Paviljoen J, Venray
Inleiding.
PAVILJOEN ("Paviljoen J") van het St. Servatiusgesticht in 1905-1907 gebouwd naar ontwerp van Henri van der Plas en oorspronkelijk bestemd voor 50 lijders aan vallende ziekte. Het paviljoen telt in afwijking van de overige paviljoens van het gesticht slechts één bouwlaag en is gelegen in de achterhoede van de aanleg ten oosten van de middenas. Achter Paviljoen J is nog een oorspronkelijke TUIN aanwezig.
Omschrijving.
Vrijstaand paviljoen met een aan de zuidgevel grenzende rechthoekige tuin omgeven door een haag met hierin hoge draaihekken. De tuin heeft een wandelpad bestraat met rode klinkers in de vorm van twee elkaar rakende ovalen, overeenkomstig de toestand op foto's van omstreeks 1908. De lobben binnen de paden zijn ingevuld met gras en beplant met enkele struiken en bomen en de tuin kent voorts een eenvoudige sierbeplanting. In de zuidoostelijke hoek van de tuin ligt iets verhoogd een tuinhuis (zie monumentnummer 5638253).
Het paviljoen telt één bouwlaag en een hoge kapverdieping gebouwd op een in hoofdzaak H-vormig grondplan met aan de oostzijde een uitbouw waarin oorspronkelijk enkele isoleercellen. Het samengestelde schilddak heeft gesmoorde tuile du Nordpannen en is op de nokuiteinden bekroond met zinken pironnen. Voor de afwatering een eenvoudige houten geprofileerde bakgoot op kleine, geprofileerde gootconsoles. De bakstenen gevels met lage gepleisterde plint bezitten de algemene kenmerken van de paviljoens beschreven in de complexomschrijving (monumentnummer 5628231). De gevelopeningen bevinden zich bijna allemaal op de oorspronkelijke plaats, maar vrijwel alle vensters zijn vervangen voor kunststof exemplaren met roedeverdeling naar oorspronkelijk model.
De voorgevel kent evenals de achtergevel een vrijwel symmetrische opzet met hoekrisalieten, waarbij de symmetrie wordt doorbroken door de aanbouw aan de oostzijde. In de voorgevel een regelmatige indeling met grote rondboogvensters naar voor het gesticht gebruikelijk model met in het midden een doorbraak met deur uit het derde kwart van de twintigste eeuw. De rechter zijgevel bezit enkele gelijkvormige vensters zoals voornoemd op onregelmatige afstand van elkaar. Rond het middelste venster bouwsporen in het muurwerk. Vermoedelijk is hier ooit een deur vervangen voor een venster.
De linker zijgevel heeft in aansluiting op de achterliggende gang een oorspronkelijke zij-ingang met erboven een laadluik in een topgevel. De achtergevel heeft in het linker risaliet waarin zich oorspronkelijk toiletruimten bevonden, een serie kleine zesruits rondboogvensters op doorlopende lekdorpel. Tussen de risalieten een iets uitstekende oorspronkelijk open veranda bestaande uit negen standvinken op een hardstenen balustrade. In de balustrade twee openingen naar de tuin. De veranda is thans geheel dichtgezet met moderne ramen en deuren en van binnen beschoten, met behoud van de oorspronkelijke constructie.
Het interieur heeft de hoofdopzet met een doorlopende middengang in de breedte van het pand bewaard, maar is inwendig volledig gemoderniseerd. Door de doorbraak in de voorgevel is de structuur van de aan deze zijde oorspronkelijk aanwezige grote slaapzalen doorbroken. De constructie van de hoge, gedeeltelijk nog onbeschoten kap is behouden.
Waardering.
Paviljoen J met bijbehorende tuin is van algemeen, cultuur-historisch en architectuur-historisch belang als essentieel onderdeel van de psychiatrische inrichting St. Servatius die aan het begin van de twintigste eeuw volgens het paviljoenstelsel werd gebouwd.
Het pand is in samenhang met de andere bewaard gebleven paviljoens van typologische waarde omdat ze door hun situering in de aanleg, hun specifieke ruimtelijke opzet en gevelbehandeling illustratief zijn voor de categoriale behandeling naar sociale klasse en stoornis die inrichtingen in deze periode kenmerken.
Vanwege de aanwezigheid van een achterliggende patiëntentuin geeft het pand bovendien een zeer compleet en oorspronkelijk beeld van een behandelpaviljoen van een psychiatrische inrichting uit deze tijd.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding.
Complex bestaande uit een voormalig hoofdgebouw (Paviljoen A) met onderaardse gang, drie behandelpaviljoens (Paviljoen G, I en J) met twee tuinen, een volière annex duiventil en een tuinhuis oorspronkelijk behorend tot het krankzinnigengesticht St. Servatius te Venray.
Deze psychiatrische inrichting voor mannen is in de jaren 1905-1907 in opdracht van de Broeders van Liefde van Gent naar ontwerp uit 1905 van de Turnhoutse architect Henri van der Plas tot stand gekomen. De inrichting is gebouwd op een perceel ten oosten van Venray, tussen de huidige Stationsweg in het noorden en de Servatiusweg in het zuiden.
