Kapelkerk (O.L. Vrouwe- of St. Janskapel). In oorsprong wellicht stichting der Malthezer ridders; het 15e eeuwse gebouw werd in 1536 met drie traveeën oostelijk verlengd en van een noordbeuk voorzien; in 1707 verrees de noordelijke aanbouw. Herbouw na een brand in 1760, in 1762 opnieuw ingewijd. Koepeltorentje, preekstoel, plafond zijn uit die tijd. Bij de restauratie (1953-1957) werden de rondboogvensters in zuid- en oostgevel, welke in de 19e eeuw waren aangebracht, vervangen door spitsboogvensters overeenkomstig de vroegere toestand. Verder behoren tot de inventaris: negen koperen kronen, twee koperen kaarsenarmen, twee koperen lezenaars, eiken gestoelte met galerij, eiken herenbank. Tweeklaviers orgel met Hoofdwerk en Bovenwerk, in 1762 gemaakt door Chr. Muller. In 1882 gewijzigd door L. Ypma. Klokkenspel bestaande uit 21 klokken van Melchior de Haze en twee klokken van Taylor uit 1928. Klokkenstoel met gelui bestaande uit twee klokken waarvan een klok van K. Wegewaert, 1636, diam. 64,5 cm en een klok van J.N. Derck, 1760, diam. 105 cm.