Oosteinde 116, Voorburg
Inleiding complexonderdeel 1
Op de buitenplaats Eemwijk gebouwd LANDHUIS uit 1918 op de plaats waar daarvoor een eveneens 'Eemwyck' geheten woonhuis stond. Het huis is gebouwd in een Traditionalistische stijl (Um 1800), naar ontwerp van de Rotterdamse architect R.J. Hoogeveen. Omstreeks 1970 verloor het de oorspronkelijke functie en werden er kantoorruimtes in gevestigd.
Van bijzonder belang is het voor een belangrijk deel nog in oorspronkelijke staat verkerende inwendige van het huis met onder meer glas-in-lood van de hand van Jan Schouten van 't Prinsenhof (Delft) en een door de beeldhouwer W.A. vervaardigd houten sculptuur. De aanbouwen aan weerszijden van het huis zijn voor de bescherming van rijkswege van ondergeschikt belang.
Omschrijving
Vanuit een vrijwel rechthoekige plattegrond, in schone baksteen (Vlaams verband) en natuursteen opgetrokken, deels onderkelderd huis met verdieping onder een met leien (maasdekking) gedekt, concaaf gewelfd en uitkragend, afgeknot schilddak met steekkappen en gemetselde schoorstenen met spaarvelden op de nokhoeken. De oorspronkelijk met persiennes behangen gevelopeningen zijn merendeels rechtgesloten onder strekken. De onderdorpels van de vensters zijn van hardsteen evenals de gevelplinten. Het huis wordt aan drie zijden grotendeels begrensd door een terras.
Symmetrische, drie-assige voorgevel met een hoger opgaand ingangsrisaliet. In beide bouwlagen, aan weerszijden van de risaliet een tussen strek en hardstenen onderdorpel staand venster met roedenverdeling in de bovenlichten. De entree is te bereiken via een hardstenen stoep. De deur staat tussen in zandstenen kozijnen gevatte boven- en zijlichten en achter een zandstenen porticus met dubbele, op piedestals staande zuilen met fantasiekapitelen, die een architraaf en een balkon dragen. De onderzijde van de voetplaat van het balkon is voorzien van cassettes en de tussen zware hoekbalusters staande borstwering van gevlochten maaswerk. Het balkon is bereikbaar via een dubbele, onder bovenlichten met roedenverdeling staande deur. Tussen deze deuren en het rondboogvenster hierboven de naam 'EEMWIJK' in metalen sierletters. De boven de dakrand uitstekende gevelpartij wordt geaccentueerd door natuurstenen hoekblokken en bevat een rondboogvenster dat is voorzien van een (radiale) roedenverdeling en glas-in-lood en staat onder een uitgemetselde boog. De in- en uitzwenkende bekroning is voorzien van natuurstenen dekplaten en een beëindiging in de vorm van een natuurstenen rondboog met "AD 1918" in de boogtrommel. Aan weerszijden steekt een kleine rondboog-dakkapel uit het dakschild. Het aanzien van de linker zijgevel (noordzijde) wordt bepaald door een terras met een op een porticus met Toscaanse zuilen rustend balkon. De vloer van het terras is samengesteld uit kleine rode en zwarte tegeltjes die geometrische motieven vormen. De zandstenen zuilen staan op hardstenen basementen en dragen zware architraven en een balkon, die eveneens van zandsteen zijn. De borstwering van het balkon bestaat uit tussen zware, rechthoekige balusters staand, gevlochten maaswerk. De onderkant van de voetplaat van het balkon is voorzien van uitsparingen in de vorm van octogonale cassettes. Op het terras en op het balkon komen drie porte brisées uit, die zijn ingevuld met glas-in-lood en roedenverdeling in de bovenlichten. Uit de dakvoet van de kap steken twee dakkapellen met openslaande ramen, halfronde kappen met profiellijsten en met leien gedekte wangen. In de gevelpartij rechts van de porticus staat per bouwlaag een octogonaal venster met roedenverdeling in de klapramen. Die op de parterre staat bovendien achter decoratieve diefijzers. Het linker deel van de gevel risaleert ten opzichte van het rechter deel en heeft een iets hoger opgaande gedeelte onder een dwarskap. Dit gedeelte is op de begane grond verbonden met een aanbouw en bevat een uit drie hoge vensters samengesteld, met glas-in-lood ingevuld traplicht.
