Missiehuis, Cadier en Keer
Inleiding
Het MISSIEHUIS Onze Lieve Vrouw van Lourdes is in 1955 gebouwd naar functionalistisch ontwerp van architectenbureau Partners Swinkels - Salemans - Knibbeler - Swinkels. Het Missiehuis is tot stand gekomen ter vervanging van een laat negentiende-eeuwse voorganger die in 1954 grotendeels door brand is verwoest. Het nieuwe klooster met internaat bestaat uit drie haaks op elkaar geplaatste vleugels: de kapel met klokkentoren, een stafgebouw voor de paters en een leerlingenvleugel. Tot het monument hoort ook, naar ontwerp van architectenbureau Swinkels, een school die reeds in aanbouw was toen de brand in 1954 uitbrak. Het missiehuis Onze Lieve Vrouw van Lourdes werd in 1891 door de Franse pater Gaston Desribes gesticht als eerste vestiging in Nederland van de Societas Missionum ad Afros (S.M.A.; Sociëteit voor Afrikaanse Missiën). Eind negentiende eeuw was in Frankrijk de politieke situatie voor religieuzen en priesters te moeilijk geworden. Het Missiehuis heeft vanaf het begin niet alleen als klooster (van waaruit missionarissen naar Afrika werden uitgezonden) gefunctioneerd maar ook als internaat/klein seminarie voor leerlingen die zich voorbereidden op de theologiestudie voor het priesterschap. Vanaf 1892 is het klooster in verschillende fases tot stand gekomen. Van het oude complex resteren na de brand in 1954 een timmerwerkplaats, delen van een boerderij (circa 1900), het voormalige Zusterhuis (circa 1900) en, gelegen aan de voormalige cour (speelplaats), een drielaags leerlingenvleugel uit 1912 naar ontwerp van architect Ernest Pelgrims. In dit bouwdeel is een gebrandschilderd glas-in-loodraam uit 1948 herplaatst dat de brand heeft overleefd en een afbeelding van Onze Lieve Vrouw van Lourdes weergeeft. Sportvelden zijn in 1954 ten oosten van de cour en de oprijlaan aangelegd. Deze oude bouwdelen, die onderdeel uitmaken van de geschiedenis van het Missiehuis, zijn sterk gewijzigd en worden hier niet beschermd.
Ir. A.H.J. Swinkels (1900 - 1971) vestigde in 1928 in Maastricht een architectenbureau. In de jaren vijftig van de twintigste eeuw richtte Swinkels architectenbureau Partners Swinkels - Salemans - Knibbeler - Swinkels op dat met name bekendheid genoot door de bouw van kerken en ziekenhuizen. Bij de realisering van het Missiehuis heeft architect ir. Knibbeler een belangrijk aandeel gehad. Het ontwerp voor het Missiehuis heeft wat betreft architectuur doelbewust geen enkele relatie gezocht met het bestaande bouwdeel uit 1912. Situering en architectuur (betonskelet) van het in aanbouw zijnde schoolgebouw werden als uitgangspunt genomen voor de nieuwbouw. Daarnaast is de landschappelijke situatie zo veel als mogelijk benut. Het complex ligt op de Keerderberg aan de rand van het Maasdal, ten noordwesten van Cadier en Keer. Aan de noordzijde van het gebouw hebben de kamers van de paters zicht over het Maasdal. Gezien vanuit het Maasdal is het complex markant en zichtbaar gelegen. In het park rondom het Missiehuis bevinden zich kruiswegkapellen (1895 ingezegend, kapellen beschermd onder monumentnummer 491720), een grafkapel met grafkelder (ingezegend 1900, beschermd onder monumentnummer 491726), een Lourdesgrot (1892, beschermd onder monumentnummer 491714) en een begraafplaats (in huidige vorm uit 1961 met uitbreiding uit 1992/1993). Vanaf het poortgebouw (1905, sterk gewijzigd) aan de Rijksweg leidt een pad omhoog via het kruiswegpark naar de hoofdingang die is gesitueerd aan de parkzijde, met het zicht over het Maasdal. In de praktijk functioneert thans een ingang aan de zuidzijde van het complex. Deze was oorspronkelijk via een smalle, thans (2009) in onbruik geraakte, oprijlaan met aan weerszijden een rij bomen bereikbaar. Thans is de ingang via de geasfalteerde voormalige speelplaats bereikbaar. De oorspronkelijke vullingen van het betonskelet van het missiehuis bestonden uit baksteen in combinatie met diverse venstervormen zoals hooggeplaatste vensterbanden bij de slaapzalen van de leerlingen of vensterbanden op een baksteen plint bij de kamers van de paters. Bij het stafgebouw en de leerlingenvleugel is het grootste gedeelte van de oorspronkelijke vullingen door kunststof vensters vervangen waarbij de vensterindeling is gewijzigd en de dagkanten zijn verkleind. Inwendig is een aantal wijzigingen uitgevoerd waarbij onder meer ruimtes opgesplitst of samengevoegd zijn. De structuur van het complex is echter behouden. De glas-in-loodramen van de kapel hebben aan de buitenzijde voorzetramen. Achter in de kapel is, onder de tribune, begin 21e eeuw een dagkapel ingepast. Thans (2009) functioneert het complex onder meer als leefgemeenschap voor de S.M.A. communiteit van paters en als Klooster Verzorgingshuis en als verzorgingshuis voor anderen. De school is ingericht tot Afrikacentrum met Afrikamuseum.
