Sint Rosaklooster, Amsterdam

Inleiding

In 1926-1927 tot stand gekomen KLOOSTER voor monialen gelegen aan een driehoekig voorplein en bestaande uit een zusterhuis met kapel en verbonden met het kloosterhof, oorspronkelijk genaamd 'St. Rosaklooster over 't Y' in traditionalistische stijl, naar een ontwerp van A.J. Kropholler in opdracht van de Congregatie van de H. Catharina van Senen, zusters Dominicanessen te Voorschoten. Het omsluitende hekwerk heeft naast de school aan het Hagedoornplein een brede doorgang naar het voorplein waar zich de hoofdingang van het klooster bevindt, enigszins verscholen achter de St. Rosaschool.

N.B. In 1930 is een deel van de beganegrond van de kapel gewijzigd in vergaderkamers en een speellokaal. Na de bomschade is het klooster in 1944 gerestaureerd door C.M. van Moorsel Pzn. In 1977 zijn de van kunststof vervaardigde dakkapellen en de liftschacht aangebracht. Op de eerste verdieping zijn aan de voor- en achterzijde in de houten kozijnen aluminium schuiframen geplaatst. Laatstgenoemde wijzigingen vallen buiten de bescherming.

Omschrijving

Op een samengestelde smalle rechthoekige plattegrond in baksteen opgetrokken kloostergebouw onder een samenstel van met rode pannen gedekte zadeldaken met natuurstenen bekroningen en muurwerkafsluitingen, bestaande uit een kelderverdieping, begane grond, een verdieping en een kapverdieping. In het zuidwesten, onder een stompe hoek tegen het zusterhuis geplaatste, een rechthoekige aanbouw met op de begane grond een deel van de bewaarschool en op de eerste verdieping de ziekenkamer en kloosterkapel. De zuidoostelijk gelegen haaks op het zusterhuis geplaatste aanbouw met opengewerkte borstwering is door een muur met een spitsboogvormige poort, bekroond door een deels gemetselde, deels van natuursteen voorzien kruis, verbonden met de St. Ritakerk. Zuidoostelijke beeindiging van de voorgevel met kleine, boven het dak uitstekende toren. Twee kleine rechthoekige kloosterportalen bieden aan de noordzijde toegang tot het aangrenzende achtergelegen kloosterhof, beide een bouwlaag onder met rode pannen gedekte zadeldaken.

In de voorgevel van het zusterhuis zijn ter hoogte van de kelderverdieping kleine meerruitsvensters onder doorlopende strekken opgenomen met op de begane grond hierboven geplaatste driedelige vensters eveneens onder doorlopende strekken, op de verdieping op regelmatige afstand van elkaar zesruits-schuifvensters, alle met natuurstenen onderdorpels. De achtergevel toont op de eerste verdieping een zelfde geleding, op de begane grond zijn hier lancetvensters met natuurstenen onderdorpels en glas-in-lood ramen aangebracht. Aan het voorplein een asymmetrische ingangspartij met puntgevel met natuurstenen bekroning in de vorm van een Grieks kruis en terzijde een schoorsteen, onder een dwarsgeplaatst uitkragend zadeldak met rode pannen. In de kapverdieping een klein getoogd venster. De entree wordt gevormd door een diepliggend met een tree verhoogd spitsboogportaal met vlakke dagkanten die in de spitsboogveld overvloeien in archivolten. Stoep, hoekstenen, plinten en raakvlakken zijn van natuursteen vervaardigd. Boven de getoogde dubbele eikehouten deur met zwaar metaalbeslag is in het boogveld tussen twee glas-in-lood vensters in een rode tegelomlijsting een geglazuurd tegeltableau met inscriptie van de H. Rosa van Lima opgenomen, afgebeeld in Dominicanerkledij, met rozenkroon en geel geglazuurde nimbus. In de natuurstenen bovendorpel in een zelfde omlijsting in witte letters 'Sint Rosaklooster'. Boven het portaal een rond tegeltableau met Dominicaner wapen, een gestileerd Grieks kruis in zwart-wit wapenschild met in de omlijsting de tekst 'LAUDARE, BENEDICERE, PRAEDICARE'. Hierboven twee gekoppelde spitsboogvensters met glas-in-lood en een deelzuiltje met gedeelde boogaanzet van natuursteen. Het muurwerk links van de ingang, waarin op de begane grond in de hoek twee lancetvensters met middenboven een klein rondboogvenster, eindigt in een borstwering met kantelen. Op de eerste verdieping bij de ziekenkamer een balkon met opengewerkte balustrade rustend op zware natuurstenen consoles en een troggewelf. Een tweede ingang, in het zuidoosten, aan het voorplein bij de keuken gesitueerd, bestaat uit een voorportaal met puntgevel, waaronder een doorgang naar de kelder. In het spitsboogvormige voorportaal met twee natuurstenen treden zijn in een hoek twee gemetselde banken met houten zittingen tegen elkaar geplaatst, de zgn. bedelaarsbanken. In de zijmuur twee lancetvensters met blank glas-in-lood. Tegen de achtermuur een rood-wit tegeltableau met olijftakken en de tekst 'PAX SINT ROSA KLOOSTER'.

