Westzijde 168, Zaandam

Inleiding

Tussen Westzijde en Zaan gesitueerde LEVENSMIDDELENFABRIEK, deel uitmakend van het fabriekscomplex "Verkade" en gefaseerd tot stand gekomen tussen 1885 en 1937, met naoorlogse uitbreiding (1968) van de in 1936 gebouwde chocoladefabriek.

Het oudste deel van de fabriek, de voormalige stoom brood- en beschuitfabriek "De Ruyter" (1886), heeft een voorgevel in de stijl van de neorenaissance, de overige gevels zijn vormgegeven in overgangsarchitectuur. De chocoladefabriek (1936) is uitgevoerd in zakelijke trant.

Omschrijving

Levensmiddelenfabriek waarvan de gevelwand langs de Westzijde wordt gevormd door een aaneenschakeling van de tussen 1885 en 1969 gerealiseerde fabrieks- gebouwen. Deze langgerekte bakstenen gevelwand heeft verspringende hoogten. Voorsprongen markeren het gebogen verloop van de straat.

Ongeveer halverwege staat de circa 17 meter brede gevel van de oorspronkelijk vrijstaande brood-en beschuitfabriek De Ruyter (1886). Dit onderdeel heeft twee bouwlagen en een zolderverdieping onder flauwhellend zinken schilddak. De symmetrische lijstgevel heeft zes vensterassen en een middenrisaliet met Vlaamse gevel. Aan weerskanten van de middenrisaliet is een dubbele deur met bovenlicht, ernaast een smal zesruits schuifvenster, en in het risaliet twee negenruits schuifvensters; op de verdieping aan weerszijden een gekoppeld vensterpaar (twee zesruiters) en in het middenrisaliet twee negenruiters. Alle gevelopeningen hebben getoogde ontlastingsbogen, met uitzondering van het rechtgesloten venster in de Vlaamse gevel. De gevel heeft in de loop der jaren twee wijzigingen ondergaan: de dubbele deur aan de rechterkant is gekomen in plaats van een breed venster ter verlichting van een kantoorruimte (en in een latere fase winkelruimte), terwijl het ernaast geplaatste smalle venster een enkele deur vervangt. Het baksteenwerk (in kruisverband, geknipt gevoegd) wordt verlevendigd door een waterlijst op de verdieping, banden ter hoogte van de dorpels, stucwerk met cartoucheversiering in de boogvelden (boven de deuren het opschrift 'BAKKERIJ' en 'DE RUYTER'), diamantkop aanzet- en boogstenen, met koppen versierde sluitstenen, en meerkleurig metselmozaïek onder de benedenvensters; voorts hardstenen plint en lekdorpels, smeedijzeren sierankers. De gevel heeft een gepleisterd fries en een kroonlijst (bakgoot; bij het risaliet rustend op met koppen versierde consoles), doorbroken bij de Vlaamse gevel, die is gevat tussen voluutvormige schouderstukken en wordt bekroond met fronton en smeedijzeren sierstuk. Aan de Zaankant herinnert een (gewijzigde) pakhuisgevel, ter hoogte van de inham naast de watertoren, aan de oorspronkelijke achtergevel. Inwendig heeft de fabriek "De Ruyter" een ijzeren skelet met op hardstenen voeten geplaatste vierkante en ronde kolommen van gietijzer waarop H-profielen rusten .

De gevel van het expeditie- annex kantoorgebouw (1895) springt rechts (Z) van "De Ruyter" naar voren. Dit oorspronkelijk tweelaags pand met zolderver- dieping werd in 1912 met twee bouwlagen verhoogd, wat afleesbaar is aan het kleurverschil in het metselwerk. Beganegronds heeft dit gebouw grote negen- ruits schuifvensters en op de verdiepingen kleinere (schuif)vensters, meren- deels met vier- of tweeruits bovenlicht. De ontlastingsbogen hebben helderrode baksteen. Deze bogen, met meerkleurig metselmozaïek in het boogveld, hebben een hardstenen deklijst met dito aanzet- en sluitstenen. Hardsteen is ook toegepast bij de plint (met borstwering in grijze baksteen), voor hoekblokken, schampstenen, waterslag en lekdorpels. Hardsteen accentueert ook de ingangstravee. Een bloktandomlijsting omvat de dubbele inrijdeur met halfrond bovenlicht en rondbogige zijlichten. Aan weerszijden van de met een krakeling versierde sluitsteen boven deze toegang is het bouwjaar gebeiteld. Boven deze toegang bevindt zich op de verdieping een (gewijzigde) laaddeur met zij- en bovenlichten (melkmeid) onder hardstenen lateien. Het accent op deze travee wordt bij de opbouw uit 1912 voortgezet met een wit gepleisterd veld (waarin jaartalsteen), afgebiesd met helderrode steen, en een dito boogveld onder een helderrode ontlastingsboog. De vensters op de verdieping hebben in 1912 ijzeren lateien gekregen. De gevel heeft een bakgoot op klossen.

