleken. Hij laat in 1865 de villa bouwen. Nadat het landgoed nog enige tijd in bezit was geweest van de familie van Hövell tot Westerflier, werd het in 1915 aangekocht door Victor Jurgens, een neef van Frans Jurgens die drie jaar eerder het nabijgelegen Huize Heyendael had laten bouwen. Verscheidene leden van de oorspronkelijk uit Oss afkomstige fabrikantenfamilie Jurgens kochten in het gebied ten zuidoosten van Nijmegen bestaande landgoederen en lieten er villa's en jachthuizen bouwen. Op het landgoed Brakkenstein stond een oudere villa, het in 1865 door J.R.P. Tulleken in een aan het neoclassicisme ontleende stijl gebouwde Huize BRAKKESTEYN. Links van de villa bevond zich het koetshuis. Dit koetshuis was gebouwd tegen een vermoedelijk ouder gebouwtje met spitsboogvensters, dat oorspronkelijk dienst deed als kapel. Na zijn verhuizing naar Brakkestein liet Victor Jurgens, die een groot paardenliefhebber was, in 1916 ten oosten van de villa een nieuwe stalhouderij bouwen, waarin een koetshuis, een zadelkamer en een woning voor de stalknecht waren opgenomen. Het stalgebouw werd ontworpen in de stijl van de heroriëntatie op traditionele bouwwijzen met elementen van de Engelse landhuisstijl en het werk van K.P.C. De Bazel door A. Jacot (1864-1927), bekend van het Hirsch-gebouw op het Leidseplein in Amsterdam. In dezelfde stijl werden eveneens naar ontwerp van Jacot een tuinmanswoning, een waterput en de toegangshekken gebouwd. Het voornaamste toegangshek ligt vrijwel aan het begin van de oprijlaan die schuin naar het huis loopt, onder een hoek van ca. 45 . Het andere toegangshek ligt bij de noordwestelijke ingang van het park, aan het einde van de Driehuizerweg. De tuinmanswoning ligt rechts voor het toegangshek aan het begin van de oprijlaan. De put ligt rechts voor de villa. Het voormalige koetshuis en de kapel werden in 1928 door architectenbureau Schaap uit Arnhem samengetrokken en verbouwd tot kinderspeelhuis of tuinhuis, dat verwijzend naar de muurbedekking, het schelpenhuis wordt genoemd. Tussen 1930 en 1932 werd het park in opdracht van Victor Jurgens door Samuel Voorhoeve (1880-1948) heraangelegd in Landschapsstijl, waarbij overigens de oorspronkelijke sterrenbosstructuur gehandhaafd bleef en als onderlegger fungeerde. Voorhoeve was in deze periode in Nijmegen en in Berg en Dal voor vier andere leden van de familie Jurgens werkzaam. Na de oorlog werd in Huize Brakkesteyn en in het schelpenhuis de Kliniek voor Neurologie van Prof. Prick gevestigd. Vanaf 1967 heeft de villa een horecabestemming. De tuinmanswoning en het schelpenhuis worden bewoond door particulieren. Het stalgebouw heeft haar functie behouden. De paardenboxen en de paardenremise worden nog steeds gebruikt voor paarden. In de voormalige garage (rechter vleugel) zijn nu ook paarden gestald. Het koetshuisgedeelte, de zadelkamer, de tuigkamer en de woonruimte van de stalknecht en de hooizolder erboven (linker vleugel) zijn verbouwd tot woning. Achter het stalgebouw bevindt zich een buitenmanege en in het park liggen twee zandbakken'. Tussen 1969 en 1971 is in de zuidoostelijke hoek van het park in opdracht van de Katholieke Universiteit een botanische tuin met alpinum aangelegd. De tuin is ontworpen door J. Brinkman en W. Schacht (alpinum). Het landgoed Brakkesteyn is gelegen in het zuiden van Nijmegen op een ruitvormig terrein, dat in het zuiden wordt begrensd door de strook sportvelden langs de d'Almarasweg, in het westen door de Driehuizerweg, in het oosten door de spoorlijn naar Roermond en in het noorden door de B-faculteiten van de Katholieke Universiteit.