De noordgevel van de kapel, aan de Wingerdweg, is voorzien van drie gekoppelde lancetvensters met deelzuiltjes met natuurstenen boogaanzet en glas-in-lood ramen. Op de begane grond tussen de zwaar uitgevoerde versneden steunberen twee aan twee gekoppelde drieledige vensters onder doorlopende strek. Geprofileerde hoekoplossing ter plaatse van het trappenhuis. In de zuidgevel van de kapel, aan het voorplein, onder het getrapte zadeldak gekoppelde spitsboogvensters met glas-in-lood. Op de nok van het dak een lantaarntoren, bekleed met lood, met bekroning.

In het inwendige bij de hoofdingang bevindt zich de vestibule, alwaar een zwarte natuurstenen trap van vier treden, opgenomen tussen twee muurdammen met afgeronde zwarte natuurstenen bedekking, naar de centrale hal leidt. De vestibule is voorzien van een lichtgrijze geglazuurde bakstenen lambrizering met daarboven lichtbruine baksteen en een in terracottategels een passende inscriptie, en een korfboog-overwelving van lichtgrijze geglazuurde baksteen. Voor de trap aan weerszijden in een spitsboognis gemetselde banken met houten leuningen en zittingen. In het spitsboogveld ter linkerzijde een muurschildering voorstellende de Annunciatie, ter rechterzijde de Ontmoeting van Maria en Elisabeth. Boven de trap links een gedenksteen waarop de voorgaande behuizingen van het St. Rosaklooster in Amsterdam (1849-1880, Spuistraat 18 en 1880-1920, Singel 136), rechts een gedenksteen met ingebruikname van het Rosaklooster in 1927. Vanuit de centrale hal zijn de aan weerszijden van de vestibule gelegen spreekkamers, het trappenhuis met tegeltableau met Veritas-voorstelling en in het binnenmuurwerk een rond- en spitsbooguitsparing, een gang naar de bewaarschool en de corridor, beide voorzien van spitsboogvormige gordelbogen, toegankelijk. De lambrizering van trappenhuis en gangen, met metselwerk in staand verband, bestaat uit geelbruine geglazuurde baksteen met op de overgang naar de lichtbruine baksteen een wit geglazuurd baksteenrand. In de met een troggewelf bedekte hal hoog geplaatste spitsboogvensters met dagkanten en zwart stenen onderdorpels. Op de vloer lichtbruine grote plavuizen met een mozaiek van de slang en de appel, in de corridor overgaand in afwisselende zwarte en lichtbruine plavuizen met op de scheiding van elke travee en langs de zijden kleine witte en lichtbruine plavuizen. In de wanden ondiepe getoogde nissen. Aan de corridor liggen achtereenvolgens de voormalige recreatiezaal, refter en keuken, en aan het einde een tweede trappenhuis met lift en toegang tot de wasgelegenheid. Dubbele eikehouten slotdeur onder een toogboog met in het spitsboogveld een rechthoekige baksteentracering met glas gevuld, op de snijpunten van natuursteen (oorspronkelijk was het boogveld gedecoreerd met een fresco van Dom van der Mey). Boven de andere deuren in de eveneens met een troggewelf gedekte corridor een Christusmozaiek uit latere tijd en een muurschildering van een Dominicanes met Christus en Maria. Bij de ingang van de refter aan weerszijden in de corridor een ondiepe spitsboognis met een fonteintje en spreuk met passende voorstelling (Lam Gods, Hert). Bij de refter gekoppelde kleine rondboogvensters met ruitvormig veelkleurig glas-in-lood. De met glas-in-lood gevulde lancetvensters zijn na het bombardement in 1943 door een Dominicanes in verschillende schakeringen beschilderd, in de dagkanten kleine reliefs met symbolische voorstellingen en jaartallen.

