Sint Paulus, Heiloo
Inleiding
Aan de zuidrand van het complex 'Sint Willibrordus' en de noordzijde van de Ypesteinerlaan ligt het ZIEKENPAVILJOEN 'Sint Paulus' dat dateert uit 1928-1929. In verband met wettelijke voorschriften was het terrein waarop dit voor psychopaten bestemde paviljoen staat afgescheiden van de rest van de de inrichting en via een afzonderlijke weg toegankelijk, de huidige Ypesteinerlaan (vroeger Oosterzijweg geheten). Op 31 juli 1930 is het paviljoen "als eerste RK instituut voor ter beschikking van de regering gestelde psychopaten" officieel geopend door de Minister van Justitie. In 1982 is het paviljoen op de hoek verhoogd met een lage verdieping in aangepaste stijl. Verder verkeren exterieur en interieur nog grotendeels in de oorspronkelijke staat. Het paviljoen is tot op heden in gebruik als patiëntenhuisvesting.
Beschrijving
Op L-vormig grondplan opgetrokken paviljoen bestaande uit twee haakse vleugels van twee bouwlagen onder een schilddak met ruim overstek en daartussen een naderhand verhoogde hoekpartij van drie bouwlagen onder het oorspronkelijke tentdak dat eveneens voorzien is van een ruim overstek en bekroond wordt door een lage gemetselde schoorsteen. De evenwijdig aan de Ypesteinerlaan lopende zuidvleugel is enkele meters langer dan de westvleugel. De schilddaken van beide vleugels worden met de hoekpartij verbonden door middel van een lager en smaller zadeldak met overstek. In de binnenhoek tussen beide vleugels bevindt zich op de begane grond een kleine uitbouw met vierkante plattegrond waarop een groot, voor driekwart ingebouwd balkon waarboven de terugliggende binnenhoek van het hoekblok is afgeschuind. Het tentdak volgt deze afschuining en is daardoor niet vier- maar vijfzijdig. Alle dakvlakken zijn gedekt met gesmoorde verbeterde Hollandse pannen. Langs de dakranden lopen zinken mastgoten. De twee schilddaken dragen in totaal vijf dakkapellen, alle met leigedekte zijden en een gering overstek: één voorzien van twee vierruits uitzetramen boven de twee kopse gevels, een brede met vier van deze ramen boven de oostgevel van de westvleugel, en twee dakkapellen van het laatste type boven de noordgevel van de zuidvleugel. Het buitenmuurwerk is opgetrokken in rode genuanceerde machinale baksteen waalformaat in kettingverband met knipvoeg. Halverwege de bovenlichten van de vensters op de eerste verdieping is rondom een uitkragende rode tegelrand ingemetseld. Op de begane grond en de eerste verdieping zijn hoofdzakelijk zesruits vensters toegepast bestaande uit een vierruits stolpraam waarboven een tweeruits valraam. Alle vensters hebben dunne rode lekdorpeltegels (gres) en een rollaag als latei. Het verhoogde hoekvolume wordt op de eerste verdieping van de west- en zuidgevel geflankeerd door een inpandig balkon met in het midden van de achtermuur een door zesruiters geflankeerde eikenhouten deur voorzien van glaspanelen en een tweeruits bovenlicht. In de gemetselde balustraden van beide balkons zijn acht rode tegels en (lager) een terracotta vogelreliëf ingemetseld. De zuid- en westgevel worden voorbij de balkons geleed door twee driezijdige erkers die zich uitstrekken over beide bouwlagen en zowel beneden als boven voorzien zijn van een negenruits venster (zesruits vast raam waarboven een drieruits bovenlicht) tussen twee drieruits zijramen (tweeruits draairaam waarboven een enkelruits valraam). Boven de erkervensters is een uitkragende betonnen latei aangebracht en ter hoogte van de verdiepingsvloer zit bij alle vier de erkers een terracotta vogelreliëf ingemetseld. Rond de erkers zijn bloembakken gemetseld. De zuidgevel telt tussen de erkers drie en ter weerszijden twee vensterassen met zesruiters. Onder het balkon bevinden zich nog twee zesruiters. Tussen de twee erkers van de westgevel zijn boven drie zesruiters aangebracht en zit beneden een eikenhouten deur met glaspanelen en tweeruits bovenlicht geflankeerd door in een puntvorm uitgemetselde en met een halve bol bekroonde penanten waarin sierbanden van rode tegels. Ter weerszijden hiervan bevindt zich een zesruits venster. Links van de linker erker zit beneden één zesruiter, rechts van de rechter erker beneden twee en boven één zesruits venster. De hoge hoekpartij telt aan beide zijden drie vensterassen met op de begane grond en de eerste verdieping zesruiters en op de lagere tweede verdieping vierruits stolpramen (de middenste van de westgevel en de rechter van de zuidgevel zijn vervangen door een modern rooster). In de linker