529885, Rotterdam
Complexonderdeel 5
Inleiding
Betonnen, circa 552,15 m lange VERKEERSTUNNEL. De afwerking en aansluiting op de ventilatiegebouwen van de in ruwbouw verzonken tunnelstukken geschiedde onder water en onder de grond. Hier werden de met kruisen verstijfde eindschotten verwijderd en de vier tunnelwanden van respectievelijk de autotunnels en de fiets- en voetgangerstunnel doorgetrokken. Vervolgens werden de ventilatiekanalen, de rijvloeren, de afscheiding tussen fiets- en voetgangerstunnel, de inspectiepaden, de betegeling en de elektrische installatie aangebracht. In 1939 liet men het eerste tunnelstuk zinken. Begin 1940 was de bouw zo ver gevorderd dat men via de tunnel beide oevers kon bereiken.
N.B. De oorspronkelijke klinkerbestrating is in de loop der jaren vervangen door asfalt.
Omschrijving
De betonnen VERKEERSTUNNEL bevat twee kokers voor autoverkeer, een fietstunnelkoker en een voetgangerstunnelkoker in de Nieuwe Maas. Aan weerszijden van de tunnel onder water bevindt zich een open 'landtunnel' van gewapend beton en alleen bestemd voor autoverkeer (de traverse; zie onderdeel 6). Het riviergedeelte van de tunnel is aangelegd met de zogenaamde zink- en sleufmethode in een uitgebaggerde geul in de bodem van de rivier. De tunnel is samengesteld uit negen tunnelstukken van 61,35 m lang, 25 m breed en 9 m hoog. De doosvormige segmenten van gewapend beton zijn bekleed met 6 mm dikke stalen bodem- en zijwandplaten en vervaardigd in het gemeentelijk bouwdok aan de Heijsehaven. De autotunnels, een westelijke voor het verkeer vanaf de noordoever en een oostelijke voor het verkeer vanaf de zuidoever, zijn beide inwendig 6 m breed bij een hoogte van 4.20 m. De zijwanden zijn op tweederde hoogte bovenaan afgeschuind en geheel betegeld met langwerpige witte tegels (12,5 x 25 cm), speciaal vervaardigd door de N.V. de Sphinx, Petrus Regout & Co te Maastricht. De plafonds zijn behandeld met een witte 'cementpasta'. Aan weerszijden van de afscheiding tussen beide tunnelkokers bevindt zich een verhoogd inspectiepad met een eenvoudige ijzeren balustrade. Ter hoogte van de ventilatiegebouwen bevinden zich ijzeren deuren, die toegang geven tot het trappenhuis van het ventilatiegebouw en als nooduitgang dienen. De autotunnel bevat een systeem van dwarsventilatie: in het onderste deel van de buis, vlak onder de vloer, wordt de verse lucht aangevoerd via perskanalen en bovenin door openingen aan het begin en het uiteinde van de tunnel, wordt de verontreinigde lucht afgezogen en via de zuigkanalen naar buiten afgevoerd. De ventilatie vindt plaats in acht afzonderlijke secties, per sectie zijn twee pers- en zuigventilatoren aanwezig. De snelheid van de motoren wordt bepaald door het C02-gehalte, aangegeven door in de tunnel verspreide C02-meters. De in totaal 32 ventilatoren zijn opgesteld in de twee ventilatiegebouwen. De tunnel wordt verlicht door circa duizend natriumlampen, oorspronkelijk verzonken in de afgeschuinde delen van de tunnelwanden en in het plafond. De splitsing van beide tunnelrichtingen wordt bij de mondingen van de tunnel bekrachtigd door een vooruitstekende granieten muur met aan weerszijden een elegant trapje naar de inspectiepaden. Hierboven bevinden zich schelpvormige betonnen gewelven. Direct ten oosten van de autotunnel bevinden zich de boven elkaar gesitueerde fietsers- en voetgangerstunnelkoker, die via roltrappen in verbinding staan met de toegangsgebouwen. De fietserstunnel is inwendig 4.95 m breed en in twee banen opgedeeld. In het portaal van de fietstunnel is op de westwand een bronzen reliëf bevestigd ter nagedachtenis aan burgemeester mr. Pieter Droogleever Fortuyn (1868-1938), die destijds het startsein heeft gegeven voor de bouw van de tunnel. De iets smallere voetgangerstunnel (4.37 m) bevindt zich onder de fietserstunnel en is via een ronde betonnen trap met koperen armleuning bereikbaar. De wanden van de, vanaf de helft afgeschuinde, fietsers- en voetgangerstunnel zijn conform de autotunnel betegeld. De belichting geschiedt hier door gele natriumlampen, verzonken in de afgeschuinde delen van de tunnelwand. Aan het begin van beide tunnelingangen hangt een lichtbak met in eenvoudige zwarte letters de tekst: "HIER OPSTAPPEN".
