Van Ommerenlaan 2, Wassenaar
Omschrijving onderdeel 1: op de bijbehorende kaart aangegeven met nr. 1
HOOFDGEBOUW LANDHUIS Rust en Vreugd gelegen op de gelijknamige historische buitenplaats. Het villa-achtige landhuis is in 1923 ontworpen in opdracht van het echtpaar Van Ommeren-de Voogt in ecclectische stijl met Art Deco en Egyptische invloeden door hun huisarchitect S. de Clercq. De Clercq heeft het huis ontworpen in nauwe samenwerking met de heer Van Ommeren. Mogelijk diende een villa in Caïro, die door het echtpaar Van Ommeren -de Voogt tijdens een van hun reizen was gezien, als inspiratie voor het nieuwe landhuis. Oorspronkelijk werd het landhuis alleen in de zomermaanden door het echtpaar Van Ommeren-de Voogt bewoond, echter na enkele jaren werd het de permanente bewoning van het echtpaar. Na de afbraak van het oude landhuis Rust en Vreugd werd het nieuwe landhuis het enige hoofdgebouw van de buitenplaats. In 1936 werd het huis met een overdekt terras met zeven zuilen uitgebreid. In de jaren '90 van de 20ste eeuw werd het huis inwendig en uitwendig gerestaureerd en gerenoveerd door de eigenaar de heer Smeets. Het vrijstaande, deels onderkelderde witgepleisterde pand op een gemetselde, iets vooruitspringende plint is op samengestelde plattegrond opgetrokken en bestaat uit twee bouwlagen onder een plat dak. De iets overstekende dakrand wordt door klossen ondersteund. De gevels kennen een horizontale geleding: cordonlijsten en een fries met cassettes. De vensters in de gevel zijn een omlijst en voorzien van een granieten onderdorpel - deels van louvreluiken voorzien. Er zijn enkele en samengestelde vensters met glas-in-lood in geometrisch patroon; naar binnenslaande ramen, deels met getorste tralies, deels met rolluiken. De vensters zijn voorst van houten of ijzeren schuivende binnenluiken voorzien. De hoofdentree bevindt zich centraal in de voorgevel die naar het park is gekeerd en wordt geflankeerd door een risalerend bouwdeel met twee vensters op de begane grond en een drietal smalle, gekoppelde vensters op de verdieping. Een gebogen granieten trap met geïntegreerde bloembakken geeft toegang tot de dubbele houten toegangsdeur met cassettes geflankeerd door een venster en gesitueerd onder een luifel die door gietijzeren zuiltjes wordt ondersteund. Direct boven de luifel, onder de waterlijst, een vensterstrook ter verlichting van de hal en op de verdieping een loggia met pijlers voorzien van een kapiteel met gestileerde bladmotieven; achter de loggia drie getoogde vensters. De zijgevels zijn met latere eenlaagse bouwvolumes uitgebouwd; aan de rechterzijde een tweede (diensten)entree onder een luifeltje. De achtergevel met terras aan de vijverzijde wordt geleed door grote pilasters over beide woonlagen en is versierd met allegorische beeldhouwwerken die de vier jaargetijden symboliseren. De gevel kenmerkt zich door een centraal uitgebouwde serre met afgeschuinde hoeken en gedekt door een koepelvormig koperen dak; daarboven een balkon. Verder is de gevel voorzien van grote raampartijen. Voor de gehele gevel ligt een granieten terras met een dubbele trappartij naar de tuin toe. In het INTERIEUR voorzieningen aangebracht om tegemoet te komen aan de extreme veiligheidseisen van de heer Van Ommeren, zoals het aanbrengen van een ijzeren rooster en ijzeren binnendeuren tussen de verbindingsdeuren naar de woonkamer. Een opvallend element vormt voorts de radiatorkasten, die in het hele