Raaphorst 2, Wassenaar

OMSCHRIJVING ONDERDEEL 4: RENTMEESTERSWONING.

Inleiding

De bij de buitenplaats Raaphorst behorende RENTMEESTERSWONING (R4) met 19de-eeuwse SCHUUR is in meerdere bouwperioden tot stand gekomen. Op grond van de bouwtrant in de Hollands-Classistische traditie zou het oudste gedeelte te dateren zijn omstreeks 1670-1680 (periode Cornelia van der Mijle), maar zou volgens archiefbronnen pas tussen 1711-1715 zijn gerealiseerd (periode Margaretha Cecilia Munter). Het was oorspronkelijk gebouwd in het verlengde van de oprijlaan naar de Rijksstraatweg en bestond uit een stallencomplex met zijpaviljoens en een verhoogd middenpaviljoen, waarvan thans het linker deel nog aanwezig is (totale lengte ca. 67 m). Diverse bouwsporen wijzen op latere veranderingen. Na sloop van het kasteel tussen 1770 en 1840 werd het aangeduid als "Het huis te Raaphorst". Mogelijk vond in opdracht van mr. P.A. Twent een verbouwing plaats waarbij het noordoostelijke paviljoen begin 19de eeuw haar huidige karakter kreeg met Empireschuiframen. Tussen 1832 en 1870 kreeg de aangebouwde boerderij haar huidige aanzien. In de jaren¿30 van de 20ste eeuw hebben enkele aanpassingen plaatsgevonden, waarbij onder meer het woongedeelte aan de voorzijde van de boerderij, met herbruik van ouder materiaal, een verdieping is verhoogd. Enkele elementen van het gesloopte kasteel waaronder een gevelsteen met het jaartal 1639 en een gedenksteen in de hal, zijn herplaatst in de dienstwoning. In de tekst wordt een vergelijking getrokken tussen Raaphorst en Carthago.

De rentmeesterswoning is beeldbepalend gelegen in de as van de oorspronkelijke oprijlaan van het kasteel. In het middelpunt van deze as staat voor het pand een zeer oude plantaan, waar rondom een voorplein is ontstaan. Rondom het erf staan nog diverse andere oude loofbomen (kastanje, eik enz.)

Omschrijving

Deels onderkelderd, uit grauwe baksteen opgetrokken woonhuis bestaande uit twee bouwlagen onder een met gesmoorde Oud-Hollandse pannen gedekt, afgeplat schilddak. Aan de zuid- en oostzijde bevindt zich een schoorsteen. De drie-assige symmetrische ingedeelde lijstgevels zijn voorzien van Empireschuiframen (XIX); aan de achterzijde zijn deze deels gewijzigd. Een deel van de duimen van de luiken is nog aanwezig. Centraal in de voorgevel is een omlijste toegangsdeur met tweeruits bovenlicht. In het midden van de verdieping bevindt zich een later aangebrachte hijsbalk. De kopse gevel (oost) heeft een geleding van blinde vensters. Aan de achterzijde(zuid) bevindt zich op de begane grond in het midden een uitgebouwd tochtportaal voor de entree met aan een zijde een toilet. Deze staat in verbinding met berging op rechthoekig grondvlak onder zadeldak met gesmoorde kruispannen. De kopgevels bevatten getoogde gietijzeren kozijnen met tracering. Boven de entree, op de verdieping van het hoofdvolume, zit een blindvenster. Deze heeft de maatverhouding van de oorspronkelijke kruiskozijnen. Het langgerekte, deels onderkelderde, boerderijgedeelte bestaat ter plaatse van het woongedeelte uit één bouwlaag, die deels verhoogd gemetseld is en de gootlijst doorbreekt. Het stalgedeelte ligt in het verlengde daarvan met aan de binnenzijde getraliede stalvensters. Het geheel is gedekt door een met gesmoorde Oudhollandse pannen gedekt zadeldak met klein wolfseind; het stalgedeelte aan de achterzijde met rode Oudhollandse pannen. De gevels zijn vrij onregelmatig ingedeeld met Empirevensters in het woongedeelte en vierruits stalvensters, deels van hergebruikt materiaal. Tegen de achtergevel is een melkhuisje onder lessenaarsdak aangebouwd met gesmoorde Oudhollandse pannen met een restant van een rookkanaal. Links ervan bevindt zich een 17de/18de-eeuwse opgeklampte deur. In de voorgevel zit boven de entree een gevelsteen met het wapen van Raaphorst en het jaartal 1639 ingemetseld, vermoedelijk afkomstig van het afgebroken kasteel Raaphorst. De oorspronkelijke indeling van het zijpaviljoen is grotendeels gehandhaafd met centraal in het midden een langgerekte gang met marmeren vloer en trappenhuis. In cartouche gevatte hardstenen gedenksteen met Latijnse tekst: RAEPHORSTIIS.QVOD.AEDIBVS.SAXVM.VIDES/EST.E.RVINIS.INCLYTAE.CARTHAGINIS/QVA. STANTE.ROMAM..MAXIMVS.PRESSIT.METVS./VRBS.EST.CREMATA.PERSTITIT.GENTIS.DECVS. /ELISA.VIVET.VSQVE.VIVET.HANNIBAL. Aan weerszijden bevinden zich twee zijkamers. De rechter achterkamer is gedeelte onderkelderd. Via het bordes van de trap is een lage tussenverdieping bereikbaar boven de gang aan de achterzijde van het huis. Aanpassingen van ondergeschikt belang vonden plaats in de jaren 30 van de 20ste eeuw (o.a. en-suite-indeling). Het woongedeelte van de boerderij heeft in beide langsgevels een entree en bevat onder meer een keuken met schouw met sporen van een bakoven. De kelder is overkluisd met troggewelven. Eén van de kamers heeft een bedstede. De vloer van de werkkeuken is deels belegd met gesmoorde plavuizen. Het stalgedeelte is driebeukig.

