Marktplein 47, Hoofddorp
Inleiding
POLDERHUIS MET DIENSTWONING van het waterschap Groot-Haarlemmermeer, gebouwd in 1913 en gesitueerd aan de oostzijde van de Hoofdweg en ten noorden van de Kruisweg te Hoofddorp. Het polderhuis met dienstwoning werd gebouwd naar ontwerp van architect Foeke Kuipers in een historiserende bouwtrant die voornamelijk teruggrijpt op het 17de-eeuws Hollands classicisme.
Het pand is samen met het voormalige raadhuis, de voormalige korenbeurs en het voormalige kantongerecht gesitueerd in het oude bestuurscentrum van de Haarlemmermeerpolder. Dit centrum bevindt zich op het kruispunt van de twee hoofdassen door de polder: de Hoofdvaart, de vaart die de polder in een oostelijk en een westelijk deel scheidt, en de Kruisvaart die de polder scheidt in een noordelijk en zuidelijk deel.
Omschrijving
Het polderhuis is een vrijstaand pand, gebouwd op vrijwel vierkant grondplan en bestaande uit twee bouwlagen onder een afgeplat tentdak, gedekt met leien in maasdekking. Op de nokhoeken zijn vier in decoratief metselwerk opgetrokken schoorstenen geplaatst die worden afgedekt door een vierkante plaat. In drie van de vier dakschilden is een houten dakkapel onder ingestoken schaaldak aangebracht. De dakkapellen hebben een dubbel draaivenster met een drieruits-bovenlicht.
Het pand heeft een kelder die gedeeltelijk is voorzien van een troggewelf. Het pand is opgetrokken in rode baksteen gemetseld in kruisverband, boven een plint van grauwe baksteen, afgezet met een zandstenen afzaat. Tussen de traveeën en op de hoeken zijn muurdammen aangebracht. Evenals de afzaat zijn ook de omlijsting van de entree, de onder- en bovendorpels van de vensters, de speklagen, hoekstenen, rozetten en topgevel vervaardigd van zandsteen. De traptreden en het bordes zijn gemaakt van hardsteen. Tenzij anders vermeld, bevatten de vensterassen een rechthoekig houten schuifvenster met meerruits-roedenverdeling, op de begane grond twintigruits-roedenverdeling en op de eerste verdieping vierentwintigruits-roedenverdeling. Aan weerszijden van de schuivende delen van de begane grondvensters zijn houten luiken aangebracht. De borstweringen onder de vensters van de eerste verdieping zijn uitgevoerd in decoratief metselwerk met zandstenen rozetten. De eerste verdieping is de piano nobile en is qua afmetingen beduidend hoger dan de begane grondverdieping. De gevel wordt afgesloten door een rondomlopende geprofileerde houten bakgoot op consoles met daarboven een in decoratief metselwerk uitgevoerde borstwering met zandstenen detailleringen.
De voorgevel (Z) heeft een breedte van drie traveeën, elk ter breedte van één vensteras. De nadruk ligt op de middelste travee die een risaliet over twee bouwlagen vormt, afgesloten door een decoratieve top. Dit risaliet bevat van beneden naar boven de volgende onderdelen. Ter hoogte van de plint zijn twee hardstenen steektrappen aangebracht die naar het bordes voeren. Op de begane grond bevindt zich de entree, bestaande uit een dubbele paneeldeur met een halfrond bovenlicht en smeedijzeren pauwstaart-rooster. Vlak boven de entree is een zandstenen cartouche aangebracht met daarop "ANNO 1913" en twee wapenschilden met het gemeentewapen (links) en met de Nederlandse leeuw (rechts). Op de eerste verdieping bevindt zich een schuifvenster. De decoratieve zandstenen top heeft een driepasvormige beëindiging en bevat een uitgehouwen vierpasmotief. In laatstgenoemd motief is een wapenschild met het wapen van het Waterschap Groot-Haarlemmermeer uitgehouwen. De buitenste traveeën bevatten in beide bouwlagen een venster.
De rechterzijgevel (O) heeft een breedte van drie traveeën, elk ter breedte van een vensteras. De nadruk ligt op de middelste travee die op de begane grond een erker op rechthoekige grondslag heeft. De erker wordt afgesloten door een plat dak met bakstenen borstwering. De erker bevat een rechthoekig houten venster met stijl- en regelwerk, waartussen in de onderste delen drie negenruits-ramen zijn aangebracht en in de bovenste delen drie klapramen. Boven de erker bevindt zich een schuifvenster. De buitenste traveeën bevatten in beide bouwlagen een schuifvenster.
De linkerzijgevel (W) is identiek aan de rechterzijgevel.
De achtergevel (N) heeft eveneens een breedte van drie traveeën. De middelste travee risaleert en bevat op de begane grond in de oostgevel een rechthoekig zesruits-venster, in de westgevel een kleine rondboogvormige houten deur en aan de noordzijde een bakstenen uitbouw ter verbinding met de dienstwoning. De eerste verdieping van het middenrialsiet bevat een groot rechthoekig trappenhuisvenster met stijl- en regelwerk en glas-in-loodramen, deels met gebrandschilderd glas. De traveeën aan weerszijden van het middenrisaliet bevatten in elke bouwlaag een schuifvenster.
