529665, Arnhem
Inleiding
Gebouw 1-3 ligt vrijstaand in de zuidoostelijke hoek van de T-kruising van de oostelijke toegangsweg tot Klein-Heidekamp en de oostelijke van de twee noord-zuidwegen op het terrein. Op macroniveau is gebouw 1-3 onderdeel van een grote militaire vliegveldstructuur uit de periode 1940-1945, op mesoniveau van een ijl complex van in brinkdorpachtig verband geplaatste gebouwen en op microniveau van een centraal gelegen ensemble van functionele onderkomens. Het werd in 1940/1941 als 'Sonderbau' geplaatst en is in een latere fase, in 1943, uitgebreid. Gebouw 1-3 omvat drie duidelijk te onderscheiden gedeelten, namelijk een oost-west gerichte massa, en haaks hierop twee in hoofdzaak naar het zuiden wijzende vleugels. De oostelijke vleugel bevatte de werkkamer van de commandant van 'Nachtjagdgeschwader 1' en andere commandoruimten, en was het belangrijkst. Een mogelijke achthoekige houten opbouw op dit bouwdeel is niet meer aanwezig.
Omschrijving
Deels onderkelderd en verder grotendeels van kruipruimten voorzien, eenlaags, met ca. 50 cm dik buitenmuurwerk uitgevoerd bakstenen gevechtsleiding- of COMMANDOGEBOUW op in hoofdzaak U-vormige plattegrond, met iets terugliggende en verhoogde plint en gedeeltelijk gedekt door (afgewolfde) zadeldaken, deels door schilddaken, elk belegd met grauwe en in beperkte mate met rode gegolfde verbeterde holle (Hollandse) pannen. Mastgoten rondom.
Het oostelijke noord-zuidgerichte bouwdeel is gebouwd op een rechthoekige plattegrond en wordt gedekt door een schilddak. In de oostelijke langsgevel, links van het midden een drie traveeën breed risalerend deel onder lager, aangekapt schild, en aangrenzend een twee treden hoog terras van baksteen en betontegels. De traveeën bevatten getoogde toegangsopeningen en dubbele, verticaal in vieren verdeelde glasdeuren, met aan weerszijden tot halverwege, groen geschilderde plaatstalen luiken. In de oostgevel tevens links twee en rechts acht stuks vensteropeningen onder rollaag en met betonnen kalf, bovenin voorzien van met houten roeden verdeelde achtruits valramen en onderin van dubbele houten vierruits draairamen, alle met plaatstalen luiken, enkelzijdig beschilderd in groen en wit zandlopermotief. In kopse zuidgevel vier vergelijkbare vensteropeningen en in de westelijke langsgevel vijf, met rechts daarvan een toegang met twee treden, onder getoogde rollaag en met 16-ruits deur en links vier kleine getoogde vensters met vierruitsverdeling. De kopse noordgevel gaat rechts naadloos over in een iets lager, aangekapt tussenlid, dat de verbinding is met het noordelijke bouwdeel. In gevel met tussenlid rechts een met geblokte getoogde natuursteen omlijste toegangsopening met sluitsteen, waarin dubbele achtruits deuren, en links en rechts hiervan tweemaal twee kleine getoogde vensters onder rollaag en met houten vierruits ramen. Interieur bevat onder meer een gang met in geel met een zwarte bies betegelde vloer, deels voor de bouwtijd kenmerkende deurkozijnen (onder meer met scheve dagkant) en deuren, en - vooral de in gangen - geel betegelde of in geschilderd veegwerk uitgevoerde lambrisering; betonnen vloeren en plafonds. Hiernaast ook verlaagde systeemplafonds. Kelder- en kruipruimte uitgevoerd in beton en mede gestut door een metalen balksysteem. Zolder is een overwegend ongedeelde ruimte met betonnen vloer en met door spanten en sporen gedragen kap.
Het noordelijke bouwdeel is gebouwd op een rechthoekige plattegrond en wordt gedekt door een zadeldak dat aan de oostzijde is afgewolfd en aan de westzijde is aangekapt aan het dak van het westelijke bouwdeel. Tussenlid naar het oostelijke bouwdeel gaat naadloos over in zuidelijke langsgevel. Beide langsgevels voorzien van deels gepaarde vensteropeningen onder rollaag en met betonnen kalf, waarin boven met houten roeden verdeelde achtruits valramen en onder dubbele houten vierruits draairamen, alle met plaatstalen luiken, enkelzijdig beschilderd in groen en wit zandlopermotief. In de kopse oostgevel begane grond rechts vergelijkbaar venster; op zolderverdiepingniveau latere, getoogde toegangsopening onder rollaag, met dubbele achtruits deuren, waarboven een H-profielijzeren hijsbalk; twee kleine vensteropeningen zijn kennelijk dichtgezet. In het interieur onder meer een gang met in geel met zwarte bies betegelde vloer, grotendeels voor de bouwtijd kenmerkende deurkozijnen en deuren, in de gang een in geschilderd veegwerk uitgevoerde lambrisering; betonnen vloeren en plafonds. Onder de vloeren kruipruimten; de zolder is een overwegend ongedeelde ruimte met betonnen vloer onder een door spanten en sporen gedragen kap.
