Rijksmonument in Delft: de verduurzamingspuzzel is helemaal gelegd!
Een rijksmonument verduurzamen is al een uitdaging, maar als je op een zichtlocatie aan de Markt in Delft zit, weet je zeker dat het nauw luistert. Toch noemt Jeroen Stolk zijn project alleszins geslaagd. Hoe heeft hij het aangepakt?
Ik vind het leuk om dingen uit te zoeken
Jeroen Stolk kocht het pand aan de Markt, pal naast de Nieuwe Kerk, in 2015. Als bouwjaar staat 1870 in de boeken, maar een deel van het pand stamt uit de 14e eeuw. ‘Ik had eerder weleens in een gemeentelijk monument gewoond. Nu had ik zin in een verbouwing en ik zocht een wat groter huis. En ik vind het leuk om dingen uit te zoeken. Hier kon ik mijn energie wel in kwijt! De aanpak van dit pand is in essentie niet anders, dan andere projecten die ik als lucht- en ruimtevaartdeskundige onderhanden heb gehad. Je hebt een doel, onderzoekt de mogelijkheden en dan ga je naar een oplossing.’
Het hele pand moest volledig worden gestript
Buitencategorie achterstallig onderhoud
Jeroen kocht een pand waar hij volop mee aan de slag kon. ‘De heersende mening in die tijd was nog dat een rijksmonument niet te verduurzamen viel. Als ik hoor dat iets niet kan, dan vind ik het leuk om uit te zoeken hoe het WEL kan. Gelukkig kwam restauratiearchitect Vera Franken van TAK architecten op mijn pad (zie ook verhaal over het monument in Velp red.). Zij had dezelfde ambitie.’ Nu was een geluk bij een ongeluk dat het pand onder de buitencategorie achterstallig onderhoud viel. ‘Het was bouwkundig in zeer slechte staat en ook wel zodanig dat het hele pand volledig moest worden gestript; terug naar alleen de monumentale waarden met alle latere toevoegingen verwijderd. Er is drie jaar lang door een paar mensen full time aan gewerkt. Ook ikzelf was er naast mijn werk volledig op gericht.’
Zorgen dat het vocht niet bij het hout van de constructie kon komen
De Markt in Delft, een rondje buitenom...
Verduurzamingsplan: bouwfysiologische problemen oplossen
Het plan voor de verduurzaming ontstond gaandeweg. Jeroen vertelt: ‘We moesten het helemaal strippen en je weet van tevoren niet wat je tegen komt. Vanuit de gemeente en met name de monumentencommissie werd positief kritisch meegekeken met de verschillende stappen. Dat was leerzaam voor iedereen en het diende ook echt wel een doel.’
De grote uitdaging bij verduurzaming van monumenten ligt op bouwfysiologisch vlak. ‘Maar ik liet me daardoor niet afschrikken. Overal is een oplossing voor te vinden,’ zegt Jeroen. ‘Bij verduurzamen is de schil kierdicht maken de eerste stap. In mijn pand zit overal hout. Uitgangspunt is dat je niet wilt dat er vocht bij het hout komt. Nu is er binnen natuurlijk altijd vocht: koken, douchen, ademen of met een natte jas binnenkomen, ik noem maar wat. Glas staat qua warmte- en dus vochtgeleiding op de eerste plaats en daarna volgt hout. Het glas hadden we ondervangen, daarover later meer. De belangrijkste stap was dus: zorgen dat het vocht niet bij het hout van de constructie kon komen.’
Het binnenklimaat in het pand is qua vochtpercentage superstabiel
Isolatie
Voor de isolatie gebruikte Jeroen Pavatherm; panelen van samengeperste houtvezels. ‘Pavatherm en het alternatieve product Homatherm zijn hydrofiel. Het neemt water op en het staat het ook weer af. Ik woon in een spons,’ zegt Jeroen lachend. ‘Door met name rondom de koppen van de balken laagtemperatuur verwarming aan te leggen, blijven de koppen droog omdat warmte vocht verdrijft. Dat is normaal een risico. Maar hier dus niet. Het binnenklimaat in het pand is qua vochtpercentage superstabiel.’
De dakisolatie is juist ook in de zomer van belang
De Markt in Delft, even binnenkijken...