huis voorkomen. De radiatorkast in de eetkamer is tevens bedoeld om borden warm te houden. Aan weerszijden is deze uitgevoerd in neo-stijl met laden en openslaande deuren, waarin smeedwerk met een uitgezaagd decoratief patroon. Verder is in het vrijwel geheel gaaf bewaard gebleven interieur onder meer van belang: de symmetrisch ingedeelde plattegrond met een dominante entreepartij en 'hall' met tochtportaal aan de achterzijde. Aan de achterzijde van het huis zijn de spreek/wachtkamer en dienstvertrekken gesitueerd. Aan de representatieve tuinzijde bevinden zich de woonvertrekken. In het entreeportiek twee tuinbanken, die tezamen met de tuinbank in het park (complexonderdeel 15) één ensemble vormen. In de 'hall', die het hart vormt van het huis, een rijk gedecoreerde 17de-eeuwse schouw, bestaande uit natuurstenen kariatiden die de eiken schouw dragen. De schouw vertoont voorts een haardplaat en terracotta haardtegels met wapens in bas-reliëf. In de 'hall' een eiken panelen-lambrizering en rode tegelvloer, die zich voortzet in de garderobe, het tochtportaal en de toiletruimte. Ook hier bevinden zich de originele wand- en vloertegels in Art-decostijl. Het plafond van de 'hall' heeft een balkenzoldering en daklicht in glas-in-lood. In het diensttrappenhuis de originele tegels, afwisselend zwarte en witte marmeren optredes. Oorspronkelijk was de eetkamer voorzien van een 17de-eeuwse betimmering met een bijzondere 17de-eeuwse goudleer wandbespanning. De interieurkamer werd in 1921 door Ph. Van Ommeren bij Mak in Amsterdam aangekocht, gerestaureerd en op maat gemaakt voor Rust en Vreugd. Het interieur was afkomstig uit een huis in Dordrecht (Voorstraat 282 en later overgeplaatst naar Prinsenstraat 53) en is in 2001 terug verhuisd naar Dordrecht naar het patriciërshuis Simon van Gijn. Het plafond aan de raamzijde is deels uitgevoerd met cassettes en uitkragend bloemmotief. Ook het tropische hout toegepast in de studeerkamer was door Van Ommeren besteld en werd onder diens instructie door De Clercq verwerkt. De studeerkamer is in Neo-Queen-Annestijl uitgevoerd met rondom doorlopende lambrisering, waarin ook radiator- en andere kasten zijn opgenomen. De kamer vertoont een rijk uitgevoerd stuc-plafond met kooflijst, voorzien van guirlandes. Dit laatste motief komt ook voor in de marmerschouw en haardplaat. De glasdeuren zijn uitgevoerd met ruiten in een geometrisch patroon. De woonkamer heeft een stuc-plafond, deels met oriëntaals stermotief, oorspronkelijke plafonnière lambrizering in Neo-Queen-Annestijl, waarin opgenomen zeer grote vaste kast met glasdeuren. Tussen de zitkamer en de erker een rolluik met katrol. De loggia is voorzien van zuilen met kapitelen in gestileerd lotusmotief. In één van de kapitelen de signatuur "PVO". In de loggia een door de heer Smeets ingemetseld tegeltableau, dat door het personeel aan de heer Van Ommeren is aangeboden na de totstandkoming van het huis en dat het huis laat zien zoals het in eerste instantie is gerealiseerd. In het hele huis, met uitzondering van de werkkamer, zijn de originele plafonds (allen gestuct in verschillende individuele motieven) en vloeren (zowel parket, als tegels in oorspronkelijke patronen) bewaard gebleven. Aan de achterzijde van het huis bevinden zich terrassen met de oorspronkelijke zwart-witte tegels, gelegd in een geometrisch patroon. Borstwering en plint zijn opgetrokken met kantstaand baksteen, handvorm gesinterde steen.
