Parkkade 30, Rotterdam
Complexonderdeel 1
Inleiding
Noordelijk TOEGANGSGEBOUW tot de fietsers- en voetgangerstunnel, deel uitmakend van het Complex Maastunnel. Het zuidelijke toegangsgebouw aan de overzijde van de rivier is als pendant behandeld en heeft dezelfde kenmerken.
N.B. In het interieur is de oorspronkelijke verlichting vervangen door lichtbakken met TL-licht. De glazen vitrines in de wanden van de roltrappenschacht zijn verdwenen.
Omschrijving
Het één bouwlaag en een kelder tellende TOEGANGSGEBOUW is op een rechthoekige plattegrond opgetrokken in een constructie van gewapend beton, gefundeerd op speciale houten palen van Oregon-pine. Het gebouw heeft een laag schilddak, waarvan de uiteinden op een pagode-achtige manier omhoog krullen. Tussen de daklijst en de muur bevindt zich een strook met koperen luchtroosters. Het dak, een constructie van houten spanten, is bedekt met groen geoxideerde koperen platen. De muren zijn aan de buitenzijde bekleed met oranjebruine grestegels boven een plint van donkerbruine grestegels. De deuren en de vensters zijn gevat in stalen profielen en hebben een kleine roedeverdeling. Aan de oostzijde bevindt zich een lagere aanbouw met afgeronde hoeken en een plat, iets omhooglopend en ver overkragend dak met koperen bekleding. Aan de oost- en noordzijde bevindt zich het toegangsportaal, bestaande uit vier hoge stalen dubbele deuren met rechthoekige vensters met tussenliggende kolommen, eveneens bekleed met grestegels. In de luifel boven de ingangen bevinden zich boven de deuren lampen. Aan de zuidzijde loopt de aanbouw door in een halfcirkelvormig volume voor de dienstruimte, die met een trap in verbinding staat met de machinekelder. De dienstruimte heeft smalle rechthoekige vensters. Aan de zuidzijde bieden vier hoge rechthoekige vensters uitzicht op de rivier. Aan de westzijde een uitbouw, met het gewelf boven de roltrap. De hal, bekleed met eenvoudige rechthoekige crèmekleurige tegels, geeft toegang tot de ondergrondse roltrappenschacht. Deze bestaat uit een koker van gewapend beton waarin vier roltrappen (twee voor stijgend en twee voor dalend verkeer). De roltrappen, aangedreven door een systeem van wormwiel- en tandwieloverbrenging door elektromotoren, zijn geleverd door de Berlijnse firma Carl Flohr A.G., in samenwerking met Stork en Hysch N.V. uit Haarlem. De ruim een meter brede treden van de roltrappen voor fietsers en voetgangers zijn van hout evenals de borstweringen van de leuningen. In het gewelf van de roltrapschacht is een mozaïektableau aangebracht van de Rotterdamse beeldend kunstenaar J. Gidding: in het midden een medaillon van vissen en gestileerde golven. geflankeerd door zeemeerminnen. Aan de onderzijde is het tunnelverkeer (auto's, vrachtwagens, fietsers, en voetgangers) afgebeeld en aan de bovenzijde de scheepvaart (stoom- en zeilschepen) op de Maas.
Waardering
Noordelijk TOEGANGSGEBOUW als historisch-functioneel onderdeel van het Maastunnelcomplex, samen met het ventilatiegebouw een beeldbepalend element aan de noordelijke Maasoever met pendant aan de zuidelijke oeverzijde, van algemeen belang vanwege grote cultuur- en architectuurhistorische waarde, alsook vanwege stedenbouwkundige en bouwtechnische innovatieve waarde. Binnen het oeuvre van architect Van der Steur neemt het Maastunnelgebouw een belangrijke positie in.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
MAASTUNNELCOMPLEX. De Maastunnel onder de Nieuwe Maas tussen de Parkkade en Oud-Charlois werd met de bijbehorende onderdelen gebouwd in 1937-1942 in opdracht van de Rotterdamse gemeenteraad, die hiertoe op 13 mei 1933 het principebesluit nam. Het architectonisch ontwerp in expressionistische trant werd geleverd door de architect van Gemeentewerken, ir. A.J. van der Steur. Het gehele projectstond onder technische begeleiding van ir. J.P. van Bruggen, chef Tunnelafdeling van de Gemeentelijke Technische Dienst, bijgestaan door ing. M. Lassen Nielsen. Speciaal voor de bouw van de tunnel werd de N.V. Maastunnel opgericht, waarin een aantal grote aannemersbedrijven werden ondergebracht: de Nederlandsche Aannemingmaatschappij en Christiani & Nielsen uit Den Haag, Van Hattum & Blankevoort uit Beverwijk en de N.V. Internationale Gewapend Betonbouw uit Breda. Bij de aanleg van deze betonnen verkeerstunnel onder water - de eerste in zijn soort in Nederland - is gebruik gemaakt van de destijds revolutionaire zinkmethode, waarbij de negen tunnelelementen van elk 6 meter vooraf werden vervaardigd en na afzinking onder water met elkaar werden verbonden.