Op de eerste verdieping bevinden zich kapel, ziekenkamer en aan een lange gang op beide verdiepingen de slaapcellen. Op de overloop een mozaiekvoorstelling en in een spitsboognis een heiligenbeeld uit latere tijd. Boven de dubbele deur naar het dormitorium een tegeltableau met kroon en palm met ster (Overwinning in de hemel), boven de ingangen naar de kapel een tegeltableau met gestileerde roos en een tableau met druivenranken met Christusmonogram. Een dubbele deur leidt naar de ziekenkamer die aan de kapelzijde via een eikehouten schuifwand in open verbinding met de kapel staat. Op de vloer van de overloop grote zwarte plavuizen afgewisseld met kleine witte plavuizen en witte plavuizen rand. Voor de dubbele deur naar de kapel in de vloer een drakekop. In de vlakke balkenzoldering zijn vensters opgenomen.

Eenbeukige in baksteen uitgevoerde kapel met een ziende houten kap met metalen verbindingselementen rond de balken, bestaande uit vier traveeen en een koortravee met rechtgesloten koornis. Het schip is voorzien van een blauwgrijs geglazuurde bakstenen lambrizering op een zwarte plint waarboven tussen rode baksteen drie gekoppelde spitsboog vensters met glas-in-lood ramen met voorstellingen van de goede gaven. De vensters steunen op een doorlopende zwarte dorpel gedragen door witte consoles. De lambrizering in het koor, gescheiden van het schip door een grote triomfboog uitgevoerd in rode baksteen met ingelegd Christusmonogram, bestaat uit een geelbruin geglazuurde bakstenen lambrizering op een witte plint, een witte rand vormt de overgang naar de lichtbruine baksteen. Op het gedeeltelijk verhoogde koor bevindt zich een zwart marmeren altaar met tabernakel met in de centrale spitsboogkoornis een muurschildering van Dom van der Mey uit 1927 met een tronende madonna en kind tegen een rode achtergrond met ter linkerzijde H. Dominicus met boek en lelietak en ter rechterzijde H. Catharina van Siena met kruisbeeld. Aan weerszijden hiervan kleine lege koornissen. In het muurwerk aan de noordzijde een muurschildering met twee aartsengelen onder de tekst 'Templum Dei in Coelo'. De twee muurschilderingen zijn uitgevoerd in Sienese trant. Aan de zuidzijde van het koor figuratieve glas-in-lood voorstellingen met de tekst 'Ave Maria gratia plena'. Overig glas-in-lood met kleine symbolische voorstellingen. Boven westelijke ingang een uit hout gesneden zangtribune met rugpositief op twee zware eikehouten consoles. Houten vloer, in koortravee marmer. Oorspronkelijke lampen met armatuur. Tussen de kapel en de ziekenkamer een gang met eveneens blauwgrijze lambrizering die in open verbinding met de kapel staat. In het verlengde van de doorgang verleent een grote eikehouten spitsboogdeur met beslag toegang tot de sacristie, boven de naastgelegen rechtgesloten eikehouten deur in het metselwerk een ingelegd rond tegeltableau met slang.

