Dorpsweg 193, Bilthoven,Maartensdijk
HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG en OMGRACHTE GRAFKELDER met GRAFHEUVEL en TOEGANGSHEK, behorende tot de buitenplaats Eyckenstein. De deels in structuur en deels in detail bewaarde tuin- en parkaanleg in landschapsstijl is in drie delen te onderscheiden. Ten eerste de overplaats aan de overzijde van de Dorpsweg waar ook de moestuin gesitueerd is, ten tweede de aanleg van Springer in de directe omgeving van het huis en ten derde het hierop aansluitende parkbos in vroege landschapsstijl met een aantal oudere lanen. De overplaats heeft een sterke visuele binding met de aanleg, doordat er vanaf het huis een weids zicht over het weiland is gecreëerd met als pointe de vue de tuinmanswoning. Het weiland (oorspronkelijk met boomgroepen) wordt omzoomd door beplanting, die aan de westkant binnen een gebogen lijn valt. Waarschijnlijk heeft Springer zich ook met dit overpark bemoeid. In ca. 1876 werd een diagonale as van 2,5 kilometer lengte, de Gezichtslaan, aangelegd. Op het punt waar de laan een knik om het weiland maakt is een mooi zicht over dit weiland naar het huis geschapen. De met eiken beplante Gezichtslaan is thans voor een groot deel opgenomen in de bebouwing van Bilthoven. In de directe omgeving van het huis is de aanleg in vroege landschapsstijl uit het begin van de 19de eeuw door de tuinarchitect Springer in 1881-1883 verder verfraaid. Het grondpatroon van de aanleg bij het huis wordt bepaald door ovale en ellipsvormige vormen, die tot uiting komen in het padenverloop, de breed uitgegraven vijverpartij en het open gazon in het centrum van de aanleg. Het sterk slingerende pad uit de vroege landschapsperiode aan de westzijde van de aanleg, werd door Springer voor een deel recht getrokken in een meer gebogen verloop waarna in het parkbos het oude verloop van het slingerpad weer werd voortgezet. Aansluitend op het gedeelte van Springer het parkbos met een padenstelsel deels uit de formele en deels uit de vroeg landschappelijke periode. Het driehonderd jaar oude beukenbos is inmiddels vervangen door eiken. In het noordelijk deel is een verdiept liggende ronde kom gesitueerd. In de aanleg zijn nog delen van een rechthoekig lanenstelsel in de lengterichting uit de formele periode zichtbaar. Aan de oostkant loopt de Eyckensteinse laan of Eikensteeg. Eind 17de eeuw stond de laan bekend als de Opstal en daarvoor als 'Viaanse Steegje', genoemd naar de bewoners van Eyckenstein van voor 1650. Ook enkele eiken in laanverband ten oosten van het huis stammen uit deze tijd (de oudste uit 1656). Aan de westkant is een aantal elementen uit de vroegste periode van belang. Te weten de zinksloot met jaagpad, aangelegd na 1798. Uiteindelijk ontstond een watergang met jaagpad van ruim drie kilometer, die gebruikt werd voor de exploitatie van de buitenplaats. De watergang staat aangegeven op de kadastrale minuut van omstreeks 1830. Voorts de grote laan of huislaan, aangelegd in 1785 als onderdeel van een sterrenbos en in 1786 doorgetrokken in noordelijke richting. In 1881 is het eerste deel ingepast in het ontwerp van Springer. Ten westen van de zinksloot loopt eveneens een oude laan, die al in 1790 op een kaart wordt aangegeven, als onderdeel en verlengde van het sterrenbos. Het eerste deel is, zoals gezegd, door Springer door een slingerpad vervangen. Het noordelijke deel is nog vrijwel helemaal aanwezig en met monumentale beuken beplant. Vanaf deze laan zijn vrije zichten over de aangrenzende langwerpige grasstrook (west).
