Tjaardastate, Rinsumageast
Inleiding
De grote kop-hals-romp BOERDERIJ staat aan de rand van de dorpsbebouwing ten zuiden van het dorp. De boerderij is gebouwd omstreeks het derde kwart van de 19de eeuw in Ambachtelijk-traditionele bouwtrant en staat ter plaatse van een voormalige pachtboerderij van Tjaardastate, waarnaar het complex is vernoemd.
De oprit naar de enigszins verhoogd liggende boerderij is aan beide zijden beplant met onder meer meidoornhaag. Voor het woonhuis is leilinde en hulst aangeplant.
De boerderij ligt met het woonhuis (de 'kop') georiënteerd naar het noorden en bestaat uit drie onderdelen: het woonhuis, het tussenlid (de 'hals') en de schuur (de 'romp'); alle min of meer rechthoekige bouwvolumes. De kop en de hals liggen oostelijk van de middenas van de schuur. Verrijking door detaillering van de boerderij is vooral uitgevoerd aan de noord- en oostgevels die in het zicht lagen; de westgevel is opmerkelijk eenvoudiger. De achterzijde van de schuur heeft de karakteristiek van een in hoofdzaak veeteeltbedrijf. De indeling van de boerderij is omstreeks 1951 gedeeltelijk gewijzigd; de wijzigingen zijn van ondergeschikt belang (ramen). De indertijd aangebouwde bijschuur valt buiten de bescherming van rijkswege wegens te geringe architectonische waarde.
Omschrijving
Het woonhuis van de boerderij is opgetrokken in bruine bakstenen op een bruin bakstenen trasraam met subtiele tectonische detaillering van de noord- en oostgevels door kopse lagen, rollagen en muizetand-lijsten in een afwijkende kleur; de westgevel is nagenoeg ongeleed. Het woonhuis heeft een kelderverdieping, een woonkamer op de bel-etage en een zolder in de kap; een zadeldak tussen topgevels met schoorstenen en dekborden. De dakschilden zijn gedekt met zwart geglazuurde gegolfde Friese pannen. Aan drie zijden van het woonhuis zijn kaaskelder- ramen met buitenluiken en diefijzers in een zandlopermotief geschilderd. De kelderramen zijn getoogd met een anderhalfsteens streklaag in reliëf en hebben een afsluitende rollaag. In de oostgevel twee kelderramen en op de bel-etage een klein venster en twee T-vensters. De noordgevel is het meest levendig gedetailleerd; de verticale geleding wordt naast de subtiele kleuraccenten versterkt door een muizentand-lijst en door een strekkenlaag in afwijkende kleur ter hoogte van de rozetankers, welke de bouwlagen markeren. In de noordgevel twee kelderramen, twee T-vensters en in de geveltop twee kleine T-vensters als zolderramen. De uitkragende waterlijst rust op uitkragende aanzetstenen. In de westgevel onder meer twee kelderramen.
Het tussenlid, de "hals", heeft aan de westzijde een deur met een bovenlicht en een zesruitsvenster; beide onder een getoogde streklaag met een uitkragende koppenlaag. Op het zadeldak zwart geglazuurde gegolfde Friese pannen en een vierpans, ijzeren daklicht. In de oostgevel van het tussenlid van links naar rechts: een H-venster, een provisiekelderraam met diefijzers en twee getoogde H-vensters; alle getoogd en voorzien van een strekkenlaag met een uitkragende koppenlaag.