Waardering
LANDHUIS van de historische buitenplaats Rust en Vreugd is van algemeen belang wegens architectuur- en cultuurhistorische waarde
- als representatief voorbeeld van een vroeg-20ste-eeuwse villa-achtig landhuis, naar ontwerp van S. de Clercq;
- vanwege de gaafheid van het huis in hoofdvorm, materiaalgebruik en detail;
- vanwege de architectonische vormgeving in eclectische stijl met Art Deco invloeden;
- voor het oeuvre van de architect;
- vanwege het gaaf bewaarde interieur;
- vanwege de markante ligging binnen de historische tuin- en parkaanleg;
- vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
COMPLEX HISTORISCHE BUITENPLAATS RUST EN VREUGD
De HISTORISCHE BUITENPLAATS Rust en Vreugd bestaat uit de volgende onderdelen HOOFDGEBOUW (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), TOEGANGSHEK (3),GRENSPALEN (4), DIENSTWONING (5), BEGRAAFPLAATS (6), WATERPOMP (7), TUINMANSWONING (8), HEKKEN (9), BRUG MET HEK (10), BRUG (11), LAGE TUINMUUR (12), SIERVAAS (13), TUINMUUR (14), TUINBANK (15).
Omschrijving van het complex:
De oorsprong van de buitenplaats, die is gesitueerd aan de oude doorgaande weg tussen Den Haag en Leiden (Rijksstraatweg), gaat in ieder geval terug tot aan het einde van de 17de eeuw. In 1693 is er sprake van een boerderij op de plek van het voormalige landhuis, in bezit van Petrus van Hoppesteyn. Een kaart uit deze periode geeft op de plek van het voormalige landhuis deze boerderij aan, met een recht pad in de richting van de Heereweg (nu Rijksstraatweg). In een archiefstuk uit 1791 wordt dit pad gememoreerd toen het goed in bezit was van Mr. Gabriel Bourcourd, die het in 1758 van zijn vader Johannes Bourcourd heeft geërfd en er de buitenplaats Rust en Vruegde stichtte. Uit dit archiefstuk kan worden opgemaakt dat na 1760 en vòòr 1774, wanneer Bourcourd de buitenplaats aan Sijna Anna Henriëtta Philippina Baronesse van Wassenaer verkoopt, het pad met laanbomen werd beplant en aan weerszijden van een wal werd voorzien, zoals nu in het veld herkenbaar is. De huidige rechte oprijlaan met walstructuur aan weerszijden van de Rijksstraatweg naar de plaats van het voormalige landhuis dateert dus uit de periode 1760-1774. Ook de rechte wal direct aan de zuidzijde van de huisplaats (nu appartementencomplex), die de grens naar de buitenplaats Oud-Wassenaar markeerde, dateert uit deze tijd of van eerder. De aan de westzijde gelegen Zijlwetering was al in de Middeleeuwen tot vaarsloot vergraven en vormde de toegang per boot naar de buitenplaats. In 1818 was Jacob Jan Cambier, lid Eerste Kamer der Staten Generaal, eigenaar van Rust en Vreugd, en in de bij het uit 1822 daterende Kadastraal Minuutplan behorende Oorspronkelijk Aanwijzende Tafel wordt Clara Elizabeth Baronesse de Meij van Streefkerk, geboren Witsen Elias, als eigenaresse genoemd. Laatstgenoemde kaart geeft aan dat, net zoals bij de buitenplaats Backershagen, de aan de westzijde van de plaats gelegen Zijlwetering vanouds de toegang over water naar de buitenplaats was. Voorts blijkt dat op het perceel ten westen van het voormalige landhuis een vijverpartij in landschapsstijl was gesitueerd, die te identificeren is met de noordelijke vijverarm van de huidige vijverpartij in landschapsstijl ter plekke. De huidige over de vijver gelegde BRUG dateert uit 1923. Ook is de in curve vorm verlopende aftakking van de Zijlwetering in de richting van het huis te herkennen. Deze aftakking vormde de brede waterallee in landschapsstijl naar het huis. Een opmerkelijk element in deze periode is het rechte kanaal, dat loodrecht op de Zijlwetering is gesitueerd, aan de westzijde van deze wetering. Dit kanaal, dat nog steeds bestaat, vormt een verbindend element tussen het in 1923 nieuw op Rust en Vreugd gebouwde landhuis en het ten westen