Rechts (Z) naast voornoemd gebouw staat een vooruitspringend gebouw (1912) met een afgesnuite linkerhoek, die boven de goot overgaat in een achtzijdige toren onder dito zinken tentdak. Het gebouw telt vijf bouwlagen onder plat dak. Aan de voorzijde is de vijfde bouwlaag onder met rode pannen gedekt dakschild met dakkapel gebracht. De rechter zijgevel - die aansluit aan een latere uitbreiding - heeft een getrapte beëindiging. Het gebouw heeft ijzeren meerruits vensters onder ijzeren lateien. De detaillering komt overeen met het voorgaande: helderrode baksteen bij de ontlastingsbogen, de omlijsting van wit gepleisterde velden tussen de vensters van eerste en tweede verdieping, en de lekdorpels aldaar; hardsteen bij hoekblokken, aanzetstenen, de waterslag boven het trasraam, en lekdorpels bij de benedenvensters.

Rechts (Z) sluit de chocoladefabriek (1936) aan. Deze vormt een rechthoekig bouwblok met betonskelet in zakelijke baksteenarchitectuur, bestaande uit vier bouwlagen onder plat dak met overstek. De chocoladefabriek heeft aan de Zaanzijde vier, aan de Westzijde zes en aan de zuidzijde tien gekoppelde vensterassen, alle voorzien van meerdelige stalen vensters.

Links (N) van gebouw "De Ruyter" staat een tweeledige gebouw uit 1903 oorspronkelijk bestemd als bakkerij en expeditiegebouw. Het bakkerijgedeelte heeft een flauwhellende tuitgevel, terwijl de gevel van het links ernaast gelegen expeditiegebouw recht is gesloten. De bakkerij is een langgerekt gebouw dat zich uitstrekt tot aan de Zaan (zie onder bij Zaanzijde). Het telt twee bouwlagen en een zolderverdieping onder een met rode pannen gedekt, flauwhellend zadeldak met de nokrichting haaks op de weg. De voorgevel telt vier vensterassen, is geleed door lisenen en eindigt in een tuitgevel met verzwaarde hoeken en hardstenen deklijsten en -stukken. Beide bouwlagen hebben licht getoogde vierruits schuifvensters met hardstenen lekdorpels. De vier benedenvensters zijn gepaard onder twee segmentbogen in helderrode baksteen met hardstenen deklijst en sluitsteen met Verkade-monogram. Tussen beide bogen bevindt zich een natuurstenen gedenkplaat met ruitervoorstelling, het opschrift 'De Ruyter', een krakeling-wapen, en jaartalsteen '3 MEI 1886-1906'. De zolderverdieping heeft een centrale dubbele laaddeur, opgenomen in een klimmende reeks smalle, kleine vensters. Het metselwerk wordt verlevendigd door de toepassing van grijze baksteen (plint en voetstuk van de hoeklisenen), helderrode baksteen (segmentbogen en tandlijst onder de zoldervensters) en gele baksteen (kleine ruiten ter hoogte van de zoldervloer).

Van het in 1903 gebouwde expeditiegebouw links (N) van het gebouw met tuitgevel resteert een deel van de voorgevel. Oorspronkelijk telde dit gebouw drie bouwlagen onder plat dak. In 1931 werd het met een verdieping verlaagd en werd de gevel opgenomen in die van de nieuwe - erachter en links ernaast gelegen - tweelaags koekfabriek onder sheddak. De oude en nieuwe gevel verkregen eenheid doordat de daklijst op dezelfde wijze werd vormgegeven in een rand van uitkragend siermetselwerk met bloktanding en rollagen én doordat de gevel uit 1931 elementen bevat van de gevel uit 1903 (o.m. venstervorm, detaillering in hardsteen en in helderrode en grijze steen als voornoemd; deels wellicht hergebruikt materiaal uit de oude zijgevel). Aldus is het volgende beeld verkregen: een verhoogde middenpartij (geleed door lisenen en geaccentueerd door hoger opgaande en uitkragende blokvormige hoekbeëindigingen), met beganegronds twee brede (vouw)deuren, en op de verdieping een viertal segmentbogige vensters; rechts van deze middenpartij de even brede gevel uit 1903 met een dubbele deur met segmentbogig bovenlicht en twee segmentbogige vierruiters als voornoemd, en op de verdieping twee segmentbogige vensters met rechtgesloten zijlichten; links van de middenpartij een smalle hoekpartij, waarin een enkele deur en een vierruits segmentbogig venster en op de verdieping een gewijzigd venster (oorspronkelijk een identiek venster als in het geveldeel uit 1903) waardoor later een leidingbrug naar het fabriekscomplex aan de overzijde van de Westzijde is gevoerd. De detaillering van de gevel is als voornoemd (helderrode segmentbogen en dagkanten van de deur, donkergrijze plint, hardstenen lekdorpels, schampstenen, aanzet- en sluitstenen). Boven de brede expeditiedeuren is een groot tegeltableau bestaande uit een groen omkaderd, geel veld waarop in groen het opschrift 'VERKADE'. Zij- en achtergevel van de koekfabriek zijn sober uitgevoerd.