Omschrijving
Het MISSIEHUIS uit 1955 bestaat uit drie haaks op elkaar geplaatste aaneengesloten bouwdelen plus een vierde bouwdeel, namelijk de school uit 1954. De bouwdelen hebben een rechthoekige plattegrond. De noord-zuid georiënteerde drielaags leerlingenvleugel met flauw hellend zadeldak (1). Op de noordoosthoek het haaks geplaatste drielaags stafgebouw voor paters onder een plat dak (2). De kapel met klokkentoren (3). De kapel is in noordelijke richting gebouwd en heeft een flauwhellend zadeldak heeft. De klokkentoren is aan de westzijde van de kapel gebouwd. De school (4) is via een eenlaags tussenlid op de noordwesthoek van het leerlingengebouw bereikbaar. De school is een drielaags gebouw met plat dak. Alle bouwdelen zijn uitgevoerd in een zichtbaar gelaten, witgeschilderd betonskelet. De vullingen zijn uitgevoerd in gele baksteen die in halfsteens verband is gemetseld of bestaan uit vensterreeksen.
Bouwdeel 1: Leerlingenvleugel
Exterieur: Dit onderkelderde, drielaagse bouwdeel heeft een rechthoekige plattegrond. Op de begane grond is tegen de lange westgevel een eenlaags glazen gang gebouwd. In de kopgevel hiervan bevindt zich een ingang. De kopse zuidgevel van de leerlingenvleugel is een topgevel waarin op de begane grond één venster is geplaatst. De gevel is opgetrokken uit gele baksteen. Het betonskelet vormt de hoekpilasters en de daklijst. De vullingen van het betonskelet bestaan bij de lange westelijke gevel ter plaatse van de slaapzalen op de eerste en tweede verdieping uit de oorspronkelijke bakstenen vullingen met hooggeplaatste vensterbanden en enkele lager geplaatste vensters. De kopse noordgevel is ter plaatse van het trappenhuis een glazen vliesgevel.
Interieur: Vanuit de entree naast de kopse zuidgevel volgt een gang met glazen wand. Op de begane grond van het drielaags bouwvolume zijn de voormalige keuken en eetzaal voor de leerlingen ondergebracht. Op de twee verdiepingen bevinden zich de voormalige slaapzalen voor de leerlingen. Thans (2009) is op de begane grond nog steeds een eetzaal. De indeling en functies van de eerste en tweede verdieping zijn gewijzigd.
Bouwdeel 2: Stafgebouw voor paters
Exterieur: Deze onderkelderde drielaags vleugel is gericht op het Maasdal. De traveemaat van het betonskelet is gebaseerd op de afmeting van de kamers van de paters die op de eerste en tweede verdieping zijn gesitueerd. In de voorgevel, de lange noordgevel, bevindt zich, uit het midden geplaatst, de hoofdentree van het Missiehuis. Dit risaliet is hoger opgetrokken. De vliesgevel van het risaliet is teruggeplaatst en het dakoverstek en de vloer boven de begane grond rusten op ranke betonnen kolommen. De voorgevel (en de interne structuur) is doorgezet tot halverwege vóór de kopse gevel van het leerlingenvleugel. Aan de noordzijde kragen de eerste en tweede verdieping uit en rusten op betonnen kolommen. De zuidgevel heeft ter plaatse van het trappenhuis aan de oostzijde van het bouwdeel een vliesgevel met op de begane grond een toegang. De kopse oostgevel is uitgevoerd in gele baksteen. Tegen een deel van deze gevel bevindt zich het tussenlid (hier tweelaags) dat de kapel en het klooster met elkaar verbindt. De zuidgevel hiervan is een vliesgevel met stalen kozijnen en op de begane grond een dubbele deur. De uitkragende betonnen overstekken van dak en vloer rusten op ronde betonnen kolommen.