hiervan aan de huidige Schouwweg gelegen Wavopark (1928): het kanaal is loodrecht op de gevels van beide gebouwen geprojecteerd. Ter hoogte van het punt waar de oprijlaan het voorplein bereikt werd de aanleg ook al in 1822 doorsneden door de huidige dwarsas -toen Schouweg genaamd, tegenwoordig Van Ommerenlaan- waar beide uiteinden zich een hekwerk bevindt. Het HEK aan de noordzijde aan de Rust en Vreugdlaan, dat evenals de laan onder de bescherming valt, geeft hier sinds 1818, toen de eigenaar verzocht de buitenplaats aan deze zijde af te sluiten, de noordoostgrens van de buitenplaats aan. Op het Kadastraal Minuutplan is voorts het huidige langwerpige bosperceel ten noorden van de oprijlaan aangegeven, dat door een rechte in oost-west richting verlopende zichtas in twee driehoeken wordt verdeeld. In deze tijd had de zichtas, die welllicht een overblijfsel van een 18de-eeuwse aanleg is, een profiel in landschapstijl. Aan weerszijden van de as vertoont het Kadastraal Minuutplan een verloop van ruime slingerpaden, dat op de kaart van Rust en Vreugd uit ca. 1848, wanneer de buitenplaats al 2 jaar in het bezit is van Eduard van der Oudermeulen, veel gedetailleerder is aangegeven. Het op laatstgenoemde kaart aangegeven fijnschalige patroon van slingerpaden, dat heden ten dagen in het veld te herkennen is, kan als voorbeeld van een aanleg in vroege landschapsstijl worden aangemerkt en zou op stilistische gronden rond 1800 gedateerd kunnen worden. Opvallend is dat omstreeks 1848 de genoemde oost-west verlopende zichtas zijn profiel in landschapsstijl heeft verloren en door een rechte bosrand wordt begrensd. De op deze as gesitueerde taxusberceau dateert waarschijnlijk uit het einde van de 19de eeuw, evenals de hier geplaatste zandstenen SIERVAAS. Verder geeft deze kaart aan dat vòòr 1848 de moestuin achter de plaats van het toenmalige hoofdgebouw (huidige appartementencomplex) tot zijn huidige diepte is doorgetrokken en dat de aan de westzijde gelegen TUINMUUR voor deze tijd is opgetrokken. Vergelijking met de Topografische en Militaire kaart uit 1850-1851, en de kaart uit ca. 1848 geeft aan dat Van der Oudermeulen in de tussenliggende periode het langwerpige bosperceel ten noorden van de oprijlaan tot aan de Rust en Vreugdlaan heeft verlengd. De huidige hier aanwezige slingerpadenstructuur dateert uit deze tijd. Op de smalle strook land, die de genoemde Topografische en Militaire kaart uit ca. 1848 aangeeft tussen het bos en de Rust en Vreugdlaan, werd in het begin van de 20ste eeuw een rij dienstwoningen voor het personeel van de melkfabriek Menken gebouwd. De huidige na de Tweede Wereldoorlog opgetrokken dienstwoningen alsmede deze strook grond vallen buiten de bescherming. De kaart uit ca. 1848 geeft voorts een beeld van de landschappelijke aanleg aan de westzijde van de Van Ommerenlaan, bestaande uit de al op het Kadastraal Minuutplan aangegeven vijverpartij in landschapsstijl en enkele door parkbos met slingerpaden omgeven weilanden. Het patroon van verdiepte slingerpaden aan de noordzijde van dit parkgedeelte is tegenwoordig in het aldaar gesitueerde parkbos te herkennen en dateert vermoedelijk uit omstreeks 1800 of eerder. Het parkgedeelte aan de overzijde van de Rijksstraatweg, dat Van der Oudermeulen heeft laten aanleggen en dat Het nieuwe werk werd genoemd, is afgezien van een patroon van slingerpaden niet meer bewaard gebleven. Van der Oudermeulen liet in 1848 het bestaande huis afbreken en liet er een classicistisch landhuis neerzetten, dat in 1987 werd afgebroken ten behoeve van het huidige appartementencomplex. Dit complex beslaat het grondoppervlak van het oude huis. Na het overlijden van Eduard van der Oudermeulen erfde zijn zoon Cornelis Jan de buitenplaats. Laatstgenoemde verwierf in 1871 de