Ned. Herv. Kerk. Bestaat uit een diep eenbeukig schip en een drie traveeën diep koor, dat vijfzijdig gesloten is. Het koor en het laatste deel van het schip worden door een doorlopende kap gedekt; de vier eerste schiptraveeen hebben een lagere kap. In de eerste vier traveeen van het schip zijn t.b.v. inwendig aangebrachte lokaliteiten de vensters deels gedicht, deels van kozijnen en schuiframen voorzien. Aan de koorsluiting is een bakstenen portaal, XVII B, toegevoegd. De eerste vier smalle schiptraveeen gedekt door een zeer oude kap met trekbalken, die gepeerkraalde sleutelstukken hebben. Het koor heeft een laatgotische kap. Inwendig preekstoel uit 1731 met gesneden voorstellingen in de velden van de kuip; een houten en een koperen lezenaar (1731, 1763), koperen doopbekkenhouder en drie blazers, twee koperen kronen. Orgel met Hoofdwerk, Bovenwerk en Pedaal, in 1890 gemaakt door E. Leichel.