Rovérestein, Bilthoven
Omschrijving
LANDHUIS in Frans geörienteerde neorenaissance stijl van de buitenplaats Roverestein op nagenoeg vierkante plattegrond. Het huis heeft twee bouwlagen onder een met leien gedekt afgeplat schilddak, waarop een licht hellend roevendak met zinken platen. Het huis staat op een aarden verhoging.
De gevels zijn uitgevoerd in rode baksteen die op een basement van imitatie rustica blokken rusten. Het basement is aan de zuidzijde verder doorgetrokken, waarboven een terras met balusterhekwerk is gerealiseerd. De gevels zijn verrijkt met in cement aangebrachte geblokte hoeklisenen, geprofileerde vensteromlijstingen met fronton bekroning, dubbele cordonlijst en een afsluitende gevellijst onder de dakgoot met casementen en consoles. De vensters zijn voorzien van schuiframen of een dubbele deur met bovenlicht.
Het souterrain wordt verlicht door middel van vensteropeningen in de plint. In de noordgevel bevindt zich, onder een door gemetselde pijlers ondersteund afdak.
De zuidgevel is naar de Maartensdijkseweg gekeerd en heeft een symmetrische indeling van vier vensterassen. De vensters in de eerste bouwlaag zijn voorzien van bovenlichten. In de tweede bouwlaag bevindt zich tussen de twee middelste vensters een later toegevoegd ovaalvormig venster. De buitenste vensters sluiten met vleugeldeuren aan op een balkon. In het dakschild zijn twee, later aangebrachte, dakkapellen opgenomen ter vervanging van oeuil-de-boeuf dakvensters. De noordgevel heeft een symmetrische indeling van drie vensterassen. Op de middenas is een vermoedelijk in 1910 toegevoegd hoog, opgaand rondboogvenster met roedenindeling, die door de dubbele cordonlijst tussen de bouwlagen heen steekt. Het vensters wordt bekroond door een fronton. De vensterlijst is aangezet met geblokte imitatiesteen. Aan weerszijden van het venster bevinden zich in beide bouwlagen kleine rondvensters, waarvan de rechter vensters dichtgemetseld zijn. Ook het linker verdiepingsvenster is dichtgemetseld. In het dakschild is op de middenas een dakkapel met pilasterstelling en frontonbekroning gezet. Het uitgebouwde souterrain heeft aan deze zijde een afdak over de gehele breedte van de gevel. Hieronder bevinden zich de eerder genoemde dienstingang en diverse bergruimten.
De oostgevel heeft een symmetrische indeling van drie vensterassen. Op de middenas is de hoofdingang gesitueerd bestaande uit een hardstenen, uitwaaierende trap die naar een dubbele deur met rondboogvormig bovenlicht leidt. De deurpartij wordt omlijst door uit imitatiesteen samengestelde pilasters. De ingangspartij is overdekt door een balkon met balusterhekwerk dat door twee zuilen op natuurstenen basement wordt ondersteund. De kroonlijst van het balkon is voorzien van triglieven.
De westgevel heeft een symmetrische indeling van drie vensterassen. Op de middenas is een driezijdige erker over twee bouwlagen. Het basement volgt de vorm van de erker evenals het op verdiepingsvloerniveau aanwezige afdakje. De erker wordt door een enigszins uivormig, zinken dakje bekroond. Aan de voorzijde van dit dakje is later een dakkapel gezet. In de eerste bouwlaag is een dubbele deur die toegang geeft tot een veranda. De veranda is door een balkon met smeedijzeren hekwerk overdekt. Een hardstenen trap met smeedijzeren hekwerk geeft toegang tot de tuin.
Interieur
Het souterrain heeft een centrale hal waarop de diverse vertrekken uitkomen. Een korte gang onder het terras leidt naar diverse voorraadkamers.