Waardering
De Maastunnel, de eerste onderwaterTUNNEL voor auto-, fiets- en voetgangersverkeer in Nederland, van algemeen belang vanwege grote cultuur- en architectuurhistorische waarde, alsook vanwege stedenbouwkundige en bouwtechnisch innovatieve waarde. Binnen het oeuvre van architect Van der Steur neemt de Maastunnel bovendien een belangrijke positie in.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
MAASTUNNELCOMPLEX. De Maastunnel onder de Nieuwe Maas tussen de Parkkade en Oud-Charlois werd met de bijbehorende onderdelen gebouwd in 1937-1942 in opdracht van de Rotterdamse gemeenteraad, die hiertoe op 13 mei 1933 het principebesluit nam. Het architectonisch ontwerp in expressionistische trant werd geleverd door de architect van Gemeentewerken, ir. A.J. van der Steur. Het gehele projectstond onder technische begeleiding van ir. J.P. van Bruggen, chef Tunnelafdeling van de Gemeentelijke Technische Dienst, bijgestaan door ing. M. Lassen Nielsen. Speciaal voor de bouw van de tunnel werd de N.V. Maastunnel opgericht, waarin een aantal grote aannemersbedrijven werden ondergebracht: de Nederlandsche Aannemingmaatschappij en Christiani & Nielsen uit Den Haag, Van Hattum & Blankevoort uit Beverwijk en de N.V. Internationale Gewapend Betonbouw uit Breda. Bij de aanleg van deze betonnen verkeerstunnel onder water - de eerste in zijn soort in Nederland - is gebruik gemaakt van de destijds revolutionaire zinkmethode, waarbij de negen tunnelelementen van elk 6 meter vooraf werden vervaardigd en na afzinking onder water met elkaar werden verbonden.
Het complex omvat de volgende onderdelen: 1. het TOEGANGSGEBOUW aan de noordoever (Parkkade); 2. het TOEGANGSGEBOUW aan de zuidoever (Charloissehoofd); 3. het VENTILATIEGEBOUW aan de noordoever (Parkkade); 4. het VENTILATIEGEBOUW aan de zuidoever (Charloissehoofd); 5. de RIVIERTUNNEL, bestaande uit twee autotunnels en een fiets- en een voetgangerstunnel tussen de Parkkade en Oud-Charlois; 6. de TUNNELTRAVERSE aan beide oevers, over Maastunnelplein, Doklaan, 's-Gravendijkwal, Henegouwerlaan en Statenweg; 7. het noordelijke GARAGEGEBOUW (Baden Powelllaan); 8. het zuidelijke GARAGEGEBOUW (Doklaan).
Omschrijving van het complex
De gebouwen en de tunnel van het MAASTUNNELCOMPLEX, gebouwd met een gewapend betonconstructie, worden gekenmerkt door een zakelijk-expressionistische vormgeving afgestemd op de functie. De riviertunnel heeft een rechthoekige doorsnede met twee afzonderlijke kokers voor het autoverkeer en aan de oostzijde boven elkaar twee kokers voor voetgangers en rijwielverkeer (waartoe de roltrappen zijn aangebracht). De betonconstructie is aan de buitenzijde met staalplaten bekleed, de tunnelkokers zijn inwendig met rechthoekige crèmekleurige tegels bekleed. De aanritten naar de tunnel, gezamenlijk vier rijstroken bevattend, zijn eveneens met een betonfundering uitgevoerd en verdiept gelegen in het Maastunneltracé waarover bij de hoofdkruisingen viaducten zijn aangebracht. De traverse geeft directe aansluiting op de rijkswegen naar Den Haag en Dordrecht. Aan weerszijden van de rivier staat een toegangsgebouw met roltrappen en een ventilatiegebouw die vrijwel identiek zijn aan elkaar vormgegeven. Ook de garagegebouwen aan weerszijden van de autotunnel kennen een vergelijkbare vormgeving. De gebouwen zijn voorzien van lambriseringen van oranjebruine Grestegels, wit gepleisterde gevelvlakken, groenkoperen platte, schild- en koepeldaken, stalen deuren en vensterkozijnen met kleine roedenverdeling en 'patrijspoorten'. De zakelijke doch zorgvuldig gedetailleerde interieurs zijn nog grotendeels oorspronkelijk.
Waardering van het complex
Het MAASTUNNELCOMPLEX met bijbehorende onderdelen als de eerste onderwatertunnel voor auto-, fiets- en voetgangersverkeer in Nederland is van algemeen belang vanwege grote cultuur- en architectuurhistorische waarde, alsook van stedenbouwkundige en bouwtechnisch-innovatieve waarde. Binnen het oeuvre van architect Van der Steur neemt het Maastunnelcomplex bovendien een belangrijke positie in.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Tunnel | Weg- en waterbouwkundige werken | Weg(C) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
– | – | – | – | Rotterdam | tussen Parkkade en Oud-Charlois | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Handelsgebouwen, opslag- en transportgebouwen | Transport | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | A | 3878 | – | Charlois |
– | E | 5479 | – | Charlois |
– | E | 5330 | – | Charlois |
– | E | 5426 | – | Charlois |
– | G | 64 | – | Delfshaven |
– | G | 386 | – | Delfshaven |
– | G | 637 | – | Delfshaven |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1937 | 1942 | – | vervaardiging |