Arnhemseweg 346, Apeldoorn
Inleiding
HOOFDGEBOUW van het SEMINARIE, gelegen ten westen van de Arnhemseweg te Apeldoorn. Het gebouw maakt deel uit van een complex, in de periode 1933-1935 gebouwd naar ontwerp van de architect J.M. van Hardeveld, met invloeden van de Delftse School en het Nieuwe Bouwen, waarbij hij stalen vensters en een betonnen constructie toepast in combinatie met bakstenen gevels en flauw hellende zadeldaken gedekt met pannen.
Omschrijving
Het vrijstaande onderwijs- en internaatgebouw voor de huisvesting van leraren, studenten, zusters en mannelijk lekenpersoneel is samengesteld uit een VOORGEBOUW (oostvleugel), achterliggende H-PLATTEGROND (noord-, zuid- en westvleugel), een WASKEUKEN (met huis voor mannelijk dienstpersoneel) en een ZUSTERHUIS. De waskeuken en het zusterhuis staan haaks op de noordvleugel.
De rode bakstenen gevels met trasraam en rollaag zijn alle opgetrokken in Noors verband. In de muuropeningen met een gele kunststenen (terra-cotta) kantelaaf bevinden zich overwegend rechthoekige, stalen vensters met geometrische roedenverdeling met uitzondering van de houten vensters van het zusterhuis. Het exterieur van het hoofdobject is authentiek met uitzondering van enkele kunststof kozijnen en een toegevoegde rij stalen vensters op de zolderverdieping van de H-vormige plattegrond. Deze vensters zijn geplaatst als gevolg van het aanbrengen van een tussenvloer in de tien meter hoge zolderverdieping waarbij de betonnen chambretten van de studenten zijn verwijderd. De H-plattegrond bestaat sindsdien uit vier bouwlagen in plaats van drie. De aula in de noordvleugel van de H-plattegrond bestaat sindsdien uit drie bouwlagen in plaats van twee. Alleen de noordvleugel heeft een kelderverdieping. Oorspronkelijk waren de verdiepingen van de H-plattegrond van onder naar boven respectievelijk circa vijf, zes en tien meter hoog. Op de begane grond en de eerste verdieping zijn in de jaren zeventig verlaagde plafonds aangebracht vanwege de hoge stookkosten. Het interieur van het hoofdobject is in de publieke ruimten verrijkt met glas-in-loodramen, geglazuurde baksteen en betegelde lambrisering.
Glas-in-loodramen bevinden zich in de openbare ruimten, zoals hal, trappenhuizen en in de bovenlichten van de ingangspartijen. Groen geglazuurde baksteen is gebruikt voor de pilaren en lambrisering in de linkergang van het voorgebouw toegankelijk voor het bezoek van familieleden van studenten. Voor de lambrisering in de (processie)gang in het studentengedeelte (H-plattegrond) is gebruik gemaakt van geglazuurde tegels, in het openbare voorgebouw bestaat de lambrisering uit zandkleurige tegels.
Het VOORGEBOUW (oostvleugel) ligt parallel aan de Arnhemseweg op honderd meter afstand van de toegang tot de tuin. De oostvleugel bestaat uit drie bouwlagen met daarboven een flauw hellend zadeldak, gedekt met gesmoorde opnieuw verbeterde Hollandse pannen. De lichtopeningen zijn horizontaal en verticaal regelmatig verdeeld over de gevel bestaande uit circa veertig vensterassen. Op de begane grond bevinden zich hoge smalle vensters bestaande uit een stolpvenster waarboven een vast achtruits raam met een dubbele middenroede. Een cordonlijst scheidt de begane grond van de tweede en derde bouwlaag. Op de eerste en tweede verdieping bevinden zich rechthoekige, staande vensters met stalen roedeverdeling. Deze vensters bestaan uit een stolpvenster met bovenlicht. Het stolpvenster heeft links en rechts van het midden een extra verticale roede. Het vijfruits bovenlicht met dubbele horizontale roede, heeft aan de buitenzijden een valraam.