Dak aan buitenzijde geïsoleerd
Bij het strippen kwam ook het oorspronkelijke dakbeschot tevoorschijn. ‘Dat wilde ik graag in het zicht houden omdat het van monumentale waarde is. Daarom hebben we het dak aan de buitenzijde geïsoleerd. Daar zijn de vergunningverleners wel verdacht op, want vaak krijgt het gebouw dan een zogenaamd ‘hoedje’. Wij hebben dat weten te ondervangen door voor de isolatie heel dunne folie te gebruiken, Actis trisolaine, met wol dus. Het is flinterdun, maar zeer effectief! Het werd aangebracht op 30 september 2016, een warme dag. De dag daarna voelden we binnen al een enorm verschil. De werklieden konden het niet geloven. De dakisolatie is juist ook in de zomer van belang, want de hele dag staat de zon op het dak te branden. Er is nog 1 stuk muur van ons pand onbehandeld, alleen die muur warmt op.’
Ik heb mijn boring in de buurt van de riolering laten doen
Klimaatsysteem: over verwarmen en koelen van een monument
Het pand is voorzien van lagetemperatuurverwarming. ‘Dat benutten we voor verwarmen én voor koelen. Mensen realiseren zich niet dat koelen tegenwoordig minstens zo belangrijk is als verwarmen.’ Voor de koeling en verwarming wilde Jeroen een grondbron aanboren. ‘Deze optie bleef over. Het Hoogheemraadschap wilde namelijk niet dat wij een waterbron sloegen en een luchtwarmtepomp was indertijd in de binnenstad van Delft niet toegestaan. Een grondbron slaan, dat was in de binnenstad van Delft nog nergens gedaan. De binnenstad van Delft staat op archeologische grond. Voor een boring wordt niet snel toestemming gegeven. Cruciaal is de regel dat er niet geboord mag worden in ‘onberoerde grond’. Maar toen hier decennia geleden riolering werd aangelegd, werd niet zo nauw gekeken. Er was dus een deel ‘beroerde grond’. Ik heb mijn boring in de buurt van de riolering laten doen. Zo liet ik de onberoerde grond met rust. Zo kreeg ik toestemming om de grondbron te slaan. Ik heb de mensen van de gemeente uitgenodigd bij de werkzaamheden te komen kijken, dan konden ze ook ieder moment nog ingrijpen. Maar dat is niet nodig gebleken.’
Voor 15 euro aan elektriciteit is het hier in de zomer nooit veel warmer dan 21 graden
Business case meer dan rond
Jeroen heeft op 120 en op 140 meter diepte een put laten boren. Hoe dieper je boort hoe groter de capaciteit. ‘Ik heb ter plekke besloten om nog iets dieper te laten boren. De boring zelf kostte 9000 euro, dieper boren vergrootte de capaciteit, op dat moment was nog niet duidelijk met hoeveel. De meerkosten waren relatief gering; het zijn vooral de startkosten.’ Nu is er de mogelijkheid voor de buren om ook aan te sluiten op de put van Jeroen. ‘Ik heb de drievoudige capaciteit van wat ik nodig heb.’
Jeroen gebruikt het systeem om te verwarmen en te koelen. ‘Is het buiten ver in de 30 graden, dan is het hier nog heerlijk koel.’ Niet alleen in de vloer, maar ook in de wanden zijn de leidingen aangebracht. ‘Je kunt zo’n pand niet met een postzegel vloerverwarming warm of koel krijgen. En dat materiaal, daar zitten de kosten niet in.’ Met een warmtecamera kan Jeroen het systeem en de werking ervan goed volgen. ‘Voor 15 euro aan elektriciteit is het hier de hele zomer nooit veel warmer dan 21 graden. In de winter is het heerlijk warm met relatief weinig elektriciteit vanwege de warmtepomp.’
De gemeente Delft gebruikt dit pand vaak als voorbeeld
De ‘achteraffers’
Hoewel het maken van de plannen en de uitvoering ervan soepel is verlopen, is er toch nog een punt waar Jeroen niet tevreden over is. ‘Het glas! Wij moesten monumentenglas aanbrengen en achterzetramen. Dat is absurd duur! Ik heb alle kozijnen moeten vervangen vanwege achterstallig onderhoud. Dat was het moment geweest om dubbelglas te plaatsen, maar dat mocht niet vanwege de eis van toepassing van monumentenglas. Met een dure oplossing was alsnog een redelijke isolatie mogelijk. Dit is echt het enige punt waarvan ik achteraf zeg: dat had anders gekund en gemoeten.’
Jeroen is blij met het resultaat van de restauratie en verduurzaming van zijn pand. ‘Tot vlak voor COVID kregen we hier iedere week wel architecten langs. Dat begint nu weer te komen. En de gemeente Delft gebruikt dit pand vaak als voorbeeld.’
Tip van Jeroen voor eigenaren van een monument in Delft:
regionaalenergieloket.nl/delft en/of: https://regionaalenergieloket.nl/delft/inzicht-krijgen/eigen-plan/historische-panden-delft