Ten zuidwesten van het stalgedeelte staat een 19de-eeuwse, vrijwel geheel uit hout opgetrokken SCHUUR op rechthoekige grondslag onder een met rode pannen gedekt zadeldak. De schuur is gebouwd van horizontaal beschot met inrijdeuren en in de zijgevels bevinden zich drie vensters met ruitvormige roedenverdeling. Het linker deel van de schuur is bedoeld voor houtopslag en heeft een verticale open lattenstructuur. Het stalgedeelte bevat een voer- en mestgoot en in de noordwesthoek een van elders afkomstige voerbak.

Waardering

RENTMEESTERSWONING met SCHUUR, behorend bij de buitenplaats Raaphorst, is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde, door de ouderdom en als voorbeeld van een in oorsprong laat 17de/vroeg 18de-eeuws stallencomplex met koetshuis dat in de traditie van het Hollands-Classicisme opgebouwd in paviljoenvorm. Tevens is de schuur van belang vanwege de doelmatige vormgeving en als voorbeeld van een 19de-eeuwse schuur met een opslagplaats. De rentmeesterswoning en schuur hebben in relatie tot elkaar ensemblewaarde. Tevens hebben zij ensemblewaarde vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met andere complexonderdelen van de buitenplaats. De rentmeesterswoning is beeldbepalend gesitueerd in de as van de voormalige oprijlaan naar het kasteel.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
525196
Complexnaam
Raaphorst (De Horsten)
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

LANDGOED DE HORSTEN

Inleiding

Het historische landgoed DE HORSTEN bestaat uit een samenstel van drie complexen historische buitenplaatsen te weten EIKENHORST, TER HORST en RAAPHORST. De Horsten is op haar beurt onderdeel van een samenstel van buitenplaatsen zoals De Paauw, Backershagen en Groot Haesebroek, die in de 19de eeuw onder leiding van mw. A.P. Twent en met name Z.K.H. prins Frederik der Nederlanden zijn ontstaan. Ze liggen alle in de landgoederenzone aan weerszijden van de Rijksstraatweg en lopen door tot aan de Veurseweg. Ze bevinden zich zowel binnen de gemeentegrens van Wassenaar als van Voorschoten. Z.K.H. prins Frederik der Nederlanden (1797-1881), de tweede zoon van koning Willem I, verwierf in 1838 de landgoederen Raaphorst en Ter Horst en in 1846 Eikenhorst. Het zijn alle drie buitenplaatsen met een lange geschiedenis, die in het geval van Ter Horst en Raaphorst teruggaat tot de Middeleeuwen. In opdracht van de prins werkte de Duitse architect C.E.A. Petzold (1815-1891) vanaf 1854 aan de eenwording van de verschillende landgoederen door het gebruik van zichtassen en de aanleg van een zgn. "Umfahrungsweg" langs de verschillende bezienswaardigheden en huizen van de afzonderlijke buitenplaatsen. Hij maakte daarbij deels gebruik van de nog aanwezige formele elementen als vaarsloten en lanenstructuren. De bestaande vroeg-landschappelijke stijl van Zocher sr. en jr. werd door Petzold aangepast in een rijpere stijl. Hierdoor ontstond één van de grootste 19de-eeuwse landschapsparken in ons land, die tevens een hoogtepunt vormt in het oeuvre van Petzold, waarbij hij bovendien intensief samenwerkte met de eveneens uit Duitsland afkomstige H.H.A. Wentzel. In dat opzicht is tevens sprake van een vrij omvangrijk en uniek samenwerkingsproject. Op kleinere schaal is op vergelijkbare wijze de, eveneens in Wassenaar gelegen, buitenplaats Beukenhorst tot stand gekomen.

