Bloemendaalseweg 244, Overveen
Omschrijving onderdeel 4
In het zuidelijk deel van het park ligt de voormalige IJSKELDER, waarvan het bouwjaar niet bekend is, mogelijk eveneens omstreeks 1900. Via dubbele ijzeren deuren is de ruimte toegankelijk waarin het ijs in de zomer werd bewaard. De ijskelder is opgetrokken uit rode baksteen, dat met een cementlaag is afgestreken. Aarden dekking.
Waardering
IJSKELDER, behorend tot de buitenplaats Belvedère, van belang:
- wegens het type;
- als functioneel onderdeel van de buitenplaats.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Omschrijving van het complex
Het in hoofdlijnen goed bewaarde complex BUITENPLAATS BELVEDÈRE maakt deel uit van de Overveense landgoederenreeks van Belvedère, Vaart en Duin, Duinlust, Elswoutshoek, Elswout, Koningshof en Duinvliet. Belvedère ligt aan de Bloemendaalseweg ten zuiden van de Tetterodeweg en wordt door een sloot gescheiden van de buitenplaats Vaart en Duin aan de zuidkant. De buitenplaats omvat een HOOFDGEBOUW (onderdeel 1), TUIN- EN PARKAANLEG (onderdeel 2), restanten van een CHRYSANTHEMUM KAS (onderdeel 3), restanten van een IJSKELDER (onderdeel 4) en HEKPIJLERS MET TOEGANGSHEK (onderdeel 5). De garage en de berg- en houtloods zijn te zeer verbouwd om voor bescherming in aanmerking te komen.
In april 1792 werd langs de Overveense weg een stuk grond, namelijk 246 roeden duin in erfpacht uitgegeven aan een zekere IJff de la Chambre. Hij zette er een 'Nieuw gebouwd Buitenverblijf', aldus een verkoopnotitie van zeven jaar later. Koper is dan Hendrik Kamp uit Bloemendaal. De naam van het buitenverblijf was De Uitkijk. In 1817 werd Arent Pluym, koopman te Amsterdam, de eigenaar. Hij kocht terrein in de omgeving aan om de buitenplaats uit de breiden. Met de eigenares van het weiland tegenover zijn huis, mevrouw Hooft-Warin, maakte Pluym de afspraak om nooit 'eenige boomen of ander plantsoen, betimmeringen of versparringen op eenig het minste gedeelte van hetzelve land te zullen laaten doen, welke eenigzints het gezigt dat het huis van 't voorzeide perceel daarover heeft, zoude kunnen belemmeren, maar inteegendeel het zelve altoos tot de grootte zoo als heet thans geleegen legt als weiland moeten laaten gebruiken'. Al een jaar later wilde de eigenares van het weiland daar een 'werkmanswoning' bouwen. Pluym stemde onder stringente voorwaarden hierin toe: het huisje mocht geen verdieping hebben en evenmin mocht de was buiten gehangen worden in het geboomte eromheen. De Uitkijk was dus in het begin van de 19de eeuw een plaats van vermaak met een uitzicht. Aan de zuidkant van het huis kon Pluym zijn eigendom in 1818 uitbreiden met een woonhuis, een koetshuis en paardenstalling, tuin en erf. Hij noemt het bezit 'Belvedère'. In 1820 volgde weer een uitbreiding. Het oude buitenverblijf wordt in dat jaar door een nieuw huis vervangen, opgebouwd van sloopmateriaal uit Beverwijk. Het was een fors blokvormig gebouw van twee bouwlagen onder een schilddak. Lutgers heeft het in 1840 afgebeeld. In 1837 wist Pluym, uit de boedel van de in dat jaar overleden mevrouw Hooft-Warin, het weiland tegenover zijn huis te verwerven, waarmee zijn vrije uitzicht op Haarlem verzekerd was. Aan de westkant van zijn terrein, ter hoogte van de Middenduinseweg laat Pluym in 1846 een oranjerie met biljartkamer bouwen (afgebroken begin 20ste eeuw). Na zijn dood in 1846 verkopen de erfgenamen Belvedère in 1863 aan Willem Borski II (1799-1881), eigenaar van Elswout. Diens dochter Louise Cathérine, gehuwd met H.M.J. van Loon, liet twee grote vertrekken aan het huis bouwen die dienst deden als eetkamer en salon. Haar broer Willem Borski III (1834-1884), die vanaf 1867 Belvedère bewoonde liet de stal met koetshuis vergroten en begon na de dood van zijn vader in 1881 met de aanleg van een ruim landschappelijk park. Ter plaatse lag een eenvoudig landschapspark met een openbare weg van de dorpskern naar de Joodse begraafplaats en Middenduin. Deze weg was in 1776 aangelegd. Door acties van de eigenaar van Belvedère, die het langstrekken van begrafenisstoeten als een groot 'inconvenient' beschouwde werd bereikt dat in 1874 de weg werd verlegd: dit werd de Tetterodeweg. De oude weg is in het parkbos nog steeds aanwezig. Het nieuwe park werd gestoffeerd met bouwwerkjes als een muziektent, een rustieke koepel (afgebroken 1905), een hertentent (afgebroken eind jaren veertig van de vorige eeuw) en een faisanterie. Na het kinderloos overlijden van Willem Borski III in 1884 kwam Belvedère aan diens oudste zuster mevrouw D. van der Vliet-Borski. Vanaf 1885 bewoonde haar dochter B.J.W. Bijleveld-Van der Vliet Belvedère. Zij wist het gebied uit te breiden met onder andere de Brouwerskolk, waaraan zij een grotto met koepel liet neerzetten. De oude vinkenbaan ten noordwesten van het huis werd in een tennisbaan veranderd. Later zou hier de garage worden gebouwd. Van 1905 dagtekent de berg- en houtloods. Het grote huis werd in 1903 vervangen door een geheel nieuw herenhuis op een andere plaats naar ontwerp van architect C.B. Posthumus Meyjes, uitgevoerd door de firma Staal & Haalmeijer uit Amsterdam. Het oude huis aan de straatweg werd spoedig daarna afgebroken. Tegelijkertijd werd de parkaanleg opnieuw onder handen genomen. Architect L.A. Springer maakte daarvoor de ontwerpen. Ter plaatse van de oude oranjerie werd in 1906 een chrysanthemumkas gebouwd. De restanten zijn nog aanwezig, evenals die van een daarnaast gelegen ijskelder. Na de dood van mevrouw Van der Vliet-Borski in 1912 wordt haar dochter mevrouw Bijleveld eigenaar. Zij sterft in 1926. De nieuwe eigenaar H. Smit van Gelder laat het huis afbreken en naar ontwerp van A.A. de Maaker ter plaatse een nieuw huis bouwen in Franse Lodewijk XIV stijl. Springer krijgt in 1928 de opdracht de tuin en het park te reorganiseren. Na een brand in de jaren tachtig van de 20ste eeuw, waarbij alleen de buitenmuren van het huis gespaard bleven, is het interieur opnieuw ingedeeld. Het huis biedt thans plaats aan vijf appartementen.
Waardering
De BUITENPLAATS BELVEDÈRE is van algemeen cultuurhistorisch belang:
- wegens de ouderdom;
- wegens de geschiedenis voor de regio;
- als onderdeel van een reeks van buitenplaatsen;
- als voorbeeld van het oeuvre van tuinarchitect Leonard Springer.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
IJskelder | Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bloemendaalseweg | 244 | a1 | 2051 GN | Overveen | – | BY | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | E | 2631 | – | Bloemendaal |