aangrenzende buitenplaats Oud Wassenaar (beschermd monument nr. 508021), waar hij voor eigen bewoning het huidige kasteelachtige landhuis liet bouwen. Rust en Vreugd werd verhuurd. Vermoedelijk in de periode dat Oud Wassenaar in het bezit was van staatsman Mr Guillaume Groen van Prinsterer (sinds 1845) wordt de bosstrook direct ten zuiden van de oprijlaan van een bosaanleg met slingerpaden voorzien. Deze nog bestaande bosaanleg, die sinds 1871 bij Rust en Vreugd wordt getrokken, maakt deel uit van de beschermde aanleg van de buitenplaats Rust en Vreugd. De thans nog herkenbare sterke visuele relatie tussen het park van Oud-Wassenaer en Rust en Vreugd is aan de eigendomssituatie van de buitenplaatsen na 1871 toe te schrijven en kreeg na de uitvoering van het ontwerp van de tuinarchitect Eduard Petzold voor het park van Oud-Wassenaer in 1877 zijn huidige vorm. In 1886, wanneer de buitenplaats wordt gehuurd door L.J. Tempelman, wordt door de bij de Dienst Gemeentewerken Rotterdam werkzame tuinbouwkundige A. Lebbink een plan voor de parkaanleg met vijverpartij in landschapsstijl ten noorden van het landhuis samengesteld, waarvan echter niet duidelijk is of dit plan in deze periode geheel wordt uitgevoerd. De bonnekaart uit 1888-1913 alsmede andere topografische kaarten vòòr 1923 weerspreken namelijk de totale uitvoering van dit plan. Genoemde bonnekaart maakt wel duidelijk dat in ieder geval een deel van het plan van Lebbink is uitgevoerd: de bestaande waterallee in landschapsstijl wordt een stuk ingekort, ter plaatse komt een ruime cirkelvormige oprit naar het landhuis en vanuit het landhuis wordt in noordoostelijke richting een ruim doorzicht geschapen op een parkweide, die voorheen deels bebost was. Na de dood van Cornelis van der Oudermeulen in 1904 wordt Rust en Vreugd, na aanvankelijk te zijn aangekocht door een exploitatiemaatschappij, doorverkocht aan de Rotterdamse reder Philippus van Ommeren en zijn echtgenote Wilhelmina Alida de Voogt. Het landhuis deed in de zomer dienst als vakantiehuis van dames, die bij de Vereniging Tesselschade werkzaam waren. Door het intensieve gebruik van het landhuis voor het doel als vakantiehuis werd architect S. de Clercq opdracht gegeven voor de bouw van een nieuw villa-achtig landhuis voor bewoning door het echtpaar even ten noorden van het oude landhuis. Dit nieuwe landhuis uit 1923, dat uitwendig en vrijwel geheel ook inwendig gaaf bewaard is gebleven, maakt als HOOFDGEBOUW deel uit van de bescherming. Bij de bouw van dit nieuwe landhuis in 1923 vindt tegelijkertijd een verandering in het park plaats. Een stuk parkbos wordt voor de bouw van het landhuis gekapt. Zo het genoemde plan van Lebbink niet al eerder totaal werd uitgevoerd, vond de afronding van de uitvoering van dit plan plaats omstreeks de tijd van de bouw van het nieuwe landhuis. In overeenstemming met het plan van Lebbink wordt de waterallee in landschapsstijl, na eerder te zijn ingekort, wederom in curven in de richting van de Van Ommerenlaan verlengd. Ook de vijverarm ten noorden van deze waterallee wordt in deze richting verlengd en een nieuwe vijver in landschapsstijl langs de Van Ommerenlaan wordt als verbinding tussen beide waterlopen uitgegraven, waardoor het nieuwe landhuis aan de voorzijde een doorzicht op een ruime waterpartij in landschapsstijl heeft gekregen. Door deze verlenging en heraanleg van de waterpartij is het nieuwe landhuis als het ware op een eiland komen te liggen. Aan weerszijden van het landhuis werden nieuwe boom en heestergroepen geplant. Een bijschrift van een foto van het nieuwe landhuis met vijverpartij in het tijdschrift buiten uit omstreeks 1925 (Afdeling Speciale Collecties Landbouwuniversiteit Wageningen, niet nader gespecificeerd) ondersteunt de veronderstelling dat de