Het westelijke noord-zuidgerichte en tevens hoogste bouwdeel werd in 1943 gebouwd op een hoofdzakelijk rechthoekige plattegrond en het wordt gedekt door een deels opgetild zadeldak tussen tuitgevels. Aan de westkant een met puntgevel uitgevoerde uitbouw onder een lager, aangekapt en dwars zadeldak en vijf (links hiervan) plus één (rechts) onder zinken schilddakjes gebrachte dakkapellen met dubbele vierruits draairamen. In de ruimte waarvan deze uitbouw deel uitmaakt, de zogenoemde 'Auswertungsraum', was in 1943 de vluchtbegeleiding gevestigd. De kopse noordgevel, die visueel en functioneel als hoofdgevel kan worden getypeerd, is een tuitgevel met geblokte bakstenen pilasters en schouderstukken; centraal hierin een met geblokte en getoogde natuursteen omlijste toegangsopening met verhoogde sluitsteen en links en rechts een klein venster met houten achtruits ramen onder rollaag, voorzien van plaatstalen luiken met diagonaal wit en groen streepmotief. Op zolderverdiepingniveau drie getoogde vensters onder rollaag, met draairamen en op vlieringniveau een klein venster. De kopse zuidgevel heeft een met geblokte natuursteen omlijste toegangsopening onder klein bovenlicht, drie kleine vensters met achtruits ramen onder rollaag en plaatstalen luiken met diagonaal wit en groen streepmotief; op zolderverdiepingniveau een drietal getoogde vensters en op vlieringniveau een klein venster. De oostgevel is op de begane grond voorzien van vensteropeningen onder rollaag en met betonnen kalf, bovenin voorzien van met houten roeden verdeelde, achtruits valramen en onder van dubbele houten, vierruits draairamen en plaatstalen luiken, die enkelzijdig zijn beschilderd in groen en wit zandlopermotief; tevens een later gewijzigde toegangsopening, nu onder getoogde rollaag en voorzien van houten, met roeden verdeelde, enkele glasdeur. Onder het opgelichte dakschild een negental getoogde vensteropeningen met draairaam, de rechter met een ijzeren noodtrap en een ijzeren balkon met balustrade. Rechts in het dakschild een strookvormig daklicht. De westgevel op de begane grond links voorzien van vensteropeningen onder rollaag en met betonnen kalf, bovenin voorzien van met houten roeden verdeelde, achtruits valramen en onderin van dubbele houten, vierruits draairamen en van plaatstalen luiken, beschilderd in groen en wit zandlopermotief. Rechts een bordes en bakstenen trap en daarboven drie kleine vensters met houten achtruits ramen onder rollaag, alle voorzien van plaatstalen luiken met diagonaal wit en groen streepmotief. In de gevel van de uitbouw op souterrainniveau een mogelijk later ingebracht dubbel plaatijzeren luik; op de begane grond een groot getoogd bakstenen kruisvenster met een twee maal acht- en twee maal vierruits houten roedenverdeling en op zolderverdiepingniveau een venster met dubbele vierruits draairamen; zuidelijke zijgevel getoogde toegangsopening met 16-ruiter. Het interieur omvat onder meer een later ten dele in de 'Auswertungsraum' ingebrachte, tamelijk hoge feest- en danszaal. Ter plaatse van de vensters onder het opgetilde dakschild, een voor de bouwtijd kenmerkende bordestrap, deurkozijnen en een aantal deuren en in het rechter deel bij het bordes trappen naar een klein souterrain. Zolder bevat - naast een afgewerkte ongedeelde ruimte met drie getoogde vensters en dakvenstertjes - een zware betonnen constructie boven de 'Auswertungsraum' en verder een door houten spanten en sporen gedragen kap.
Tegenover de meest westelijke gevel een ondiep bakstenen schuurtje onder lessenaarsdak met dubbele ijzeren deuren.