Waardering

In- en exterieur van St. Rosaklooster van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde in een voor Kropholler kenmerkende traditionalistische stijl met naast het veelvuldige gebruik van baksteen in natuursteen uitgevoerde details. Van belang binnen het oeuvre van Kropholler als voorbeeld van een bijzonder gebouwtype en aan het voorplein gesitueerd onderdeel van een groot kerkelijk complex. Van stedebouwkundig belang vanwege de markante ligging aan het Hagedoornplein, Wingerdweg en Buiksloterweg.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
498727
Complexnaam
Krophollercomplex
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Inleiding

Tussen 1921 en 1931 gerealiseerd KERKELIJK COMPLEX, in fasen ontworpen door A.J. Kropholler in opdracht van de St. Rita-parochie en de congregatie van de H. Catharina van Senen, zusters Dominicanessen te Voorschoten, gelegen in de zuidoostelijke hoek van de Buiksloterham tussen het Hagedoornplein, de Wingerdweg en de Buiksloterweg. Het R.K.- complex is gegroepeerd rond een driehoekig plein met groenaanleg en bestaat uit de volgende samenstellende onderdelen:

- St. Ritakerk (1921-22),

- pastorie St. Ritakerk (1921-22),

- St. Rosaklooster met kloosterkapel (1926-27),

- kloosterhof (1926-27),

- St. Rosaschool (1929-30),

- dubbelwoningblok (1930).

Het in traditionalistische, door Berlage beinvloede stijl uitgevoerde complex is aan het Hagedoornplein, Wingerdweg en Buiksloterweg omgeven door een smeedijzeren hekwerk met bakstenen pijlers met ezelsrug.

Omschrijving

De hoog opgetrokken gebouwen zijn uitgevoerd in baksteen met gebruik van natuursteen voor constructief belangrijke delen zoals pijlers, consoles, hoekblokken, lateien etc., onder vrij steile met rode pannen gedekte zadeldaken met hoog oprijzende schoorstenen. Eikehouten deuren met zwaar ijzeren beslag en gehengen, in de grotendeels nog in oorspronkelijke staat verkerende interieurs tevens wit geschilderde houten deuren met panelen en houten encadreringen rond deuren en vensters. Hardstenen trappen. Muurwerk met in kruisvormen opengewerkte borstweringen.

Het voorplein wordt aan de lange zijde begrensd door het klooster (zusterhuis) en aan de Wingerdweg en Hagedoornplein door de hoge schoolgebouwen. De op de hoek van de Buiksloterweg en Hagedoornplein, in verband met orientatie, schuin gepositioneerde St. Ritakerk omsluit het klooster tesamen met de dubbelwoning aan de Buiksloterweg. Naast de St. Ritakerk, op de hoek van de Buiksloterweg en Hagedoornplein, bevindt zich de pastorie. Nagenoeg alle complexonderdelen staan door middel van gangen met elkaar in verbinding; de kerk en het klooster en de pastorie en de dubbelwoning zijn met elkaar verbonden door muurwerk of tuinpoorten. In de thans gesloten bakstenen gevels van de kloostergangen zijn de doorgangen naar de voormalige aangrenzende scholen zichtbaar.

Waardering

In fasen ontworpen, voor Amsterdam zeldzaam voorkomend, omvangrijk kerkelijk complex van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarden. Van stedebouwkundig belang vanwege de ligging in de Buiksloterham, bijzondere situationele waarde van de rond een voorplein gelegen gebouwen. Tevens van belang als representatief voorbeeld van een uitgebreid R.K.-complex met verschillende gebouwtypen en functies in het oeuvre van A.J. Kropholler.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Klooster Religieuze gebouwen Klooster, kloosteronderdl oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Wingerdweg 4 – 1031 CA Amsterdam – – Ja
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
– K 4196 – Amsterdam
– K 8129 – Amsterdam
Naar boven