vijverpartij naar het plan van Lebbink pas omstreeks de bouw van het nieuwe landhuis in 1923 is uitgevoerd. Het onderschrift luidt: "villa Rust en Vreugd met de nieuw uitgegraven vijverpartij". In 1923 werd terzijde van de entree een LAGE TUINMUUR opgetrokken en kwam ten westen van dit huis de BRUG MET HEK tot stand. In hetzelfde jaar werd eveneens naar ontwerp van S. de Clercq de huidige aan het begin van de oprijlaan gelegen DIENSTWONING opgetrokken. Wellicht omstreeks deze tijd werd in het park in de nabijheid van het huidige hoofdgebouw de kunststenen TUINBANK geplaatst, zo deze bank niet eerder in het park is opgesteld. Twee gelijksoortige banken staan in het entreeportiek van het huidige hoofdgebouw opgesteld. Enkele jaren hierna, in 1926, richten de Van Ommerens de Wilhelmina Alida Stichting op, die als doel had woningen te bouwen voor personen, die buiten hun schuld om hun vermogen waren kwijt geraakt. Ten behoeve hiervan werd in 1927 aan de Zijlwetering een appartementencomplex gebouwd (het WAVO-park, monumentnummer 524545), dat in 1928 werd geopend en dat loodrecht op het op de as van de villa gelegen al eerder genoemde kanaal werd gesitueerd. In 1929 werd meer in noordelijke richting aan de Zijlwetering het JOHANNA-huis (monumentnummer 528059) gebouwd voor dames van goede stand maar met beperkte financiële middelen. Al eerder werd aan de zuidzijde van het park aan de Van Ommerenlaan naar ontwerp van Z. Hoek en J.Th. Wouters een TUINMANSWONING in chaletstijl opgetrokken op de plaats van een 'Chinese tempel', gebouwd in de tijd dat dit parkdeel nog bij Oud-Wassenaar hoorde. Dit is dan ook de reden dat deze ornamentele woning uit 1907, die als onderdeel is beschermd, ook in de parkaanleg van Oud-Wassenaer een grote beeldbepalende waarde vertegenwoordigt. Omstreeks dezelfde tijd werd aan de oprijlaan het huidige monumentale TOEGANGSHEK in Oud-Hollandse-stijl geplaatst, waarvan de bovenzijde thans niet meer ter plekke aanwezig is. Naar aanleiding van de vijfstigste verjaardag van mevrouw Van Ommeren- de Voogt werd in 1916 even terzijde van de oprit naar het landhuis (nu appartementencomplex) aan de Van Ommerenlaan een monumentale hardstenen WATERPOMP geplaatst. Omstreeks 1935 werd aan de Van Ommerenlaan, in de wigvormige ruimte tussen de in oost-west-richting verlopende zichtas en oprijlaan een kleine particuliere (FAMILIE)BEGRAAFPLAATS ingericht waar mevrouw en de heer van Ommeren, na hun respectievelijke overlijden in 1935 en 1946, werden bijgezet. In 1940 werd het oude landhuis en het nieuwe landhuis Rust en Vreugd door de Duitsers gevorderd. De heer van Ommeren bewoonde in de oorlog een appartement in het Wavo-park. Het oude landhuis werd ingericht als noodhospitaal. Tijdens de Tweede Wereldoorlog diende de buitenplaats als opslagplaats van V-2's en als raket-laadstation en alszodanig doelwit van de geallieerden. Door bombardementen werd het park ernstig beschadigd, tevens werd in de hongerwinter veel hout gekapt. Na de dood van de heer Van Ommeren werd de buitenplaats ondergebracht bij een aantal stichtingen, die het beheer van het park hebben gecontinueerd. Na de oorlog werd het oude landhuis ingericht als KLM-internaat en erna als rusthuis. Het nieuwe landhuis werd verhuurd, onder maar aan de vastgoed magnaat Reinder Zwolsman. In 1978 nam de gemeente Wassenaar het beheer van het park over. In 1987 werd het oude landhuis gesloopt en werd ter plekke het huidige appartementencomplex opgetrokken. Sloop van het huidige hoofdgebouw kon ternauwernood worden verkomen, doordat het als gemeentelijk monument werd beschermd. Het gebied maakt deel uit van de vrijwel aaneengesloten buitenplaatsen- en landgoederenzone die zich in het bijzonder in de 19de eeuw heeft ontwikkeld aan weerszijden van de Rijksstraatweg.