Aan de Zaanzijde staan van noord naar zuid: de eerder genoemde bakkerij uit 1903 onder flauwhellend zadeldak, de teruggelegen achtergevel van het eerder genoemde gebouw "De Ruyter" (1885), de eerder genoemde watertoren tegen de noordoostelijke hoek van het onder flauwhellend zadeldak geplaatste fabrieksgebouw (1904), een drielaags fabrieksgebouw uit 1911, en de in 1936 gebouwde en in 1968 vergrote chocoladefabriek die eerder is beschreven. De bakkerij heeft twee bouwlagen onder een flauwhellend zadeldak met de nok haaks op de Zaan, met aan de zijgevels en achtergevel een overstek, waarbij aan de Zaangevel onder de windveren een klein houten topschot is aangebracht. Deze gevel is symmetrisch ingedeeld en wordt geleed door lisenen. Beganegronds is een inpandige galerij, naar de Zaan geopend met een vierledige arcade en aan de zijgevels met een enkele boog. De verdieping heeft een reeks zesruits vensters (deels dichtgemetseld). Ter hoogte van de zolderverdieping is in het midden de dichtgemetselde opening van een verdwenen windhuis, aan weerszijden geflankeerd door een klimmende reeks smalle vensters tussen afhangende lisenen.

Links van de bakkerij bevindt zich een inham in het Zaanfront; in de achtergevel (ca 1904) aldaar is de (gewijzigde) pakhuisgevel van gebouw "De Ruyter" uit 1896 opgenomen.

Links van de inham staat het genoemde fabrieksgebouw uit 1904. Het is een tweelaags pand met zolderverdieping onder een flauwhellend, met rode pannen gedekt zadeldak, met noklantaarn en de nok haaks op de Zaan. Ook hier een overstek, waarbij onder de windveren een klein houten topschot is aangebracht. De gevel wordt geleed door lisenen en is symmetrisch ingedeeld met - in de eerste en tweede laag - een reeks rechthoekige vensters onder ijzeren lateien, en met - ter hoogte van de kapverdieping - in het midden een rondboog-triplet, met aan weerszijden een klimmende reeks smalle, staande lichtspleten in spaarvelden tussen afhangende lisenen van een klimmend dakfries.

Tegen de noordoosthoek van dit gebouw - naast de inham - staat de rechthoekige watertoren van vijf bouwlagen onder steil, met rode kruispannen gedekt schilddak waarvan de korte nok haaks op de Zaan staat en wordt bekroond met een smeedijzeren sierhek met windwijzer in de vorm van een ruiter. Elk der vier dakschilden heeft een kleine dakkapel onder steekkap met rode leipannen en piron. Het vlakke muurwerk van de toren wordt geleed door hoeklisenen die aan de onderzijde hun aanzet vinden in zware, gebosseerde blokken natuursteen en die ter hoogte van de uitgemetselde zolderverdieping overgaan in ronde arkel-achtige hoekbekroningen. Het voorvlak heeft laaddeuren. Beganegronds een laaddeur met neerwaarts gebogen hardstenen onderdorpel (oorspronkelijk stonden de gebouwen direct aan de Zaan), in de derde bouwlaag een deur die samen met zijlichten en de bovenlichten van de eronder gelegen laag in een grote rondboog is gevat, en in de vierde laag een laaddeur met halfrond bovenlicht. Hierboven een oculus waarboven oorspronkelijk de hijsbalk uitstak. De vijfde bouwlaag heeft in elk gevelvlak - als voornoemd - een reeks smalle, staande lichtspleten tussen afhangende lisenen. Op de uitgemetselde muurwerk van de kapverdieping staat respectievelijk aan zuid-, oost-, en noordzijde in grote letters: 'BESCHUIT/VERKADE/KOEKFABRIEK'. De toren bevat een waterreservoir ten behoeve van de sprinklerinstallatie.