Interieur: De structuur, met middengang en trappenhuis aan beide kopse zijdes van het gebouw, is gehandhaafd. Op de begane grond bevinden zich aan weerszijden van de middengang de voormalige eetzaal, ontvangstruimten, recreatieruimte, portiersruimte, entree, bibliotheek en spreekkamers. Op de verdiepingen zijn, aan weerszijden van de middengang, de voormalige zitslaapvertrekken van de paters gesitueerd. De indeling en functies van de ruimtes zijn gewijzigd. Zo werden in 1990-1991 van drie zitslaapvertrekken twee bejaardenkamers gemaakt. De trappenhuizen zijn in oorspronkelijke staat. De vloeren van de gangen op de begane grond zijn belegd met de oorspronkelijke grijs/wit gemarmerde keramische tegels. In de hal bij de hoofdingang is een bronzen plaquette aangebracht die herinnert aan de brand en de herbouw in 1954. Op de plaquette staat de tekst: MULTA NOCTE RUIT DOMUS ALMA MISERRIMA FLAMMIS NOSTRA TUI PIETAS RESTITUIT GENETRIX A.S. MCMLV. (Diep in de nacht stortte ons goede huis jammerlijk door brand ineen; onze liefde jegens U, Moeder, heeft het herbouwd. In het jaar des heils 1955.) De structuur van de kelder is gehandhaafd. In 1943 is een in onbruik geraakte mergelgroeve, gelegen tussen het Missiehuis en het poortgebouw verder uitgegraven en via een 144 treden lange trappengang toegankelijk gemaakt vanuit de kelder onder het Missiehuis. De groeve is als schuilplaats gebruikt en als wijn- en appelkelder en is nog in gebruik.
Bouwdeel 3: Kapel en klokkentoren
Exterieur: De kapel bestaat uit een schip met driezijdig gesloten koor met crypte. Aan de oostzijde is een eenlaags uitgebouwde zijbeuk met plat dak. Een deel van deze zijbeuk is hoger opgetrokken en heeft een zadeldak met nok haaks op het schip. Dit is de Mariakapel. Aan de westzijde verbindt een eenlaags bouwdeel met plat dak de kerk met de klokkentoren en met de kloostervleugel. Hier bevindt zich onder meer de sacristie. De kerk is aan de westzijde vanuit het klooster toegankelijk. Het betonskelet heeft vullingen van gele baksteen. De zijgevels van het schip hebben bovenin een vensterband met glas-in-loodvullingen. Bij het koor heeft het betonskelet een baksteenvulling als (hoge) plint. Daarboven zijn hoge glas-in-loodramen aangebracht. De zijbeuk met de Mariakapel zijn opgetrokken uit gele baksteen. In de lange gevel van de zijbeuk is een reeks van zes kleine vierkante vensters geplaatst. De zuidgevel van de kapel is een blinde topgevel met ter hoogte van de tribune op de hoeken een glas-in-loodraam. De klokkentoren heeft een vierkante grondslag. Het betonskelet is met baksteenvullingen dichtgezet. In de top is een open klokkenstoel met zadeldak.
Interieur: Vanuit het klooster is de kapel achter, in de lange zijgevel van het schip, toegankelijk via dubbele houten deuren. Het schip en de zijbeuk hebben een vlak plafond. Het betonskelet is zichtbaar gelaten en witgeschilderd. De muurdelen zijn opgetrokken uit gele baksteen. Op de leistenen vloer zijn in het schip twee rijen houten banken opgesteld. In de smalle zijbeuk staat één rij banken. Het koor is met enkele traptreden bereikbaar. De glas-in-loodramen zijn door Lou Jonas ontworpen en vervaardigd in atelier Mesterom. Het betreft in het koor 6,5 m hoge en hooggeplaatste ramen naar abstract ontwerp. Deze reeks wordt aan weerszijden in het schip voortgezet met een band minder hoge maar wel hooggeplaatste glas-in-loodramen eveneens met abstracte voorstellingen. In de zijbeuk zijn zes vierkante, kleine glas-in-loodramen geplaatst die de vijf blijde geheimen van Maria en een afbeelding van Maria Sterre der Zee weergeven. In de topgevel van de Mariakapel is een glas-in-loodraam aan Maria gewijd. In deze kapel is een zijaltaar geplaatst met daarboven een Mariabeeld naar ontwerp van beeldhouwer Dries Engelen. Hij ontwierp tevens de kruiswegstaties en de preekstoel. In de westzijde van het koor is een deur naar de sacristie. Op het koor staat een forse zwartmarmeren altaartafel. Op de tribune, achter in de kapel, staat een tweemanuaals unit-orgel dat in 1955 door Verschueren Orgelbouw (Heythuyzen) is vervaardigd. In de crypte onder het koor waren tegen de buitenmuren zeven kleine afsluitbare altaarruimtes ingericht met een zwart marmeren altaar. Hier konden de priesters aan hun plicht voldoen om dagelijks een mis te lezen. Eén ruimte heeft de oorspronkelijke opzet en inrichting behouden. De overige ruimtes zijn gewijzigd maar herkenbaar gebleven. De buitenmuren hebben een hooggeplaatste band met stalen venster.