Vanaf de Eikensteeg is de grafkelder te bereiken, die vanaf 1811 als familiegraf voor het landgoed heeft gediend. De grafkelder wordt gedekt door een zandheuvel en is omgeven door een droge gracht. Aan de oostzijde leidt een pad van de droge gracht naar een toegangshek, bestaande uit twee hekpijlers met daartussen een dubbel smeedijzeren hek. De oorspronkelijke toegang van de grafkelder bevond zich waarschijnlijk aan de oostzijde, tegenover het hek. De huidige toegang met twee gemetselde keermuren aan de aan de noordzijde van de grafkelder dateert vermoedelijk uit de eerste helft van de 20ste eeuw, toen de grafkelder werd uitgebreid.
Waardering
HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG en OMGRACHTE GRAFHEUVEL MET GRAFKELDER en TOEGANGSHEK, behorende tot de buitenplaats Eyckenstein van algemeen belang:
- vanwege het herkenbare formele rechthoekige lanenstelsel uit de 17/18de eeuw;
- vanwege de aanleg in vroege landschapsstijl;
- vanwege de aanleg in landschapsstijl naar het ontwerp van Springer (1881-1883);
- als representatief en karakteristiek voorbeeld van het werk van de tuinarchitect Springer;
- vanwege het belang van de aanleg voor de geschiedenis van de tuin- en landschapsarchitectuur;
- vanwege de functioneel-ruimtelijke samenhang met de andere onderdelen van de buitenplaats.
- vanwege de omgrachte grafheuvel met grafkelder en toegangshek, waardoor een relatie gelegd kan worden met de geschiedenis van de familie die het park liet aanleggen.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
In structuur en deels in detail gaaf bewaarde historische buitenplaats met HOOFDGEBOUW (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), twee TUINVAZEN (3), KOETSHUIS (4), TUINPRIEEL (5), TUINMANSWONING (6), DIENSTWONING (7), MOESTUINENSEMBLE bestaande uit TUINMUUR MET KAS EN ORANJERIE (8) en KAS (9). De oorsprong van de buitenplaats Eyckenstein ligt in het begin van de zestiende eeuw, nadat het Domkapittel van Utrecht ontginningsstroken had uitgegeven (ca.1490). Op de Waterschapskaart uit 1642 staat de buitenplaats voor het eerst aangegeven. Het goed kwam in 1777 in het bezit van Adriaan Hendrick Eyck (vanaf 1818 Eyck van Zuylichem). Deze voerde een grondige verbouwing aan het huis uit, waarvan helaas geen afbeeldingen bestaan. Een tekening van het huis met het bijschrift 'zoals het was voor 1780' -dus voor de verbouwing- toont een rechthoekig bouwblok met drie trapgevels. Waarschijnlijk werd het huis tot een eenvoudig bouwlichaam met lijstgevels verbouwd. Toen in 1787 Eyck als patriot voor de Pruisische troepen naar Frankrijk moest vluchten werden zijn goederen geconfisqueerd en verkocht. In de verkoopadvertentie (1791) staat de omschrijving van 'een buitenplaats, genaamd Eykenstein, bestaande in een heerenhuis, stal en koetshuis, tuinmanswoning, tuinen en boomgaarden, bosch en een groote party hakhout, boerenwoninge en aanhorige landeryen, staande en geleegen aan het oosteinde van de Maartensdyk'. In het begin van de negentiende eeuw, toen het goed weer in het bezit was gekomen van een telg uit de familie Eyck van Zuylichem, werd het huis tot het tegenwoordige Eyckenstein verbouwd. Mr. Maurits Jacob Eyck van Zuylichem was zelf verantwoordelijk voor het ontwerp in neoclassicistische stijl naar ideeën van de Italiaanse architect Andrea Palladio. Een litho van Madou uit 1825, gepubliceerd in het boek Voyages Pittoresque van J.J. de Cloet, toont een rechthoekig bouwblok met zijvleugels, die als open veranda's zijn uitgevoerd. Voor de