Omschrijving

Het park wordt aan vier zijden omgeven door lanen met beukenbomen. De twee verst van elkaar gelegen punten van het ruitvormig terrein worden van het zuidwest naar het noordoost verbonden door een beukenlaan. De hoofdingang bevindt zich in de zuidwestelijke punt van de ruit. In het midden van de diagonaal sluiten aan weerszijden lanen aan onder een hoek van 45 . De lanen behoren tot de sterrenbosstructuur. Tussen de lanen bevinden zich golvende paden, die tot de aanleg van Voorhoeve behoren. Alle bouwwerken bevinden zich in de zuidwestelijke hoek van het park, daar waar ook de hoofdingang is gesitueerd. De witgepleisterde eclectische villa wijkt in stijl af van de andere complexonderdelen, die ca. vijftig jaar later tot stand zijn gekomen. De onderdelen die in 1916 zijn gebouwd, het stalgebouw, de tuinmanswoning, het toegangshek en de waterput vertonen onderling een grote samenhang. Het stalgebouw en de tuinmanswoning bijvoorbeeld zijn beide opgetrokken in rode baksteen, hebben een rieten kap en zijn op dezelfde wijze gedetailleerd. De pijlers van de waterput zijn op dezelfde wijze vormgegeven met speklagen van zandsteen en baksteen als de pijlers die het ingangsportiek van de tuinmanswoning flankeren. Het schelpenhuisje is een hybride bouwwerk, dat uit twee bouwvolumes met een verschillende stijl bestaat en in 1928 ingrijpend is verbouwd. Het linker met schelpen bezette gedeelte heeft een rieten dak en vertoont invloeden van de Engelse landhuisstijl, het rechter gedeelte vertoont met zijn spitsboogvensters invloed van de neogotiek.

Waardering

COMPLEX samengesteld uit de VILLA uit 1865, Het STALGEBOUW, de TUINMANSWONING, de WATERPUT en het TOEGANGSHEK uit 1916, ontworpen door A. Jacot, het SCHELPENHUIS dat in 1928 is verbouwd en de AANLEG, bestaande uit een ouder sterrenbos, waarin door S. Voorhoeve in 1930-1932 een park in landschapsstijl is aangelegd.

- Van architectuurhistorische waarde als goed en gaaf voorbeeld van een landgoed met een oudere villa in een aan het neoclassicisme ontleende stijl en bijgebouwen in de stijl van de heroriëntatie op traditionele bouwwijzen, waarvan alle onderdelen esthetische kwaliteiten hebben in het ontwerp zoals goede verhoudingen en een bijzondere detaillering, maar met name het stalgebouw een bijzondere en zeldzame vormgeving heeft.

- Van architectuurhistorische waarde als onderdeel van het oeuvre van A. Jacot.

- Van tuinarchitectuurhistorische waarde als een goed en gaaf voorbeeld van een park in landschapsstijl met esthetische kwaliteiten in het ontwerp van de aanleg en haar onderdelen, dat is gerealiseerd in een ouder sterrenbos.

- Van ensemblewaarde vanwege de hoogwaardige kwaliteit en de gaafheid van de bebouwing en de historisch-ruimtelijke relatie met de groenvoorziening.

- Van cultuurhistorische waarde als een bijzondere uitdrukking van een culturele en landschappelijke ontwikkeling namelijk de transformatie vanaf de tweede helft van de 19de eeuw van bestaande, aanvankelijk als jachtterrein gebruikte landgoederen, gelegen in het gebied ten zuidoosten van Nijmegen in buitenplaatsen met hoofdzakelijk een woonfunctie voor welgestelde families uit Nijmegen en wijde omgeving. Park Brakkenstein heeft inmiddels zeldzaamheidswaarde gekregen, omdat het het enige vrij gaaf bewaard gebleven landgoed van behoorlijke omvang in de gemeente Nijmegen betreft.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Folly Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen oorspronkelijke functie
Bijgebouw Kastelen, landhuizen en parken Bijgebouwen kastelen enz. oorspronkelijke functie
Stalhouderij Handelsgebouwen, opslag- en transportgebouwen Opslag oorspronkelijke functie
Koetshuis(L) Kastelen, landhuizen en parken Bijgebouwen kastelen enz. oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Driehuizerweg 281 6525 PL Nijmegen Brakkenstein Ja
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
B 5096 Hatert
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1865 1865 vervaardiging
1928 1928 tot kinderspeelhuis verbouwing
1967 1967 tot woonhuis verbouwing
Ambachten
Name Beroep Notitie
Jurgens, Victor jr. ; Gelderland opdrachtgever
Schaap, W.F.C. ; Gelderland ingenieur
Naar boven