Wierdensestraat 208, Almelo
Inleiding
De TUIN is in 'gemengde stijl' aangelegd in een oud cultuurlandschap waarvan belangrijke elementen in het ontwerp zijn opgenomen. Zo zijn door houtwallen omhaagde delen aan de zuid-oostzijde omgevormd tot moestuin en boomgaard, zijn bestaande waterlopen gebruikt voor nieuwe en is in de grote relatief open ruimte aan de noordzijde het weiland herkenbaar dat hier heeft gelegen.
Het grootste deel van de tuin is landschappelijk vormgegeven met ten zuiden van het huis een geometrisch gedeelte dat aansluit op het terras. Het huis vormt het middelpunt van de tuinaanleg en uitgangspunt van een stelsel van gebogen paden dat het gehele terrein bestrijkt en dat ten zuiden van het huis aansluit op de paden in de geometrische deeltuin. Het karakter van de tuin wordt bepaald door gazons, solitaire bomen en boomgroepen, waartussen doorzichten binnen en buiten de tuin. De beplanting bestaat uit inheemse soorten en exoten, waaronder meer zeldzame boomsoorten.
In de bibliotheek van de Landbouwuniversiteit Wageningen zijn de volgende ontwerptekeningen aanwezig:
1. 'Situatie villa en omgeving van den Weled. Heer Joh. ten Cate te Almelo', 14 mei 1917, ongesigneerd (L.A. Springer), schaal 1:500.
2. 'Ontwerp bloementuin v/d Weledgeb. Heer Joh. ten Cate te Almelo', 28 aug. 1917, ongesigneerd (L.A. Springer), schaal 1:250.
3. 'Huize de Bellinckhof te Almelo', ongedateerd, ongesigneerd (L.A. Springer), schaal 1:1000.
4. 'Landgoed de Bellinckhof te Almelo', ongedateerd, ongesigneerd (L.A. Springer), schaal 1:500.
5. 'Schets-ontwerp uitbreiding Bellinkhof Almelo', 15-4-'26, gesigneerd: L.A. Springer, schaal 1:500.
6. 'Schets-ontwerp uitbreiding Bellinckhof te Almelo', 27-4-'26, gesigneerd: L.A. Springer, schaal 1:500.
7. 'Ontwerp tuinmuur voor huize Bellinckhof te Almelo', ongedateerd, ongesigneerd (L.A. Springer), schaal 1:250.
voorts zijn daar aanwezig:
- 2 ansichtkaarten uit 1920
- 2 ansichtkaarten uit 1923 die het huis en een deel van de tuin afbeelden,
- copieboeken van L.A. Springer waarin bestellingen van plantmateriaal bij diverse kwekers.
Omschrijving
Het huis is van de Wierdensestraat bereikbaar door middel van een gebogen oprit die in de noord-westelijke en de noord-oostelijke hoeken aansluit op de Wierdensestraat. Bij de westelijke aansluiting staat ten westen van de oprit een gebouw met woning, stal en garage. Bij de oostelijke aansluiting staat een kleine dienstwoning. Tussen beide aansluitingen van de oprit ligt langs de Wierdensestraat een langgerekte vijver met aan de tuinzijde een slingerende oeverlijn. In het westelijk deel van de vijver ligt een klein eiland met boomgroep. Langs de vijver loopt een wandelpad. Tussen vijver en huis ligt een naar het water aflopend gazon met solitaire bomen en boomgroepen, waar tussendoor zicht is op het huis. Voor het huis is de oprit verbreed tot een vierkant voorplein met gemetselde keermuren die recent (1993) zijn gebouwd.