Bouwdeel 4: School
Exterieur: De drielaags school heeft een rechthoekige plattegrond. De begane grond van de school bevindt zich op dezelfde hoogte als de begane grond van het hoofdvolume, maar vanwege het hoogteverschil in het landschap heeft de school nog een souterrain dat ook vanaf het maaiveld toegankelijk is. De gevelindeling en geleding van het schoolgebouw worden door het zichtbaar gelaten betonskelet bepaald. De traveemaat van het betonskelet is gebaseerd op de afmetingen van de leslokalen. De vullingen zijn uitgevoerd in baksteen en hebben stalen vensters. Ter plaatse van het trappenhuis heeft de westgevel een reeks staande vensters over de hele hoogte van het pand. Ter plaatse van de lokalen hebben de baksteen vullingen van het betonskelet vensters met een vijfruits indeling (rechthoeken en een vierkant). De baksteen vullingen van het betonskelet hebben in de oostgevel, waartegen een trappenhuis is uitgebouwd, op elke verdieping een hooggeplaatste vensterband met één staand venster.
Interieur: De structuur op de eerste en tweede verdieping bestaande uit een gang aan de oostzijde van het gebouw die toegang geeft tot lokalen aan de westzijde is herkenbaar gebleven. In het souterrain zijn de voormalige studiezaal en het voormalige biologielokaal ondergebracht. Het geheel wordt ontsloten via een centraal, ruim trappenhuis aan de zuidzijde. Hier is de school met een tussenlid verbonden met het missiehuis. De oorspronkelijke indeling is gewijzigd. De bovenste twee verdiepingen zijn ingericht als museum. Het trappenhuis met de trap is nagenoeg ongewijzigd. Een deel van de vloeren is belegd met de oorspronkelijke grijs/wit gemarmerde keramische tegels.
Waardering
Het MISSIEHUIS Onze Lieve Vrouw van Lourdes is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde als typologisch voorbeeld van een modern Missiehuis uit de Wederopbouwperiode en als essentieel toonbeeld van deze periode. Het Missiehuis heeft cultuurhistorische waarde vanwege de innovatieve en moderne wijze waarop uitdrukking is gegeven aan de wens om met een modern gebouw nieuwe leerlingen, toekomstige missionarissen, te trekken en op te leiden. Het Missiehuis is van architectuurhistorische waarde vanwege het bijzondere belang voor de vernieuwing van de kloosterarchitectuur, het bijzondere materiaalgebruik en vanwege de esthetische kwaliteit van het vooruitstrevende ontwerp. Het Missiehuis is daarnaast van architectuurhistorische waarde vanwege het belang voor het oeuvre van architectenbureau Swinkels - Salemans - Knibbeler - Swinkels en beeldend kunstenaar Lou Jonas. Situationele waarde ontleent het Missiehuis aan de beeldbepalende ligging op de Keerberg, waarbij gebruik is gemaakt van het magnifieke uitzicht door de kamers van de paters te oriënteren op het Maasdal. Het Missiehuis heeft ensemblewaarde vanwege de onderlinge functioneel-ruimtelijke relatie en samenhang met de kapellen in het kruiswegpark, de Lourdesgrot, de grafkapel, de begraafplaats en het park. Het Missiehuis is van algemeen belang vanwege de constructieve gaafheid.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Kapel(F1) | Religieuze gebouwen | Kapel (F) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Rijksweg | 15 | – | 6267 AC | Cadier en Keer | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Religieuze gebouwen | Klooster, kloosteronderdl | Missiehuis | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | A | 4717 | – | Cadier en Keer |
– | A | 4718 | – | Cadier en Keer |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1954 | 1955 | – | vervaardiging |