Omschrijving

Het uitgestrekte circa 450 hectare grote landgoed ligt binnen de gemeentegrenzen van Wassenaar en Voorschoten, tussen twee evenwijdig aan de Noordzee lopende strandwallen met daartussen een veenweidegebied met afwateringssloten. Het gebied wordt globaal begrensd in het noordoosten door de Papeweg, het noordwesten door de Rijkstraatweg, het zuidwesten door de weilanden en bossen nabij de Horst- en Voordelaan (de voormalige Laan van Duivenvoorde of Duivenvoordse Weg) en door de Horstlaan, het zuidoosten door de Veurseweg en deels ook door de spoorlijn. Het op Wassenaars grondgebied gelegen Raaphorst beslaat het noordelijke deel van het landgoed. Ten zuidwesten ervan ligt Eikenhorst. Hierbij wordt de Horstlaan als scheiding gehanteerd. Het zuidoostelijk deel van het landgoed ligt binnen de gemeentegrens van Voorschoten en omvat de buitenplaats Ter Horst. Het westelijk deel is een door binnenduinen enigszins geaccidenteerd terrein, overwegend bestaande uit duinbossen (eik,beuk), afgewisseld met enkele open gebieden, waar de landschappelijke aanleg het meest duidelijk herkenbaar is. Meer naar het oosten liggen de uitgestrekte weilanden. Enkele, vooral noordoostelijk gelegen, met elkaar verbonden broek(hakhout)bossen, vormen een verbinding met de bossen van Ter Horst. Het gedeelte ten zuidoosten van de spoorlijn heeft weer een overwegend agrarisch karakter met weilanden. De oorspronkelijke Middeleeuwse rechte verkavelingsstructuur is grotendeels gehandhaafd. De belangrijkste doorsnijding is de in ca. 1840 aangelegde spoorlijn Leiden-Den Haag. Belangrijke historische verbindingsassen tussen beide strandwallen zijn de Horstlaan, de Horst- en Voordelaan en de Papeweg.

Evenals de gehele binnenduinrand concentreert de bebouwing op de westelijke strandwal zich overwegend aan de zuidoostrand van de strandwal, op de overgang van zand naar het lager gelegen veen. Ter Horst ligt op een natuurlijke verhoging ofwel zandopduiking van een smalle strandwal.

Waardering

Het historische landgoed De Horsten is van algemeen belang vanwege de cultuur-, architectuur- en tuinhistorische waarde als belangrijk voorbeeld van een compositorisch samenstel van drie in oorsprong oudere buitenplaatsen met een historische bebouwing en beplanting die in de negentiende eeuw door Z.K.H. prins Frederik der Nederlanden samengevoegd zijn tot één groot landgoed naar ontwerp door C.E.A. Petzold in de vorm van een omvangrijk park in Landschapsstijl. Hiervan is de parkaanleg in hoofdlijnen goed bewaard gebleven met de, voor het oeuvre van de tuinarchitect C.E.A. Petzold kenmerkende, rondwandelingen en beplanting. Tevens zijn de oudere 17de- en 18de-eeuwse elementen met waterstructuren en padenpatronen op elk van de afzonderlijke buitenplaatsen voor een deel nog herkenbaar bewaard gebleven.

