Tetterodeweg 23, Overveen
Inleiding
In 1897-1898 in neo-renaissancestijl gebouwde WATERTOREN, onderdeel van het waterwincomplex "Waterleidingbedrijf Zuid-Kennemerland". Ontwerper was J. Schotel, een architect-ingenieur die bij de totstandkomimg van vele watertorens betrokken is geweest, onder andere te Weesp en Den Helder. Door de situering op een duintop kon voor de druk op het waterleidingnet worden volstaan met de relatief geringe torenhoogte van 26.70 meter. Het gebouw doet qua architectuur denken aan een verdedigingstoren.
Omschrijving
De op cirkelvormig grondplan gebouwde watertoren bestaat uit een zich verjongende torenschacht met daarboven een sterk uitkragend hoogreservoir met ommanteling in metselwerk. Het metselwerk is hoofdzakelijk uitgevoerd in rode baksteen, voor de decoratie is naast rode baksteen gebruik gemaakt van natuursteen en van oranjerode en gele baksteen. De lekdorpels zijn steeds uitgevoerd in natuursteen. De cilindervormige torenschacht bestaat uit een constructie van tien kolommen die aan de buitenzijde herkenbaar zijn en die tien traveeën vormen. De torenschacht is horizontaal geleed in twee gedeelten. Het onderste deel heeft een gebosseerde natuurstenen plint die slechts in één travee wordt doorbroken door een getoogde toegang met trap en dubbele houten deur. Boven de deur bevindt zich een kalf met daarop in reliëf ANNO 1898, in het boogveld daarboven een reliëf met het Haarlemse stadswapen. De overige negen traveeën van het onderste gedeelte van de schacht hebben grote getoogde lichtopeningen, bestaande uit twee smalle en getoogde ijzeren achtruitsramen met daarboven een klein rond vijfruits raam dat bestaat uit vier ruiten rond een cirkelvormige ruit. Het onderste en het bovenste gedeelte van de schacht worden van elkaar gescheiden door krachtig geprofileerde lijsten. Elk van de tien traveeën in het bovenste gedeelte heeft een smalle en hoge lichtopening met getoogde bovenzijde. Deze lichtopeningen hebben elk een getoogd ijzeren achtruitsvenster. De schacht heeft aan de bovenzijde een boogfries dat alternerend aansluit op de kolommen en de vensterassen. Vanuit het boogfries ontstaan twintig gietijzeren consoles die de cilindervormige ommanteling van het hoogreservoir dragen.
Het hoogreservoir, met inhoud van 1200 kubieke meter, heeft een ommanteling waarbij in het metselwerk twintig pilasters met abstract vormgegeven kapitelen, fries en krachtig geprofileerde kroonlijst zijn aangebracht. Boven de kroonlijst wordt het muurwerk beëindigd met kantelen die op vier punten door hoger opgemetselde kantelen worden onderbroken. Midden het dak bevindt zich een klein vierhoekige toren met kanteelachtige bekroning. Deze kleine toren geeft vanaf de centrale spiltrap toegang tot het dak. Het cilindervormige hoogreservoir, geconstrueerd door de firma F.A. Neuman te Eschweiler (D), is samengesteld uit metalen platen volgens het type Intze II, waarbij een bodem is toegepast met een kegelvormige aanzet en een schotelvormig centraal gedeelte. Het hoogreservoir heeft een diameter van 15.00 meter en een inhoud van 1200 kubieke meter. In het centrum van de toren verbindt de eerdergenoemde spiltrap de parterre met de lekvloer. De trap zet zich voort door het centrum van het hoogreservoir en eindigt in de kleine vierhoekige toren op het dak.
