Murmellius Gymnasium, Alkmaar

Omschrijving

L-vormig SCHOOLGEBOUW van twee bouwlagen bestaande uit een lange vleugel langs de Westerweg en een kortere vleugel aan het Bergerhout, die in een schuine hoek overgaat in de derde lage en korte vleugel waarin de aula is ondergebracht. De zadeldaken van de drie bouwvolumes zijn gedekt met zwartgeglazuurde verbeterde Hollandse pannen. Het buitenmuurwerk is opgetrokken in geelroze baksteen Waalformaat in Vlaams verband met verdiepte voeg. Boven de gevels loopt een bakgoot op brede klossen. Deze is, tenzij anders vermeld, van hout. De ramen zijn uitgevoerd in staal. De hoofdingang bevindt zich links in de rechter hoekrisaliet van de voorgevel (NW) van de Bergerhoutvleugel. De terugliggende dubbele deur is uitgevoerd in eikenhout en heeft ter weerszijden van het midden in beide deurvleugels vier raampjes boven elkaar waaromheen een indeling in grote vakken. Rechts van de deur telt de risaliet drie negenruits vensters. Rond de deur en onder de vensters is rood gebouchardeerd graniet aangebracht, met daarin rechts naast de deur, door het graniet plaatselijk te polijsten, een eerste steen (gedateerd 12 juli 1939). Het trapbordes voor de risaliet is eveneens uitgevoerd in rood gebouchardeerd graniet. Naast het trapbordes is links een ruime bloembak gemetseld. Boven de hoofdingang bevindt zich een brede betonnen luifel die zich om de hoek voortzet. Op de eerste verdieping zijn drie hoge raampartijen aangebracht, alle omlijst door kalksteen en voorzien van een klein balkon met een korfboogvormig grondvlak en een naar boven toe uitwaaierend spijlenhek. De risaliet wordt afgesloten door een bakgoot van kalksteen. Links naast de hoekrisaliet bevindt zich de licht risalerende ingebouwde toren. Deze op rechthoekig grondplan opgetrokken toren steekt hoog boven het dak uit en en heeft bovenin een omgaande vensterpartij waarboven een kopergedekt flauwhellend tentdak met ruim overstek en een bekroning in de vorm van een taps toelopende naaldspits. Deze is eveneens bekleed met koperen platen en onderaan voorzien van vier galmborden. Onder de op een met kalksteen afgedekte borstwering rustende vensterpartij is tegen alle vier zijden van de toren een wijzerplaat bevestigd. De toren heeft op de parterre en de eerste verdieping een zesruits venster. Hogerop zijn rondom enkele smalle vensters aangebracht. Een tweede vertikaal accent in de voorgevel van de Bergerhoutvleugel wordt gevormd door het risalerende trappenhuis links. Dit enkele meters boven de dakvoet uitstekende bouwdeel heeft een flauwhellend kopergedekt schilddak dat aansluit tegen het hoofddak. Onder het ruime overstek van het door een koperen bol bekroonde schilddak bevindt zich een lage vensterpartij die zich voortzet tot om de twee hoeken. Vanaf deze raampartij tot onder aan toe is in het midden van het trappenhuis een smalle vertikale raampartij aangebracht. Het gevelvlak tussen het trappenhuis en de toren telt zowel op de begane grond als de eerste verdieping drie series van vijf vensters. Elk venster is samengesteld uit een negenruits raam (waarin een drieruits bovenlicht dat op de parterre uitgevoerd is als uitzetraam, op de verdieping als valraam), waaronder een smaller stolpraam. Tussen de stolpramen zijn geprofileerde kalkstenen penanten aangebracht, en boven en onder deze ramen eveneens in kalksteen uitgevoerde doorgaande lek- en tussendorpels. In de voorgevel (O) van de terugwijkende aula-vleugel zijn vijf grote raampartijen aangebracht voorzien van een roedenverdeling en diverse soorten en kleuren glas. Links van deze door kalksteen omlijste vensters bevindt zich een rond tuimelraam, rechts de ingang van de aula. Deze is op vergelijkbare wijze vormgegeven als de hoofdingang met een identieke terugliggende deur en ter weerszijden rood graniet. Links en rechts van het eveneens in rood graniet uitgevoerde trapbordes bevindt zich een smalle gemetselde bloembak. De betonnen luifel boven de deur zet zich met een knik voort tot aan het genoemde trappenhuis. Onder de luifel zijn rechts van de deur twee liggende drieruits valramen aangebracht. Boven de ingang van de aula is ter hoogte van de eerste verdieping een kalkstenen reliëf ingemetseld. Deze door de Bergense beeldhouwer Tjipke Visser vervaardigde gevelsteen toont een zittende geleerde uit de klassieke oudheid die een tekst overhandigt aan een jongen en een meisje uit de 20ste eeuw. Hiermee wordt "de overdracht van de klassieke cultuur op de hedendaagse jeugd" gesymboliseerd. In de kopse zuidgevel van de aula bevindt zich ter weerszijden van het achterliggende toneel een smal hoog venster. Zowel links- als rechtsonder (onder het toneel) zijn een vierruits en een tweeruits venster aangebracht. Bovenin de topgevel bevinden zich twee ronde nissen. De kopse rechterzijgevel (NW) van de Bergerhoutvleugel heeft rechts een brede risaliet met topgevel waarin een groot gebrandschilderd raam (van de hal) dat zich over twee bouwlagen uitstrekt. Op dit door kalksteen omlijste venster rust een halfronde kalkstenen gevelsteen van de Bergense beeldhouwster Marijcke Visser. Het toont in reliëf een zon omgeven door wolken en symboliseert daarmee: "Het licht der wetenschap verdrijft de donkere wolken der onwetendheid". De bakgoten boven de zijmuren van deze risaliet zijn uitgevoerd in kalksteen. Links in de kopse gevel is op verdiepingshoogte een smal hoog venster aangebracht waarboven een halfronde kalkstenen luifel bekroond door een bol. Het kleine, eveneens in kalksteen uitgevoerde, halfronde balkon onder dit venster rust op een blokvormige console van kalksteen; het naar boven toe uitwaaierende ijzeren balkonhek is samengesteld uit halfronde horizontale ringen. De tegen de Bergerhoutvleugel aansluitende Westerwegvleugel eindigt in een korte dwarsbouw. In de voorgevel (NW) hiervan is eenzelfde venster met balkon en luifel aangebracht als de laatstgenoemde. Tussen deze risalerende dwarsbouw en de kopse gevel van de Bergerhoutvleugel telt de lange Westerwegvleugel op de begane grond dertien zesruits vensters (om en om met valraam bovenin) en ter weerszijden hiervan drie kleine ronde tuimelramen. Op de eerste verdieping zijn 31 vierruits vensters aangebracht (enkele uitgevoerd als tuimel- of draairaam) met daaronder een doorgaande kalkstenen lekdorpel.