Het complex omvat de volgende onderdelen: 1. het TOEGANGSGEBOUW aan de noordoever (Parkkade); 2. het TOEGANGSGEBOUW aan de zuidoever (Charloissehoofd); 3. het VENTILATIEGEBOUW aan de noordoever (Parkkade); 4. het VENTILATIEGEBOUW aan de zuidoever (Charloissehoofd); 5. de RIVIERTUNNEL, bestaande uit twee autotunnels en een fiets- en een voetgangerstunnel tussen de Parkkade en Oud-Charlois; 6. de TUNNELTRAVERSE aan beide oevers, over Maastunnelplein, Doklaan, 's-Gravendijkwal, Henegouwerlaan en Statenweg; 7. het noordelijke GARAGEGEBOUW (Baden Powelllaan); 8. het zuidelijke GARAGEGEBOUW (Doklaan).
Omschrijving van het complex
De gebouwen en de tunnel van het MAASTUNNELCOMPLEX, gebouwd met een gewapend betonconstructie, worden gekenmerkt door een zakelijk-expressionistische vormgeving afgestemd op de functie. De riviertunnel heeft een rechthoekige doorsnede met twee afzonderlijke kokers voor het autoverkeer en aan de oostzijde boven elkaar twee kokers voor voetgangers en rijwielverkeer (waartoe de roltrappen zijn aangebracht). De betonconstructie is aan de buitenzijde met staalplaten bekleed, de tunnelkokers zijn inwendig met rechthoekige crèmekleurige tegels bekleed. De aanritten naar de tunnel, gezamenlijk vier rijstroken bevattend, zijn eveneens met een betonfundering uitgevoerd en verdiept gelegen in het Maastunneltracé waarover bij de hoofdkruisingen viaducten zijn aangebracht. De traverse geeft directe aansluiting op de rijkswegen naar Den Haag en Dordrecht. Aan weerszijden van de rivier staat een toegangsgebouw met roltrappen en een ventilatiegebouw die vrijwel identiek zijn aan elkaar vormgegeven. Ook de garagegebouwen aan weerszijden van de autotunnel kennen een vergelijkbare vormgeving. De gebouwen zijn voorzien van lambriseringen van oranjebruine Grestegels, wit gepleisterde gevelvlakken, groenkoperen platte, schild- en koepeldaken, stalen deuren en vensterkozijnen met kleine roedenverdeling en 'patrijspoorten'. De zakelijke doch zorgvuldig gedetailleerde interieurs zijn nog grotendeels oorspronkelijk.
Waardering van het complex
Het MAASTUNNELCOMPLEX met bijbehorende onderdelen als de eerste onderwatertunnel voor auto-, fiets- en voetgangersverkeer in Nederland is van algemeen belang vanwege grote cultuur- en architectuurhistorische waarde, alsook van stedenbouwkundige en bouwtechnisch-innovatieve waarde. Binnen het oeuvre van architect Van der Steur neemt het Maastunnelcomplex bovendien een belangrijke positie in.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
– | Weg- en waterbouwkundige werken | Weg(C) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Parkkade | 30 | – | 3016 GN | Rotterdam | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Weg- en waterbouwkundige werken | Bedieningsgebouw | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | G | 637 | – | Delfshaven |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1937 | 1942 | – | vervaardiging |