Symmetrische, op de Vliet georiënteerde achtergevel met in het midden een deels door middel van gemetselde borstweringen omheind terras, waarvan de vloer is voorzien van kleine, in decoratieve patronen verwerkte zwarte en rode tegeltjes. De grote zandstenen serre bevat openslaande deuren en vensterpartijen met glas-in-lood en roedenverdeling in de bovenlichten en draagt een eveneens zandstenen balkon met een opengewerkte borstwering als die van de linker zijgevel. Aan weerszijden van de serre staan met glas-in-lood ingevulde openslaande deuren. Drie vergelijkbare deuren met roedenverdeling in de bovenlichten komen uit op het balkon. De vensters in de buitenste traveeën zijn eveneens voorzien van roedenverdeling in de bovenlichten. Uit het dakschild hierboven steken drie dakkapellen, die vergelijkbaar zijn met die in het linker dakschild. De kap wordt aan deze zijde bekroond door een octogonale dakruiter met uurwerk aan de met leien beklede basis, rondbogen tussen zuiltjes, die een met koper bekleed koepeldak met piron dragen en een luidklok. Aan de rechter zijgevel (zuidzijde) bevindt zich eveneens een terras dat is voorzien van een vloerbetegeling, die vergelijkbaar is met die aan de achterzijde. De vensters in de beide bouwlagen en de openslaande terrasdeuren in de hoger opgaande middenpartij zijn ook hier ingevuld met glas-in-lood. De terrasdeuren stonden oorspronkelijk onder een door gemetselde kolommen gedragen luifel. Het rechter deel van de gevel bevat op de verdieping een tegeltableau met zonnewijzer en afbeelding van Aurora. De gevel wordt op de begane grond geleed door lisenen. Aan het iets terugliggende linker deel van de gevel staat een modern tussenlid en uit het dakschild hierboven steken twee dakkapellen, die vergelijkbaar zijn met de andere.
INTERIEUR. Het inwendige van het huis wordt gekenmerkt door een grote rijkdom aan bijzondere, in hoogwaardig materiaal uitgevoerde, ambachtelijk bewerkte onderdelen. Diverse vertrekken, de gang, de hal en het trappenhuis zijn in ruime mate voorzien van marmeren wandbekleding, lambrizeringen van diverse houtsoorten, schouwen met marmeren en bewerkte houten schoorsteenmantels en boezems (waarvan enkele voorzien van een schildering en/of spiegel), ingebouwde kasten, snijwerk, kooflijsten, wandbespanningen van textiele materialen, beschilderd en gebrandschilderd glas-in-lood, versierde metalen en houten roosters voor de verwarmingselementen, verlichtingsarmaturen en stucdecoraties aan de plafonds. De wanden van het ingangsportaal (vestibule) zijn voor een groot deel bekleed met marmer. De openslaande glasdeuren tussen portaal en gang zijn evenals het korfboogvormige bovenlicht voorzien van roedenverdeling. De gang is voorzien van hoge lambrizeringen en een korfboogvormig tongewelf met cassetten. Links van de gang (noordzijde) bevindt zich de "heerenkamer", die onder meer is voorzien van een marmeren schouw met ijzeren binnenwerk en een schoorsteenmantel en boezem met snijwerk, wanden met de oorspronkelijke wandbespanning, een plafond met een houten omlijsting, ingebouwde kasten, gesneden roosters voor de verwarmingskasten, lambrizeringen en glas-in-lood in de openslaande terrasdeuren. De gang leidt via een dubbele glasdeur onder korfboogvormig bovenlicht met radiale roedenverdeling naar de centrale hal met een ruime vide, waarboven een houten cassettenplafond, waaraan een grote ijzeren luchter hangt. Ook de halwanden zijn bekleed met hoge lambrizeringen. Voorts bevindt zich hier een schouw van hout, ijzer en marmer, drie met glas-in-lod ingevulde glasdeuren en de trap naar de verdieping.
