Berg en Dalseweg 54, Nijmegen
Inleiding
Dubbel HERENHUIS met eenvoudig TUINHEK gebouwd ca. 1890 met een decoratieve gevel in neoclassicistische stijl waarin invloeden van zeventiende-eeuwse Engelse architectuur in de trant van het palladianisme en Inigo Jones herkenbaar zijn (vgl. Lindsey House, Londen). In 1891 werd huis nr. 54 aangekocht door de Lutherse gemeente als pastorie. Het pand is gelegen in de aaneengesloten zuidelijke gevelwand van de Berg en Dalseweg nabij het Mariaplein, in de wijk Altrade (Nijmegen-Oost). Na de slechting van de stadswallen in 1876 werd het gebied rond de oude stadskern van Nijmegen volgens het plan van L.A. Brouwer tot ontwikkeling gebracht en langs de singels en radiale uitvalswegen door projectontwikkelaars en particulieren grond aangekocht ten behoeve van woningbouw voor welgestelden. Tussen 1880 en 1910 verrezen langs de Berg en Dalseweg voornamelijk aaneengesloten herenhuizen en villa's. Door de uitzonderlijke behandeling van de gevel, neemt het pand in deze gevelwand een bijzondere plaats in. De goothoogte van de panden in dit deel van de straat loopt per blok naar het oosten op door het natuurlijke hoogteverschil van het terrein. Achter het pand bevinden zich de twee tuinen van de woningen, van elkaar gescheiden door een bakstenen tuinmuur. Aan de straatkant bezitten de woningen ondiepe, door eenvoudige smeedijzeren hekwerken met draaihekjes begrensde voortuinen. Nabij de voordeur van woning nr. 54 bevindt zich een ijzeren schoenschraper.
Omschrijving
Gedeeltelijk onderkelderd dubbel HERENHUIS bestaande uit drie bouwlagen op rechthoekig grondplan, met ter hoogte van de keuken van nr. 54 een drie bouwlagen hoge, smal en rechthoekige aanbouw, waarin zich bergruimte bevindt. Het pand wordt gedekt door een plat dak dat aan de achterzijde eindigt in een dakschild belegd met gesmoorde kruispannen. In het dakschild bevinden zich drie niet oorspronkelijke houten dakkapellen (nr. 54) en twee niet oorspronkelijke tuimeldakramen (nr. 56). Het karakter van het huis wordt bepaald door over de hele hoogte van de VOORGEVEL in stuc aangebrachte elementen, in combinatie met muurwerk in gele verblendsteen. De eerste en derde bouwlaag van de gevel zijn in verhouding tot de middelste bouwlaag gedrongen; de eerste bouwlaag fungeert zo als een basement voor de hogere tweede bouwlaag, de bel-etage. Het blok omvat twee woningen, een woning met drie vensterassen aan de rechterkant (nr. 54) en een kleinere woning met twee vensterassen aan de linkerkant (nr. 56). De gevel weerspiegelt de ongelijke grootte van deze woningen niet, maar is volledig symmetrisch opgezet en heeft een enigszins risalerend middengedeelte van drie vensterassen. Een balkon boven de voordeur van nr. 56 dat bij nr. 54 ontbreekt, is het enige element dat deze symmetrie doorbreekt. De eerste bouwlaag heeft een hardstenen plint met daarboven in stuc nagebootste rustica, afgesloten door een gepleisterde cordonlijst voorzien van een meandermotief. De vrij brede deuropeningen bevinden zich in de tweede en vierde travee, de overige traveeën bezitten vensters met stolpramen voorzien van tweedelige bovenlichten (bij nr. 56 ontbreken de bovenlichten), gedeeltelijk nog met glas-in-lood. De deuropeningen worden vanaf de bovenzijde van de hardstenen plint omlijst door een motief van gebundelde lauriertakken. De oorspronkelijke dubbele deuren van beide huizen zijn verdwenen; de huidige deur van nr. 54 dateert uit de twintiger jaren, de deur van nr. 56 is van meer recente datum. Vanaf de bel-etage worden de vensterassen geflankeerd door in totaal zes kolossale pilasters voorzien van basementen en kapitelen met eierlijsten, die zich over de eerste en tweede verdieping uitstrekken. De pilasters dragen een gekornist hoofdgestel, waarvan de architraaf en het dorisch fries door de vensters van de derde bouwlaag onderbroken worden. De gevel wordt afgesloten door een gekorniste attiekzone, die bestaat uit een risalerende gesloten borstwering met aan weerszijden balustraden. Aan de muurdammen achter de stucpilasters bevindt zich contrasterende gele verblendsteen in kops verband gemetseld. Op de bel-etage bevinden zich tussen de gepleisterde pilasters vijf stolpdeuren met tweeruits bovenlichten, gedeeltelijk nog voorzien van glas-in-lood. De deuren worden elk afgesloten door een gepleisterd hoofdgestel en een driehoekig fronton gedragen door consoles. Voor de tweede deur van links (nr. 56) is een balkon aangebracht, de andere deuren zijn voorzien van Franse balkons. De derde bouwlaag bezit tweeruits stolpvensters, waarvoor zich smeedijzeren balustrades met stermotief bevinden. De sobere ACHTERGEVEL is opgetrokken in zichtbaar gelaten baksteen, gemetseld in kruisverband. Beide