gevel was een zuilenportiek (1809) geplaatst en de vloeren waren ca. een halve meter opgehoogd om het geheel meer allure en status te verlenen. Ook het achterhuis werd in deze tijd herbouwd. In 1880 kwam Eyckenstein en het buiten Berkenstein (aan de overzijde van de Dorpsweg) door vererving in het bezit van mr. W.C. baron van Boetzelaer. Deze heeft enkele wijzigingen aan het ex- en interieur van het huis Eyckenstein uitgevoerd en de grote oranjerie annex woning die bij de buitenplaats hoorde gesloopt. Ook Berkenstein werd gesloopt; alleen de dienstwoning (zie omschrijving onderdeelnr.7) en de achterliggende moestuin zijn bewaard gebleven. De tuinarchitect Springer kreeg de opdracht (1881-1883) een ontwerp voor de tuinaanleg te vervaardigen. Springer maakte in de kantlijn van zijn ontwerp een schets van de reeds bestaande situatie. Behalve de oude aanleg in landschapsstijl daterend uit het begin van de bouw van het huis, is ook een recht lanenpatroon uit de formele periode zichtbaar. Drie zandstenen beelden die toen de aanleg sierden werden aan het eind van de achttiende eeuw naar Gasselte in Drenthe verscheept, waar deze thans nog staan. Eyckenstein was tot in de negentiende eeuw het centrum van uitgebreid grondbezit (ca.700 ha). In 1917 en 1930 werden grote delen grond van de buitenplaats verkocht. Na leegstand (1935-1946) werd het huis weer bewoond en sinds 1955 voor gedeelde bewoning geschikt gemaakt. Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing van het complex alsmede de aanduiding van de onderdelen aangegeven. De omgrenzing van het rechthoekige perceel wordt aan de oostkant gevormd door de Eyckensteinse Laan. De westgrens volgt de beplantingsrand langs de brede grasstrook evenwijdig aan de aanleg en verder noordwaarts de 18de-eeuwse laan, waarnaast de zinksloot met jaagpad. De overplaats aan de overzijde van de Dorpsweg met de tuinmanswoning op nummer 266 is eveneens in de omgrenzing opgenomen.
Waardering
De HISTORISCHE BUITENPLAATS EYCKENSTEIN is van algemeen cultuur-, architectuur- en tuinhistorisch belang:
- vanwege het voornamelijk vroeg-19de-eeuwse hoofdgebouw in neoclassicistische stijl, dat door de eigenaar, Mr. Maurits Jacob Eyck van Zuylichem, naar ideeën van de Italiaanse architect Andrea Palladio werd ontworpen;
- vanwege de bij de buitenplaats behorende historische tuin- en parkaanleg in landschapsstijl naar ontwerp van de tuinarchitect Springer (1881-1883), waarin enkele oudere elementen uit de formele en de vroege landschapsstijl behouden zijn gebleven;
- vanwege het complex van de bouwkundige onderdelen en de tuin- en parkaanleg.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Historische aanleg | Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Dorpsweg | 193 | – | 3738 CD | Maartensdijk | – | BY | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | A | 2153 | – | De Bilt |
– | A | 2128 | – | De Bilt |
– | A | 3211 | – | de Bilt |
– | A | 442 | – | De Bilt |
– | A | 3245 | – | De Bilt |
– | A | 31 | – | De Bilt |
– | A | 786 | – | De Bilt |
– | A | 3210 | – | de Bilt |
– | A | 2154 | – | De Bilt |
– | A | 2596 | – | De Bilt |
– | A | 771 | – | De Bilt |
– | A | 2597 | – | De Bilt |
– | N | 604 | – | Maartensdijk |
– | N | 603 | – | Maartensdijk |
– | N | 644 | – | Maartensdijk |
– | N | 998 | – | Maartensdijk |
– | N | 2201 | – | Maartensdijk |
– | N | 651 | – | Maartensdijk |
– | N | 997 | – | Maartensdijk |
– | N | 629 | – | Maartensdijk |
– | N | 631 | – | Maartensdijk |
– | N | 2032 | – | Maartensdijk |