Pand met verdieping uit omstreeks 1600 op rechthoekige plattegrond. Zadeldak, dat aan de voor- en achterzijde wordt afgesloten door trapgevels, terwijl zich boven de vrijliggende zuidgevel eveneens een trapgevel bevindt. Tegen de zuid-westhoek van het pand, dat in 1959 gerestaureerd werd, een bakstenen pijler, in natuursteen gebosseerd en afgedekt met een hoofdgestel, overblijfsel van de v.m. voorpoort van de Lanxmeerpoort. Hiernaast een cilindervormige, uitgekraagd bakstenen traptorentje, eveneens van de voorpoort afkomstig. De drie trapgevels van het pand vertonen het Zuidhollandse type met waterlijsten, ontlastingsbogen met metselwerkmozaiek en sierankers. De voor- en zijtopgevel doorregen met natuurstenen banden. Onder de benedenste waterlijst van de voorgevel een getande puibalk. De onderpui is gereconstrueerd in vormen omstreeks 1800 bij de restauratie. Tegen de zijgevel een uitgekraagde erker op korbelen (XVIII) en een zestal peilstenen.