woningen bezitten een serre. De serre van woning nr. 54, opgetrokken over twee bouwlagen, is in de jaren twintig gewijzigd. De serre van nr. 56 wordt afgedekt door een zinken dak met roeven dat over de hele breedte van de gevel doorloopt en ter plaatse van de keuken een afdak vormt. In de tweede bouwlaag bevinden zich T-schuifvensters met tweeruits bovenlichten, aan de bovenzijde afgesloten met strekken. De vensters van nr. 56 bezitten gedeeltelijk nog bovenlichten met mousseline glas. De indeling van het INTERIEUR van beide woningen is in veel opzichten nog in oorspronkelijke staat. In het interieur van beide woningen bevinden zich nog veel oorspronkelijke en waardevolle elementen, zoals marmer-, tegel- en parketvloeren, rijk geornamenteerde stucplafonds, lambrizeringen, geprofileerde deuromlijstingen, wandbetegeling en inpandige kasten. Woning nr. 54 bezit een vestibule met marmeren vloer en plint met daarboven rusticawerk in stuc. Beide woningen beschikken nog over complete trappartijen, in nr. 56 is dit een twee-armige bordestrap, in nr. 54 een ruimer opgezette bordestrap met drie armen. Beide trappen hebben houten trappalen (in beide huizen verschillend van detaillering) en karakteristieke gedraaide smeedijzeren spijlen met rozetten. Opvallend is dat de detaillering van de twee woningen, vooral in de belangrijkste kamers op de bel-etage heel verschillend van karakter is. De twee vensters brede voorkamer van de bel-etage van nr. 56 is in een rijke neorenaissance trant gedecoreerd. De ruimte wordt betreden via een ingang met houten paneeldeuren met kussens, die aan de binnenzijde een bijzonder rijke omlijsting bezit in de vorm van een renaissancepoortje, bestaande uit een door zuilen met ionische kapitelen op hoge postamenten gedragen hoofdgestel met balustrademotief. Rondom de ruimte loopt een lage houten lambrizering met panelen waarboven nog de oorspronkelijke wandbespanning aanwezig is. Aan de oostzijde van de ruimte loopt de lambrizering door in een houten haardpartij, waarvan de schoorsteenmantel bestaat uit een gekornist hoofdgestel gedragen door overhoeks geplaatste colonnetten en de boezem uit een omlijsting van pilasters versierd met rolwerk en afgesloten door een kroonlijst, waarbinnen zich het motief van een hoofdgestel met fronton bevindt. Het onderstel van dit motief ontbreekt, wellicht heeft zich hier oorspronkelijk een spiegel bevonden. De ruimte wordt afgesloten door een in verschillende tinten groen geschilderd houten plafond, dat door balken is ingedeeld in verdiepte vakken van ongelijke grootte. De balken van het plafond zijn versierd met rolwerk en met een geornamenteerde knop op de kruispunten. In het huis nr. 54 bevinden zich in de kamers en suite op de bel-etage twee identieke marmeren schouwen gedetailleerd met diamantkoppen. In de jaren twintig van deze eeuw zijn in nr. 54 een aantal elementen gewijzigd, zoals de serre (thans met terrazzovloer), de glas-in-loodvulling van de deuren tussen huis en serre en de reeds genoemde voordeur van de woning. In de achterkamers op de tweede verdieping van beide woningen, is de constructie van het dakschild zichtbaar.
De voortuinen worden begrensd door eenvoudige smeedijzeren HEKWERKEN met draaihekjes.
Waardering
Dubbel HERENHUIS met eenvoudig TUINHEK gebouwd ca. 1890.
- Van architectuurhistorische waarde als een gaaf en zeldzaam voorbeeld in in- en exterieur van een stedelijk woonhuis uit het einde van de negentiende eeuw. De voorgevel valt op door een opmerkelijke combinatie van rijke ornamentiek in stucwerk en muurwerk in gele verblendsteen, die invloeden van het palladianisme, in het bijzonder Inigo Jones verraden.
- Het pand is van stedebouwkundige waarde als markant onderdeel van de straatwand van een van de uitvalswegen van Nijmegen, waarvan de karakteristieke bebouwing van herenhuizen is ontstaan in het laatste kwart van de negentiende eeuw. Het pand speelt een beeldbepalende rol vanwege de uitzonderlijke bewerking van de gevel. Het pand heeft ensemblewaarde in relatie met de belendende panden aan het Mariaplein, dat door de aanwezigheid van een grote verscheidenheid aan gevels, een staalkaart vormt van stijlen rond de eeuwwisseling.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Woonhuis | Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Berg en Dalseweg | 54 | – | 6522 BM | Nijmegen | Altrade | – | Ja |
Berg en Dalseweg | 56 | – | 6522 BM | Nijmegen | Altrade | – | – |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | – | Herenhuis |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | A | 7646 | – | Hatert |
– | A | 7645 | – | Hatert |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1890 | 1890 | – | vervaardiging |
1920 | 1930 | – | verbouwing |