Hoofdgebouw, Venray

Inleiding.

Voormalig HOOFDGEBOUW (Paviljoen A) van het St. Servatiusgesticht, gebouwd in de jaren 1905-1907 naar ontwerp van Henri van der Plas en bestaande uit een kapel, een dienstgebouw met centrale keuken en een onderaardse gang. Het hoofdgebouw is gelegen aan de voorzijde van de middenas van de aanleg en had aan de noordzijde oorspronkelijk een breed representatief administratiegebouw dat in 1944 verwoest werd.

Omschrijving.

Het hoofdgebouw paviljoen A bestaat uit een kapel die haaks achter het thans verdwenen administratiegebouw is gelegen en door twee gangen langs de gevels wordt verbonden met het achterliggende dienstgebouw. Dit dienstgebouw bestaat uit twee blokvormige vleugels waartussen zich een lager keukenvolume bevindt. Aan de noordzijde heeft de kapel een aangebouwde entreepartij uit het derde kwart van de twintigste eeuw op de plaats van het vroegere tussenlid naar het verdwenen administratiegebouw. De gevels van kapel en dienstvleugels dragen de algemene kenmerken zoals beschreven in de complexomschrijving (monumentnummer 5638231), waarbij de gevels van de kapel een afwijkende rondbooggeleding bezitten gebaseerd op Florentijns maaswerk. De daken van paviljoen A zijn gedekt met leien.

De kapel heeft de vorm van een Latijns kruis met een rechtafgesloten koor. De kapel heeft een vijf traveeën tellend schip en drie traveeën tellende transeptarmen, met zadeldaken gedekt. In de dakschilden bevinden zich kleine dakkapellen. Om het dak een goot met geprofileerde consoles zoals elders. Op het noordelijke nokuiteinde een veelzijdige klokkenstoel op rechthoekige basis, met galmgaten en wijzerplaten. De klokkenstoel wordt afgedekt door een aan de voet uitzwenkende veelzijdige en overstekende spits bekroond met kruisbloem, kruis en haantje.

De zijgevels hebben in elke travee hoge rondboog tweelichten bekroond door een oculus, gevat binnen een grotere rondboog. De omlijstingen zijn uitgevoerd in gele verblendsteen met toepassing van hardsteen aanzetstenen en boogstenen. De traveeën worden gescheiden door steunberen. De eindgevels worden afgesloten met puntgevels met hardsteen schouderstukken. In de eindgevels hoge rondboog drielichten met hoger middenvenster bekroond door een blinde oculus en omgeven door een grotere rondboog.

Het inwendige van de kerk bestaat uit een kerkschip met transeptarmen afgesloten door tongewelven voorzien van gordelbogen terwijl de viering is overkluisd door een kruisgewelf. Het oorspronkelijke veelkleurige, gedeeltelijk beschilderde en betegelde interieur is verdwenen toen de kerk conform veranderde liturgische opvattingen en smaakgevoel in de tweede helft van de twintigste eeuw werd versoberd.

Langs het schip en de transeptarmen van de kapel loopt een eenlaags, met glas dichtgezette wandelgang die aansluit tegen de noordgevels van de twee dienstvleugels. De gang is aan de westzijde gedeeltelijk vervangen door een gemetselde aanbouw uit het vierde kwart van de twintigste eeuw. De gang is opgebouwd op een lage voetmuur in kruisverband waarop een raamwerk met geprofileerde stijlen en regels. In de wanden van de gang oorspronkelijke dubbele deuren, voorzien van dichte onderpanelen en een vierruits glasindeling. De keuken bevond zich oorspronkelijk in een eenlaags volume onder zadeldak, geflankeerd door de twee dienstvleugels, maar is uitgebreid naar de oorspronkelijk open ruimte tussen kapel en gangen. De dienstvleugels en een gedeelte van de keuken zijn onderkelderd. Beide vleugels zijn twee bouwlagen hoog onder een eigen flauw hellend schilddak bekroond door pironnen op de nokuiteinden. In beide voorgevels bevindt zich ter benadrukking van de middenas een topgevel, waarin een laadluik met hijsbalk. De twee vleugels zijn aan de west- en oostzijde vermoedelijk reeds aan het einde van de jaren twintig van de twintigste eeuw in dezelfde trant uitgebreid. De gevels vertonen een regelmatige indeling met vensters gebruikelijk voor het Servatiusgesticht. Langs de achtergevel loopt een open veranda met glazen lessenaardak gedragen door standvinken op een voetmuur. Van deze veranda is een gedeelte aan de oostzijde alsmede een westelijk deel in tact, het middendeel is sterk aangetast. Het centrale gedeelte van de veranda ter hoogte van de keuken is vervangen door een eenlaags rechtafgesloten aanbouw. Het interieur van de keuken is wat constructie betreft gewijzigd en volledig gemoderniseerd. In de kelder van de keuken bevinden zich nog oorspronkelijke vloertegels. De beide dienstvleugels zijn op onderdelen gemoderniseerd met behoud van de oorspronkelijke ruimtelijke opzet.