De regelmaat in de gevel wordt onderbroken door een hoger en een lager gedeelte uiterst links in de gevel, met aan de achterzijde een overdekte wandelgang, die een zijde van het voormalige speelveld begrensde. In het lager gedeelte, bestaande uit een bouwlaag, bevond zich de voormalige muziekkamer. Het hoger gedeelte is vijf vensterassen breed en bestaat uit drie bouwlagen en een zolderverdieping. In de rechter vensteras bevindt zich een uitspringend bouwdeel dat aanvangt op de eerste verdieping en eindigt in een Vlaamse gevel met zadeldak. De uitbouw uiterst rechts in de gevel is drie vensterassen breed en twee bouwlagen hoog met op de derde bouwlaag een balkon. Achter de uitbouw bevindt zich de voormalige refter voor de leraren. Bijna centraal bevindt zich de benadrukte ingangspartij met links op de begane grond acht voormalige loggia's en rechts een driezijdige erker. Achter de loggia's bevinden zich de vertrekken voor de bezoeken van de familieleden van de studenten. De rondbogen van de voormalige loggia's hebben een zandstenen aanzet waarin kunststof kozijnen in de rooilijn zijn geplaatst. Rechts van de ingang bevinden zich op de begane grond de vertrekken van de voormalige president van het seminarie, te herkennen aan de zandstenen driezijdige erker met een terugliggende balkondeur op de eerste verdieping. Op de eerste en tweede verdieping bevonden zich de studeer- en slaapvertrekken van de leraren.
De ingangspartij is benadrukt door het gebruik van Maulbronner zandsteen met in het zadeldak twee kleine dakvensters en een angelustoren gedekt met leien in maasdekking. Op de begane grond bevindt zich links en rechts van de teruggelegen, gewijzigde hoofdingang met authentiek glas-in-lood bovenlicht, een bakstenen pilaster met zandstenen speklagen. De pilasters ondersteunen een balkon met een gesloten zandstenen borstwering. Op de eerste verdieping bevindt zich aan weerszijden van de terug gelegen dubbele deur met bovenlicht en zijramen een gestileerde zandstenen pijler met kapiteel. De drie gekoppelde vensters in de derde bouwlaag zijn gevat in een rechthoekig zandstenen vlak. Onder deze vensters prijkte voorheen het wapen van het aartsbisdom Utrecht gebeeldhouwd door Auguste Falise met aan weerszijden van het wapen Sint Aloysius en Sint Borromeus gebeeldhouwd door Wim Harzing. Op de begane grond, links van de ingang, bevindt zich de eerste steen gemetseld door Joannes Jansen, aartsbisschop van Utrecht, 8 juni 1933.
De H-PLATTEGROND bestaat uit een noord- en zuidvleugel halverwege met elkaar verbonden door een westvleugel. De gevels van de H-plattegrond eindigen in een mezzanino met daarboven een zadeldak met glazen noklantaarn. Het zadeldak is gedekt met gesmoorde opnieuw verbeterde Hollandse pannen. De H-plattegrond was het studentengedeelte. Op de begane grond bevonden zich de studie, feest- en recreatiezalen met op de eerste verdieping de leslokalen en op de tweede verdieping de slaapvertrekken.
De H-plattegrond omsluit samen met de oostvleugel een BINNENPLAATS van 35 x 50m.
In de noordgevel van de binnenplaats bevinden zich op de begane grond hoge smalle vensters met achtruits ramen met links en rechts een dubbele roede. Achter deze vensters ligt de (processie)gang. De drie meter diepe dwerggalerij op de eerste verdieping bestaat uit rondbogen met een rollaag en een zandstenen aanzet. De bogen rusten op vierkante bakstenen pilaren met een zandstenen basement. Boven de galerij bevinden zich open terrassen grenzend aan de slaapzalen met daarboven de mezzanino onder het zadeldak met noklantaarn.
De begane grond van de oostgevel van de binnenplaats kent eenzelfde indeling onderbroken door een centrale dubbele stalen deur met kunststenen omlijsting. Voor de deur ligt een steektrap bestaande uit vijf granieten treden. Op de eerste verdieping bevinden zich rechthoekige, staande vensters bestaande uit een stolpraam met verdeling 2x2 met drie centrale middenroeden en een vierruits bovenlicht met twee centrale roeden. Op de tweede verdieping bevinden zich halfronde vensters met verlaagd middendeel en geometrische roedeverdeling.
De zuidgevel is het spiegelbeeld van de noordgevel van de binnenplaats.