De buitenplaats wordt begrensd aan de noordwestzijde door de Schouwweg, aan de noordoostzijde door de Rust- en Vreugdlaan en Menkenlaan, aan de zuidoostzijde door de Rijksstraatweg en aan de zuidwestzijde door park Oud-Wassenaar en de erven langs de Groen van Prinstererlaan. Enkele tot de buitenplaats Rust en Vreugd behorende complexonderdelen zijn gesitueerd in het park van Oud-Wassenaar. Deze uitzonderlijke situatie is veroorzaakt door de eigendomssituatie van beide buitenplaatsen in de periode tussen 1871 en 1904, toen beide buitenplaatsen in één hand waren.
Op de bij deze registeromschrijving behorende kaart is de begrenzing van het complex en de samenstellende onderdelen aangegeven.
Het hek aan het einde van de Van Ommerenlaan bij de Laan van Hoogwolde is vernieuwd en valt buiten de bescherming van rijkswege. Ook het in 1988 opgetrokken appartementencomplex op de oude huisplaats, de dienstwoningen met omliggende erven langs de Menkenlaan en de woning ter plaatse van het zusterhuis vallen buiten de bescherming.
Waardering
Het COMPLEX HISTORISCHE BUITENPLAATS Rust en Vreugd met de bijbehorende onderdelen is van algemeen belang vanwege de cultuur- tuin- en architectuurhistorische waarde
- als karakteristiek voorbeeld van 19de-eeuwse buitenplaats in vroege en rijpe Landschapstijl
- als bijzondere uitdrukking van een sociaal-historische ontwikkeling, waarbij onder leiding van de eigenaar het echtpaar Van Ommeren- de Voogt tijdens het Interbellum de buitenplaats ook een charitatieve betekenis verwierf;
- vanwege de verschillende complexonderdelen, die een bijzondere plaats innemen binnen het oeuvre van de Haagse architect S. de Clerq, huisarchitect van dhr. en mw. Van Ommeren-de Voogt.
- als onderdeel van een historische landgoederenzone die zich in vooral in de 19de eeuw heeft ontwikkeld aan weerszijden van de Rijksstraatweg.
- vanwege de stedenbouwkundige en landschappelijke waarde, door de ruimtelijke, functionele, architectonische en historische relatie van de verschillende complexonderdelen.
- vanwege het nieuwe landhuis, dat een representatief voorbeeld is van een vroeg-20ste-eeuwse villa-achtig landhuis, naar ontwerp van S. de Clercq;
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Landhuis | Kastelen, landhuizen en parken | Kasteel, buitenplaats | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Van Ommerenlaan | 2 | – | 2243 CD | Wassenaar | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Kastelen, landhuizen en parken | Kasteel, buitenplaats | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | F | 11145 | – | Wassenaar |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1923 | 1923 | – | vervaardiging |