In de zijgevel (ZW) van de dwarsbouw zijn linksonder vier elfruits vensters aangebracht bestaande uit een negenruits raam met bovenin een drieruits valraam, en hieronder een half zo hoog stolpraam van dezelfde breedte. De eerste verdieping telt negen van dergelijke vensters. Hetzelfde venstertype is ook toegepast in de achtergevel (ZO) van de Westerwegvleugel: zowel op de parterre als de verdieping zijn vijf series van vier van deze vensters aangebracht. Beneden bevindt zich links en rechts hiervan een dubbele stalen deur met glaspanelen, waarboven een betonnen luifel en drie respectievelijk twee hoge staande vensters (ter hoogte van de achterliggende trappenhuizen). Vóór beide deuren is een trapbordes van gele baksteen gemetseld met daartussen langs de hele achtergevel een bloembak. De rechthoekige toiletuitbouw van twee bouwlagen in de hoek rechts naast de rechter deur heeft een plat dak. In de zuidwestgevel van deze uitbouw zijn zowel beneden als boven vijf smalle tweeruits valramen aangebracht. In de smalle zuidoostgevel bevindt zich rechtsboven en -onder een zesruits venster. De links naast de linker deur gelegen risalerende achtergevel (ZO) van de dwarsbouw telt op de begane grond vier elfruits vensters als genoemd. Middenboven in dit geveldeel bevindt zich een smal venster waaronder een halfrond plateau van kalksteen op een eveneens kalkstenen console. In de achtergevel (ZW) van de Bergerhoutvleugel zijn zowel beneden als boven drie keer drie zesruits vensters aangebracht (ter plaatse van de drie vensters rechtsonder is naderhand een ingang gerealiseerd). De buitenste vensters van ieder drietal hebben bovenin een tweeruits valraam. Rechtboven en -onder in deze gevel bevindt zich een klein rond tuimelraam. Ook langs deze achtergevel is een bloembak gemetseld. In de knik tussen de achtergevel van de Bergerhoutvleugel en die van de aula bevindt zich (ter hoogte van de achterliggende hal) een glazen uitbouw van twee bouwlagen met een afgeronde voorzijde. De borstwering boven de vensterpartij is gemetseld in koppenverband. De achtergevel (W) van de aula telt vijf grote vijftienruits vensters.