De oorspronkelijke aanleg kenmerkt zich door een symmetrische opzet met in de middenas onder meer een hoofdgebouw en een paviljoen voor bedverpleegden. In twee assen aan weerszijden de diverse zelfstandige paviljoens met eigen achtertuinen. De paviljoens werden omgeven door wandelgebied met sierelementen en bouwland. De verschillende gebouwen werden verbonden door paden, door glazen gangen en deels door twee elkaar kruisende onderaardse gangen. Voorts werden enkele dienstgebouwen gebouwd, een boerderij, een watertoren en aan de overzijde van de Stationsweg twee woningen voor gestichtsgeneesheren. De gebouwen werden in alfabetische volgorde aangeduid met A tot en met S en kenmerken zich door een bij het Belgische eclecticisme aansluitende mengeling van neo-renaissance en neo-barok.
Aan het einde van de jaren '20 vonden verbouwingen en uitbreidingen aan de paviljoens plaats naar ontwerp van architect Jos Bekkers uit Haarlem. Tijdens Tweede Wereldoorlog zijn enkele gebouwen verloren gegaan, in jaren '70 en '80 van de twintigste eeuw zijn veel van de overgebleven paviljoens gesloopt en werd het terrein verdicht met nieuwbouw. De glazen verbindingsgangen zijn verdwenen. De overige nog bestaande oorspronkelijke gebouwen alsmede de gewijzigde terreinaanleg worden niet in de bescherming van rijkswege opgenomen.
Omschrijving.
De in de bescherming opgenomen paviljoens liggen in de voormalige middenas en in het oostelijke deel van de aanleg. Paviljoen A ligt achter een nieuw hoofdgebouw in de oude middenas. Paviljoen G ligt in het noordoosten en is onderdeel van de voorhoede van de aanleg waardoor het een rijkere uitvoering met koepeldaken vertoont. Paviljoen I en J hebben nog een eigen tuin zoals oorspronkelijk bij elk paviljoen aanwezig was. In deze tuinen zijn een tuinhuis en een volière bewaard gebleven.
Alle paviljoens, tenzij anders vermeld, zijn vrijstaand en kenmerken zich door een symmetrische opzet onder een samengesteld schilddak of onder zadeldak. De daken zijn belegd met gesmoorde muldenpannen of tuile du Nordpannen, afgezien van paviljoen A dat gedekt is met leien. De pannendaken hebben nog kleine oorspronkelijke gietijzeren dakraampjes en pironnen op de nokuiteinden. Om de daken lopen geprofileerde, witgeschilderde bakgoten op gesneden gootconsoles. De drie in de bescherming opgenomen behandelpaviljoens zijn twee of eenlaags en voorzien van risalieten. Aan de achterzijde bevinden zich steeds veranda's. De paviljoens zijn opgetrokken in rode baksteen in kruisverband op een gecementeerde plint, die hier en daar gekamd is. Over de gevels lopen sierbanden in gele en zwarte verblendsteen ter hoogte van de onderdorpels en wisseldorpels van vensters en onder de dakgoot. De banden ter hoogte van de wisseldorpels hebben tevens een bloktanddecoratie in zwarte verblendsteen en sluiten aan tegen de vergelijkbaar uitgevoerde vensterbogen. In de gevels komen voornamelijk oorspronkelijke houten veelroedige vensters voor in diverse typen en formaten, steeds bekroond door een rondboogvormig of korfboogvormig bovenlicht met radiale roedenindeling. De vensters hebben hardsteen lekdorpels. In de gevels bevinden zich op regelmatige afstand van elkaar kleine ventilatiegaten met rechthoekige gietijzeren roostertjes.
Waardering.
Het complex St. Servatius is van algemeen, cultuur-historisch en architectuur-historisch belang als bijzondere uitdrukking van een sociaal-maatschappelijke en een medische ontwikkeling, als kenmerkend voorbeeld van een psychiatrische inrichting na de Krankzinnigenwet van 1884.
Het complex heeft typologische waarde als overblijfsel van een goed uitgewerkt voorbeeld van het paviljoenenstelsel, met een in dit geval sterk geometrisch en symmetrische opzet met voor die tijd rationele infrastructuur binnen een parkachtige aanleg met sierelementen. Het complex heeft architectuur-historische waarde vanwege de voor psychiatrische inrichtingen in deze periode kenmerkende schilderachtige architectuur, met invloeden uit de neo-barok en neo-renaissance. Het complex heeft stedenbouwkundige waarde vanwege de bijzondere opzet en vanwege de beeldbepalende ligging in het voormalige buitengebied van het dorp Venray. Het complex bezit hoge ensemblewaarden met het nabijgelegen in dezelfde tijd tot stand gekomen instituut St. Anna voor vrouwen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Tuin | Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | oorspronkelijke functie | – |
Ziekenpaviljoen | Cultuur, gezondheid en wetenschap | Gezondheidszorg | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
D'n Herk | 92 | – | 5803 DN | Venray | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | T | 6861 | – | Venray |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1905 | 1907 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Plas van der, H. ; Limburg | architect / bouwkundige / constructeur | – |