Het historische landgoed De Horsten is van algemeen belang vanwege de ensemble- en landschappelijke waarde als onderdeel van het omvangrijke bezit aan buitenplaatsen van Z.K.H. prins Frederik der Nederlanden, die door C.E.A. Petzold tot één totaalconcept in Landschapstijl zijn samengevoegd, waarbij met name de zgn. "Umfahrungsweg" een bindend element is. Tevens is het van belang als onderdeel van de omvangrijke landgoederenzone die zich uitstrekt aan weerszijden van de Rijksstraatweg tot aan de Veurseweg.

Het historische landgoed De Horsten is van algemeen belang vanwege de bijzondere plaats die het inneemt binnen het oeuvre van een aantal vooraanstaande 19de-eeuwse architecten, met name die van C.E.A. Petzold en H.H.A. Wentzel en van J.D. Zocher sr. en jr.

De verschillende gebouwde en landschappelijke elementen van het historische landgoed De Horsten zijn van algemeen belang vanwege de architectuur- en tuinhistorische waarde als gave en representatieve voorbeelden uit de betreffende periode van bouw of aanleg en vanwege hun onderlinge ruimtelijke en functionele relatie.

Gezien bovengenoemde cultuur-, architectuur en tuinhistorische waarden is sprake van grote zeldzaamheidswaarde.

COMPLEX RAAPHORST

Inleiding De HISTORISCHE BUITENPLAATS RAAPHORST met PARKAANLEG (R1), SCHIETHUIS met SCHIETDOEL (R2), THEEKOEPEL (R3) RENTMEESTERSWONING (R4), BOTENHUIS, annex UITKIJKPOST (R5), twee DIENSTWONINGEN (R6, R7), twee GRENSPALEN (R8, R9), TOEGANGSHEK (R10), IJSKELDER (R11), drie SCHUREN (R12, R13, R14), een BRUG (R15) en een GRENSPAAL (16) maakt deel uit van het historische landgoed De Horsten. Een onderdeel dat niet binnen de begrenzing van de buitenplaats valt doch wel een markant onderdeel van het landgoed vormt, betreft de grenspaal van prinses Marie van Wied, die de grens markeert van het landgoed De Horsten. De Horsten, waarvan eveneens de historische buitenplaatsen Ter Horst en Eikenhorst deel uitmaken, is op haar beurt onderdeel van een samenstel van buitenplaatsen, die in de 19de eeuw onder leiding mr. A.P. Twent en Z.K.H. prins Frederik der Nederlanden zijn ontstaan.