Tussen paviljoen A en het zuidelijk ervan gelegen bedverpleegpaviljoen M loopt een gedeeltelijk onderaardse gang, restant van de onderaardse infrastructuur die dit paviljoen verbond met de keuken in het noorden, en drie paviljoens voor onrustigen en onzindelijken in de achterhoede van de aanleg. De onderaardse gang loopt vanaf het keukengebouw naar paviljoen M en is toegankelijk vanuit de huidige stookkelder van paviljoen A. Oorspronkelijk bevond deze gang zich een halve meter boven het maaiveld met lichtopeningen in de opbouw, thans is de bovenzijde van de gang verdwenen onder recentere nieuwbouw.

Waardering.

Paviljoen A is van algemeen, cultuur-historische en architectuur-historisch belang als essentieel onderdeel van de psychiatrische inrichting St. Servatius die aan het begin van de twintigste eeuw volgens het paviljoenstelsel werd gebouwd. De kapel herinnert hierbinnen in het bijzonder aan de Rooms-Katholieke oorsprong van het instituut.

Het hoofdgebouw heeft architectuur-historische waarde vanwege de herkenbare typologische opzet van het gebouw waarin diverse centrale functies zijn ondergebracht, en valt onder meer op vanwege de uitvoering van de kapel met een gevelgeleding verwijzend naar Florentijnse motieven.

Het paviljoen bezit stedenbouwkundige waarde vanwege de functionele en beeldbepalende ligging in de middenas van de aanleg en vanwege de bewaard gebleven onderaardse gang die een onderdeel is van de oorspronkelijke infrastructuur van de inrichting.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
524023
Complexnaam
St. Servatius
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Inleiding.

Complex bestaande uit een voormalig hoofdgebouw (Paviljoen A) met onderaardse gang, drie behandelpaviljoens (Paviljoen G, I en J) met twee tuinen, een volière annex duiventil en een tuinhuis oorspronkelijk behorend tot het krankzinnigengesticht St. Servatius te Venray.

Deze psychiatrische inrichting voor mannen is in de jaren 1905-1907 in opdracht van de Broeders van Liefde van Gent naar ontwerp uit 1905 van de Turnhoutse architect Henri van der Plas tot stand gekomen. De inrichting is gebouwd op een perceel ten oosten van Venray, tussen de huidige Stationsweg in het noorden en de Servatiusweg in het zuiden.

De oorspronkelijke aanleg kenmerkt zich door een symmetrische opzet met in de middenas onder meer een hoofdgebouw en een paviljoen voor bedverpleegden. In twee assen aan weerszijden de diverse zelfstandige paviljoens met eigen achtertuinen. De paviljoens werden omgeven door wandelgebied met sierelementen en bouwland. De verschillende gebouwen werden verbonden door paden, door glazen gangen en deels door twee elkaar kruisende onderaardse gangen. Voorts werden enkele dienstgebouwen gebouwd, een boerderij, een watertoren en aan de overzijde van de Stationsweg twee woningen voor gestichtsgeneesheren. De gebouwen werden in alfabetische volgorde aangeduid met A tot en met S en kenmerken zich door een bij het Belgische eclecticisme aansluitende mengeling van neo-renaissance en neo-barok.

