St. Leonardus, Oosterhout

Omschrijving

Het pseudo-basilicale KERKGEBOUW (A) bezit een in hoofdvorm rechthoekige plattegrond met trapsgewijze beëindigingen van de korte zijden. Aan de noordzijde is oostelijk en westelijk de plattegrond met een overwegend vierkant grondplan van respectievelijk de sacristie en de toren uitgelegd. Het in baksteen (Noors verband) opgetrokken kerkgebouw wordt gekenmerkt door verspringende muur- en dakvlakken; overwegend zadeldaken die met leien in Rijndekking zijn belegd. De transeptarmen, die alleen in de opstand tot uitdrukking komen, bevatten twee naast elkaar gelegen, halverwege de hoogte van het dak van het kerkschip aangekapte zadeldaken. Aan het verspringen van de dakvlakken is telkens weer de wijziging van de ruimte die het overkluisd, afleesbaar. Het smalle voorportaal met drie toegangsdeuren gaat aan het bredere en hogere kerkschip vooraf. De lage en smalle zijbeuken die overgaan in de transeptarmen, bestaan enkel uit een zijgang die door een lessenaarsdak wordt gedekt en die tot onder de lichtbeuk reikt. Ter plaatse van het koor en de absis met omgang verspringen de dakvlakken trapsgewijs. De gevels rusten op een door een strek afgesloten trasraam en worden onder de veelal omhoekende bakgoten op gesneden klossen door een omlopende muizentandlijst beëindigd. De vensters met glas in lood, worden keperboogvormig afgesloten en bevatten een schuingeplaatste uitstekende gemetselde lekdorpel. Van de drie in grootte wisselende vensters bestaat de grote variant, in de topgevels van de voorgevel en transepteinden, uit drie gemetselde stijlen die overgaan in kruisvormige ook weer gemetselde traceringen in de vensterkop, voorzien van een streklaag. Het venster van de middelste variant dat hoofdzakelijk voorkomt in de lichtbeuk en ter weerszijden van de ingangspartij, is geheel ingevuld met deze beschreven tracering. In de kleine variant vensters ter plaatse van zijbeuken, koorpartij en sacristie ontbreekt een tracering en bestaat deze enkel uit glas in loodraampjes. De topgevels aan de voorzijde en die van de transepteinden zijn onder de schuine daklijnen van een streklaag en een klimmend fries voorzien. In de topgevels aan de achterzijde ontbreekt deze klimmende fries. De in de toren per zijde twee voorkomende luigaten en lichtspleten worden eveneens keperboogvormig afgesloten en zijn voorzien van een gemetselde lekdorpel. De schuine zijden van de tuitgevel, onderbroken door schouders is eveneens afgebiesd met een streklaag. In de voor- en achterzijde bevindt zich de uit rood en groen-geglazuurde tegels met gele cijfers bestaande wijzerplaat van de klok. De uitkragende beëindiging van de zijgevels met uitgemetseld siermetselwerk komt overeen met de uitgekraagde schouders van de tuitgevel aan de voor- en achterzijde van de toren.

De VOORGEVEL (westzijde) met risalerende ingangspartij bezit drie naast elkaar geplaatste, tussen inspringende dagkanten gevatte vleugeldeuren. Gescheiden door glas in lood bovenlichten sluiten deze aan op de eveneens inspringende bovenzijde van het ondiepe portiek onder één brede betonnen latei waarop een streklaag rust. De topgevel wordt in beslag genomen door een eerder besproken venster. De dakschilden van de ingangspartij gaan over in het zadeldak van de terugwijkende flanken van de voorgevel met naar beneden doorgetrokken dakschilden. Alleen ter plaatse waar de hoogte van de risaliet de dakhelling bereikt van de flanken en is ter weerszijden een omgehoekte bakgoot geplaatst. De twee terugliggende zijkanten naast de deurpartij bevatten een venster van het type midden variant. De hogere en bredere eindgevel van het middenschip sluit het geheel naar achter af. Het linker dakschild gaat achter de links van de voorgevel geplaatste toren schuil. Boven de opgeklampte deur, identiek aan de kerkdeuren, onder een glas in lood bovenlicht, is halverwege de hoogte van de toren gerestaureerde oorlogsschade in het muurwerk zichtbaar.