De huidige buitenplaats Raaphorst dankt zijn verschijningsvorm grotendeels aan veranderingen die in de late achttiende en negentiende eeuw zijn doorgevoerd in parkaanleg en bebouwing. Het niet meer bestaande kasteel Raephorst zou omstreeks 1238 gebouwd zijn door Kerstand van Raephorst of diens voorganger Dirk van Raephorst (vermeld 1221-1227), wiens nageslacht uitstierf met Albregt van Raephorst. Na sloop en herbouw omstreeks 1420 van een kasteel met hoektorens, volgde uitbreidingen in de loop van de 15de, begin 16de eeuw en begin 17de eeuw. Door het overlijden van Hendrik van Raephorst in 1650 stierf deze familietak in mannelijke lijn uit. Zijn kleindochter Cornelia van der Mijle, gehuwd met baron Van Boetselaer tot Asperen, erfde Raaphorst en bouwde aan het huis en verfraaide de tuin. Door geldnood gedwongen moesten haar twee dochters Raaphorst in 1711 laten verloten, waardoor Raaphorst in het bezit kwam van een Engelse luitenant-generaal William Cadogon. Ook hij investeerde in de buitenplaats en is mogelijk de opdrachtgever van het deels nog bestaande koetshuis (nu: rentmeesterswoning). In 1783 werd Raaphorst aangekocht door mr. Adriaan Pieter Twent, die in 1770 ook reeds het tegenoverliggende landgoed de Paauw had gekocht. Hij was burgemeester in Gouda. Nadat hij in 1808 was benoemd tot directeur-generaal van Waterstaat, werd hij in de adelstand verheven en noemde hij zich voortaan Mr. A.P. Twent van Raaphorst, Graaf van Roosenburg. Hij was als grootgrondbezitter zeer geïnteresseerd in landbouw en veeteelt, deed o.a. onderzoek naar grondverbetering en veeziekten, wat leidde tot de uitvoer van diverse projecten op zijn landgoed. Uit deze periode dateert o.a. de aanleg van de Seringenberg. Omstreeks 1800 liet hij huis De Paauw ingrijpend verbouwen en kwam ook de eerste landschappelijke aanleg op De Paauw en Raaphorst tot stand. Deze wordt toegeschreven aan J.D. Zocher sr. Op beide kwam een waterpartij. Voor het huis De Paauw kwam een brede zichtas op het terrein van Raaphorst, zodat er visueel een verband werd gelegd tussen beide landgoederen. Grillig gevormde waterpartijen vormden een belangrijk onderdeel van de vroege landschappelijke aanleg, evenals de Seringenberg (1792) en een (inmiddels verdwenen) koepel in de zichtas van het huis. Na Twents dood in 1816 erfde Abraham Jacob Twent van Cortenbosch, de zoon van een nicht van Mr. A.P. Twent, De Paauw en Raaphorst. Deze verkocht beide landgoederen in 1838 aan Z.K.H. prins Frederik der Nederlanden (1797-1881), de tweede zoon van koning Willem I, die eveneens Ter Horst in zijn bezit kreeg. Omstreeks 1840 liet hij het kasteel Raaphorst slopen. Enkele bouwfragmenten en een gevelsteen zijn ingemetseld in de nabijgelegen rentmeesterswoning. De prins vergrootte zijn bezit in de jaren daarna onder meer met de buitenplaatsen Eikenhorst (1845), Backershagen (1846) en tenslotte Groot Haesebroek (1854). Aanvankelijk was J.D. Zocher jr. werkzaam voor de prins. Vanaf 1854 kreeg de Duitse tuinarchitect C.E.A. Petzold (1815-1891) opdracht te werken aan de eenwording van de verschillende landgoederen door gebruik te maken van zichtassen en de aanleg van een wegenplan, een zgn. 'Umfahrungsweg' langs de bezienswaardigheden en huizen in de verschillende parken. De vroege landschappelijke stijl van Zocher sr. en jr. werd door Petzold aangepast in een rijpere stijl. Zo vergrootte hij onder andere de reeds bestaande waterpartij in de noordhoek. Zijn voorkeur voor bloeiende heesters blijkt onder andere uit de toepassing van rododendrons en het beplanten met seringen van de reeds bestaande heuvel. In samenwerking met de Duitse architect H.H.A. Wentzel (1820-1889), die ook de verbouwing van De Paauw voor zijn rekening nam, kwamen verschillende bouwwerken tot stand, waaronder enkele dienstwoningen, het botenhuis en het schiethuis. Wentzel was van 1851 tot 1872 als architect in dienst van Prins Frederik; Petzold tot 1881, het jaar dat de Prins overleed. Na de dood van Prins Frederik kwamen zijn bezittingen aan zijn jongste dochter prinses Marie van Wied die in 1910 overleed. Uit haar nalatenschap heeft koningin Wilhelmina het landgoed gekocht, waarna het als onderdeel van De Horsten in het bezit als kroondomein is gebleven van het Koninklijk Huis (prinses Juliana). Ter begrenzing van zijn (jacht)gebied heeft prins Frederik op de diverse hoeken van zijn bezit zogenaamde jachtpalen laten plaatsen, waarvan een gedeelte nog op zijn oorspronkelijke plaats staat. Ook prinses Marie van Wied markeerde haar bezit middels grenspalen.

Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing van het complex, alsmede de aanduiding van de verschillende onderdelen aangegeven.

