Slotstraat 18, Culemborg

Inleiding

Drie geschakelde woningen met eindgevel van het type HERENHUIS, deel uitmakend van een gesloten straatwand, gebouwd in 1895 in een stijl die invloeden vertoont van de neorenaissance door stadsarchitect Gijsbartus Prins (1852-1933). De voorgevel wordt horizontaal geleed door een plint, een cordonlijst en een hoofdgestel. De steense segmentbogen boven de vensters zijn alle voorzien van een gepleisterde uitgemetselde sluitsteen (diamantkop). De symmetrisch ingedeelde gevel kent een middenrisaliet die door een bescheiden dakhuis visueel wordt verlengd. De panden zijn gesitueerd aan de oostzijde van het centrum en maken deel uit van het beschermde stadsgezicht. De woningen zijn gelegen tegenover het voormalige kasteelterrein. De woningen grenzen met hun gemeenschappelijke voorgevel direct aan de straat en volgen het verloop van de straat die hier een lichte bocht vertoont.

Omschrijving

De drie geschakelde woningen, nrs 18,20,22 zijn uitgelegd op een veelvormige plattegrond, zijn in twee bouwlagen opgetrokken in baksteen (kruisverband) en worden gedekt door één mansardedak. De dakschilden aan de voorzijde en die van de eindgevel zijn belegd met gesmoorde kruispannen. Het achterschild is voorzien van gesmoorde verbeterde Hollandse pan en bevat enkele moderne dakramen en een dakkapel. Op de evenwijdig aan de straat gelegen nokas zijn enkele schoorstenen geplaatst.

De VOORGEVEL met gecementeerde plint, telt tien vensterassen die alle segmentboogvormig worden afgesloten. De vensters bevatten begane gronds 7 schuiframen en 3 beglaasde, al dan niet van een deurrooster voorziene schijn-vleugeldeuren. De ramen op de verdieping betreffen alle T-schuiframen. De centrale middenas die wordt gevormd door een risaliet (Slotstraat nr. 20) wordt door de gepleisterde en onderling verbonden omlijstingen van de twee bovenlichten per bouwlaag extra benadrukt. De vensters rusten alle op een hardstenen vensterdorpel die zich als waterlijst over de gevel voortzet. Geklemd tussen de geprofileerde cordonlijst en deze lijst bevindt zich onder de ramen een verdiept veld waarin een siertegeltableau is gevat. Onder de geprofileerde daklijst sluit een van casementen voorzien fries aan. Het gemetselde dakhuis, dat alleen boven het risaliet voorkomt is met een getopte tuitgevel beëindigd. Aansluitend aan de gekorniste daklijst zijn houten wangen aanwezig die een T-schuifraam flankeren dat is geplaatst onder een segmentboog met gepleisterde sluit- en aanzetstenen. Een gepleisterde sierband, ter hoogte van het lege boogveld reikt tot de op de hoek geplaatste uitkraging onder de tuitgevel. Onder de kruin komt een dichtgezet rondvenster voor met in de kwartieren van het door een rollaag omsloten raampje, een sluitsteen. De LINKER ZIJGEVEL van het woonblok betreft een scheidingsmuur.

De ACHTERGEVEL van het woonblok wordt gekenmerkt door twee geschakelde veranda's met bovenliggende balkons (nrs 18 en 20), een vermoedelijk tot serre verbouwde veranda (nr 22) en eenlaags uitbouwen. Van de te spiegelen achtergevels nrs 18 en 20, is die van de eerstgenoemde het minst aangetast. Bij nr 20 is een gedeelte van de bijkeuken/schuurtje uitgebreid en een raam toegevoegd. In het geval van nr 22 is een uitbouw (toiletruimte) afgebroken en zijn balkondeuren met balkonhek modern. Opmerkelijk zijn daarnaast de grillige vormen van de percelen. Vanuit de kamers en suite van nrs 18 en 20 geven dubbele deuren onder een bovenlicht toegang tot de houten veranda's. Tussen de hoekkolom en de scheidingswand ondersteunen twee dunne kolommen het balkon, waarbij het midden de grootste doorgang bezit. De bovenzijde van deze openingen zijn dichtgezet met diagonaal geplaatst lattenwerk. Het balkonhek is modern. Op de verdieping komen T-schuiframen voor en balkondeuren onder een bovenlicht geven toegang tot het balkon. In de ten opzichte van elkaar gespiegelde keuken komt nog een kantelraampje (rozet) voor.