De bel-etage heeft een langgerekte hal met marmeren vloer, die eindigt in de driezijdige erker. Aan de linkerzijde van de hal liggen twee ruime vertrekken. In het oostelijk vertrek is een houten schouw met een originele convectie kolenhaard uit 1885. In het westelijk vertrek bevindt zich een rijk gedecoreerde neoclassicistische schouw van zwart en rood marmer met een tweede rijker gedecoreerde convectie kolenhaard. Aan de rechterzijde van de hal liggen de voormalige dessertkamer, nu als keuken in gebruik, een getoogde doorgang die ondermeer leidt naar een houten trappartij van rond 1910 en de voormalige studeerkamer met eenvoudige zwart-grijs geaderde marmeren schouw noordwestelijk in de plattegrond. Alle grote vertrekken op de bel-etage zijn voorzien van stucplafonds met rijk gedecoreerde rozetten met bloemranken en neo-Lodewijk XVI stijlinvloeden.
Het interieur bevat enkele waardevolle oorspronkelijke onderdelen als de indeling van de vertrekken en op de schouwen, stucplafond en originele marmeren- en parketvloeren op de bel-etage.
Diverse vertrekken in de eerste bouwlaag en de zolderverdieping zijn veranderd en/of aangepast, met uitzondering van de kapconsructie.
Waardering
Het hoofdgebouw van de buitenplaats Roverestein is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde als gaaf voorbeeld van een landhuis in neorenaissancestijl. Tevens vanwege de ensemblewaarde in relatie met het koetshuis en het landschapspark.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding complex
De HISTORISCHE BUITENPLAATS Roverestein is rond 1885 gesticht door de Biltse burgemeester de heer N.L.B. Eyck tot Zuylenstein. De architect van het landhuis en koetshuis is niet bekend. Rond hetzelfde jaar werd L.A. Springer gevraagd een ontwerp te maken voor een tuin. Het is daarmee één van de vroegst uitgevoerde ontwerpen van deze tuinarchitect. In 1881-1883 had Springer al een reorganisatie doorgevoerd in het naastgelegen Eykenstein (gemeente Maartensdijk).
In 1919 werd Springer nogmaals gevraagd om enige wijzigingen in het park van Roverestein door te voeren. Een plan hiervan is niet bekend.
Na de Tweede Wereldoorlog kwam de buitenplaats in handen van de Staat der Nederlanden, die in het landhuis een internaat huisvestte. In 1991 kwam het landhuis weer in particuliere handen en werd het huis weer voor bewoning geschikt gemaakt. De restauratie van het landhuis begon in 1992 en is in 1993 afgerond. Er bestaan plannen voor restauratie van het park op basis van de ontwerptekening van Springer.
Omschrijving complex
De historische buitenplaats Roverestein, tussen 1885 en 1890 gebouwd en aangelegd omvat het Frans neorenaissance landhuis, een in eclectische stijl uitgevoerd koetshuis en het door L.A. Springer ontworpen park in gemengde stijl.
Het park van Springer valt binnen deze begrenzing en omvat een geometrisch aangelegde tuin ten westen van het landhuis en een landschappelijk deel ten noorden, oosten en zuiden van het huis.
Onder het complex vallen de volgende complexonderdelen:
1. landhuis
2. koetshuis
3. park
Waardering complex
De historische buitenplaats Rovérestein is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde vanwege de bewonings- en ontstaangeschiedenis, alsmede vanwege de (tuin)architectuurhistorische waarde vanwege de nagenoeg ongeschonden situatie wat betreft de bebouwing in de vorm van een eind negentiende eeuws hoofdgebouw en koetshuis en de parkaanleg in gemengde tuinstijl, ontworpen door L.A. Spinger. Tevens vanwege de ensemblewaarde in relatie met het naast gelegen Eykenstein (gemeente Maartensdijk).
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Landhuis | Kastelen, landhuizen en parken | Kasteel, buitenplaats | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Maartensdijkseweg | 5 | – | 3723 MC | Bilthoven | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | A | 2986 | – | De Bilt |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1888 | 1889 | – | vervaardiging |