Het interieur van het polderhuis is nog gedeeltelijk intact. De belangrijkste oorspronkelijke onderdelen zijn de monumentale hal met voorhal (tochtportaal), het trappenhuis, de grote vergaderzaal en de kamer van de dijkgraaf. In de voorhal bevinden zich twee gedenkplaquettes, één rechthoekige marmeren en één ovale hardstenen. De tochtdeuren hebben glas-in-loodramen. De grote hal heeft een vloer van marmeren platen en lambrizeringen van Euville (een Franse kalksteensoort). De deurposten zijn eveneens uitgevoerd in Euville en zijn voorzien van eenvoudige profileringen. Op de scheidslijn tussen voorhal en hal en tussen de hal en het trappenhuis is een scheidingswand aangebracht met bogen en twee zandstenen zuilen. De trap is uitgevoerd in Euville en heeft smeedijzeren balustrades met houten leuningen. De grote zaal op de eerste verdieping heeft een eiken paneel-lambrizering met randen en accenten uitgevoerd in een zeer donkere houtsoort (wellicht ebbenhout). In oorsprong bevond zich boven de lambrizering een behangsel van Jap-Cuir (imitatie-goudleer). Aan de oostzijde van de zaal staat een schoorsteenpartij met zwartmarmeren schouw. Het plafond heeft een eikenhouten cassetteplafond dat rust op een eikenhouten kroonlijst. In het midden van het plafond is een vierkant daklicht aangebracht, voorzien van een groot glas-in-loodraam met gebrandschilderd glas. De kamer van de dijkgraaf op de begane grond (direct rechts na binnenkomst in de hal) heeft nog de oorspronkelijke geschilderde vurenhouten paneel-lambrizering. Voorts bevat het interieur nog vele oorspronkelijke paneeldeuren.
Het éénlaags verbindingslid tussen polderhuis en dienstwoning heeft een rechthoekige grondslag en een afgeplat dak. In de oostgevel bevinden zich een klein rechthoekig venster en een rechthoekige houten deur, in de westgevel bevinden zich twee kleine liggende vensters met middenstijl.
De dienstwoning heeft een rechthoekig grondplan en heeft een hoogte van anderhalve bouwlaag onder een schilddak, gedekt met leien in Maasdekking. De noklijn wordt doorsneden door een vierkante bakstenen schoorsteen met afdekplaat. Op de nokhoeken staan kleine vierkante zinken pirons. De noklijn staat loodrecht op de Hoofdweg.
De dienstwoning is opgetrokken in dezelfde materialen als het hoofdgebouw en heeft vergelijkbare, doch in kleiner formaat uitgevoerde, detailleringen. De vensterassen op de begane grond bevatten rechthoekige houten schuifvensters met twaalfruits-roedenverdeling in de schuivende delen en achtruits-roedenverdeling in de bovenlichten. De vensters in de kapverdieping zijn dakkapel-vensters die dubbele draairamen met acht- en tienruits-roedenverdeling bevatten.
De voorgevel (W) heeft een breedte van twee vensterassen, waarbij de linkeras een venster bevat en de rechteras de entree, zijnde een in portiek geplaatste paneeldeur met rondboogvormig bovenlicht en twee zijlichten. Boven het venster (links) bevindt zich in de kapverdieping een venster en een smeedijzeren anker. De topgevel onder aangekapt zadeldak heeft zandstenen afdekplaten en een driepasvormige top.
De linkerzijgevel (N) heeft een breedte van twee vensterassen en bevat op elke as in beide bouwlagen een venster.
De achtergevel (O) heeft een breedte van een vensteras en bevat op de begane grond een dubbele openslaande deur, in de kapverdieping een dakkapel-venster.
De rechterzijgevel (Z) bevat op de begane grond de uitbouw die de verbinding met het polderhuis vormt. In de kapverdieping is een dubbel venster aangebracht met bakstenen scheidingsdam.
Waardering
Het polderhuis met dienstwoning is van algemeen belang uit cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt als merendeels gaaf bewaard gebleven voorbeeld van formele overheidsarchitectuur uit de eerste decennia van de 20ste eeuw, gebouwd in een historiserende bouwtrant die teruggaat op het 17de-eeuwse Hollands classicisme. Daarnaast heeft het pand ensemblewaarde door de situering in het oude bestuurscentrum van de Haarlemmermeerpolder, samen met het voormalige kantongerecht, het voormalige raadhuis en de voormalige korenbeurs. Tevens is het pand van belang als karakteristiek onderdeel van het oeuvre van architect Foeke Kuipers.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Dienstwoning(K4) | Woningen en woningbouwcomplexen | Dienstwoning(K) | oorspronkelijke functie | – |
Polderhuis | Bestuursgebouwen, rechtsgebouwen en overheidsgebouwen | Bestuursgebouw en onderdl | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Marktplein | 47 | – | 2132 DA | Hoofddorp | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | K | 5255 | – | Haarlemmermeer |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1913 | 1913 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Kuiper, P. ; Noord-Holland | architect / bouwkundige / constructeur | – |