vensterras van de westgevel van de hoekpartij zijn de vensters dichtgezet. De zuidgevel van de hoekpartij heeft op de begane grond alleen links een venster. Rechts hiervan zit de hoofdingang bestaande uit een dubbele eikenhouten deur waarboven een betonnen luifel op twee lisenen waarin sierbanden van gestapelde rode tegels en bovenaan een kalkstenen blok met decoratieve inkepingen. Beide deurhelften hebben een staand glaspaneel die voorzien is van drie rijen langwerpige vertikale ruitjes en omgeven wordt door een opliggende sierrand met middenboven een gesneden Latijns kruis. Boven de luifel bevindt zich een drietal kleine glas-in-loodramen (blank glas met een lila bies en in het midden lichtgele rondjes en rechthoeken) waarboven een gevelsteen is aangebracht met de naam van het paviljoen "ST. PAULUS" onder een tweede kleinere luifel. Deze wordt ondersteund door twee kleine lisenen met een console in de vorm van een pelikaan (symbool voor het offer van Christus). Ook in deze lisenen en de penanten tussen de drie glas-in-loodramen zijn sierbanden van gestapelde rode tegels aangebracht. Voor de deur is een stoep gemetseld van rode genuanceerde waalsteen waarin een zwaar ijzeren rooster. Op de hoek van de zuid- en de westgevel bevindt zich een overhoeks uitgemetselde sokkel waarboven een gedeeltelijk in de muur aangebracht en in kalksteen gehouwen beeld van "S[in]t P[aulus]" staande achter zijn zwaard en met een hand onder zijn kin voor zich uit starend.
In de kopse gevel (N) van de westvleugel zijn zowel op de begane grond als de eerste verdieping drie zesruiters aangebracht. De kopse gevel (O) van de zuidvleugel heeft op de eerste verdieping twee zesruiters en op de begane grond van links naar rechts twee van deze vensters, een eikenhouten deur met glaspanelen en een derde zesruiter (in beide kopse gevels is op de eerste verdieping naderhand een branddeur aangebracht). Beide zijden van de genoemde uitbouw in de binnenhoek hebben een samengesteld vijftienruits venster (een negenruits vast raam tussen tweeruits draairamen waarboven een enkelruits valraam) gescheiden door een betonnen hoekpijler die een eveneens betonnen latei draagt. De vleugelgevels ter weerszijden hebben zowel in de eerste als tweede vensteras gerekend vanaf de uitbouw, op de eerste verdieping een vierruits vast venster, daaronder een, vanwege de achterliggende trappenhuizen ter hoogte van de verdiepingsvloer aangebrachte zesruiter, en op de begane grond, in de eerste vensteras een keldervenster (in de noordgevel dichtgezet; in de oostgevel voorzien van gaas) en in de tweede een eikenhouten deur voorzien van glaspanelen. Beide gevels tellen verder vijf vensterassen met zowel beneden als boven een zesruiter. Het balkon boven de uitbouw is toegankelijk via een deur als laatstgenoemd in de afgeschuine muur waarboven een tweeruits valraam. Ter weerszijden van deze deur zijn drie zesruiters aangebracht. Op de begane grond en de eerste verdieping is de oorspronkelijke indeling nog grotendeels intact. Beide vleugels hebben een brede middengang die voorbij het trappenhuis versmalt. De vloer van de brede middengangen bestaat uit gespikkelde tegels (zwarte en lichtgele spikkels op een wit fond) met langs de randen en in het midden eenvoudige patronen van rode en roodbruine tegels (in het midden ondermeer kruismotieven). Langs de wanden van de twee trappenhuizen loopt tot de eerste verdieping een lambrisering van crèmekleurige tegels met een bovenrand van zwarte tegels. De bordestrappen hebben treden van beigekleurig kalksteen en stootborden van rode tegels; op de bordessen ligt een tegelvloer als in de gang. De gepleisterde trapleuningen (op de begane grond aan de binnenzijde betegeld met crèmekleurige tegels) worden afgedekt door een eikenhouten plank waarop smeedijzeren staanders bevestigd zijn die een ronde eikenhouten handlijst dragen. De drie genoemde balkons op de eerste verdieping (twee voor, één achtter) hebben een vloer betegeld met witte en langs de randen rode tegels. In de meeste vertrekken op de begane grond en de eerste verdieping zijn moderne verlaagde plafonds aangebracht en wordt de vloer door vloerbedekking aan het oog onttrokken. Een groot deel van de oorspronkelijke deuren is bewaard gebleven. De kamertjes ter weerszijden van de smallere gangdelen op de eerste verdieping hebben (geverfde) houten deuren met een opgelegd paneel waarboven drie raampjes. Daarnaast komen ook eikenhouten deuren met glaspanelen voor. De zolderverdieping is verbouwd.