Het drielaags gebouw uit 1911 heeft een plat dak en een symmetrisch ingedeelde gevel met in elke bouwlaag aan weerszijden van een centrale laaddeur drie vensters onder ijzeren latei. Net als voornoemde gevels aan de Zaankant is het baksteenwerk sober versierd met contrasterende helderrode baksteen (o.m. rondkop-lekdorpels, dagkanten).

Waardering

Tussen Westzijde en Zaan gesitueerde levensmiddelenfabriek "Verkade", gebouwd in diverse bouwstijlen in de periode 1886-1968, van algemeen belang wegens cultuur- en architectuurhistorische waarde als historisch-functioneel hoofdonderdeel van het gelijknamige fabriekscomplex en als één van de meest complete en zowel in hoofdvorm als in detaillering gaafst bewaard gebleven voorbeelden van een in fasen tot stand gekomen fabriekscomplex voor levensmiddelen in Nederland. De fabriek - met silhouet-bepalende watertoren - heeft situationele waarde door de ligging als historisch industrie-ensemble aan de Zaan.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
518046
Complexnaam
Fabriekscomplex Verkade
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Inleiding

Fabriekscomplex "Verkade" bestaande uit drie complexonderdelen: de vanaf 1886 gefaseerd tot stand gekomen LEVENSMIDDELENFABRIEK gelegen tussen Westzijde en Zaan, de aan de westkant van de Westzijde gesitueerde BESCHUITFABRIEK uit 1927, en de ten noordwesten hiervan gelegen BISCUITFABRIEK waarvan de bescherming zich beperkt tot de beeldbepalende watertoren uit 1930 en het aangrenzende tweelaagse hoekgebouw uit datzelfde jaar.

Het oudste gebouw van het complex is de voormalige stoom brood- en beschuitfabriek "De Ruyter" uit 1886 naar ontwerp van de Haarlemse architect P. Kleiweg Dyserinck. De genoemde fabriek heeft een 17 meter breed front met representatief aanzien. Aan weerszijden van dit gebouw en ten westen van de Westzijde heeft zich in de loop der decennia het omvangrijke fabriekscomplex van Verkade ontwikkeld. In 1887 en 1890 vonden aanbouwen plaats aan het bakkerijgedeelte. In 1895 kwam ten zuiden van De Ruyter de eerste uitbreiding aan de straatzijde: een expeditiegebouw met kantoor en op de verdieping een poetslokaal voor beschuitbussen. Dit gebouw was het eerste van een reeks fabrieksuitbreidingen (1903, 1904 en 1912) naar ontwerp van de architecten H.G. Jansen en L. Molenaar.

In 1903 verrees noordelijk naast De Ruyter, het haaks op de Zaan gerichte gebouw met arcade en flauwhellend zadeldak. Aan de Westzijde had dit gebouw een drielaags uitbouw onder plat dak. De galerij lag oorspronkelijk direct aan het water in verband met aan- en afvoer via schepen. Dit gebouw had aan de Westzijde een expeditieruimte, en daarachter een grote bakkerij met ketel- en machinehuis ten behoeve waarvan aan de Zaan een hoge schoorsteen werd gebouwd.

De volgende grote uitbreiding (1904) omvatte de markante watertoren (met sprinkler-reservoir) aan de Zaan, met ernaast het grote fabrieksgebouw, dat - met zijn eveneens flauwhellende zadeldak - de pendant vormt van het gebouw uit 1903. Ook deze fabriek en toren grensden direct aan de Zaan, evenals de volgende uitbreiding van de bakkerij in 1912: het aan de zuidkant ernaast gelegen drielaags gebouw met pakhuisgevel onder plat dak.

Nadat Verkade in 1910 was begonnen met de fabricage van biscuits, volgde in 1912 de vergroting van het aan de Westzijde gelegen expeditiegebouw uit 1895: dit gebouw werd met twee verdiepingen verhoogd en aan de noordzijde vergroot met een vijflaags pand met hoektoren. In 1936 werd ten noorden van dit pand de door J.A. Snellebrand en A. Eibink in zakelijke trant ontworpen en in 1968 door J. Brouwer vergrote chocoladefabriek gebouwd.

