(vm.) Christelijke LTS Patrimonium, Amsterdam
Inleiding
Een op Le Corbusiers Unité d'Habitation geïnspireerd SCHOOLGEBOUW, ingedeeld en opgebouwd volgens de principes van het Functionalisme in 1952-1956. Ontworpen door J.B. Ingwersen, C. de Geus en C. v.d. Bom als Eerste Christelijke LTS Patrimonium.
De school was oorspronkelijk verticaal verdeeld in een theorie en praktijk gedeelte en horizontaal van het zware naar het lichte gebruik. De begane grond was voor de praktijkwerkplaatsen bestemd. Onder andere de hellingbaan verwijst naar het praktijklokaal voor automontage. Op de verdiepingen bevonden zich telkens theorielokalen aan de zuidzijde en praktijk-, teken- en vaklokalen aan de noordzijde. Bovenop de vierde verdieping lag de kantine, afgedekt met flauw gebogen dak. In de jaren '90 van de 20ste eeuw is het gebouw gerenoveerd en aangepast aan moderne eisen van gebruik. Toen zijn ook de betonwanden en de reliëfs voorzien van een verflaag, is de indeling van ingangshal van de docenten gewijzigd en is de kantine verplaatst naar de begane grond met tussenverdieping. Het kleurgebruik is dus niet oorspronkelijk, afgezien van de reliëfs van H. op de Laak in de kantine op de bovenste verdieping. De indeling van de plattegrond is nog nagenoeg ongewijzigd maar het onderscheid in verdeling tussen theorie en praktijk bestaat in het huidige gebruik niet meer. Het beeld van kunstenares P. Eecen (betonplastiek "spelende kinderen") dat in de centrale hal stond, was een geschenk van de leraren bij de opening van de school. Het beeld staat er nu niet meer en het is niet bekend waar het zich bevindt.
Het gebouw is momenteel nog steeds in gebruik als schoolgebouw door het Europa College, onderdeel van ROC ASA.
Omschrijving
De school rust op zware poten van beton waardoor het visueel wordt opgetild van de grond en telt een kelder, begane grond en vier verdiepingen. Het gebouw is iets schuin geprojecteerd ten opzichte van de Wibautstraat om een optimale bezonning en belichting te creëren, terwijl tevens de bouwmassa een overmatige zwaarte ten opzichte van de Wibautstraat is ontnomen.
De school heeft een skelet van gewapend beton en heeft een basismodule van 3,5 meter, zowel horizontaal (kolomafstand) als verticaal (verdiepingshoogte). Het consequent doorgevoerde maatsysteem is geïnspireerd op de Modulor van Le Corbusier. De afstand tussen de beton brut-pylonen op de begane grond bedraagt 7 m en de gevels van de begane grond bestaan hoofdzakelijk uit glas in houten kozijnen om een maximale openheid te suggereren. De gesloten geveldelen en de borstweringen op de hogere verdiepingen zijn bekleed met platen schokbeton, die bij de realisatie als buitenbekisting hebben gefunctioneerd. Voor de eigenlijke ramen is een schokbetonnen frame opgebouwd, met een onderverdeling van 87,5 bij 87,5 cm (1/4 van de basismodule), het glas is koud in het beton aangebracht. Met dit frame beoogde de architect niet enkel een regen- en zonwerende functie, maar wilde daarmee ook de menselijke maat terugbrengen in het gebouw. De geprefabriceerde schokbetonelementen omvatten hoofdzakelijk het hoofdtrappenhuis, het noodtrappenhuis, de gevelraam-elementen van zuid-, oost- en westgevel, de gevelbeplating (43,75 x 87,5 cm) en de borstweringsplaten in de houten binnenpuien. Het noodtrappenhuis bevindt zich in de ronde schacht aan de noordzijde.
Het dak van de voormalige gymzaal op de bovenste verdieping is uitgevoerd als een parabool en bestaat uit een fusée-ceramique constructie. Het dak van de voormalige kantine, eveneens op de bovenste verdieping, is een cylindrisch schaaldak in beton. De constructies op het dak (liftmachinekamer, schoorstenen en dergelijke) zijn uitgevoerd in beton en expressief vormgegeven.
Links in het gebouw, aan de zijde van de Vrolikstraat, bevindt zich de docenten-entree onder de luifel. De hellingbaan verschaft toegang aan de leerlingen die via de kelder met fietsenberging en garderobe het gebouw betreden.