De LINKER ZIJGEVEL (noordzijde) is vanuit de Dorpsstraat nauwelijks zichtbaar vanwege de plaatsing van de toren en het aansluitende tussenlid (apart monumentnummer 523907). Zware met leien op de afzaten belegde steunberen delen de buitengevels in muurvlakken in. In de oksel van toren en tussenlid is een platgedekte eenlaagse uitbouw geplaatst ter breedte van twee traveeën tot aan de transeptarm. Links voor de reeds beschreven transeptarm bevindt zich behalve een uitbouw (biechtstoelruimte), de sacristie met een met schubleien gedekt tentdak waarop twee pironnen. Aan de oost- en westzijde grenst een platgedekte uitbouw aan. De noordzijde bevat drie kleine venstertypen en een deur; de achterzijden telt twee raampjes. In het dakvlak van het middenschip komen links en rechts van de transeptarm een met een schilddakje aangekapte dakkapel voor met luiken.

De ACHTERGEVEL (oostzijde) bestaat ook weer uit telescopisch vóór elkaar gebouwde ruimten. In de vijfzijdige koorsluiting met een tegen de eindmuur van het koor aanvleiend vijfzijdig schilddak, komt in de absis en de kooromgang per zijde een klein venster voor. De RECHTER ZIJGEVEL (zuidzijde) die is te spiegelen aan de linker, is door het ontbreken van lage uitbouwen evenwichtiger in ontwerp. Het muurvlak van het voorportaal links, is blind uitgevoerd. De zijbeuk onder lessenaarsdak die tot aan de transeptarm loopt en twee traveeën telt, bevat per travee drie kleine vensters; de westzijde, die evenwijdig is gelegen aan de voorgevel bevat echter één venster. De lichtbeuk in de rechter zijgevel bestaat uit het standaardtype venster dat geheel is ingevuld met gemetselde traceringen. De traveeën worden zowel in de lichtbeuk als begane gronds, van elkaar gescheiden door steunberen van het eerder beschreven type. Drie zwaar uitgevoerde exemplaren schoren de twee traveeën tellende transeptarm. Rechts hiervan sluit nog een travee aan, in dispositie gelijk aan de traveeën links van de transeptarm. De koorpartij bevat één travee met een venster van het middentype waaronder een uitbouw waarvan de eindmuur blind is uitgevoerd, met afgeplat schilddak aansluit. Het INTERIEUR bevat vele waardevolle en goed bewaarde onderdelen. Ter weerszijden van het voorportaal is links de doopkapel en rechts de Mariakapel gesitueerd. Drie gaaf bewaarde vleugel(paneel)deuren geven toegang tot het middenschip, met achter scheibogen verhuld links en rechts, zijgangen. Gewelven in schoonmetselwerk (gele baksteen) door paraboolvormige gordelbogen (de constructieve delen in rood) scheiden de drie traveeën. In de wanden komen geel en groen geglazuurde sierbanden voor (afkomstig uit Tsjechië).Het bankenplan evenals de kleurstelling van in patronen gelegde vloertegels zijn oorspronkelijk. Alleen vooraan bij het koor is ten behoeve van diverse ceremonies een deel van de banken gewijzigd. Bijzonder is dat de communiebanken zijn gespaard gebleven met links een tekst 'ACCI / PITE ET' / en rechts 'MAM / DUCATE'. Het hoofdaltaar met panelen van Hans Mengelberg 'AD. 1934', bezit een crucifix met geestesstromen naar ontwerp van Jan Toorop. Enkele gebrandschilderde ramen komen van een atelier uit Kevelaer.

Waardering

KERKGEBOUW, gebouwd in 1932 door architect Clemens Hardeman.

- Van architectuurhistorisch belang als voorbeeld van een goed en gaaf bewaard kerkgebouw in door het expressionisme beïnvloede stijl. Een helder ontwerp, goede proporties en een zorgvuldige uitvoering van de baksteen gevels dragen bij tot de evenwichtige verschijningsvorm van diverse bouwmassa's.