Waardering
In twee bouwfasen gerealiseerd COMMANDOGEBOUW, van algemeen belang als zeldzaam en herkenbaar onderdeel van een uit de Tweede Wereldoorlog stammend en door de Duitse bezetter als onderdeel van een groot militair vliegveld opgezet legerkamp, vanwege: architectuurhistorische, stedenbouwkundige, krijgs- en cultuurhistorische en complex- en ensemblewaarden, die onder meer kunnen blijken uit de op locale vormen geïnspireerde traditionalistische bouwtrant, uit de voor de bouwtijd kenmerkende onderdelen en details, uit de kunstmatig opgezette brinkdorpstructuur en de tot in detaillering doorgevoerde camouflage, uit de samenhang van en met het totale militaire vliegveldconcept en de ruimtelijke hoofdlijnen en onderdelen van het kampement, en uit de onderlinge verwantschap van de hierbij toegepaste vormen.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Omschrijving van het complex
Complex van VLUCHTLEIDING- EN LEGERINGCENTRUM KLEIN-HEIDEKAMP onderdeel van Vliegveld Deelen, bestaande uit:
TERREIN met AANLEG
Gebouw 1-1 - BADHUIS
Gebouw 1-2 - KETELHUIS met KOLENOPSLAG
Gebouw 1-3 - COMMANDOGEBOUW
Gebouw 1-4 - ELEKTRICITEITSHUIS / TRANSFORMATORHUIS
Gebouw 1-5 - POORTWACHTERSHUIS en MUURWERK
Bij gebouw 1-5 (A4) - GARAGE / STALLING
Gebouw 1-6 - OFFICIERSWONING
Bij gebouw 1-6 (A15) - SCHUUR
Bij gebouw 1-6 (B1) - GARAGE / STALLING
Gebouw 1-7 - OFFICIERSWONING
Bij gebouw 1-7 (A5) - SCHUUR
Bij gebouw 1-7 (B2) - GARAGE / STALLING
Gebouw 1-9 - OFFICIERSWONING
Bij gebouw 1-9 (A6) - SCHUUR
Gebouw 1-10 - LEGERINGSBARAK
Gebouw 1-11 - LEGERINGSBARAK
Gebouw 1-12 - OFFICIERSWONING
Gebouw 1-13 - LEGERINGSBARAK
Gebouw 1-14 - LEGERINGSBARAK
Gebouw 1-15 - OFFICIERSWONING
Gebouw 1-17 - LEGERINGSBARAK
Gebouw 1-18 - LEGERINGSBARAK
Gebouw 1-19a/b - OFFICIERSWONING
Bij gebouw 1-19 (A8) - SCHUUR
Gebouw 1-20 - LEGERINGSGEBOUW
Bij gebouw 1-20 (B4) - GARAGE / STALLING
Gebouw 1-21 - GARAGE
Gebouw 1-22 - LEGERINGSBARAK MET HONDENHOK (E1)
Gebouw 1-23a/b - OFFICIERSWONING
Bij gebouw 1-23 (A9) - SCHUUR
Gebouw 1-24a/b - OFFICIERSWONING
Bij gebouw 1-24 (A10) - SCHUUR
Gebouw 1-26 - OFFICIERSWONING
Gebouw 1-27 - OFFICIERSWONING
Bij gebouw 1-27 (A12) - SCHUUR
Gebouw 1-28 - OFFICIERSWONING
Gebouw 1-29 - OFFICIERSWONING
Gebouw B-3 - GARAGE / STALLING
Onderdeel G-5 - BLUSWATERBUNKER
Onderdeel G-6 - BLUSWATERBUNKER
Het tweede gebouwencomplex van Fliegerhorst Deelen, 'Kleines Heidelager' - thans bekend als Klein-Heidekamp - kwam tot stand op geruime afstand van het eigenlijke rolveld, op een grotendeels open, savanneachtig terrein binnen het bosgebied ten oosten van de Deelensche Weg. De bouw vond in hoofdzaak plaats in de periode oktober 1940 tot en met april 1941. Tussen de Deelensche weg en de tegenwoordige Clément van Maasdijklaan ontwikkelde men een structuur van in hoofdzaak twee gebogen en geknikte, ruwweg noord-zuid lopende lanen, die op een aantal plaatsen onderling werden verbonden door eveneens gebogen of met een knik uitgevoerde lanen. Hiernaast kwamen enige paadjes tot stand. De bebouwing werd losjes rond de grotendeels beklinkerde lanen neergestrooid, onder handhaving van de relatief ijle begroeiing en met aanbrengen van jong opgaand groen. Het kamp straalde het karakter uit van een landelijke, maar ook wel enigszins villawijkachtige kern, met bebouwing rond enige brinkachtige structuren. Het voegde zich zo naadloos in de omgeving: de camouflage was op dit punt optimaal. Het wegennet is na de oorlog hier en daar gestroomlijnd en ook zijn enkele hoofdassen verhard met asfalt, maar het wegenpatroon zoals dat in 1945 werd aangetroffen is in hoofdzaak nog aanwezig. Klein-Heidekamp was in de eerste plaats gebouwd als onderkomen van de staf en het bevatte tevens de hoofdzetel van de gevechtsleiding van 'Nachtjagdgeschwader 1', de zogenoemde 'Geschwaderbefehlsstelle'. Verder bezat het onder andere een 'Kasino', een badhuis, een centraal ketelhuis, sportfaciliteiten - zoals een tennisbaan en een paardenstal - en enige bluswaterbunkers. Technisch