Duinlustweg 36, Overveen
Onderdeel 1
Inleiding
HOOFDGEBOUW (landhuis) met interieuronderdelen, hoofdonderdeel van de historische buitenplaats Koningshof. Het hoofdgebouw heeft een levendig en informeel karakter door de diverse uitgebouwde en in hoogte verschillende volumes, de gevarieerde plaats en vorm van de vensters, de gevarieerde kapbehandeling met diverse kapvoethoogten en nokrichtingen, de kleine toren, de markante schoorstenen en de materiaalkeuze. De in 1898 door A. Salm ontworpen architectuur sluit aan bij de zogenaamde Engelse landhuisstijl. Het landhuis is thans (1994) in gebruik als kantoor bij het Nederlands Filmmuseum.
Omschrijving Ten dele onderkelderd landhuis op L-vormig grondplan. Het object bestaat uit parterre, verdieping en kapverdieping onder uit tent-, schild- en zadeldaken samengestelde kap met diverse kapvoethoogten en gevarieerde nokrichting. De kappen zijn overstekend en boven de puntgevels voorzien van gladde windveren. De kern van de samengestelde kap wordt gevormd door twee grote tentdaken, waarvan alle andere kapvormen zijn afgeleid. Op diverse plaatsen zijn hoge vierkante en rechthoekige schoorstenen met decoratief metselwerk geplaatst. De binnenzijde van de L (grondplan) is gericht op een beboste duinhelling (W). Hier bevindt zich een voorplein met de hoofdingang, de hal en een aantal voormalige dienstvertrekken. Het volume boven de korte poot van het grondplan heeft een lagere nokhoogte dan het volume boven de lange poot van dit grondplan. De voormalige woonvertrekken liggen aan de buitenzijde van de L (ZO) met uitzicht op de landschapstuin aan de zuid-oostzijde.
Het muurwerk is opgetrokken in hardgebakken oranjerode baksteen. De basis (trasraam) wordt gevormd door een uitgemetselde plint waarin op de overgang naar het muurwerk hardsteen is verwerkt. Hardsteen bevindt zich ook in de lekdorpels van de vensters en in de onderdorpels van de deuren. De samengestelde kap is bedekt met een rode Muldenpan, de diverse dakkapellen met een rode leipan. De nokpunten van kap en dakkapellen worden op vele plaatsen afgesloten met pirons in de kleur van de pannen. De vensters en deuren zijn alle van hout en steeds voorzien van meerdelige kozijnen met een kleine vierkante roedenverdeling in de bovenramen. In het muurwerk van de kapverdieping en in de dakkapellen hebben alle vensters een kleine vierkante roedenverdeling. Op de verdieping zijn met name aan de westzijde de onderste ramen van een aantal vensters voorzien van blinden.
De eerder genoemde hoofdingang aan de noord-westzijde bevindt zich in een getrapt naar voren komende partij onder een door de kapvoet heenstekende en overkragende puntgevel. De hoofdingang heeft een portiek onder een klein, haaks op de gevel staand zadeldak. Het zadeldak wordt op de beide buitenste hoeken gedragen door gedecoreerde houten pijlers. De pijlers rusten op een in bak- en natuursteen uitgevoerde borstwering die tevens de in hardsteen uitgevoerde stoep van drie treden begrensd. De meest naar voren komende partij waartegen de portiek staat, wordt ter hoogte van de zoldervloer door een overstekend half schilddak van klein formaat afgesloten. Onder dit schilddak bevindt zich op verdiepinghoogte een T-vormig venster met draairamen en blinden. Rechts (ZW) van de hoofdingang bevindt zich over twee bouwlagen opgaand muurwerk ter breedte van een vensteras. Rechts (ZW) hiervan is de kapvoet van de zuidelijke partij doorgetrokken tot boven een horizontaal geplaatst rechthoekig venster ter hoogte van de bovenlichten van de parterre. Links (NO) van de hoofdingang heeft het muurwerk vier vensterassen van verschillende breedte. Boven de tweede en de vierde vensteras (vanaf hoofdingang) bevinden zich dakkapellen met pirons. De overgang naar het volume boven de korte poot van het L-vormig grondplan wordt gevormd door een driezijdige erker over de gehele gevelhoogte. De erker wordt afgesloten door een apart tentdak met piron. De kapvoet van dit tentdak bevindt zich boven de voet van de hoofdkap. Het volume boven de korte poot van het L-vormig grondplan bestaat uit twee delen: 1. een direct op de eerder genoemde driezijdige erker aansluitend geveldeel van twee bouwlagen onder puntgevel. Dit geveldeel heeft ter hoogte van de verdieping een brede oriel en in de geveltop een oeil de boeuf ter verlichting van de kapverdieping; 2. een zich daarnaast (NW) bevindend volume onder een tot aan de verdiepingsvloer doorgetrokken kapvoet aan weerzijden van een middenpartij. Deze middenpartij, met ter hoogte van de verdiepingsvloer een houten balkon met piedestals op de buitenste hoeken, wordt door een haaks op de hoofdkap staand half schilddak afgesloten. Dit schilddak heeft een piron op de nokpunt. Het balkon wordt bereikt via dubbele scharnierende deuren. De parterre heeft alleen onder het balkon een venster. Het is een T-vormig venster met draairamen (draaivenster) en een verticale roedenverdeling in het bovenlicht. De kopse zijde van de korte poot van het L-vormig grondplan heeft een puntgevel met ongelijke kapvoethoogte. Deze gevel heeft een onder luifel geplaatste dienstingang naar de voormalig keuken. Deze ingang wordt geflankeerd door vensters van ongelijke grootte. Rechts (ZW) van de ingang is dit een dubbel T-vormig draaivenster met verticale roedenverdeling in de bovenlichten en links van de ingang is dit een kleiner T-vormig draaivenster. Boven de ingang is ter hoogte van de verdieping is een T-vormig draaivenster met getoogd bovenlicht aangebracht dat ter hoogte van het bovenlicht wordt geflankeerd door een klein meerruits venster. In de geveltop bevindt zich een oeil de boeuf ter verlichting van de kapverdieping.
