Ambtshuis. Rechthoekig gepleisterd gebouw ter breedte van zeven vensterassen, in oorsprong wellicht 16e eeuw, doch ingrijpend verbouwd bij de inrichting tot Ambtshuis in 1758 en nogmaals omstreeks 1840, welke laatste verbouwing bepalend is voor het aspect van het gebouw. Het thans als gemeentesecretarie fungerende Ambtshuis bestaat uit een lage begane-grond verdieping, verlicht door boogvensters. In de een weinig risalerende middenas de door Toscaanse pilasters omlijste ingang, bekroond door een hoofdgestel. De bel-etage van de benedenverdieping gescheiden door een cordonband, heeft hoge rechthoekige vensters, waarin achtruitsschuiframen. Het venster van de middenas, waarvoor een ijzeren balconhek, draagt een hoofdgestel op Empireconsles. Kroonlijst op klossen, boven de middenrisaliet driehoekig verhoogd om een halfrond venster. In 1920 is een nieuw dak aangebracht. Van de omstreeks 1840 of eerder aangebrachte interieurdecoratie is een in stuc uitgevoerde beeldengroep overgebleven, voorstellende de allegorische figuren van Maas en Waal, die een zuil met door bladkransen omlijst opschrift: "Inter Amnes Tuta" flankeren. Dit stucwerk is, evenals een Justitiabeeld vervaardigd door J.M. Rieff. Gestoelte van de Vierschaar, gesneden in Lod. XV-trant, plm 1760; thans opgeslagen op de zolder.