Inleiding

(Voormalige) BURGEMEESTERSWONING "Duinwijk" uit 1823 gebouwd in opdracht van de schout en latere burgemeester Johannis Peeck. De dakkapel middenvoor dateert blijkens een gevonden plankje uit 1904. Vermoedelijk is in dat jaar het gehele dak vernieuwd en tevens het op vier zuilen rustende balkon aangebracht. Het interieur bevat op de begane grond nog enkele oorspronkelijke onderdelen in Empire-trant. Het gebouw doet thans dienst als pension met achtergelegen jeugdherberg en is gelegen op een ruim perceel aan de noordzijde van de Binnenweg. N.B. De latere aanbouwen tegen de linkerzij- en achtergevel maken geen deel uit van de bescherming.

Omschrijving

Op rechthoekig grondplan opgetrokken woonhuis van één bouwlaag onder een met bruingeglazuurde kruispannen gedekt schilddak met de noklijn nagenoeg evenwijdig aan de weg. De buitenmuren zijn gemetseld in rode handvormsteen (formaat 15-18 x 3,5 cm) in kruisverband met snijvoeg en voorzien van een dito plint. De voorgevel, de rechterzijgevel en de linker helft van de achtergevel worden bovenaan afgesloten door een hoofdgestel. Op de nokeinden van het dak staan twee hoekschoorstenen van rode baksteen met een zinken kap in de vorm van een ingezwenkt tentdak bekroond door een bol. Zowel de voor- als achtergevel heeft in het midden een gemetselde dakkapel van rode machinale baksteen IJsselformaat (kruisverband, snijvoeg) met een overstekend zadeldak waarop bruingeglazuurde kruispannen. De voorgevel (Z) telt vijf vensterassen met in de buitenste grote T-vensters met spiegelbeklampte luiken en een middenrisaliet van geringe diepte waarin drie paar onregelmatig geplaatste dubbele terrasdeuren met bovenlicht. Elke deurhelft is voorzien van twee ramen boven elkaar waarvan het onderste uitgevoerd als schuifraam. Voor de middenrisaliet ligt een terras dat is gemetseld in rode handvormsteen afgewisseld met gele verblendsteen langs de randen. Het houten balkon erboven rust op, oorspronkelijk vier, houten dorische zuilen waarvan de schachten voorzien zijn van entasis. Rond het balkon zet het hoofdgestel zich voort. Het balkon is toegankelijk via een dubbele balkondeur met bovenlicht geflankeerd door schuifvensters met betonnen lekdorpel. Aan het dakoverstek van de dakkapel een hangstijl met vertikaal latwerk en een bewerkte makelaar.

In de rechterzijgevel (O) bevindt zich links een T-venster en rechts een paneeldeur met bovenlicht die via hardstenen stoep van twee treden te bereiken is. De paneeldeur bevat twee smalle ramen en een decoratief gietijzeren hekwerk. De linkerzijgevel (W) wordt evenals de rechter helft van de achtergevel door latere aanbouwen grotendeels aan het oog onttrokken.

In de achtergevel (N) een smal twaalfruits schuifvenster en een door smalle zijlichten geflankeerde paneeldeur met bovenlicht en sierijzerwerk. Voor de deur ligt een hardstenen stoep waarin een ijzeren rooster. Ter hoogte van de verdiepingsvloer is de achtergevel voorzien van schootankers. De windveren van de dakkapel middenachter worden bekroond door een makelaar. Het interieur verkeert nog gedeeltelijk in de oorspronkelijke staat uit de bouwtijd en bevat onder meer in de werkkamer rechtsvoor een halfronde kachelnis omlijst door gecanneleerde pilasters die een dito rondboog dragen waarin een sluitsteen met kelkmotief en waarboven een festoen dat in het midden opgehangen is aan een strik, in de tussenkamer een stucplafond met florale midden- en hoekornamenten en een schouw voorzien van een zwartmarmeren mantel met accenten van geel/lila/paars gevlekt marmer en een eclectische bovenboezem met onder andere een driepasboog op hoekpilasters, en in de voormalige biljartkamer een balkenplafond en een traditionele schouw waarvan de bovenboezem rust op twee gecanneleerde wandpilasters. De bovenboezem heeft afgeschuinde hoeken, een schouwbalk met ruitmotieven en bovenaan een kroonlijst met tandlijst. Voor de terrasdeuren in de laatste twee kamers bevinden zich kamerhoge vouwblinden. De drie genoemde kamers vormen tesamen een enfilade waarvan de deuren oorspronkelijk in één lijn lagen. De meeste paneeldeuren op de begane grond hebben in de onderste helft een rond paneel. In de noordwand van de vestibule rechtsachter is rechts de eerste steen ingemetseld en links als pendant een tegeltableau waarop de omgeving staat afgebeeld voor de bouw van Duinwijk. De door het zoontje van de opdrachtgever gelegde eerste steen draagt de volgende tekst: "JOHANNES CORNELIS PEECK,/ GEBOREN 18 APRIL 1822/ HEEFT DEN EERSTEN STEEN/ AAN DIT GEBOUW GELEGD,/ 30 JUNY 1823." Evenwijdig aan de langs de achtergevel gesitueerde gang bevindt zich een houten steektrap met onder- en bovenaan een kwart. De zolder heeft een met smalle delen beschoten gordingenkap.

Waardering

De voormalige burgemeesterswoning is van algemeen belang wegens cultuur- en architectuurhistorische waarde als merendeels gaaf bewaard gebleven woonhuis uit het eerste kwart van de negentiende eeuw, opgetrokken in ambachtelijk-traditionele trant met Empire-interieurelementen.