De houten bordestrap heeft gelambrizeerde wanden en een zware trappaal die wordt bekroond door een in 1919 door beeldhouwer W.A. vervaardigde houten gansgier. De geprofileerde handlijsten van de leuning rusten op gedraaide houten spijlen. De trapbalustrades zijn bovendien voorzien van schilden met snijwerk. De onderkant van het bordes heeft een cassettenverdeling. Het samengestelde traplicht bevat door Jan Schouten van 't Prinsenhof (Delft) ontworpen voorstellingen van de drie levensfasen van de mens. De trapbalustrades van de overloop worden gescheiden door een deels gelambrizeerde hoekkolom. Aan de hal grenzen de voormalige eetkamer, en de voormalige woonkamer en de hiervan door middel van suitedeuren gescheiden voormalige salon. Het houtwerk in de salon is groen van kleur met goudkleurige accenten, in tegenstelling tot het bruin gelakte houtwerk elders in het pand. De schouw is van marmer en ijzer en heeft een boezem met spiegels en een schildering, waarin het monogram uit de letters KO bestaat. De wanden in deze ruimte zijn voorzien van lambrizeringen en de oorspronkelijke jacquard-wandbespanning. De verwarmingselementen staan achter gesneden roosters, het glas-in-lood is deels beschilderd en het plafond wordt verlevendigd door stucwerk. De ingebouwde kasten zijn voorzien van glasdeuren en profiellijsten. De grotere woonkamer heeft een plafond met stucversieringen, de oorspronkelijke textiele wandbespanning boven de houten lambrizering en een schouw van marmer en ijzer, waarboven een houten boezem met spiegel en een schildering met bloemenvaas. De schuifdeuren tussen deze kamer en de salon zijn glasdeuren met een roedenverdeling. De grote boog tussen de woonkamer en de serre heeft de vorm van een liggende ellipsboog. De serre heeft aan de binnenzijde zes bogen, die de vensters, deuren en doorgangen overspannen en voorzien zijn van snijwerk. De als eetkamer bestemde ruimte bevat gelambrizeerde wanden en wandbespanningen van rode trijp, ingebouwde kasten met fijne roedjes in de glasdeuren, het oorspronkelijke tapijt, een schouw van marmer en ijzer onder een boezem met spiegel, snijwerk en trijpbespanning, een houten cassettenplafond, terrasdeuren met glas-in-lood en achtruits gangdeuren. De kamers op de verdieping waren bestemd als slaapkamers, biljartkamer, zitkamer en linnenkamer. Over het algemeen zijn deze ruimtes wat soberder, maar zijn ook nog voor een belangrijk deel in de oorspronkelijke staat bewaard gebleven. De vensters zijn ook hier voorzien van glas-in-lood, waarvan een aantal ge(brand)schilderd is. De meeste deuren zijn omlijste paneeldeuren. In de lange, gelambrizeerde wand aan de overloop staat een groot, versierd ijzeren rooster. De kamer met het balkon boven de zuilenporticus was de biljartkamer. Deze bevat een balkenplafond met cassettes, lambrizeringen, ingebouwde kasten met versierde omlijsting, openslaande, met glas-in-lood ingevulde balkondeuren, die eveneens binnen een omlijsting staan, en een schouw van marmer, koper, ijzer en hout. De houten boezem is voorzien van panelen, een ingebouwd uurwerk en twee originele verlichtingselementen. Van de slaapkamers aan de oostkant van het huis is die in de zuid-oosthoek voorzien van een plafond met stucversiering, wandbekleding met geflockprint decor, een schouw van marmer en ijzer binnen een houten omlijsting met gecanneleerde pilasters en een spiegel, en aan weerszijden een ingebouwde kast met een fijne roedenverdeling in de deuren. De voormalige slaapkamer in de noord-oosthoek heeft een schouw van marmer en ijzer en een boezem met spaarveld tussen de schoorsteenmantel en een brede kroonlijst. De voormalige slaapkamer aan zuidzijde heeft een lage, crêmekleurige lambrizering, stucplafond, houten roosters voor de verwarmingselementen en een houten schouw met koperen haard. In de kap op de zolderverdieping licht een daklicht met glas-in-lood.
Waardering
Het buitenhuis met bijbehorend interieur is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de architectuurhistorische en de stedebouwkundige waarde:
- als een bijzonder onderdeel van de geschiedenis en de ontwikkeling van Voorburg.
