Stadhuis. In oorsprong laat-middeleeuws bouwwerk, gewijzigd in 1620 en geheel gemoderniseerd in neoklassicistische trant in 1837. Rechthoekig bakstenen bouwwerk met omlopend schilddak, waarop een houten klokketoren met koepeldak. Middenrisaliet met triomfboog, gedragen op twee paren gecanneleerde, Dorische zuilen. Empiredeuromlijsting, waarboven opschrift "Renovatum anno MDCCCXXXVII". Houten fronton als bekroning van de risaliet. Van de vensters, die hun zesdelige schuiframen uit de verbouwing van 1837 bewaard hebben, dragen die in de parterre hoofdgestellen. Natuurstenen plint en bekleding met natuursteen van de risaliet. De raadzaal bevat een uitermate rijk interieur uit 1727 en 1730. In de toren van het stadhuis twee luidklokken van Geryt van Wou st. uit 1503.