Op de begane grond van de westgevel van de binnenplaats bevinden zich hogere rechthoekige, staande vensters. Deze vensters bestaan uit een boven (2/3)- en ondergedeelte (1/3) van elkaar gescheiden door een zandstenen dorpel. Het stolpvenster met drie gebundelde verticale middenroeden onder de dorpel bevindt zich ter hoogte van een horizontale gele bakstenen band. Het achtruits raam met drie gebundelde middenroeden boven de dorpel bestaat uit een vast onderstuk waarboven twee tuimelramen. Het venstergedeelte boven de zandstenen dorpel op de begane grond herhaalt zich op de eerste verdieping. Op de tweede verdieping bevindt zich de rij toegevoegde vensters identiek aan het vensterdeel onder de zandstenen dorpel op de begane grond. Centraal bevindt zich een gewijzigde deur. De indeling van de zuidgevel van de ZUIDVLEUGEL is identiek aan de oostzijde van de binnenplaats met uitzondering van de ingangspartijen benadrukt door het gebruik van geglazuurde baksteen. De centrale ingangspartij bestaat uit een gewijzigde deur met glas-in-lood bovenlicht met links en rechts een houten dubbele deur. Op de eerste verdieping bevindt zich een driekantige erker waarboven een balkon. De indeling van de westgevel van de WESTVLEUGEL is bijna identiek aan de noordgevel van de binnenplaats. Op de open terrassen bevindt zich de voormalige badinrichting van het seminarie.
De aula in de NOORDVLEUGEL is oorspronkelijk opgebouwd uit twee bouwlagen en bestaat momenteel uit drie bouwlagen. De zuidgevel van de noordvleugel kenmerkt zich door zes gecentreerde glas-in-loodramen met verdeling 7x3 met dubbele verticale roeden op de begane grond. Boven de glas-in-loodramen bevindt zich een dichtgezette galerij bestaande uit zes segmentbogen met onder iedere boog een toegevoegd stolpraam. Boven de dichte galerij ontbreekt de mezzanino. Links en rechts van de segmentbogen galerij vervolgen de stolpvensters zich in hetzelfde ritme. Onder de glas-in-loodramen bevindt zich een uitbouw ten behoeve van zijn functie als aula. De noordgevel van aula is identiek aan de zuidgevel met uitzondering van de segmentbogengalerij.
Aan de noordzijde staat haaks op de noordvleugel de WASKEUKEN met aansluitend een HUIS voor het mannelijk DIENSTPERSONEEL. De vensterindeling van de noordgevel grenzend aan de binnenplaats tussen waskeuken en kapel is identiek aan de oostgevel van de binnenplaats met uitzondering van de vensters in de tweede bouwlaag. In de tweede bouwlaag bevinden zich rechthoekige vensters met verdeling 5x2 met drie gebundelde middenroeden. De waskeuken bestaat uit een bouwlaag met zadeldak gedekt met gesmoorde opnieuw verbeterde Hollandse pannen. In de rechtergevel van de waskeuken bevinden zich zes tweeruits kelderramen met in dezelfde as een driestrooksvenster met een valraam als bovenlicht. De waskeuken gaat over in het HUIS VOOR LEKENPERSONEEL bestaande uit twee bouwlagen en een zolder met zadeldak bedekt met gesmoorde opnieuw verbeterde Hollandse pannen. In de gevels van het huis met een T-vormige plattegrond is afwisselend gebruik gemaakt van houten en stalen vensters. Grotere vensters op de begane grond, kleinere op de verdieping. In de topgevels een rond venster. Aan de voorzijde rechts van het midden de entree met steektrap en houten halfronde deur. Aan de achterzijde twee houten toegangsdeuren.
Het ZUSTERHUIS vormt samen met de noordvleugel en waskeuken een tweede binnenplaats. De zusters zorgden voor de huishoudelijke diensten. Zij hadden de leiding in de keuken en de ziekenafdeling. De keuken kenmerkt zich door de witte geglazuurde baksteen ter hoogte van het trasraam met rollaag. In het zusterhuis is gebruik gemaakt van hout voor de venster- en muuropeningen in tegenstelling tot de rest van het hoofdobject. De glas-in-loodramen in de zusterkapel zijn van Kocken uit Utrecht.
Waardering
Hoofdgebouw van het seminarie, gebouwd in de periode 1933-1935 in opdracht van het aartsbisdom Utrecht naar ontwerp van J.M. van Hardeveld.
- Van architectuurhistorische waarde vanwege de architectuur van J.M. van Hardeveld, beïnvloed door de Delftse School en het Nieuwe Bouwen, waarbij hij stalen vensters en een betonnen constructie toepast in combinatie met bakstenen gevels en flauw hellende zadeldaken gedekt met pannen.
