Laan van Nieuw Oosteinde 3, Voorburg
Inleiding
De 'Onze Lieve Vrouw Hemelvaart' KERK (sinds 1950 Onze Lieve Vrouw Ten Hemelopneming) van het type zaalkerk is in 1924-1925 naar ontwerp van de Rotterdamse architect P.G. Buskens met de stilistische kenmerken van de Nieuwe Haagse School. De kerk telde oorspronkelijk 830 zitplaatsen, waarvan 80 op het zangkoor. De ontwerpen voor een hoge toren op de zuidoosthoek zijn nooit gerealiseerd. Het voorportaal en de Mariakapel werden in 1934 verrijkt met glas-in-lood van n.o.v. Ninaber van Eyben. In de jaren vijftig werden deze ramen vervangen door glazen van Hubert Estourgie. Het raam boven het priesterkoor is van de hand van Alex Asperslag. De schilderingen van de kruiswegstaties zijn van de hand van kunstenaar C.M. Roovers. Een zestal, in 1925 en 1926 vervaardigde beelden zijn van de hand van de Voorburgse beeldhouwer Albert Termote, die ook het grote kruisbeeld op het priesterkoor en het kleinere draagkruis maakte. In de Mariakapel staat een beeld vervaardigd door kapelaan H.C.M. de Goede.
Op de orgelgalerij bevindt zich een orgel van Vermeulen te Alkmaar uit 1950, dat door Adema-Scheurs te Amsterdam gerestaureerd is. De kas is zeer eenvoudig. Het orgel is vooralsnog niet bij de bescherming betrokken.
N.B. In 1950 is er een nieuw altaar geplaatst. Hierbij is in het koor een nieuwe muur gemetseld, die de oorspronkelijke muur met Mariaschilderingen, rozenkransen en één venster aan het zicht onttrekt. In 1967 (na het Tweede Vaticaans Concilie) is de indeling in het koor gewijzigd, waarbij een nieuwe verhoging is gemaakt, de communiebanken zijn verwijderd en de lage, bestaande, koorafsluitende bakstenen muren worden uitgebreid. Bovendien is de gemetselde preekstoel afgebroken. Ook de biechtstoelen zijn in die jaren aangepast. Hierbij zijn onder meer de deuren vervangen. In de doopkapel staat een doopvont van 1963. Het doophek stamt eveneens uit die tijd. De deuren van de bijsacrestie, de sacrestie en het tochtportaal zijn in de jaren zestig vervangen. Ook het meubilair van de sacrestie, zoals de credenstafel en de lambrizering, is vernieuwd. In de voorhal is in 1973 een verlaagd plafond aangebracht. Bovendien is de vloer van voorhal en tochtportaal in 1973 vernieuwd.
Omschrijving
De kerk is vanuit een nagenoeg rechthoekige plattegrond in baksteen (staandverband) opgetrokken. Het samengestelde bouwvolume is voorzien van diverse met leien gedekte zadeldaken. De verschillende volumes lopen zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde getrapt in hoogte op naar het schip. De muurdammen zijn hoger opgetrokken dan de daken. De bescheiden houten vieringtoren op het midden van het hoogste volume (het schip) is met zink bekleed en heeft een sierijzeren spits. Inclusief deze toren is de kerk 36 meter hoog. De vensters bestaan uit driedelig gemetselde spitsboogvensters in suikerbakkersmotief. De bakstenen suikerbakkersramen zijn alle voorzien van glas-in-lood in identiek patroon in geel, rood en wit. Ook alle enkele spitsboogvensters zijn zo uitgevoerd. Langs de topgevels en ter afsluiting van de rechte gevels zijn enkele uitgemetselde lijsten siermetselwerk, waaronder een meanderlijst en een bloktandlijst, aangebracht. De vensterdorpels, dekplaten van topgevels, steunberen etc. en overige gevelbekroningen en vensterdetails bestaan uit kunststeen (beton).
Voor de drie ingangsportalen van de voorgevel (zuid-westzijde) ligt een bakstenen stoep met een vloer en twee treden van hardsteen. De risalerende portalen zijn voorzien van steekkappen, gedekt met leien. Tussen de portalen is verticaal, inspringend siermetselwerk aangebracht. De gemetselde portalen hebben trapgewijs verspringende dagkanten. De portalen worden afgesloten met topgevels bekleed met betonnen dekplaten en bekroond met kruisen. De drie dubbele houten entreedeuren zijn voorzien van rijk smeedijzeren beslag. Boven de betonnen bovendorpels bevinden zich tympaan-achtige lichten. Deze gemetselde, gedrukte spitsbogen zijn voorzien van glas-in-lood en hebben een houten, gesneden middenstijl. De middenstijlen verbeelden onder meer een kroon en de heilige staf: attributen van Maria Majestas. Rechts van de portalen bevindt zich de Mariakapel. De gevel van dit bouwvolume is verrijkt met een Mariabeeld, voorzien van rozen en een kruis. In het bouwvolume links van de portalen bevindt zich het trappenhuis. De voorgevel heeft een groot 28-delig suikerbakkersraam met gemetselde traceringen. Het raam wordt doorsneden door de betonnen waterlijst, die halverwege de gevel is aangebracht. In de top bevinden zich een driedelig, rechtgesloten venster en staafankers. In de top van de muur van het hogere schip bevinden zich eveneens een driedelig venster en staafankers.
