Inleiding

Woning van rond 1930 beeldbepalend gelegen aan de Y-vormige kruising van de Julianaweg en de Eexterweg. Vrijstaand in een royale tuinaanleg met terassen en bordessen. Het pand is karakteristiek voor de bebouwing die in de uitbreidingsfase van de jaren dertig gerealiseerd is. Het ontwerp is in tradtionalistische stijl die, door de geometriche uitbouwen met een sterk horizontaal karakter en de in het zicht gebrachte constructie, doet denken aan de plastische volumewerking in het werk van Frank Lloyd Wright.

Omschrijving

Woning opgetrokken in baksteen in noors kettingverband met trasraam over twee bouwlagen onder een met romaanse pannen gedekt tentdak. De betonnen verdiepingvloer is bij uitbouwen en balkons in het zicht gelaten. Alle vensters met keramische raamdorpelstenen.

De voorgevel (Z) aan de kruising heeft een erker en een balkon dat naar links in de zijgevel overgaat in een loggia. Voor de erker een terras met bakstenen ommuring. De erker heeft een drielicht venster. Rechts van de erker een groot venster, op de verdieping twee tweeruits vensters. In het dakschild een dakkapel onder platdak met een tweelicht venster.

Aan de linkergevel (O) bevindt zich een uitbouw onder lessenaardak waarin zich de portiek met stoep en gemetselde eindbalusters bevindt. Links van de portiek en om de hoek een groot éénruits venster, in de kopgevel boven het venster een vierlobbig roosvenster. Rechts van de portiek en om de hoek in totaal drie hooggeplaatse vensters. Rechts van de uitbouw een overhoekse vensterpartij van twee éénruits venster met daarboven een balkon. In het dakschild een dakkapel onder platdak, waarin drie vensters met abstract-geometrische motieven in glas-in- lood.

Aan de achterzijde (N) een uitbouw over twee bouwlagen (de tweede van latere datum) onder platdak. Onderin de garage met garagedeur en twee gekoppelde vensters met bovenlicht (O), tweemaal twee gekoppelde hooggeplaatste vensters en een vijf gekoppelde vensters met bovenlicht, de middelste smaller en blind (N) en twee gekoppelde hooggeplaatste vensters in een dichtgezet gevelveld en twee gekoppelde vensters met bovenlicht (W). In het dakschild een dakkapel onder platdak.

Aan de rechtergevel (W) over de volle breedte, doorlopend naar de voorgevel, een loggia met balkon, waarvan kolommen, balustrade en borstwering gemetseld zijn. De middelste twee vakken van de loggia zijn dichtgezet met grote eenruits vensters tot een serre. In de loggia een overhoekse vensterpartij met éénruits vensters, sommige met bovenlicht. Voor de vensterpartij een steektrap naar de kelder. In het dakschild een dakkapel met platdak en drie gekoppelde vensters.

InterieurDe centrale hal met terassovloer heeft een lambrisering van glas dat aan de binnenzijde beschilderd is met ossebloed. De indeling van de woning is onveranderd.

Waardering

Woonhuis van algemeen architectuurhistorisch en stedebouwkundig belang:

- vanwege de karakteristieke ligging

- als karakteristiek van de villa-achtige uitbreiding in de jaren '30

- vanwege de kwaliteit van het ontwerp

- vanwege de gaafheid van het type