In het noordwestelijk deel van de tuin ligt, ten zuiden van het koetshuis, een kleine vijver met gebogen oeverlijnen die is omgeven door bomen en heesters. Ten zuiden hiervan ligt een tennisbaan met kleedhuisje (voor bescherming van ondergeschikt belang). De vijver staat via een duiker in verbinding met de vijver langs de Wierdensestraat. Ten westen van het huis staat opgaand loofbos met voornamelijk eik. Hierin is, in afwijking van het ontwerp, later in zuid-westelijke richting een doorzicht vrijgemaakt naar de belendende weilanden.
Ten zuiden van het huis liggen terrassen en keermuren als inleiding op een geometrisch tuindeel. De begrenzing van de tuin aan de zuidzijde wordt gevormd door een lage meidoornhaag waarachter een zandweg met waterloop. Aan de zuidwest-zijde ligt aan de overzijde van de zandweg een bosgedeelte, waarin oorspronkelijk slingerpaden waren die aansloten op de padenloop in de tuin rond het huis. Vanaf het huis is, over de meidoornhaag en zandweg, een vergezicht in zuid-oostelijke richting vrijgehouden. De zandweg (Bellinkshofsweg) loopt aan de oostzijde door tot aan de Wierdensestraat.
Ten oosten van het huis ligt een gazon met solitaire bomen en boomgroepen, waartussen slingerpaden en een slingerende waterloop. De paden worden hier met twee houten bruggen overheen geleid. Aan de westzijde van de zandweg staan twee kleine dienstwoningen met een kleine tuinaanleg. Ten zuid-oosten van de zandweg lag de moestuin, thans weiland. Ten oosten van de zandweg ligt een deels ommuurde kwekerij met kweekkassen en kweekbakken. Tegen de tuinmuur zijn latten bevestigd waartegen leifruit groeit. Aan de oostzijde van de moestuin grenst een boomgaard die gedeeltelijk nog intact is. Moestuin en boomgaard waren omgeven door een waterloop die in verbinding stond met de waterlopen langs de zandweg en in het oostelijk deel van de tuin.
Geometrische deeltuin:
De geometrische deeltuin ten zuiden van het huis is grotendeels aangelegd volgens het ontwerp van Springer van augustus 1917 (tekening 2). Afwijkingen betreffen de ligging van twee trappen in de keermuren bij het huis (die verschoven zijn) en de berceau in de as van dit tuindeel aan de zuidzijde die niet is aangelegd.
De deeltuin is symmetrisch ontworpen rondom een midden-as die van het huis uitgaat. Op die plaats heeft het huis een rond uitgebouwde loggia met zuilen. Aan de zuid-, oost- en westzijde sluit de tuin in twee niveaus op het huis aan. De niveaus zijn gescheiden door twee gemetselde keermuren en liggen respectievelijk circa twee meter (het niveau van de bel-etage) en een meter (een tussen-niveau) boven het laagste niveau.
De keermuren zijn bij beëindigingen en bij aansluitingen, zoals aan trappen, tot kleine pylonen uitgebouwd. Op elk staat nu een tuinvaas, maar oorspronkelijk stonden hier houten bloembakken. De trappen hebben gemetselde trapbomen die aansluiten op de keermuren. Alle gemetselde delen bestaan uit baksteen.
Het terras op het niveau van de bel-etage is verhard met betontegels van 30x30 cm. De keermuur rond dit terras vormt een borstwering van ongeveer een halve meter. Langs de achtergevel van het huis is de borstwering nu tot ongeveer de helft (0.25 meter) verlaagd. In de hoofd-as is het terras rond uitgebouwd, met in het midden een gebogen, gemetselde trap van 5 treden. Het terras is langs de westgevel doorgezet tot aan een trap van vijf treden die aansluit op een deur in het midden van de westgevel. Aan de oostzijde van het huis loopt het terras tegen de achterzijde van de dienstvleugel. In de oostelijke keermuur is daar, in de as van de serre-deuren, eveneens een gemetselde trap van zes treden aangebracht.