- Van stedenbouwkundige waarde vanwege de bewuste keuze voor Apeldoorn, als tamelijk centraal gelegen in Nederland. In de periode 1850-1940 is Apeldoorn het centrale punt van de rooms-katholieke kerk waardoor vele katholieke instellingen, waaronder het kleinseminarie, besluiten zich daar te vestigen. Bovendien is een bewuste keuze gemaakt voor de ligging van het complex in een rustige, gezonde parkachtige omgeving aan de rand van Apeldoorn met voldoende ruimte voor het plaatsen van alle benodigde voorzieningen voor het onderwijs en het internaat.
- Van cultuurhistorische waarde vanwege de plaatsing van een rooms-katholiek kleinseminarie in het overwegend protestante Apeldoorn. Eveneens waardevol is de kunsthistorische bijdrage geleverd door kunstenaars als A. Falise, W. Harzing en Kocken.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
Het SEMINARIE van het type kleinseminarie is gebouwd in de periode 1933-1935 in het zuiden van Apeldoorn ten westen van de Arnhemseweg. Tijdens de oorlogsjaren 1940-1945 is het seminarie gevorderd door de Duitsers. Na een korte naoorlogse bloeiperiode neemt het aantal leerlingen na 1960 sterk af. Het bisdom besluit als gevolg daarvan in 1968 het seminarie op te heffen. De Rijkspolitie koopt het complex in 1972 en gebruikt het hoofdgebouw sedertdien als opleidingsinstituut en museum. De kapel is verhuurd en is ten tijde van de aanwijzing in 1999 in gebruik als opslagruimte.
Onder rijksbescherming vallen:
1. Het hoofdgebouw (monumentnummer 514495) bestaande uit een voorgebouw (oostvleugel), een achterliggende H-vormige plattegrond (noord-, zuid- en westvleugel), een waskeuken annex huisvesting voor mannelijk dienstpersoneel tegen de noordvleugel en een zusterhuis in het verlengde van de noordzijde van de oostvleugel.
2. De kapel met sacristie (monumentnummer 514496), verbonden met de noordvleugel van het hoofdgebouw.
Als gevolg van ruimtegebrek in het kleinseminarie te Culemborg, geeft aartsbisschop Mgr. Joannes Jansen negen geestelijken uit het aartsbisdom Utrecht in 1931 de opdracht na te denken over een nieuw groter kleinseminarie in Apeldoorn. De studiecommissie stelt J.M. VAN HARDEVELD aan als bouwmeester en vervolgens de aannemers GEBRS. STRUYCKEN uit Utrecht en Tilburg voor de uitvoering van het ontwerp. Van Hardeveld ontwerpt een seminarie van grote omvang, toegankelijk voor 350 leerlingen en circa 40 leerkrachten, inclusief een aula met 600 zitplaatsen en een kapel toegankelijk voor 400 personen. Het beeldhouwwerk in de kapel is vervaardigd door WIM (WILLEM) NIJS. Het glas-in-lood in de kapel is vervaardigd door WILLEM LEENDERT WIEGMANS, de sierruitjes in de sacristie door WILLEM MENGELBERG, de ramen in de zusterkapel door HENRICUS KOCKEN uit Utrecht. Verder zijn AUGUST FALISE en WIM HARZING benaderd voor de verfraaiing van de hoofdingang met de inmiddels verdwenen heiligen beelden en het aartsbisschoppelijk wapen.
In dit complex past J.M. van Hardeveld beton toe voor de 'studentenchambretten' op de tien meter hoge zolderverdieping met lichtlantaarn. Naast invloeden van de Delftse School zijn tevens verzachte kenmerken uit het Nieuwe Bouwen te zien. Rode bakstenen gesloten gevels met flauw hellende zadeldaken gedekt met gesmoorde opnieuw verbeterde Hollandse pannen zijn gecombineerd met een betonnen skelet, ijzeren kap en stalen vensters met geometrische roedenverdelingen. Zandstenen omlijstingen, granieten stoepen en treden accentueren de ingangspartijen.
De kapel van het type pseudobasiliek met uitgebouwde biechtkamers onderscheidt zich van het hoofdgebouw door een grotere monumentaliteit en symboliek. De kapel heeft een kolossale gesloten bakstenen toren, zandstenen venstertraceringen, absis, kooromgang en zeven straalkapellen. Binnen het complex is veelvuldig gebruik gemaakt van glas-in-lood.