Waardering
De watertoren is van algemeen belang uit cultuurhistorisch en architectuurhistorisch oogpunt: als historisch-functioneel en markant onderdeel van het waterwincomplex "Waterleidingbedrijf Zuid-Kennemerland"; omwille van de gave hoofdvorm, de detaillering en het materiaalgebruik; als zeldzaam voorbeeld van een authentieke watertoren met verjongende cilindervormige torenschacht met daarop rustend een sterk uitkragend reservoirgedeelte; omwille van de samenhang tussen de staalconstructie en het baksteenmetselwerk; als één van de best bewaard gebleven watertorens uit het oeuvre van ir.J. Schotel; omwille van de authentieke samenhang tussen de watertoren en het hoogreservoir type Intze II.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
In de duinen bij Overveen gelegen waterwincomplex "Waterleiding Zuid-Kennemerland", omvattende zeven onderdelen: WATERTOREN; DIRECTEURSWONING; MACHINEGEBOUW; ENKELE DIENSTWONING; DUBBELE DIENSTWONING; ROND NAFILTERGEBOUW MET REINWATERKELDER I;VOORFILTERGEBOUW MET REINWATERKELDER II. Het complex dat in 1897-1898 werd gebouwd in opdracht van de Gemeente Waterleiding Haarlem, in verband met de ingebruikstelling van een eigen gemeentelijke waterwinplaats en een waterleidingnet. Voor de winning van het water werd een duingebied ten noorden van de rond 1925 geopende Zeeweg in gebruik genomen. Het te beschermen complex wordt aan de noordzijde begrensd door de Zeeweg, aan de zuidzijde door het aan de Brouwerskolkweg gelegen complex van Publieke Werken van de gemeente Bloemendaal, aan de zuidzijde door de Tetterodeweg en aan de westzijde door een uitgestrekt duingebied. Het complex werd rond 1935, 1950 en 1965 uitgebreid en gemoderniseerd. De belangrijkste laat 19de-eeuwse onderdelen en de onderdelen van rond 1935 vallen onder de complexbescherming. NB. De rond 1950 gerealiseerde reinwaterkelder III, gelegen ten zuiden van de Tetterodeweg, valt buiten de bescherming. Het waterwincomplex ressorteert thans onder de regionale Waterleiding Zuid Kennemerland.
Omschrijving
Het meest markante object is de watertoren, gesitueerd op een duintop ten zuiden van het min of meer driehoekige complex. Ten westen van deze duintop staan op een relatief vlak terrein de overige objecten. Min of meer in de as van de voormalige hoofdingang aan de Tetterodeweg staat het machinegebouw, waarvan de aangrenzende kolenbunker via een (verdwenen) aftakking van de spoorlijn Overveen-Zandvoort werd voorzien van kolen ten behoeve van de stoommachines. Rechts van deze ingang staat de voormalige directeurswoning. Links van de ingang stond het door J. Schotel ontworpen ontijzeringsgebouw (1897-1898) dat deel uitmaakte van de bebouwing in de stijl van de neo-renaissance. Dit ontijzeringsgebouw maakte rond 1968 plaats voor de huidige bebouwing, nadat de functie van ontijzering en voorfiltering reeds in 1936 was overgenomen door het toen in gebruik genomen voorfiltergebouw. Een centraal onderdeel is een groot rond filtergebouw, een in oorsprong open bassin rond een gesloten kern die respectievelijk functioneerden als nafilter en reinwaterkelder. Het ronde filtergebouw werd in 1948 overdekt. Ten zuiden van dit filtergebouw staat het eerder genoemde filtergebouw uit 1936 met reinwaterkelder II. Ten westen van deze reinwaterkelder staat bij de westelijke toegang tot het terrein de enkele dienstwoning; bij de noordelijke ingang aan de Zeeweg staat de dubbele dienstwoning.
Waardering
Het waterwincomplex "Waterleiding Zuid-Kennemerland", met de zeven afzonderlijk te beschermen onderdelen: watertoren, directeurswoning, machinegebouw, enkele dienstwoning, dubbele dienstwoning, rond nafiltergebouw met reinwaterkelder I, voorfiltergebouw met reinwaterkelder II, is van algemeen belang uit cultuurhistorisch en architectuurhistorisch oogpunt als grotendeels gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een laat 19de-eeuws waterleidingbedrijf met toevoegingen uit de eerste helft van de 20ste eeuw.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Nutsbedrijf | Boerderijen, molens en bedrijven | Industrie | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Tetterodeweg | 23 | – | 2051 EG | Overveen | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | E | 1963 | – | Bloemendaal |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1897 | 1898 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Schotel, J. ; Noord-Holland | architect / bouwkundige / constructeur | – |