- vanwege de voor de bouwtijd karakteristieke stilistische kenmerken, vanwege het bijzondere materiaalgebruik en vanwege de kwaliteit van het ontwerp.
- als essentieel onderdeel van een waardevol complex en vanwege de situering, die is verbonden met de ontwikkeling van de streek.
Het huis is eveneens van belang vanwege de herkenbaarheid en vanwege de architectonische gaafheid van in- en exterieur.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
Aan de Vliet ligt de BUITENPLAATS EEMWIJK met vroeg twintigste-eeuws LANDHUIS (1), DIENSTWONING (2), TOEGANGSHEK (3) en ORANJERIE (4). Al in 1650 bevond zich hier een buitenplaats, die in 1721 de naam 'Eemwyck' kreeg toen het in bezit kwam van Jannetje Parvé, vrouwe van de beide Eemnessen. Het oude huis werd gesloopt in 1918 en in het zelfde jaar is het huidige huis gebouwd met de bijbehorende onderdelen. Eemwijk is gebouwd in een Traditionalistische stijl (Um 1800), naar ontwerp van de Rotterdamse architect R.J. Hoogeveen en in opdracht van de eveneens uit Rotterdam afkomstige groentehandelaar en -exporteur Cornelis Blad. Ook de hekpijlers en de andere uit 1918 daterende opstallen zijn ontworpen door Hoogeveen. Cornelis Blad overleed vóór de oplevering van het huis. De eerste gebruiker van Eemwijk werd toen de scheepsbouwer B. Wilton. Deze liet in 1932 een door architect van Essen ontworpen "clubhuisje" bij het huis bouwen. Dit huisje is inmiddels afgebroken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is het buiten gebruikt door Rijkscommissaris Seyss Inquart. In 1970 verloor het pand de oorspronkelijke functie en werden er kantoorruimtes in gevestigd van de Besturenraad Protestants Christelijk Onderwijs.
Van bijzonder belang is het voor een belangrijk deel nog in oorspronkelijke staat verkerende inwendige van het huis met onder meer glas-in-lood van de hand van Jan Schouten ('t Prinsenhof, Delft) en een door de beeldhouwer W.A. vervaardigd houten sculptuur.
De oorspronkelijke aanleg van de tuin met diverse monumentale bomen is ontworpen door de bekende landschaps- en tuinarchitect D.F. Tersteeg. Van het oorspronkelijke ontwerp is in de huidige situatie weining terug te vinden, waardoor de tuin buiten de bescherming van rijkswege valt. De aanbouwen aan weerszijden van het aan het eind van een oprit staande huis vallen eveneens buiten de bescherming van rijkswege.
Omschrijving
Complex van een aan een oprit staand, met de achterzijde op de Vliet georiënteerd buitenhuis, een bij een monumentaal toegangshek aan het Oosteinde staande dienstwoning en een oranjerie.
Waardering
De voormalige buitenplaats is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische en de stedebouwkundige waarde:
- als een bijzonder onderdeel van de geschiedenis en de ontwikkeling van Voorburg.
- vanwege de voor de bouwtijd karakteristieke stilistische kenmerken der samenstellende onderdelen, vanwege het bijzondere materiaalgebruik en vanwege de kwaliteit van de ontwerpen. Verder voor het oeuvre van architect R.J. Hoogeveen.
- vanwege de situering aan de Vliet, vanwege de bijzondere betekenis voor het aanzien van Voorburg en vanwege de visuele en functionele samenhang tussen de samenstellende onderdelen.
De buitenplaats is eveneens van belang vanwege de herkenbaarheid en vanwege de gaafheid van in- en exterieur van de onderdelen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Landhuis | Kastelen, landhuizen en parken | Kasteel, buitenplaats | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Oosteinde | 116 | – | 2271 EJ | Voorburg | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | D | 3202 | – | Voorburg |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1918 | 1918 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Hoogeveen, R.J. ; Zuid-Holland | architect / bouwkundige / constructeur | – |
Blad, C. ; Zuid-Holland | opdrachtgever | – |
Schouten, J. ; Zuid-Holland | glazenier | – |