Omschrijving

Aan de noordzijde grenst de buitenplaats grotendeels aan de Papeweg en loopt door tot aan de gemeentegrens van Voorschoten. De noordwestelijke begrenzing is de Rijksstraatweg. Aan de zuidwestkant wordt de Horstlaan als grens van beide tot De Horsten behorende buitenplaatsen Eikenhorst en Raaphorst gehanteerd. Aan de zuidoostzijde gaat de buitenplaats over in het eveneens tot De Horsten behorende Ter Horst, waar de Veenwatering (tevens gemeentegrens) als begrenzing geldt. Het voormalige rechthoekige (grotendeels) omgrachte voormalige kasteelterrein staat enigszins schuin georiënteerd ten opzichte van de Rijksstraatweg in noord/zuidoostelijke richting. De kleine omgrachting aan de zuidoostzijde markeert de plek van het voormalige kasteel. Ten zuiden ervan ligt de voormalige oprijlaan naar de Rijksstraatweg. Deze laan, onderbroken door een brug (R15) komt uit bij de in de as ervan gelegen rentmeesterswoning (R4). Ten westen van de oprijlaan, nabij de Rijksstraatweg, bevindt zich een dienstwoning (R7) met de restanten van een ijskelder (R11). De omgrachting is opgenomen in een stelsel van zanderijvaarten in noordelijke richting. De parallel aan de noordelijke kasteelgracht lopende weg maakt deel uit van de Umfahrungsweg. Op de zuidoosthoek komt deze uit op een dienstwoning (R6). Het toegangshek (R10) van de hoofdentree tot het landschappelijke park (R1) ligt aan de Papeweg en is enige tientallen meters verplaatst in zuidelijke richting, tegenover een dienstwoning uit de jaren 70 van de 20ste eeuw, die van bescherming is uitgesloten. Hier bevindt zich ook een tweetal grenspalen (R8, R9). De huidige entreeweg leidt naar de voormalige oprijlaan van het kasteel. Ten noordwesten ervan ligt een open weide, waar het schiethuis met schietdoel ligt (R2). Aan de noordwestrand ligt een grote waterpartij met langs de zuidoever het botenhuis (R5). In de oksel van de kruising van de entreeweg en de oprijlaan van het voormalige kasteel staan drie schuren (R12, R13, R14). Ten noordwesten van het beekdal bevindt zich de Seringenberg met theekoepel (R3). Aan de zuidoostrand van het bos, op de overgang van de zandrug naar het veen liggen een tweetal wederopbouw-boerderijen die vanwege hun bouwjaar (na 1945) van bescherming zijn uitgesloten. Een onderdeel dat niet binnen de begrenzing van de buitenplaats valt, maar wel een markant onderdeel van het landgoed vormt betreft de grenspaal van prinses Marie van Wied, die de grens markeert van het landgoed De Horsten.

Waardering

De historische buitenplaats Raaphorst is van algemeen belang vanwege de architectuur- en cultuurhistorische waarde als belangrijk voorbeeld van een Middeleeuws kasteel met bijgebouwen en een park- en tuinaanleg, welke in de negentiende eeuw is geïntegreerd in het omvangrijke landbezit van Z.K.H. prins Frederik der Nederlanden.

De historische buitenplaats Raaphorst is van algemeen belang wegens tuinhistorische waarde als zeer belangrijk onderdeel van een omvangrijk park in Landschapsstijl naar het ontwerp van C.E.A. Petzold, dat deel uitmaakt van de buitenplaats De Horsten. Hiervan is de parkaanleg in Landschapsstijl in hoofdlijnen goed bewaard gebleven met de voor het oeuvre van de tuinarchitect C.E.A. Petzold kenmerkende waterpartij, rondwandelingen en beplanting. Tevens is de 17de- en 18de eeuwse Formele en Vroeg-Landschappelijke aanleg met lanenstructuren en waterpartijen voor een deel nog herkenbaar.

De historische buitenplaats Raaphorst neemt als onderdeel van de omvangrijke buitenplaats De Horsten, dat op haar beurt één geheel vormt met onder meer De Paauw, Backershagen en Groot Haesebroek, een belangrijke plaats in binnen het oeuvre van C.E.A. Petzold, die hier één totaalconcept in Landschapsstijl heeft weten te creëren met onder meer een 'Umfahrungsweg'. In dit opzicht is tevens sprake van zeldzaamheidswaarde.

De historische buitenplaats Raaphorst is van belang vanwege de ensemble- en landschappelijke waarde als onderdeel van een omvangrijke landgoederenzone die zich uitstrekt aan weerszijden van de Rijksstraatweg tot aan de Veurseweg.

De bijgebouwen, behorend bij de buitenplaats Raaphorst zijn van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde als gave en representatieve voorbeelden uit de betreffende bouwperiode en vanwege de onderlinge ruimtelijke en functionele relatie met complexonderdelen op de Horsten.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Rentmeesterswoning Woningen en woningbouwcomplexen Dienstwoning(K) oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Raaphorst 2 2245 BA Wassenaar Ja
Raaphorst 3 A 2245 BA Wassenaar
Raaphorst 3 2245 BA Wassenaar
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Kastelen, landhuizen en parken Bijgebouwen kastelen enz.
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
C 1651 Wassenaar
C 1636 Wassenaar
C 775 Wassenaar
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1670 1680 vervaardiging
Naar boven