- Van stedenbouwkundig belang vanwege zijn ligging aan de Dorpsstraat en de relatie met de samenstellende onderdelen.

- Van cultuurhistorische waarde vanwege de bestemming die verbonden is met de religieuze ontwikkeling in Oosterhout.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
523906
Complexnaam
St. Leonarduskerk
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Inleiding

Het kerkcomplex St. Leonardus bestaat uit de volgende beschermde onderdelen:

- KERK (A)

- PASTORIE (B)

- H. HARTBEELD (C)

Kerk en pastorie zijn gebouwd van 1932-1935 in overwegend expressionistische stijl van de Amsterdamse School door architect Clemens Hardeman uit Oldenzaal. Kenmerkend is de toegepaste sobere baksteen bouwtrant met, hier, bescheiden siermetselwerk. Het kerkgebouw bezit door de diverse dakvlakken een duidelijke moderne expressiviteit terwijl daarentegen de toren weer door traditionele romano-gotische invloeden wordt bepaald. De afzonderlijke bouwmassa's laten in expressionistische vormentaal de achterliggende interne functies zien. De grootte van de raampartijen in de pastorie is vervolgens weer kenmerkend voor de enigszins ingetogen romano-gotische bouwstijl.

Kerk en pastorie, die met een tussenlid met elkaar zijn verbonden, zijn gebouwd ter vervanging van een oude kerk uit 1855 die was gesitueerd in de huidige achtertuin van de pastorie, naast het kerkhof. Het H.Hartbeeld ontworpen door J. Custers in kunststeen, is toen verplaatst. Kerk en pastorie zijn in het dorp Oosterhout gelegen op de hoek Dorpsstraat en Savenijelaan. De kerk, met Christusbeeld op het voorplein en de pastorie worden respectievelijk door het kerkplein en een tuin van de straat gescheiden. Aan de achterzijde bevindt zich het kerkhof en de achtertuin. Begraafplaats en aanleg van kerkplein en tuin met muur vallen echter niet onder de rijksbescherming. De Dorpsstraat eindigt in zuidelijke richting bij de dwars gesitueerde Waaldijk.

Omschrijving

De kerk ligt ten opzichte van de pastorie naar achter geplaatst en de gebouwen zijn uitgelegd op een samengestelde plattegrond. Het samenstel van gebouwen valt op door de vrije ligging en de markante, centraal gepositioneerde toren tussen de lagere door een zadeldak gedekte kerk en pastorie. Beide zijn in een door het expressionisme beïnvloede stijl opgetrokken. Detailleringen in buitengevels als een trasraam, muizetand en een klimmend fries in de topgevels en in het interieur gekleurde vloertegels komen in kerk, tussenlid en pastorie voor.

Complexwaardering

Het uit drie onderdelen bestaande complex van KERKGEBOUW en de middels een tussenlid verbonden PASTORIE is gebouwd in 1932 door de architect architect Clemens Hardeman. Het uit 1855 daterende H. HARTBEELD is afkomstig van de voorganger van de kerk.

- Het complex is van architectuurhistorische waarde vanwege de goed bewaard gebleven hoofdvorm, met bijzondere detailleringen Het complex is als goed voorbeeld van een parochiekerk met pastorie uit eind eerste helft van de 20ste eeuw gebouwd in een door het expresionisme beïnvloede stijl. De beschermde onderdelen vormen een waardevol ensemble dat gelijktijdig en in een zelfde samengestelde stijlvorm tot stand is gekomen.

- Van stedenbouwkundige waarde vanwege zijn prominente ligging in de dorpskern aan de belangrijke Dorpsstraat en de ensemblewaarde van de samenstellende onderdelen. Bovendien vormt dit complex door de afmetingen en silhouet een karakteristiek beeld in de dorpskern en valt het op door de kwaliteit van de bebouwing en de historisch-ruimtelijke relatie.

- Van cultuurhistorische waarde vanwege de bestemming die verbonden is met de religieuze ontwikkeling in Oosterhout.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Kerk Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Dorpsstraat 14 6678 BH Oosterhout Ja
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Pseudobasiliek
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
L 1033 Valburg
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1932 1935 vervaardiging
Naar boven