Inleiding

KANTOORVILLA in een door het zakelijk expressionisme beïnvloede bouwstijl, 1932. Gebouwd in opdracht van notaris Imkamp, naar een ontwerp van architect Stephan Dings te Beek. De villa is vrijstaand gesitueerd in de lineaire bebouwingsstructuur van de Heirstraat. In 1981-1982 kwam het pand in gebruik als klooster bij de orde der minderbroeders conventuelen. Hierbij werd de indeling van het pand op enkele punten aangepast en een nieuwe schuifpui in de tot refter verbouwde veranda aan de achtergevelzijde geplaatst. De bijgebouwde garage is UITGESLOTEN van bescherming.

Omschrjving

De PLATTEGROND van de kantoorvilla heeft een min of meer rechthoekige hoofdvorm, die aan de zuidwestzijde vooruitspringt in een ronde erker en aan de zuidoostzijde inspringt.

De villa heeft een gedeeltelijke souterrainverdieping en telt overwegend twee bouwlagen plus een zolderverdieping. De keukenuitbouw aan de zuidwestelijke achtergevelzijde telt één bouwlaag. De villa wordt gedekt door samengestelde SCHILD- en KEGELDAKEN met rode keramische daktegels, welke in 1994-1995 zijn vernieuwd. Luifelgoten, aan de onderzijde voorzien van sierlijsten. Twee decoratief gemetselde nokschoorstenen, hoge schoorsteen op het achterdakvlak. De dakkapellen van het voor- en achterdakvlak hebben respectievelijk drie- en tweegewijs gekoppelde rechthoekige houten vensters. Deze dakkapellen zijn - in afwijking van de ontwerptekening - niet ingestoken onder platte dakdelen. Het dak is als het ware ter plaatse opgetind, waardoor de kapellen tevens gewelfde wangen hebben gekregen. Op het rechter zijdakvlak van de ronde voorgevelerker bevindt zich een dakkapel onder plat met overstek, verticaal ingedeeld rechthoekig houten venster en een decoratieve houten betimmering. De keukenuitbouw van één bouwlaag heeft een PLAT DAK, waarvan de oorspronkelijke balkonbalustrade is verwijderd. De villa heeft rechthoekige houten VENSTERS en DEUREN. De vensters zijn voornamelijk in reeksen gecombineerd. De villa heeft een plint van rood genuanceerde BAKSTEEN met rollaag, gemetseld in VLAAMS verband. De gevels zijn opgetrokken in een zeer smal formaat lichtrode baksteen met open, terugliggend voegwerk. De gevels en schoorstenen zijn gemetseld in kettingverband. Geglazuurde vensterdorpels. Enkele geprofileerde betonlateien. Rollage, zowel enkel- als meervoudig. De VOORGEVEL aan de noordwestzijde heeft in de eerste bouwlaag een rondboogvormige portiekopening met zesvoudige rollaag. In het portiek de oorspronkelijke rechthoekige houten voordeur en smal rechthoekig houten venster met glas-in-lood, dat nadien van traliewerk is voorzien. In de plint onder dit venster een hardstenen brievenbus. Het portiek heeft een tegelvloer, rood in een zwarte omkadering. Twee bakstenen traptreden. Aan weerszijden van het portiek een rechthoekig houten vensterkozijn met zijlichten: in de hoekerker ter linkerzijde onder een geprofileerde betonlatei, ter rechterzijde onder een rollaag. Aan de rechterzijde wordt de eerste bouwlaag beïndigd door een ronde erker onder een kegelvormig dak. In deze erker een reeks van zeven rechthoekige houten vensters. Centraal in de tweede bouwlaag een reeks van vier rechthoekige, verticaal ingedeelde houten vensters, waaronder de oorspronkelijke bloembakken nog aanwezig zijn. Links daarnaast, in een terugliggend gevelvlak boven de hoekerker, een rechthoekige dubbele houten balkondeur met zijlichten. Hoog onder het overstek van de op het hoofdvolume ingestoken topgevel een reeks van drie rechthoekige, smalle houten vensters. De korte, op het zuidwesten gelegen rechter ZIJGEVEL risaleert ten dele. In de eerste laag heeft dit risaliet twee rechthoekige houten vensters met zijlicht. In de tweede laag, hoog onder het overstek, een rechthoekig houten venster met dubbele verticale indeling. Links daarnaast een rechthoekige dubbele houten deur met zijlichten, verdiept in een loggia. In het korte zijgeveldeel van dit risaliet respectievelijk een rechthoekig houten venster, alsmede de rechthoekige gevelopening van de loggia. De op het noordoosten gelegen linker ZIJGEVEL heeft in de eerste laag een hoekerker met balkon. In de eerste laag van de erker een rechthoekig houten venster met zijlichten onder een geprofileerde betonlatei. Verder