Waardering
Het ziekenpaviljoen 'Sint Paulus' is van algemeen belang wegens cultuur- en architectuurhistorische waarde als zorgvuldig ontworpen en gaaf bewaard gebleven onderdeel van het complex 'Sint Willibrordus'.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
COMPLEX 'Sint Willibrordus' bestaande uit een HOOFDGEBOUW (1), KAPEL (2), ZIEKENPAVILJOEN 'Sint Paulus'(3), ZIEKENPAVILJOEN 'Sint Cornelius'(4) twee DOKTERSWONINGEN (5,6), een DIRECTEURSWONING (7) en het VOORTERREIN (8). De bouw van de Sint Willibrordusstichting, thans Psychiatrisch Centrum Willibrord geheten, hing nauw samen met de wens van de broeders van de Onze Lieve Vrouw van Lourdes te Dongen om een eigen "gesticht voor Roomsch-Katholieke mannelyke krankzinnigen" op te richten. Nadat pogingen hiertoe in de provincie Utrecht op niets uitliepen, is in Noord-Holland gezocht naar een geschikt bouwterrein. Dit resulteerde in juli 1927 in de aankoop van het ruim 39 hectare grote voormalige landgoed Ypestein gelegen aan de oostzijde van de Kennemerstraatweg (het kasteel was reeds in 1749 voor afbraak verkocht). De bouw van de inrichting werd tussen 1928 en 1940 gefaseerd uitgevoerd naar ontwerp van het Haagse architectenbureau H.J.W. Thunnissen en J.H. Hendricks in een aan de Delftse school verwante traditionalistische vormgeving. Als hoofdopzet voor het complex werd gekozen voor het paviljoensysteem waarbij de patiënten naar ziektecategorie in een van de acht paviljoens werden ondergebracht. Aannemer van de verschillende gebouwen was P. Bot uit Heerhugowaard. Het toegepaste beeldhouwwerk werd grotendeels ontworpen en uitgevoerd door de Haagse beeldhouwer P. Biesiot. De Haarlemse glazenier K. Trautwein leverde de gebrandschilderde ramen in de kapel.
Zowel de hoofdopzet van het complex als de individuele gebouwen illustreren de opvattingen over de verpleging van psychiatrische patiënten in het interbellum. Voorop stond niet meer het isoleren en opsluiten, maar een op de terugkeer in de maatschappij gerichte heropvoeding in een geordende en rustige omgeving. Aan arbeid werd daarbij een belangrijke positieve rol toegekend. De grondlegger van deze heropvoedings- en arbeidstherapie was de Duitser dr. Simon die zijn ideeën verwezenlijkte in het Provinzialheilanstalt in Gütersloh, dat door de architect, de geneesheer-directeur en de broeder-overste in juni 1928 bezocht werd. In navolging hiervan zou arbeid ook in Heiloo een belangrijke rol krijgen. Naast huishoudelijke taken en werk in de tuinen, werden daartoe twee werkplaatsen gebouwd. In de paviljoens zelf werd gestreefd naar een huiselijke omgeving, ondermeer door "knusse erkerramen" (aldus de architect), het zo mogelijk vermijden van lange, saaie gangen door de zalen direct aan elkaar te laten grenzen, en door deze elk een eigen kleurstelling te geven. "In alles is getracht zoveel mogelijk voor de verpleegden de indruk, dat zij zich in een `gesticht' bevinden, te vermijden. De verblijven en zijn dan ook van gezellige zitjes voorzien en met planten en bloemen versierd". Ook werd bij de bouw van de verschillende paviljoens rekening gehouden met de specifieke eisen van de betreffende doelgroep. Zo is het paviljoen voor psychopaten "van stevige ramen en deuren voorzien en uiterst solide uitgevoerd, zowel met het oog op vernieling als op eventuele pogingen tot uitbraak".