De schuur is opgetrokken in bruine bakstenen op een trasraam; het metselwerk heeft een knipvoeg aan de oostgevel en is platvol en gedagd aan de westgevel. Aan de noordzijde een woongedeelte met onder meer een deur en twee H-vensters onder een getoogde strek met uitgemetselde kopse laag. De dakschilden zijn hoofdzakelijk belegd met riet en aan de voorzijde en aan de onderzijde van de zijschilden zes regels dakpannen, respectievelijk zwart geglazuurde gegolfde Friese pannen en opnieuw verbeterde Hollandse pannen. De dakgoot aan de oostgevel rust op gemetselde gootklossen; op de nokhoeken twee uileborden met windwijzers in de vorm van een pijl. In de oostgevel zestien ijzeren stalramen met een gefacetteerde roedeverdeling met deels oorspronkelijk blauw glas als muggenwering. In de westgevel onder meer vijf ijzeren negenruits schuurramen. Het INTERIEUR van de boerderij is gedeeltelijk gewijzigd door veranderend gebruik van de ruimten. Tot de waardevolle INTERIEURONDERDELEN behoren onder meer de betegeling van de verschillende vertrekken met witjes en in de kamer van de hals met lineaire patronen en een meander-bies aan boven- en onderzijde. De melkkelder heeft trog-gewelfjes en een rood gepigmenteerde betonvloer; de binnenluiken van de kelder zijn eveneens rood.
In de schuur vijf gebinten op bakstenen poeren met in de veestalling houten koeschotten. Op de schuurzolder een gemetseld spekhok in gele Friese bakstenen.
Waardering
De kop-hals-romp boerderij uit het derde kwart van de 19de eeuw is van algemeen cultuurhistorisch en architectuurhistorisch belang:
- vanwege de hoogwaardige esthetische kwaliteit van het ontwerp;
- vanwege het bijzondere materiaalgebruik en ornamentiek, in het bijzonder van de blauwe stalramen en de betegeling in de hals;
- als hoofdonderdeel van een complex met een herinneringswaarde aan de voormalige bezittingen van de belangrijkste state ter plaatse, waarnaar het complex is vernoemd;
- vanwege de bijzondere betekenis van de boerderij aan de rand van de dorpsbebouwing in relatie tot de structurele en visuele gaafheid van de dorpse en landschappelijke omgeving;
- vanwege de redelijke tot hoge mate van architectonische gaafheid van het exterieur;
- vanwege de redelijke mate van oorspronkelijkheid van interieuronderdelen.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
Het complex Tjaardastate bestaat uit een kop-hals-romp BOERDERIJ en een DUIVENTIL en staat aan de rand van de dorpsbebouwing ten zuiden van het dorp. De grote boerderij is gebouwd omstreeks het derde kwart van de 19de eeuw in Ambachtelijk-traditionele bouwtrant en staat ter plaatse van een voormalige pachtboerderij van Tjaardastate, waarnaar het complex is vernoemd. Die state lag ten westen van de boerderij en ten zuiden van de kerk en werd in 1834 voor afbraak verkocht. Tot de bezittingen van de oorspronkelijke state behoorden onder meer twee duiventillen. Eén daarvan staat achter de boerderij Tjaardastate. De duiventil met kleinveehok is omstreeks 1820-1840 opgetrokken in een Traditioneel-ambachtelijke bouwtrant.
Waardering
Het complex Tjaardastate, met kenmerken uit verschillende bouwperiode uit de 19de eeuw, is van algemeen cultuurhistorisch en architectuurhistorisch belang:
- vanwege de bijzondere waarde van een complex met een herinneringswaarde aan de voormalige bezittingen van de belangrijkste state ter plaatse waar-naar het is vernoemd;
- de bijzondere betekenis van de boerderij aan de rand van de dorpsbebouwing in relatie tot de structurele en visuele gaafheid van de dorpse en landschappelijke omgeving;
- vanwege de historische-ruimtelijke relatie tussen de boerderij en de duiventil;
- vanwege de redelijke tot hoge mate van architectonische gaafheid van het exterieur van zowel de boerderij als de duiventil.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Boerderij(M1) | Boerderijen, molens en bedrijven | Boerderij (M) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Van Aylvawei | 32 | – | 9105 KT | Rinsumageast | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Boerderijen, molens en bedrijven | Boerderij (M) | – | Kop-hals-rompboerderij |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | I | 2678 | – | Birdaard |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1870 | 1880 | – | vervaardiging |