in de eerste bouwlaag een reeks van drie rechthoekige houten vensters alsmede een thans geblindeerd, klein rechthoekig toiletvenster. In de tweede laag respectievelijk een drievoudige en tweevoudige reeks rechthoekige houten vensters. Twee souterrainvensters in de plint. In het terugliggende linkerdeel van de ACHTERGEVEL aan de zuidoostzijde is, onder een zware betonnen latei, een nieuwe refterpui geplaatst. Hierboven, hoog onder het overstek, een rechthoekig houten venster. Tegen het middendeel van de achtergevel bevindt zich de uitgebouwde keuken van één bouwlaag onder plat. Deze keuken heeft in de zuidwestgevel een rechthoekige houten deur met zijlicht, in de zuidoostgevel een rechthoekig dubbel houten kruiskozijn met bovenlichten. Naast dit kozijn een rechthoekige deur met dubbele horizontale indeling van het glaspaneel en bakstenen traptrede. Het deurzijlicht heeft een bovenlicht. Het souterrain is bij de keuken van buitenaf toegankelijk middels een onder een betonluifel geplaatste rechthoekige houten deur, die bereikbaar is via een achter een keermuur met balustrade schuilgaande souterraintrap. Naast de souterraindeur een rechthoekig, verticaal ingedeeld houten vensterkozijn. In de achtergevel boven de keuken een groot, drievoudig trappenhuisvenster met glas-in-lood en voorzetraam. Hiernaast de oorspronkelijke rechthoekige houten balkondeur. Naast de keuken een geveldeel over twee bouwlagen, dat wordt gedomineerd door een afgeschuinde driezijde erker. Elke erkerzijde heeft een ongeleed rechthoekig houten vensterkozijn. Boven de erker een balkon met hoge bakstenen borstwering, toegankelijk middels een rechthoekige dubbele houten blakondeur met zijlichten. In de plint van de erker een rechthoekig verticaal ingedeeld souterrainvenster. Rechts naast de erker een rechthoekige houten buitendeur. De kantoorvilla heeft een aanzienlijke voortuin, waarin een aan twee zijden toegankelijke oprit. Aan elke zijde is de oprit voorzien van twee in expresionistische trant vormgegeven bakstenen HEKPIJLERS. Bij de herbestemming tot klooster werd het INTERIEUR van de kantoorvilla op enkele kleine punten aangepast. De scheiding tussen keuken en bijkeuken en de toiletvoorziening in de wachtkamer werd verwijderd; de entree van het als kapel ingerichte privé-kantoor en de toegang tot de als sacristie ingerichte kluis werden gewijzigd. Boven kregen alle niet-gemeenschappelijke verblijfsruimten nieuwe sanitaire voorzieningen. In dit interieur zijn onder meer van belang de in 1946 vernieuwde glas-in-lood trappenhuisvensters van glazeniet Pieters, in de vorm van een drieluik: bezettingstijd mei 1940, bombardement op Beek 5 oktober 1042, bevrijding 5 mei 1945. De oorspronkelijke vensters, voorstellende de vier jaargetijden werden op 5 oktober 1942 vernield; de hal met het oorspronkelijke trappenhuis en het balkonplafond; de lambrizeringen van het trappenhuis en de overloop; de erkerkamer op de begane grond met fraaie lambrizering, balkonplafond en dubbele schuifdeuren naar de als refter ingerichte veranda.

Waardering

De voormalige kantoorvilla is van cultuurhistorische waarde als weerspiegeling van de maatschappelijke status van opdrachtgever notaris Imkamp. De kantoorvilla is van belang vanwege de toegepaste bouwstijl, die kan worden gekenmerkt als een streektypische verwerking van expressionistische en traditionele invloeden, welke heeft geleid tot een uitbundige vormentaal en de villa tot een specifiek voorbeeld van villabouw uit de jaren dertig van de 20ste eeuw maakt met een bovenregionale betekenis. De villa is voorts van architectuurhistorisch belang als specimen van het oeuvre van architect Stephan Dings, beschikt over bijzondere estehtische kwaliteiten en onderscheidt zich door de toepassing van bijzondere formaten baksteen. De kantoorvilla is vanwege de situering verbonden met de nederzettingsontwikkeling van Beek in de eerste helft van de 20ste eeuw en van belang voor het aanzien van deze plaats. Het pand is een goed voorbeeld van hoe bij een ingrijpende wijziging van functie de gaafheid nagenoeg geheel kan worden bewaard. Voorts is het pand van belang voor de visuele gaafheid van de bebouwde omgeving. Tenslotte beschikt het pand over redelijke architectuurhistorische zeldzaamheidswaarde.