Een tweede niveau, een strook van ongeveer 2.0 meter breed, sluit aan de zuid- en de oostzijde tegen de keermuur van het terras aan. Het is van de geometrische tuinaanleg aan de zuidzijde gescheiden door een keermuur van ongeveer dertig centimeter. De strook is uitgevoerd als een pad van grind met aan de zijde van het huis, evenwijdig aan en langs de keermuur, een border met vaste planten en heesters, afgezet met een lage buxushaag. Westelijk en oostelijk van het huis sluit dit niveau zonder trappen aan op de oprit voor het huis. Aan de zuidzijde zijn in de keermuur, symmetrisch ten opzichte van de as, twee gemetselde trappen van vier treden geplaatst die het hoogteverschil van ongeveer een meter naar het maaiveld aan de zuidzijde overbruggen. In de hoofd-as is de keermuur tussen beide trappen als een exedra uitgebouwd. Op het laagste niveau ligt onderaan de keermuur en evenwijdig hieraan een border met lage heesters en vaste planten die is afgezet met een lage buxushaag. Daarlangs loopt een pad dat aansluit op het padenstelsel in de tuin.
Ten zuiden hiervan lag oorspronkelijk een rechthoekige parterre met paden, verdiept gelegen gazon, langwerpige bloemperken en heesters. Dit deel is nu geheel vervangen door gazon. In het midden van het gazon staat in de as een bloemenschaal op sokkel.
Aansluitend op de rechthoekige parterre en ten zuiden hiervan ligt een oost-west lopend pad, dat aansluit op het padenstelsel in de tuin. Het pad vormt de middellijn van het gedeelte zuidelijk hiervan dat in de vorm van een halve cirkel is ingevuld met gazon en dat is omgeven door een haag van taxus. Oorspronkelijk waren hier paden, gazons en bloemperken in aangelegd. Ten westen van het denkbeeldige middelpunt van de halve cirkelvorm staat een eikeboom die rest van de voorgaande aanleg. Deze is in het ontwerp door Springer gehandhaafd en vormde het enige a-symmetrische element in de geometrische deeltuin. De halfcirkelvormige haag om dit deel is in het midden van de boog onderbroken en loopt daar aan beide zijden evenwijdig aan de as door in zuidelijke richting. De haag wordt doorgezet in twee recentelijk aangebrachte berceau's in een oost-west lopend pad, dat aansluit op het padenstelsel in de tuin. Ten zuiden hiervan vormt de haag een halfronde afsluiting.
Waardering
Tuin, tussen 1917 en 1921 ontworpen door L.A. Springer en in 1926 door hem gereorganiseerd en uitgebreid, van cultuurhistorische en tuinhistorische waarde:
- als kenmerkend voorbeeld van een tuinaanleg in de 'gemengde tuinstijl' waarbij de tuin, in aansluiting op het bestaande landschap, op landschappelijke wijze werd ingericht met in aansluiting op het huis een geometrisch tuindeel;
- als goed en redelijk gaaf (en daardoor zeldzaam) voorbeeld van een tuin in gemengde stijl binnen het oeuvre van L.A. Springer;
- vanwege de esthetische kwaliteiten van het ontwerp van Springer, met name de hoofdopzet van de tuin en de inpassing van de samenstellende onderdelen;
- vanwege de esthetische kwaliteiten van de samenstellende onderdelen van de tuin, i.c. landschappelijke aanleg, het symmetrische tuindeel en de kwekerij annex moestuin.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
BUITENPLAATS 'de Bellinckhof' bestaande uit een LANDHUIS, TUIN met een ZONNEWIJZER, twee BRUGGEN en LANTAARNS; twee identieke DIENSTWONINGEN, een KOETSHUIS en KWEKERIJ (met een MUUR, twee KASSEN en een WERKPLAATS). Huis en tuin van de Bellinckhof zijn gelegen aan de rand van Almelo aan de zuidzijde van de Straatweg Almelo-Wierden, de Wierdensestraat. Het huis is naar de weg gericht en de tuinaanleg houdt het zicht erop vrij.
