Inleiding

Aan de noordwestzijde van de Kennemerstraatweg gelegen houten PRE-FABWONING van het type blokhuis uit omstreeks 1920. Opdrachtgever was mr. C.J. de Lange te Alkmaar. Het in Zwitserse chaletstijl opgetrokken pand behoort tot een viertal blokhuizen ontworpen door de Duitse architect F. Abel en vervaardigd in de timmerfabriek van Christoph & Unmack te Niesky/Oberlausitz in Opper-Silezië. De andere drie zijn Kennemerstraatweg 7, Heerenweg 2 en het in 1944 gesloopte "Blockhove", eveneens aan de Kennemerstraatweg. Deze vier pre-fabwoningen werden in onderdelen per trein naar Heiloo vervoerd. "Met het transport naar Nederland kwamen Duitse monteurs mee. De bouw duurde drie à vier maanden. De timmerman-aannemer J. Rus uit Heiloo voerde de eigenlijke bouw uit". Afgezien van de moderne serre tegen de linkerzijgevel (ZW) verkeert het exterieur nog nagenoeg in de originele staat. Het interieur is op de begane grond niet meer oorspronkelijk.

Beschrijving

Op T-vormig grondplan opgetrokken onderkelderd blokhuis van twee bouwlagen onder haaks op elkaar staande ruim overstekende zadeldaken met een geringe dakhelling en een dekking van zwartgeglazuurde verbeterde Hollandse pannen. De eerste verdieping is lager dan de begane grond en heeft rondom een overstek van circa 0,45 m op geprofileerde balken. De houten gevels rusten op een ongeveer 0,95 m hoge voeting van rode machinale baksteen waalformaat in kruisverband met knipvoeg. Op deze voeting ligt een balk van 12 bij 12 cm en hierop de 15,5 brede en 7 cm dikke balken waaruit de zwartgeteerde buitenwanden zijn opgebouwd. De van messing en groef voorziene balken zijn op de hoeken over elkaar gekeept met halfhoutse verbindingen. Aan de uitstekende balkeinden is zowel op de begane grond als de eerste verdieping een profiel gegeven met boven- en onderaan kwartronden. De topgevels hebben boven de eerste verdieping een gering overstek waarboven vertikale gerabatte planken die onderaan halfrond en geperforeerd zijn. De windveren zijn voorzien van een vergelijkbare opliggende sierrand die aan de onderzijde afwisselend getand en geperforeerd is. Aan de windveren hangen ter hoogte van de zolderbalken plankjes met uitgestoken siermotieven in de vorm van een kruis en halve rondjes. Bovenin de topgevels zijn twee losse raampjes aangebracht. De als topgevel uitgevoerde voorgevel (ZO) telt in totaal vier vensters bestaande uit een stolpraam waarboven een tweeruits valraam: op de eerste verdieping twee geflankeerd door schuifblinden, en beneden twee gekoppelde vensters tussen brede dubbele schuifblinden. Onder de benedenvensters hangt een vermoedelijk uit de bouwtijd daterende houten bloembak met opengewerkte voorzijde (cirkelmotieven) op drie geprofileerde klampen. De schuifblinden van de voorgevel en de andere gevels hebben bovenin jaloezieën.

Tegen de rechterzijgevel (NO) is een ondiepe dwarsbouw opgetrokken (de poot van de "T") waarvan het evenwijdig aan de weg lopende zadeldak onderaan lager doorloopt dan het andere zadeldak. De kopse topgevel (NO) van de dwarsbouw heeft links en rechts een tweeruits keldervenster en daartussen een ondiepe uitgemetselde veranda met een borstwering van vertikale gerabatte planken tussen vijf uit gebolde segmenten opgebouwde stijlen die een afdak dragen in de vorm van een glooiend leigedekt (maasdekking) lessenaarsdak. De veranda is bereikbaar via een nieuwe uitwaaierende hardstenen trap linksvoor met in het verlengde daarvan de voordeur. Rechts van deze nieuwe paneeldeur zijn drie draairamen met bovenlicht en vouwblind aangebracht. In de voeting van de veranda zit rechts een deur met twee diagonaal beschoten panelen waarachter de trap naar de kelder. In het midden van de eerste verdieping bevindt zich een stolpraam met tweeruits bovenlicht en schuifblinden, en ter weerszijden een smal draairaam met bovenlicht en schuifblind. In de smalle zijgevels van de dwarsbouw zijn twee kleine draairamen aangebracht waarvoor diefijzers. De noordwestelijke zijgevel heeft onder het dakoverstek een identiek derde venster. Hierboven is in de hoek tussen beide zadeldaken een (vernieuwde) rechthoekige schoorsteen gemetseld van rode machinale waalsteen in halfsteens verband. De linkerzijgevel (ZW) telt in totaal acht vensters als in de voorgevel (een stolpraam waarboven een tweeruits valraam): ter weerszijden van de nieuwe erker twee gekoppelde vensters tussen brede schuifblinden en daaronder een bloembak als voor, en links- en rechtsboven een paar enkele tussen drie schuifblinden. In het midden van de eerste verdieping zit een nieuwe balkondeur tussen twee vensters met bovenlicht. Hierboven bevindt zich een kleine topgevel (als de andere maar zonder twee raampjes) waarboven een overstekend zadeldak haaks op het zijschild. De windveren zijn op dezelfde wijze uitgevoerd als boven de andere gevels. De achtergevel (NW) heeft twee tweeruits keldervensters en zes gekoppelde ramen met bovenlichten geflankeerd door brede schuifblinden. Onder dit samengestelde venster is een bloembak aangebracht als voor. In het midden van de eerste verdieping bevindt zich een breed balkon op geprofileerde balken. Het uit planken samengestelde balkonhek is voorzien van vertikale gleuven afgewisseld met rond- en kruismotieven. Op de met zink afgedekte balkonvloer liggen houten vlonders. Het balkon is toegankelijk via een dubbele paneeldeur met bovenin jaloezieën (waarachter een nieuwe binnendeur met bovenlicht). De indeling op de eerste verdieping is in tegenstelling tot die van de begane grond nog vrij oorspronkelijk. Vanuit de ruime overloop geven paneeldeuren toegang tot de omringende slaapvertrekken waarin vaste kasten voorzien van dubbele paneeldeuren. De oorspronkelijke vloeren, wanden en plafonds zijn niet zichtbaar. De lage vliering boven de eerste verdieping heeft een beschoten kap rustend op vierkante daksporen. De nokbalk onder het langsdak wordt gedragen door vijf standvinken, die onder het dwarsdak door een standvink bij de noordoostgevel en een stijl. De van buiten af toegankelijke kelder heeft een betonnen vloer en gepleisterde wanden.

Waardering

Houten pre-fabwoning van het type blokhuis gelegen aan de Kennemerstraatweg 41 is van algemeen belang wegens cultuur- en architectuurhistorische waarde als gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een als pre-fabwoning aangeleverd blokhuis uit het eerste kwart van de twintigste eeuw. Het woonhuis heeft ensemblewaarde als onderdeel van een reeks als pre-fabwoningen geleverde blokhuizen aan de noord- en zuidzijde van de Heilooër Bossen.