Het ten zuiden van de kapel gelegen observatiepaviljoen "Sint Josef" is eind jaren tachtig vervangen door nieuwbouw. Het achter de kapel, evenwijdig aan het hoofdgebouw gelegen paviljoen "Sint Vincentius", bestemd voor onrustige patiënten, met haaks hierachter in de lengte-as van het terrein een werkplaats, en verder linksachter, eveneens in de lengterichting, het paviljoen "Sint Cornelius, bestemd voor epileptici worden in de tweede helft van 1999 gesloopt. Tot het complex behoorden tevens een groot aantal dienstgebouwen, waaronder een keuken met bakkerij, een machine- annex wasgebouw waarin ook het uit eigen bronnen opgepompte water werd gezuiverd, een boerderij, een broederhuis, een feestzaal en een door de patiënten gebouwd lijkenhuisje met sectiekamer. Voor zover nog aanwezig zijn deze gebouwen niet meer gaaf en vallen, evenals de latere nieuwbouw buiten de bescherming.
Beschrijving
Het merendeel van de paviljoens is in oorsprong symmetrisch rond de lengte-as van het nagenoeg rechthoekige terrein gesitueerd. Vanaf de Kennemerstraatweg bestaat het complex uit een monumentaal HOOFDGEBOUW voorzien van zijvleugels en een achterliggende binnenhof met KAPEL waarvan de beeldbepalende veertig meter hoge koepel letterlijk en symbolisch het middelpunt vormt van het complex. Het PAVILJOEN 'Sint Cornelius' ligt achter het hoofdgebouw ten NO van de centrale as. Buiten de rechthoekige hoofdvorm heeft het terrein rechtsvoor (ZW) een plaatselijke verbreding die benut werd voor de bouw van het PAVILJOEN 'Sint Paulus' voor psychopaten en drie dienstwoningen waaronder een DOKTERSWONING op de hoek van de Ypesteinerlaan en de Kennemerstraatweg, en de voormalige DIRECTEURSWONING ten noorden hiervan aan de Kennemerstraatweg. Een tweede DOKTERSWONING bevindt zich links van het hoofdgebouw. Onder de bescherming valt ook het tussen de Kennemerstraatweg en het hoofdgebouw gelegen VOORTERREIN bestaande uit een TUINAANLEG met bijbehorend TOEGANGSHEK.
Waardering
Complex 'Sint Willibrordus' bestaat uit een HOOFDGEBOUW (1), KAPEL (2), ZIEKENPAVILJOEN 'Sint Paulus' (3), ZIEKENPAVILJOEN 'Sint Cornelius' (4), twee DOKTERSWONINGEN (5,6) en een DIRECTEURSWONING (7) en een VOORTERREIN (8) bestaande uit een TUINAANLEG en een TOEGANGSHEK. Het complex 'Sint Willibrordusstichting' is van algemeen belang wegens cultuur en architectuurhistorische waarde als zorgvuldig ontworpen en deels gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een psychiatrische inrichting volgens het paviljoensysteem uit het interbellum.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Ziekenpaviljoen | Cultuur, gezondheid en wetenschap | Gezondheidszorg | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
De Kroft | 2 | – | 1851 VS | Heiloo | – | – | Ja |
De Kroft | 4 | – | 1851 VS | Heiloo | – | – | – |
De Kroft | 6 | – | 1851 VS | Heiloo | – | – | – |
De Kroft | 8 | – | 1851 VS | Heiloo | – | – | – |
De Kroft | 10 | – | 1851 VS | Heiloo | – | – | – |
De Kroft | 12 | – | 1851 VS | Heiloo | – | – | – |
De Kroft | 14 | – | 1851 VS | Heiloo | – | – | – |
De Kroft | 16 | – | 1851 VS | Heiloo | – | – | – |
De Kroft | 18 | – | 1851 VS | Heiloo | – | – | – |
Ypesteinerlaan | 18 | – | 1851 WG | Heiloo | – | – | – |
De Kroft | 20 | – | 1851 VS | Heiloo | – | – | – |
De Kroft | 22 | – | 1851 VS | Heiloo | – | – | – |
De Kroft | 24 | – | 1851 VS | Heiloo | – | – | – |
De Kroft | 26 | – | 1851 VS | Heiloo | – | – | – |
De Kroft | 28 | – | 1851 VS | Heiloo | – | – | – |
De Kroft | 30 | – | 1851 VS | Heiloo | – | – | – |
De Kroft | 32 | – | 1851 VS | Heiloo | – | – | – |
De Kroft | 34 | – | 1851 VS | Heiloo | – | – | – |
De Kroft | 36 | – | 1851 VS | Heiloo | – | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | D | 4641 | – | Heiloo |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1928 | 1929 | – | vervaardiging |