De zijgevels aan de noordwest- en zuidoostzijde zijn voorzien van drie dwarsgeplaatste steekkappen. Deze risalerende bouwvolumes zijn tot vensterhoogte voorzien van gemetselde steunberen met betonnen dekplaat. Langs de topgevels zijn uitgemetselde randen aangebracht. In de toppen bevinden zich staafankers. De volumes zijn onderling verbonden met betonnen, horizontale waterlijsten. In ieder volume bevindt zich één gemetseld raam. Aan weerszijden van de drie steekkappen bevinden zich spitsboogvensters en een uit één bouwlaag bestaande uitbouw met lessenaarsdak. De daken zijn alle gedekt met leien in maasdekking. De gevels van het koor zijn voorzien van vijf spitsboogvensters. Aan de zuidoostzijde van de kerk bevindt zich bovendien een uitbouw met plat dak en een reeks van vijf spitsboogvensters, een deur en drie laaggeplaatste rechthoekige vensters. Aan de noordoostzijde heeft deze aanbouw twee spitsboogvensters. De achtergevel van het hoofdvolume is voorzien van staafankers en één klein venster in de top. Op de oosthoek bevindt zich een hoge gemetselde schoorsteen. De achtergevels van de oplopende bouwvolumes zijn voorzien van staafankers en in de top een rechtgesloten driedelig venster.
Met de kerk verbonden is als erfscheiding een bakstenen muurtje in staand verband met een koppenlaag als afsluiting.
INTERIEUR. Het nagenoeg gave interieur bestaat uit één grote kerkruimte en een ingangspartij, dat uit drie tochtportalen bestaat. Aan weerszijden van de portalen bevinden zich respectievelijk een opslagruimte en de Mariakapel. De Mariakapel is voorzien van een kruisgewelf, dat volledig met blauw mozaïek is bekleed. De wand bestaat uit kleine, in verticaal verband gemetselde, blauw geglazuurde bakstenen. De overgang tussen de bakstenen wand en het mozaïek wordt gemarkeerd door een uitkragend halfrond profiel. Dit profiel is eveneens met mozaïek bekleed. Vervolgens doet één travee dienst als voorhal. Boven deze eerste twee traveeën bevindt zich de orgelgalerij. De orgelgalerij wordt gedragen door onder meer aan de wanden uitgemetselde kolommen en houten, vrijstaande zuilen in het midden. Deze kolommen zijn bovenaan voorzien van uitkragende, geometrisch decoratieve elementen ('kapitelen'). De borstwering van de galerij bestaat uit houten, roodgeschilderde balken met zwartgeschilderde blokken en details van ijzer. In het trappenhuis naar de galerij is rondom een plint van geglazuurde bakstenen aangebracht. In de kerkruimte zijn door gemetselde tussenmuren met hoog opgetrokken spitsbogen visueel gezien verschillende ruimten gerealiseerd. De muren bestaan uit gele baksteen in halfsteensverband. Er is een rondom aangebrachte geglazuurde lambrizering die doorbroken wordt door enkele lagen paarse en zeegroene geglazuurde stenen. Dit zijn koppenlagen, rollagen en een licht uitgemetselde rollaag. Onderaan bevinden zich drie lagen van donkere steen. Het dak wordt gedragen door vijf samengestelde houten spanten. De vier spanten in het schip rusten op aan drie zijden vrijstaande kolommen. Het vijfde spant is opgenomen in de constructie van de orgelgalerij. In de zijbeuken bevinden zich tussen deze spanten steekkappen en spitsboogvensters met glas-in-lood. De spanten bestaan uit schuine houten delen, die stijf gemaakt zijn met horizontale delen. Bovendien ondersteunen de horizontaal geplaatste balken de steekkappen. Langgerekte stijlen lopen tot in de nok van de kap. In de top zijn eveneens schuin geplaatste houten delen aangebracht. De open dakstoel van het zadeldak is betimmerd met houten delen en latwerk en is bovenaan van een vlak plafond voorzien. De drie beuken worden bij het inspringende koor afgesloten met twee keer drie spitsbogen. De grote bogen worden afgesloten door zes koppenlagen en de kleinere door drie. De middelste bogen zijn open. In de nissen van de dichte spitsbogen bevinden zich in totaal vier nevenaltaren. In het koor en op de kolommen in het schip zijn in totaal twaalf wijdingskruisen aangebracht. Deze keramische kruisen bestaan uit vierkante tegels, die deels geglazuurd en deels ongeglazuurd zijn. Tussen de kolommen zijn twaalf schilderingen van de kruiswegstaties aangebracht. Links in de wand van het koor bevindt zich de eerste steen met de tekst: 'ME POSUIT REV. ADM. DOM. H.A.Th. VAN DAM DECANUS KAI. MAJ. MCMXXIV'. De gewelfvlakken van het houten spitsbooggewelf van het koor zijn met hout afgetimmerd. De houten ribben steunen op houten consoles en worden in de top door decoratieve sluitstukken afgesloten. In het schip staan de eikenhouten kerkbanken, grotendeels volgens het originele bankenplan. Links en rechts van het koor bevinden zich een bijsacristie en de onderkelderde sacristie. De sacristie heeft een stervormige decoratie in het stucplafond, identiek aan de stucplafonds in de pastorie. Langs de gestucte wand zijn profiellijsten en een tandlijst van sierstucwerk aangebracht.