In 1916 werd ten westen van de Westzijde, grenzend aan de Vaart een biscuitfabriek naar ontwerp van L. Molenaar gebouwd. Deze fabriek werd diverse malen uitgebreid, onder meer in 1930 met een bouwblok met watertoren naar ontwerp van P. Molenaar, die eerder (in 1927) de meer naar de Westzijde gelegen beschuitfabriek had ontworpen. In 1931 bouwde P. Molenaar tegen de noordzijde van de fabriek uit 1903 een nieuwe tweelaagse koekfabriek. Hierbij werd de noordelijke beuk van de fabriek uit 1903 met een verdieping verlaagd, en samen met de nieuwe koekfabriek gebracht onder een sheddak. De bouwgeschiedenis van dit in fasen tot stand gekomen fabriekscomplex is duidelijk afleesbaar gebleven.

Waardering

Het aan weerszijden van de Westzijde gelegen fabriekscomplex "Verkade", bestaande uit een levensmiddelenfabriek, een beschuitfabriek en een biscuitfabriek (gedeeltelijk), is van algemeen belang wegens cultuur- en architectuurhistorische waarde als één van de meest zorgvuldig ontworpen en zowel in hoofdvorm als in detaillering gaafst bewaard gebleven voorbeelden van een in fasen tot stand gekomen fabriekscomplex voor levensmiddelen in Nederland.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Levensmiddelenfabriek Boerderijen, molens en bedrijven Industrie oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Westzijde 168 1506 EK Zaandam Ja
Westzijde 168 c 1506 EK Zaandam
Westzijde 170 b 1506 EK Zaandam
Westzijde 170 a 1506 EK Zaandam
Westzijde 170 C 1506 EK Zaandam
Westzijde 172 c 1506 EK Zaandam
Westzijde 172 A 1506 EK Zaandam
Westzijde 172 B 1506 EK Zaandam
Westzijde 172 d 1506 EK Zaandam
Westzijde 172 e 1506 EK Zaandam
Westzijde 174 H 1506 EK Zaandam
Westzijde 174 E 1506 EK Zaandam
Westzijde 174 F 1506 EK Zaandam
Westzijde 174 b 1506 EK Zaandam
Westzijde 174 G 1506 EK Zaandam
Westzijde 174 A 1506 EK Zaandam
Westzijde 174 C 1506 EK Zaandam
Westzijde 174 D 1506 EK Zaandam
Westzijde 174 K 1506 EK Zaandam
Westzijde 174 L 1506 EK Zaandam
Westzijde 176 b 1506 EK Zaandam
Westzijde 178 F 1506 EK Zaandam
Westzijde 178 G 1506 EK Zaandam
Westzijde 178 1506 EK Zaandam
Westzijde 178 C 1506 EK Zaandam
Westzijde 178 D 1506 EK Zaandam
Westzijde 178 K 1506 EK Zaandam
Westzijde 178 L 1506 EK Zaandam
Westzijde 178 B 1506 EK Zaandam
Westzijde 178 M 1506 EK Zaandam
Westzijde 178 H 1506 EK Zaandam
Westzijde 178 N 1506 EK Zaandam
Westzijde 178 E 1506 EK Zaandam
Westzijde 178 P 1506 EK Zaandam
Westzijde 178 a 1506 EK Zaandam
Westzijde 178 R 1506 EK Zaandam
Westzijde 180 c 1506 EK Zaandam
Westzijde 180 h 1506 EK Zaandam
Westzijde 180 e 1506 EK Zaandam
Westzijde 180 f 1506 EK Zaandam
Westzijde 180 G 1506 EK Zaandam
Westzijde 182 1506 EK Zaandam
Westzijde 184 1506 EK Zaandam
Westzijde 186 a 1506 EK Zaandam
Westzijde 186 1506 EK Zaandam
Westzijde 186 b 1506 EK Zaandam
Westzijde 188 b 1506 EK Zaandam
Westzijde 188 1506 EK Zaandam
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
H 6414 Zaandam
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1886 1886 vervaardiging
1887 1887 verbouwing
1890 1890 verbouwing
1895 1895 verbouwing
1897 1897 verbouwing
1898 1898 verbouwing
1900 1900 verbouwing
1903 1903 verbouwing
1904 1904 verbouwing
1912 1912 verbouwing
1931 1931 verbouwing
1932 1932 verbouwing
1936 1936 verbouwing
Ambachten
Name Beroep Notitie
Kleiweg Dijserinck, P. ; Noord-Holland architect / bouwkundige / constructeur
Molenaar, L. ; Noord-Holland architect / bouwkundige / constructeur
Jansen, H.G. ; Noord-Holland architect / bouwkundige / constructeur
Molenaar, P. ; Noord-Holland architect / bouwkundige / constructeur
Snellebrand, J.A. ; Noord-Holland architect / bouwkundige / constructeur
Eibink, A. ; Noord-Holland architect / bouwkundige / constructeur
Naar boven