De noord-oostzijde (NO) valt samen met de buitenzijde van de korte poot van het L-vormig grondplan. Deze zijde toont een samengaan van muur- en dakvlakken, een risalerende en hogere partij met puntgevel en een ver uitgebouwde serre met bovenliggend terras voor de terugliggende hoek op het oosten. Dit terras wordt vanaf de verdieping bereikt via een stolpdeur met vierkante roedenverdeling in de bovenlichten. In het dakschild boven deze deuren is een kapel aangebracht. In de noordhoek van de noord-oostzijde bevindt zich de toegang naar de kelder. De hogere partij met puntgevel heeft op de parterre en verdieping meerdelige kozijnen, waarvan het exemplaar op de verdieping is voorzien van blinden. De top van de puntgevel heeft vier naast elkaar geplaatste verticale vensters met vierkante roedenverdeling. Geheel boven in de geveltop bevindt zich een smal verticaal venster.
De zuid-oostzijde (ZO) richt zich in volle breedte op de landschapstuin. Ook hier is sprake van naar voren springende en terugliggende volumina, dakschilden en kapvoethoogten. Van noordoost naar zuidwest kan deze zijde in zes delen worden onderverdeeld. Het eerste deel wordt gevormd door de eerder genoemde serre met bovenliggend terras met houten balustrade op de oosthoek. Het tweede deel is een door een rechte gootlijst afgesloten gevelvlak met op de parterre een rechthoekig uitgebouwd achtdelig kozijn onder dakschild. Op de verdieping bevinden zich recht hierboven twee dicht naast elkaar geplaatste verticale vensters met blinden. Het dakschild hierboven heeft een dakkapel met drie gekoppelde ramen. Het derde deel is een min of meer centraal geplaatste risaliet met puntgevel. De parterre heeft een grote halfronde erker met negendelig kozijn. Boven de erker bevindt zich een terras met natuurstenen balustrade. Dit terras wordt vanaf de verdieping bereikt via dubbele scharnierende deuren waarvan het kozijn door middel van smalle muurdammen van een flankerend smal verticaal venster wordt gescheiden. De top van de puntgevel (muurwerk kapverdieping) heeft vier naast elkaar geplaatste verticale vensters met vierkante roedenverdeling. Geheel boven in de geveltop bevindt zich een smal oeil de boeuf. Het vierde deel is een smal terugliggend gevelvlak dat wordt bekroond door een spits tentdak met vierkante klokkestoel en windvaan. De parterre van dit geveldeel bevat een zware overluifelde paneeldeur met getoogd kalf. Hierboven bevindt zich een verticaal venster dat eveneens is voorzien van een getoogd kalf. Het muurwerk van de kapverdieping heeft een licht uitgemetselde vensterpartij onder een kleine, in de kapvoet uitgespaarde puntgevel. Het muurwerk van het vijfde deel ligt weer een steendikte terug en heeft net als het tweede deel centraal geplaatste vensters. De parterre heeft een zevenruits erker onder dakschild en daarboven een zesruits venster. Het dakschild hierboven heeft een kapel met stolpraam. Het zesde deel wordt gevormd door de zuidoostzijde van het zuidwestelijk bouwvolume. De uitgespaarde hoek heeft een serre met dakschilden en bovenliggend dakterras met houten balustrade dat vanaf de verdieping via dubbele scharnierende deuren wordt bereikt.