Aan het einde van de jaren '20 vonden verbouwingen en uitbreidingen aan de paviljoens plaats naar ontwerp van architect Jos Bekkers uit Haarlem. Tijdens Tweede Wereldoorlog zijn enkele gebouwen verloren gegaan, in jaren '70 en '80 van de twintigste eeuw zijn veel van de overgebleven paviljoens gesloopt en werd het terrein verdicht met nieuwbouw. De glazen verbindingsgangen zijn verdwenen. De overige nog bestaande oorspronkelijke gebouwen alsmede de gewijzigde terreinaanleg worden niet in de bescherming van rijkswege opgenomen.

Omschrijving.

De in de bescherming opgenomen paviljoens liggen in de voormalige middenas en in het oostelijke deel van de aanleg. Paviljoen A ligt achter een nieuw hoofdgebouw in de oude middenas. Paviljoen G ligt in het noordoosten en is onderdeel van de voorhoede van de aanleg waardoor het een rijkere uitvoering met koepeldaken vertoont. Paviljoen I en J hebben nog een eigen tuin zoals oorspronkelijk bij elk paviljoen aanwezig was. In deze tuinen zijn een tuinhuis en een volière bewaard gebleven.

Alle paviljoens, tenzij anders vermeld, zijn vrijstaand en kenmerken zich door een symmetrische opzet onder een samengesteld schilddak of onder zadeldak. De daken zijn belegd met gesmoorde muldenpannen of tuile du Nordpannen, afgezien van paviljoen A dat gedekt is met leien. De pannendaken hebben nog kleine oorspronkelijke gietijzeren dakraampjes en pironnen op de nokuiteinden. Om de daken lopen geprofileerde, witgeschilderde bakgoten op gesneden gootconsoles. De drie in de bescherming opgenomen behandelpaviljoens zijn twee of eenlaags en voorzien van risalieten. Aan de achterzijde bevinden zich steeds veranda's. De paviljoens zijn opgetrokken in rode baksteen in kruisverband op een gecementeerde plint, die hier en daar gekamd is. Over de gevels lopen sierbanden in gele en zwarte verblendsteen ter hoogte van de onderdorpels en wisseldorpels van vensters en onder de dakgoot. De banden ter hoogte van de wisseldorpels hebben tevens een bloktanddecoratie in zwarte verblendsteen en sluiten aan tegen de vergelijkbaar uitgevoerde vensterbogen. In de gevels komen voornamelijk oorspronkelijke houten veelroedige vensters voor in diverse typen en formaten, steeds bekroond door een rondboogvormig of korfboogvormig bovenlicht met radiale roedenindeling. De vensters hebben hardsteen lekdorpels. In de gevels bevinden zich op regelmatige afstand van elkaar kleine ventilatiegaten met rechthoekige gietijzeren roostertjes.

Waardering.

Het complex St. Servatius is van algemeen, cultuur-historisch en architectuur-historisch belang als bijzondere uitdrukking van een sociaal-maatschappelijke en een medische ontwikkeling, als kenmerkend voorbeeld van een psychiatrische inrichting na de Krankzinnigenwet van 1884.

Het complex heeft typologische waarde als overblijfsel van een goed uitgewerkt voorbeeld van het paviljoenenstelsel, met een in dit geval sterk geometrisch en symmetrische opzet met voor die tijd rationele infrastructuur binnen een parkachtige aanleg met sierelementen. Het complex heeft architectuur-historische waarde vanwege de voor psychiatrische inrichtingen in deze periode kenmerkende schilderachtige architectuur, met invloeden uit de neo-barok en neo-renaissance. Het complex heeft stedenbouwkundige waarde vanwege de bijzondere opzet en vanwege de beeldbepalende ligging in het voormalige buitengebied van het dorp Venray. Het complex bezit hoge ensemblewaarden met het nabijgelegen in dezelfde tijd tot stand gekomen instituut St. Anna voor vrouwen.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Psychiatrische inrichting Cultuur, gezondheid en wetenschap Gezondheidszorg oorspronkelijke functie
Kapel(F1) Religieuze gebouwen Kapel (F) oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
D'n Herk 1 5803 DM Venray Ja
D'n Herk 3 5803 DM Venray
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
T 6861 Venray
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1905 1907 vervaardiging
Ambachten
Name Beroep Notitie
Plas van der, H. ; Limburg architect / bouwkundige / constructeur
Naar boven