bijzonder was de centraal gestookte verwarmingsinstallatie - een vroeg voorbeeld van wijkverwarming. De gebouwen waren voor een deel als 'Regelbauten' gerealiseerd, waarbinnen varianten in standaardmaten en met standaard dakvormen voorkwamen, maar ten dele zijn ze ook als 'Sonderbauten' aan de plaatselijke omstandigheden en behoeften aangepast. In vrijwel alle gevallen werden ze met zorg gecamoufleerd alsof ze landelijke functies vervulden of een dorpsvillakarakter bezaten. In de bebouwing komen verschillende plattegronden voor, maar er is zonder een enkele uitzondering slechts één bouwlaag toegepast, die bijna altijd is voorzien van een opgaande dakvorm. De meeste panden zijn traditionalistisch van stijl, met slechts wat 'noodzakelijke' moderne details, zoals scherfvrije twee centimeter dikke plaatstalen vensterluiken, gewapend betonnen plafonds en - in enkele gevallen - gewapend betonnen kelders. De vloeren zijn in de meeste gebouwen uitgevoerd in houten vloerdelen, maar afhankelijk van functies van ruimten is hier en daar ook beton, baksteen of tegelwerk toegepast. Karakteristiek zijn de circa 50 cm dikke bakstenen muren van het merendeel van de gebouwen en de met pannen gedekte, al dan niet afgewolfde zadeldaken en schilddaken. De plaatstalen luiken zijn vrijwel zonder uitzondering aan één kant in zandloper- of lijstpatroon geschilderd; de andere zijde, die in gesloten toestand naar buiten is gekeerd, is steeds effen groen. Na de oorlog zijn de meeste gebouwen aanvankelijk als manschappenverblijven ingericht; later kregen ze onder meer een functie als woonhuis. Een aantal van de plafonds is verlaagd en een deel van ramen, deuren en houten trappen werd vernieuwd en tevens is de technische infrastructuur ten dele vervangen. De verwarmingsinstallatie is deels nog aanwezig, al zijn de meeste radiatoren inmiddels vervangen. De ruimtelijke indeling van de panden - behalve die van vele zolders - bleef grotendeels intact; meer dan eens werd wel een wijziging gerealiseerd in de en-suiteverbinding van kamers en in de functie en toegankelijkheid van ruimten.
Naast de hierna afzonderlijk beschreven gebouwen en onderdelen omvat Klein-Heidekamp onder meer twee bakstenen hekpijlers aan de Deelenseweg, een van na de Tweede Wereldoorlog daterende tennisbaan (tussen gebouwen 1-18 en 1-19), een relatief jonge woning nabij de toegang aan de Deelenseweg en enige (meer of minder ingrijpend verbouwde) schuurtjes.
Waardering van het complex
Complex van een commandocentrum en (onder)officierslegering, van algemeen belang als relatief gaaf onderdeel van een uit de Tweede Wereldoorlog stammend en door de Duitse bezetter opgezet groot militair vliegveld, vanwege: architectuurhistorische, stedenbouwkundige, historisch-geografische, techniekhistorische, krijgs- en cultuurhistorische en complex- en ensemblewaarden, die onder meer kunnen blijken uit de op locale vormen geïnspireerde traditionalistische bouwtrant, uit de voor de bouwtijd kenmerkende onderdelen en details, uit de in het concept verwerkte, deels reeds in het landschap aanwezige elementen, uit de relicten van technische innovatie, uit de in een kunstmatig opgezette, villawijkachtige en / of landelijke structuur met brinkdorpkenmerken en de tot in detaillering doorgevoerde camouflage, uit de samenhang van en met het totale militaire vliegveldconcept en de ruimtelijke hoofdlijnen en onderdelen van het kampement, en uit de onderlinge verwantschap van de hierbij toegepaste vormen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
– | Verdedigingswerken en militaire gebouwen | Bijgebouwen | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
– | – | – | – | Arnhem | Deelen/Klein-Heidekamp | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Verdedigingswerken en militaire gebouwen | Bijgebouwen | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | A | 1541 | – | Arnhem |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1940 | 1941 | – | vervaardiging |