Architect J.M. VAN HARDEVELD (1891-1953) geboren te Amsterdam, bekeert zich tot het katholicisme en wordt lid van het Algemeen Katholiek Kunstenaars Verbond (AKKV) en het St. Bernulphusgilde. In de periode 1923-25 realiseert hij betonnen arbeiderswoningen in Rotterdam-Zuid volgens het systeem-Isola. Het openlijk tonen van beton is kenmerkend voor zijn vroegere werk. Hierna verkeert hij steeds meer in religieuze kringen waaruit kerkelijke bouwopdrachten voortkomen. Hij streeft naar vernieuwing van de (katholieke) kerkelijke bouwkunst. Het kleinseminarie te Apeldoorn is een goed voorbeeld van zijn latere werk gekenmerkt door een sobere baksteen-architectuur met invloeden van de Delftse School.
W.L. WIEGMANS (1892-1942) geboren te Amsterdam, bekeert zich in 1916 tot het katholicisme. Hij wordt lid van het Algemeen Katholiek Kunstenaars Verbond (AKKV) en het St. Bernulphusgilde. In de periode 1918-1922 studeert hij aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam bij Antoon Derkinderen. Zijn belangrijkste werk is de beglazing van de Aloysiuskerk te Utrecht (1924/1937). Een volgende belangrijke opdracht in 1935 is het vervaardigen van de dertien ramen met afbeeldingen van Christus en de apostelen in het priesterkoor van de kapel van het kleinseminarie te Apeldoorn. Kenmerkend voor zijn werk is de vervaardiging van glas-in-loodramen met handgebroken scherven.
De aartsbisschop heeft gekozen voor Apeldoorn als locatie voor het kleinseminarie vanwege haar tamelijk centrale ligging in het land in een tegelijk rustige en gezonde omgeving. De verschillende onderdelen zijn geplaatst in een parkachtige tuinaanleg met een Franse/ Hollandse tuin aan de voorzijde en een wandelbos, boomgaard en moestuin aan de achterzijde van het hoofdobject. Naast het hoofdobject bevindt zich in de huidige tuin een werkplaats, munitiebunker, boerderij, bloemen- en plantenkwekerij en een drukkerij uit de periode 1850-1940 die dusdanig zijn aangetast dat zij buiten de bescherming vallen. Na 1940 is het complex uitgebreid met een munitiebunker/schietbaan, twee sportzalen, pompstation, garageboxen, stalling en een kunstobject die vanwege de bouwdatum buiten de bescherming vallen. De oorspronkelijke tuinaanleg is gewijzigd.
Waardering
COMPLEX van het type KLEINSEMINARIE gebouwd in de periode 1933-1935 in opdracht van het aartsbisdom Utrecht naar ontwerp van J.M. VAN HARDEVELD, bestaande uit een SEMINARIE en een KAPEL.
- Van architectuurhistorische waarde vanwege de architectuur van J.M. van Hardeveld, beïnvloed door de Delftse School en het Nieuwe Bouwen, waarbij hij stalen vensters en een betonnen constructie toepast in combinatie met bakstenen gevels en flauw hellende zadeldaken gedekt met pannen. Een sterk religieus element vormt de monumentale kapel van het type pseudobasiliek met uitgebouwde biechtkamers, een forse, gesloten bakstenen toren, absis, kooromgang en straalkapellen.
- Van stedebouwkundige waarde vanwege de bewuste keuze voor Apeldoorn, als tamelijk centraal gelegen in Nederland. In de periode 1850-1940 is Apeldoorn het centrale punt van de rooms-katholieke kerk waar vele katholieke instellingen, waaronder het kleinseminarie, zich vestigen. Bovendien is een bewuste keuze gemaakt voor de ligging van het complex in een rustige, gezonde parkachtige omgeving aan de rand van Apeldoorn met voldoende ruimte voor het plaatsen van alle benodigde voorzieningen voor het onderwijs en het internaat.
- Van cultuurhistorische waarde vanwege de plaatsing van een rooms-katholiek kleinseminarie in het overwegend protestante Apeldoorn. Eveneens waardevol is de kunsthistorische bijdrage geleverd door vooraanstaande kunstenaars, waaronder W. Mengelberg, W.L. Wiegmans, W. Nijs en A. Falise.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Seminarie(F) | Religieuze gebouwen | Kerk en kerkonderdeel | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Arnhemseweg | 346 | – | 7334 AC | Apeldoorn | – | – | Ja |
Arnhemseweg | 348 | – | 7334 AC | Apeldoorn | – | – | – |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Religieuze gebouwen | Kerk en kerkonderdeel | – | Klein seminarie |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | L | 14278 | – | Apeldoorn |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1933 | 1935 | – | vervaardiging |