INTERIEUR. Het interieur uit de bouwtijd is grotendeels in oorspronkelijke staat bewaard gebleven en bevat onder meer opdekdeuren bekleed met eikenfineer, een vloer van donker travertin en wanden van licht travertin in de vestibule, betegelde gangvloeren, bordestrappen met treden van licht travertin en bronzen leuningen samengesteld uit paarsgewijs geplaatste staafvormige spijlen, een centrale hal voorzien van een vide, betonnen cassettenplafond, twee met licht travertin beklede kolommen en een vloer van licht en langs de randen donker travertin, een tweede hal met een dito vloer, en een aula voorzien van een toneel en kap op vijf paraboolspanten van gelijmd hout. Het hoge gebrandschilderde raam in de centrale hal toont een spreuk van Vondel: "Wat is de schoonheit? Wat's de roem der jongkheit anders dan een Bloem". Rond het tekstlint is een weelderige plantengroei aangebracht waarbinnen, toepasselijk voor een gymnasium, motieven uit de klassieke oudheid (ondermeer een zuil, een buste, een Griekse tempel, en een zon waarbinnen Apollo rijdend op een strijdwagen). Het trappenhuis aan het einde van de Westerwegvleugel heeft een betegeld trapbordes voorzien van een middenpatroon in de vorm van een Romeinse helm. De via steile ijzeren trappen bereikbare bovenste torenvloer heeft een met kalksteen afgedekte borstwering van gewapend beton, Hierop zijn in de vier hoeken ronde stalen staanders geplaatst die een staalconstructie dragen waarop het dak en de naaldspits rust. In elk van de vier dakvlakken bevinden zich twee luiken. Deze worden via staalkabels verbonden met de contragewichten in de open stalen gewichtkoker onder de spits. Door het openen van een luik kon met een sterrenkijker het heelal bestudeerd worden.

Waardering

Het schoolgebouw uit 1939-1940 is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde als gaaf bewaard voorbeeld van een stedelijk gymnasium in de trant van de Delftse School, beïnvloed door Scandinavische architectuur, en als historisch-functioneel hoofdonderdeel van het schoolcomplex "Murmellius".

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
524882
Complexnaam
Murmellius Gymnasium
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Inleiding

Het complex "Murmellius" omvat het stedelijk GYMNASIUM met bijbehorende CONCIERGEWONING en TUINAANLEG en werd gebouwd in 1939-1940 naar ontwerp van C. Kirkenier, adjunct-directeur van het Bureau Gemeentewerken van de stad Alkmaar. Aannemer was H. van Vliet uit Amsterdam. Het complex is opgetrokken in de trant van de Delftse School met een markante toren geïnspireerd op Scandinavische raadhuisbouw. Bovenin de toren stond een sterrenkijker opgesteld waarmee de kosmografie onderwezen werd. In de gevels van het gymnasium zijn twee reliëfs aangebracht van de Bergense kunstenaar Tjipke Visser en diens dochter Marijcke. Hun plaatsgenoot Piet Worm ontwierp het grote gebrandschilderde raam in de hal dat vervaardigd werd door Atelier Bogtman in Haarlem.

De uit de bouwtijd daterende tuinaanleg rond het complex is ontworpen door het Bureau Gemeentewerken. Het complex is markant gesitueerd aan het ronde plein van de Bergerhout op de hoek met de Westerweg.

Omschrijving

Het gymnasium bestaat uit drie vleugels waarvan één aan de Westerweg en twee onder een stompe hoek aan het Bergerhout. De twee laatste hebben beide een ingang aan het Bergerhout met naast de hoofdentree de markante toren. De conciërgewoning is gelegen in het verlengde van de Westerwegvleugel en daarmee door een tuinmuur verbonden. Het gymnasium telt met uitzondering van de aulavleugel en de toren naast de hoofdingang twee bouwlagen, de conciërgewoning één bouwlaag. Beide gebouwen zijn opgetrokken in geelroze baksteen en voorzien van zadeldaken met zwartgeglazuurde verbeterde Hollandse pannen en de noklijn evenwijdig aan de weg. Naast baksteen is gebruik gemaakt van rood graniet en kalksteen voor verschillende gevelonderdelen. De ramen zijn uitgevoerd in staal. De drie vleugels worden door voortuinen van de openbare weg gescheiden. De driehoekige binnenhof achter het gymnasium is voorzien van terrassen aan de kant van de aula (W) en een pergola langs de zuidrand. Van de botanische tuin tussen de Westerwegvleugel en de conciërgewoning resteert nog een ronde vijver.

Waardering

Het schoolcomplex "Murmellius" uit 1939-1940 bestaande uit een gymnasium met bijbehorende conciërgewoning en tuinaanleg is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde als gaaf en representatief voorbeeld van een gymnasium in de stijl van de Delftse School met invloed van Scandinavische architectuur. Het complex heeft hoge situationele waarde vanwege de beeldbepalende ligging aan het Bergerhout.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Schoolgebouw Cultuur, gezondheid en wetenschap Onderwijs en wetenschap oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Bergerhout 1 1815 DA Alkmaar Nassaukwartier Ja
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Cultuur, gezondheid en wetenschap Onderwijs en wetenschap Gymnasium
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
E 5129 Alkmaar
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1939 1940 vervaardiging
Ambachten
Name Beroep Notitie
Kirkenier, C. ; Noord-Holland architect / bouwkundige / constructeur
Vliet, H. van ; Noord-Holland aannemer / uitvoerder
Visser, T. ; Noord-Holland beeldhouwer / steenhouwer / schrijnwerker
Visser, Marijcke ; Noord-Holland beeldhouwer / steenhouwer / schrijnwerker
Bogtman, W. ; Noord-Holland glazenier
Naar boven