Tussen de voorgevel (N) van het huis en de Wierdensestraat ligt een groot gazon. Aan de Wierdensestraat, noordwestelijk van het huis, staat het koetshuis. Aan de andere kant (NO) staat één dienstwoning aan de Wierdensestraat, westelijk van de Bellinkshofsweg (zandweg). Daarachter (Z) staat de andere dienstwoning. De kwekerij ligt nog iets zuidelijker aan de oostkant van de Bellinkshofsweg.
Omschrijving
Architect Karel Muller tekende in 1917 het eerste ontwerp voor het huis in opdracht van het echtpaar Joh. ten Cate-Kortebout van der Sluys. In 1920 voltooide hij het in samenwerking met de architect J.W. Hanrath. Het huis werd gebouwd in de Um-1800 bouwstijl, waarbij zowel in ex-als interieur sprake is van Engelse invloed. Het gebruik van diverse bouwstijlen, afhankelijk van wat de opdrachtgever wenste, is kenmerkend voor Karel Mullers ontwerpen. Daarbij werd Muller beïnvloed door Engelse voorbeelden van landhuizen. In het huis zijn nog bijzonder veel oorspronkelijke kamers en onderdelen aanwezig. De loggia aan de zuidoostkant van het huis is niet lang na de voltooiing met vensters met stalen kozijnen dichtgezet. De dienstwoningen en het koetshuis, alle uit 1919, zijn in eenzelfde bouwstijl gebouwd. Model voor de dienstwoningen stonden de dienstwoningen aan de beide poorten van Rhederoord (De Steegh). De dienstwoningen zijn identiek aan elkaar. Het enige verschil bestaat erin dat de vensters van de dienstwoning aan de Wierdensestraat - evenals die van het koetshuis - tegenwoordig zijn behangen met roodbruine luiken met een geel lijstje en een donkergroene rand en die van de dienstwoning nog behangen zijn met de oorspronkelijke persiennes. De zuidelijk gelegen dienstwoning, dichtbij de kwekerij uit 1919, is waarschijnlijk de tuinmanswoning geweest. In de woning is een zandstenen steen aangebracht, met in reliëf: "Deze steen werd gelegd door Egbert ten Cate oud 5 jaar october 1919."
De bij het huis behorende tuin in 'gemengde stijl' is tussen 1917 en 1921 ontworpen door L.A. Springer. In 1926 zijn door Springer ontwerpen gemaakt voor de reorganisatie en uitbreiding van het westelijk deel, die ten dele zijn uitgevoerd.
Waardering
De buitenplaats met het landhuis, de tuin (waarin zonnewijzer, bruggen en lantaarns), dienstwoningen, koetshuis en kwekerij (met een muur, twee kassen en een werkplaats) is van cultuur-, architectuurhistorisch en stedebouwkundig belang:
- vanwege de betekenis van de textielfabrikantenfamilie Ten Cate voor de sociaal-economische geschiedenis van Almelo en Twente
- als kenmerkend voorbeeld van een vroeg 20e eeuwse buitenplaats voor permanente bewoning
- vanwege het ontwerp van het landhuis dat kenmerkend is voor het oeuvre van architect Karel Muller
- vanwege de UM-1800 bouwstijl van veel onderdelen
- vanwege de gaafheid van de onderdelen
- vanwege de hoge ensemblewaarde, te danken aan de aanwezigheid en rangschikking van veel elementen van een complete buitenplaats
- vanwege de tuinaanleg van L.A. Springer en de aansluiting daarvan op het huis, waarbij een deel van de aanleg is gericht naar een as van het huis.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Tuin | Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Wierdensestraat | 208 | – | 7604 BR | Almelo | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | I | 4598 | – | Ambt-Almelo |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1917 | 1921 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Springer, L. ; Overijssel | tuinarchitect / landschapsarchitect | – |