Waardering
De kerk met bijbehorend interieur is van algemeen belang vanwege de cultuur- en de architectuurhistorisch waarde en vanwege de ensemblewaarde:
- als uitdrukking van een geestelijke ontwikkeling.
- vanwege de kwaliteiten van het ontwerp en als karakteristiek voorbeeld van kerkarchitectuur uit het interbellum.
- vanwege de sterke ruimtelijke, functionele en visuele relatie met de pastorie.
- vanwege de herkenbaarheid en de ruime mate van gaafheid van in- en exterieur.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
De 'Onze Lieve Vrouw Hemelvaart' kerk (sinds 1950 Onze Lieve Vrouw Tenhemelopneming) is een in 1924-1925 gebouwde KERKGEBOUW en een PASTORIE met bijbehorende MUREN als erfscheiding in de stijl van de Nieuwe Haagse School, van de tweede rooms-katholieke parochie in Voorburg. De stichting van een tweede parochie was nodig, omdat de eerste parochie te groot werd. Het kerkelijke complex is gebouwd in opdracht van het Bisdom Haarlem (kerkbestuur van de Sint Martinus) naar ontwerp van de Rotterdamse architect P.G. Buskens. De bouwwerkzaamheden werden uitgevoerd door de aannemersmaatschappij M. Bakker uit Princenhage onder toezicht van bouwpastoor Chr. W. van Mierloo. De kerk wordt vergezeld door een tegelijkertijd gerealiseerde en door dezelfde architect ontworpen pastorie met dezelfde stilistische kenmerken. Voor de kerk staan twee monumentale paardekastanjes, die dateren uit de bouwtijd.
Omschrijving
De kerk en pastorie zijn beide zuid-west/noord-oost georiënteerd. De pastorie en de kerk zijn via een tussenlid met elkaar verbonden. Ze worden omsloten door de Laan van Nieuw Oosteinde (zuidwestzijde), de Lusthofstraat (zuidoostzijde) en de vrijstaande bebouwing aan de Marialaan (noordwestzijde) en de Molenwijkstraat (noord-oostzijde). De Laan van Nieuw Oosteinde vormt een belangrijke en historische verbindingsweg, die Voorburg met Den Haag en Wassenaar verbindt (aldaar resp. Laan van Nieuw Oost-Indië en Van Alkemadelaan geheten). Het complex bevindt zich iets ten noorden van het punt waar de Laan van Nieuw Oosteinde een bocht in oostelijke richting maakt en overgaat in de Parkweg. De Parkweg vormt een belangrijke doorgaande weg in Voorburg.
De kerk ligt iets terug ten opzichte van de rooilijn van de Laan van Nieuw Oosteinde. Hierdoor is voor de kerk een ondiep voorerf ontstaan. Het voorerf van de kerk is met klinkers (in keperverband) bestraat. Met de kerk verbonden is als erfafscheiding een bakstenen muurtje. De kanteelvormige muur rond het erf van de pastorie heeft eenvoudige ijzeren hekwerken tussen de 'kantelen'. Het voorerf van de pastorie heeft een grinten gronddekking. Aan de achterzijde (zuidoost/oostzijde) wordt het perceel afgeschermd door een hoge gesloten bakstenen muur.
Waardering
Het kerkelijke complex is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorisch waarde en vanwege de stedenbouwkundige waarde:
- als bijzondere uitdrukking van een geestelijke (religieuze) ontwikkeling.
- vanwege de kwaliteiten van het ontwerp en als karakteristiek voorbeeld van kerkarchitectuur uit het interbellum.
- vanwege de sterke ruimtelijke en functionele relatie tussen de samenstellende onderdelen en de beeldbepalende ligging.
Het complex is bovendien van belang vanwege de herkenbaarheid en de redelijke gaafheid van in- en exterieur van de complexonderdelen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Kerk | Religieuze gebouwen | Kerk en kerkonderdeel | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Laan van Nieuw Oosteinde | 3 | – | 2271 AB | Voorburg | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | E | 9881 | – | Voorburg |
– | E | 9879 | – | Voorburg |
– | E | 9880 | – | Voorburg |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1924 | 1925 | – | vervaardiging |