De achtergevel van nr 22 wordt gedomineerd door de grote serre die links ten opzichte van de zijgevel van het huis uitsteekt. De serre op stenen voetmuur met gele verblendstenen sierbanden, is aan de voorzijde drie stroken breed met in de bovenlichten vierruits en ter plaatse van de schuifdeuren vijfruits glas-in-loodruitjes. Het boven de serre liggende balkon bezit een modern hekwerk boven de gesneden klosjes onder de bakgoot, waarvan er enkele door een console worden gedragen. De rechter zijkant van de serre is één, de linker zijkant, twee stroken diep; in de achterzijde komt doordat de serre zoals gezegd ten opzichte van de hoek uitsteekt, een smaller raam voor met tweeruits bovenlicht. Rechts in de achtergevel komen in de gepleisterde begane grond twee modern uitgevoerde deuren voor. Boven de linker is een rondvenster aanwezig dat ook bij de hiervoor besproken nrs 18 en 20 voorkwam; de rechter is voorzien van een zijlicht en bovenlichten onder een steense segmentboog.

De RECHTER ZIJGEVEL betreft de eindgevel van nr 22 die beneden twee vensters bezit dat als type identiek is aan dat welk voorkomt in de voorgevel maar hier van persiënnes is voorzien. Op de verdieping is links nog een venster te zien en rechts enkel een getoogd spaarveld.

Haaks op de gevel maar evenwijdig aan de voorgevel sluit in oostwaartse richting een gietijzeren SPIJLENHEK aan dat vanuit de erfafscheiding als brugleuning doorloopt.

De INTERIEURS van de drie woningen bezitten enkele waardevolle onderdelen. De binnenruimten worden gekenmerkt door niet-haakse muren vanwege de aanpassing van het bouwblok aan het verloop van de straat. Een centrale gang die oorspronkelijk doorloopt naar achter deelt de huizen in tweeën. Alleen bij nr 22 komen oorspronkelijke vestibuledeuren met zijlichten voor waarin mousselineglas. Alleen hier is de trap haaks op de gang gesitueerd. De kamer en suite-indeling met schuifdeuren (soms gesloten, soms met glas-in-lood) is overal bewaard. De kamers bezitten veelal geornamenteerde stucplafonds, schouwen en aan de voorzijde binnenklapluiken in de van niervormige vensterbankjes op consoles voorziene vensters. In de drie woningen zijn naast de meeste paneeldeuren ook de twee dubbele schuifdeuren - een stel gesloten, het andere beglaasd - bewaard, die in de opening van achterkamer naar veranda/serre zijn geplaatst.

Waardering

Drie geschakelde HERENHUIZEN, gebouwd in 1895 in een stijl die invloeden vertoont van de neorenaissance.

- Van architectuurhistorisch belang als goed en gaaf voorbeeld van een bouwblok van herenhuizen die hun karakteristieke bouwvolume, architectuur, decoratie en materiaalgebruik hebben behouden.

- Van stedenbouwkundig belang vanwege de ligging aan de rand van het centrum. De straat bezit nog een in vrij gave staat bewaard gebleven bestand aan historische huizen die een aantrekkelijk en waardevol straatbeeld vormen.

- Van cultuurhistorische waarde als goed voorbeeld van drie herenhuizen voor de gegoede burgerij gebouwd, die zich in het laatste kwart van de negentiende eeuw vestigde aan de rand van het centrum.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
523137
Provincie
Gemeente
Plaats

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Woonhuis Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Slotstraat 18 4101 BH Culemborg Ja
Slotstraat 20 4101 BH Culemborg
Slotstraat 22 4101 BH Culemborg
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) rij van drie herenhuizen Herenhuis
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
I 3781 Culemborg
I 3783 Culemborg
I 3782 Culemborg
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1895 1895 vervaardiging
Ambachten
Name Beroep Notitie
Prins, Gijsbartus ; Gelderland architect / bouwkundige / constructeur
Naar boven