De zuid-westzijde (ZW) heeft rechts (ZO) de eerder genoemde serre. Links daarvan bevindt zich een uitspringend volume met op de parterre twee kruisvensters met blinden en recht daarboven een enkel kruisvenster, eveneens met blinden. Het dakschild hierboven heeft een dakkapel met stolpraam. De zuidwestmuur van het uitspringende volume heeft in de hoek een vanaf het maaiveld tot boven de noklijn opgaande schoorsteen.
Het interieur is overwegend gaaf bewaard gebleven. Opmerkelijke onderdelen zijn onder meer de naar Engels voorbeeld ontworpen hal met haardpartij, een in oorspronkelijke staat bewaard gebleven stijlkamer aan de zuidzijde van het gebouw en de eetzaal op het noordoosten. Vermeldenswaard is de lift van Franse makelij (circa 1925) die de parterre met de verdieping en de zolder verbindt.
Waardering
Het hoofdgebouw is van algemeen belang uit cultuurhistorisch en architectuurhistorisch oogpunt als historisch-functioneel hoofdonderdeel van de historische buitenplaats Koningshof, dat in architectuur een eenheid vormt met de overige bebouwing van de architect A. Salm op deze buitenplaats en als gaaf bewaard voorbeeld van een in Engelse landhuisstijl opgetrokken landhuis uit omstreeks 1900.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Omschrijving van het complex
Complex HISTORISCHE BUITENPLAATS KONINGSHOF bestaande uit
HET HOOFDHUIS (1);
DE HISTORISCHE PARK- EN TUINAANLEG (2);
DE MOESTUINBEBOUWING (3);
EEN TUINHUISJE (4);
EEN CARPORT (5);
EEN 18DE-EEUWS DUINBOERDERIJTJE (6);
EEN PORTIERSWONING (7);
HET TOEGANGSHEK (8);
HET KOETSHUIS (9);
EEN HOUTEN STALGEBOUW (10);
EEN GARAGEENSEMBLE(11A en 11B);
EEN ENKELE DIENSTWONING (12);
EEN DUBBELE DIENSTWONING (13);
EEN RIJWIELSTALLING (14 );
EEN DUBBELE DIENSTWONING (15).
Het uitgestrekte complex historische buitenplaats Koningshof, gelegen in het jonge duingebied tussen Overveen en Aerdenhout, is het meest zuidelijke in de aaneengesloten reeks Overveense landgoederen: Vaart en Duin, Duinlust en Elswout. Ook maakte het deel uit van het Borski bezit. Opdrachtgever was J. Luden die het merendeel van de bebouwing op het landgoed vanaf 1898 liet ontwerpen door de architect A. Salm. De parkaanleg in gemengde stijl werd ontworpen door de tuinarchitect L.A. Springer. In 1919 werd naar ontwerp van tuinarchitect D.F. Tersteeg een inmiddels verdwenen rosarium toegevoegd. De buitenplaats bleef particulier bewoond tot 1962, daarna ging hij over in handen van de Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten die het landgoed tot op heden in bezit heeft.
De bebouwing van de historische buitenplaats staat op geruime onderlinge afstand in het oostelijk deel van het terrein, min of meer aan de voet van de jonge duinen. Het hoofdgebouw en het koetshuis staan op ruime afstand van de Duinlustweg en worden bereikt via een gebogen oprijlaan. Koetshuis, stal en garages vormen een fraai ensemble op zich zelf. Ook andere "moderne" voorzieningen zoals de rijwielstalling en de carport maken Koningshof tot een buitenplaats waarin zich de ontwikkelingen naar de moderne tijd, m.n. op het gebied van particulier vervoer weerspiegelen.
Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing alsmede de aanduiding van de onderdelen aangegeven. Het complex is gelegen op de hoek van de Duinlustweg en de Bentveldsweg respectievelijk de grens aan de oost- en zuidzijde bepalend. Aan de westzijde vormt de kadastrale grens ook de grens van het beschermde gebied en aan de noordzijde de balletjes lijn over het perceel.
Waardering
De HISTORISCHE BUITENPLAATS KONINGSHOF is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorisch en architectuurhistorische waarde als goed ontworpen, compleet en herkenbaar bewaard gebleven vroeg 20ste-eeuwse buitenplaats in de duinen van Kennemerland. De samenhangen tussen de architectuur van hoofdgebouw, koetshuis en dienstwoningen is tevens van architectuurhistorisch belang als onderdeel uit het oeuvre van de architect A. Salm. Voorts vanwege de tuinhistorische waarde als voorbeeld van een aanleg in het oeuvre van L. Springer.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Woonhuis | Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Duinlustweg | 36 | – | 2051 AB | Overveen | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | B | 6575 | – | Bloemendaal |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1898 | 1898 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Salm, A. ; Noord-Holland | architect / bouwkundige / constructeur | – |