Het inpassen van monumentale wandkunst in architectuur is karakteristiek voor de Wederopbouwperiode. Het bronzen beeld aan de voorgevel is van de hand van beeldhouwer W. Reijers, de betonreliëfs bij de hellingbaan en in het interieur zijn van kunstenaar Harry op de Laak. De reliëfs in het interieur bevinden zich in de voormalige kantine op de bovenste verdieping, het hoofdtrappenhuis en boven de toegangen van de theorielokalen. In de huidige situatie zijn deze reliëfs beschilderd met kleuren die door hun toon de suggestie wekken uit de bouwtijd te dateren. Foto's uit de bouwtijd laten echter zien dat deze reliëfs oorspronkelijk onbeschilderd waren en contrast juist werd verkregen door schaduwwerking. De enige uitzondering daarop vormen de reliëfs in de voormalige kantine. Een expliciete verwijzing naar Le Corbusier is het betonreliëf op de buitenwand, naast de trap naar de kelder: de 'modulor' afgebeeld als bouwvakker met betonmolen.
Aan het gesloten geveldeel langs de Wibautstraat is een bronzen beeld bevestigd. Dit op uitstekende handen gelijkend beeld is vervaardigd door beeldhouwer W. Reijers. Het is in 1956 ontworpen maar pas eind jaren '70 geplaatst nadat het eerst ruim tien jaar aan de gevel van de Tweede Christelijke LTS Patrimonium in Amsterdam West had gehangen.
In het interieur is het betonskelet zichtbaar gelaten, de wanden bestaan uit schoon metselwerk en de traveeën zijn gevuld met gelakte, pitch-pine puien en een borstweringshoogte van 1,30 m. Dit om het mogelijk te maken opbergkasten onder deze borstwering te plaatsen zonder dat het vrije zicht belemmerd werd. De afwerking van de vloeren is naar functie van de ruimte verschillend uitgevoerd. De gebruikte materialen zijn herkenbaar gebleven en leidingen zijn niet weggewerkt: de achterliggende gedachte was dat het gebouw zelf kon dienen als aanschouwelijk onderwijs voor de leerlingen.
Waardering
Het gebouw is van algemeen belang:
- wegens de ensemblewaarde als hoofd complexonderdeel van het ontwerp waarbij het buitenterrein bewust is meegenomen in het ontwerpproces en als onlosmakelijk geheel met het gebouw zelf beschouwd moet worden;
- wegens de architectuurhistorische waarde als een Nederlands eerbetoon aan Le Corbusiers Unité d'Habitation;
- wegens de architectuurhistorische waarde als bijzonder toonbeeld van het vernieuwende gebruik van beton en betonelementen;
- wegens de bijzondere toepassing van monumentale wandkunst en gevelreliëf in en buiten het gebouw, in samenhang met het gebouw ontworpen door Nederlandse kunstenaars;
- wegens de gaafheid van interieur en exterieur in hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering;
- wegens de samenhang met de overige complexonderdelen.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
Op een onregelmatig, noord-zuid georiënteerd terrein opgetrokken schoolcomplex. Het complex bestaat uit de volgende samenstellende onderdelen: SCHOOLGEBOUW, MUUR MET TOEGANGSPOORT en SCHOOLPLEIN MET BANKEN, ontworpen in 1952-1956 door J.B. Ingwersen, C. de Geus en C.v.d. Bom ten behoeve van de Eerste Christelijke LTS Patrimonium.
Omschrijving
De complexonderdelen zijn qua vormgeving en materiaalgebruik ingedeeld en opgebouwd volgens de principe van het Functionalisme en in sterke mate geïnspireerd door Le Corbusier. Het gebruik van beton-brut en schokbeton, voor die tijd innovatief, is consequent doorgevoerd in het schoolgebouw en de bijbehorende objecten. Het schoolplein, de betonnen banken, de poort en de muur met het ingelegde reliëf vormen vanwege hun materiaalgebruik en vormgeving één geheel met het gebouw. De afwerking van het gebouw en de inrichting van het terrein laten daardoor een sterke onderlinge samenhang zien.
Het grasveld van 42 x 21 meter aan de zijde van de Vrolikstraat diende als openlucht gymnastiekveld, hier ligt nu een parkeerplaats. De geplande tweede turnzaal met stelruimte voor timmerlieden en een conciërgewoning aan de oostelijke zijde van het gebouw zijn nooit gerealiseerd.
Waardering
Het complex is van algemeen belang:
- wegens de ensemblewaarde van het ontwerp waarbij het buitenterrein met daarop de muur met toegangspoort en de banken bewust is meegenomen in het ontwerpproces en als onlosmakelijk geheel met het gebouw zelf moet worden beschouwd;
- wegens de architectuurhistorische waarde als gaaf bewaard voorbeeld van Functionalisme in Nederland en eerbetoon aan Le Corbusier;
- wegens de gaafheid van interieur en exterieur in hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering;
- wegens de bijzondere kunsttoepassingen in interieur en exterieur.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Schoolgebouw | Cultuur, gezondheid en wetenschap | Onderwijs en wetenschap | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Vrolikstraat | 8 | – | 1091 VG | Amsterdam | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Cultuur, gezondheid en wetenschap | Onderwijs en wetenschap | LTS | Technische school |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | S | 9695 | – | Amsterdam |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1952 | 1956 | – | vervaardiging |